De lijnen zijn gesloten. De brainstormfase van het bottom-up-project van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap waarin iedereen mee mag denken over de toekomstige inhoud van het onderwijs, is voorbij. Nu is het aan experts om op basis van al die ideeën een ‘koersdocument’ op te stellen dat de basis moet vormen voor het ontwerp van een toekomstbestendig curriculum in 2017. Moet iedereen in 2017 verplicht bewegen tijdens de rekenles, of begint iedere lesdag in de toekomst met een blokuur mindfulness? Niemand weet het nog.

Hoewel, vorige week kwam er een opmerkelijke tweet voorbij in mijn timeline. Het nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling, SLO, roept in die tweet docenten op lesmaterialen en creativiteit in te sturen.

SLO is geen onbelangrijke speler in het onderwijsveld. Het expertisecentrum ontwerpt bijvoorbeeld de kerndoelen en eindtermen in het basis- en voortgezet onderwijs, stelt examenprogramma’s op en is een belangrijke gesprekspartner van de overheid. Zo is SLO nauw betrokken bij, ik noem maar wat, #onderwijs2032.

SLO ziet in dat curriculum van de toekomst een belangrijke rol weggelegd voor . Vorige maand kwam het expertisecentrum al met een Die quickscan geeft schoolleiders antwoord op de vraag of zij al een visie hebben op de rol van 21st century skills in het curriculum van de school, en moet docenten helpen inzichtelijk te krijgen welke van die ‘nieuwe’ vaardigheden aandacht krijgen in hun lessen. En hoewel #onderwijs2032 nog maar net uit de brainstormfase is, is SLO op de achtergrond nu dus al druk bezig de mogelijkheid om twee van die vaardigheden in het curriculum op te nemen, te onderzoeken.

Ik geef richting aan het creatieve proces, maar de uitkomst ligt nooit vast

Zal ik een lesplan insturen? Ik probeer geregeld een beroep te doen op de creativiteit van mijn leerlingen. In 6 vwo lazen mijn leerlingen vorige week niet alleen gedichten van en maar maakten zij daarna via ook een personality quiz waaruit moest blijken met welke dichter de leerling de meeste affiniteit had. Door hen actief met de stof bezig te laten zijn, hoop ik dat het beter bijblijft dat Marsman een tijd flirtte met het fascisme, Slauerhoff zich verloor in drank en vrouwen en dat Van Ostaijen taptoe oe oe taptoe.

Maar om zulke lessen gaat het SLO niet. In mijn les is creativiteit een middel om kennis beter laten te beklijven, terwijl SLO zoekt naar lesplannen en leerlijnen die creativiteit als doel hebben. Het expertisecentrum schrijft in de oproep: ‘De vraag betreft niet methodes die als hoofdonderwerp een vak of ander leergebied betreffen, ook al komen de vaardigheden probleemoplossen en creativiteit erin voor. Deze hoeft u dus niet aan te melden.’

Een leerlijn creativiteit dus, juist.

Natuurlijk is creativiteit in banen te leiden. Er zijn 101 wijzen om een brainstorm te houden, schier oneindig veel mogelijkheden om te mindmappen en evenveel manieren om een bord vol te plakken met gekleurde post-its. Ik zeg nooit tegen mijn leerlingen ‘schrijf maar een gedicht,’ maar geef altijd richting door een thema mee te geven, de versvorm te bepalen of een tijdslimiet op te leggen.

Ik geef weliswaar richting aan het creatieve proces, maar de uitkomst ligt nooit vast. De ene leerling schrijft in een halfuur een volledig sonnet in dactylische hexameters, de andere pijnigt zijn hersens een lesuur lang en komt met: ‘In de wei staat een schaap/ hij lijkt op een aap.’

SLO lijkt die uitkomst wel te willen beheersen. De oproep van het expertisecentrum om materialen en leerlijnen creativiteit in te sturen, eindigt met de multiplechoicevraag: ‘Waaraan heeft u behoefte om les te geven in creativiteit?’ Tussen de mogelijke antwoorden staat ‘doelen/leerlijnen’ en ‘beoordelingsinstrumenten.’ Ik zou juist antwoorden: de afwezigheid van een leerlijn, doel en beoordelingsinstrument.

Mijn advies voor #onderwijs2032 betreft niet de inhoud van ons onderwijs, maar het proces van de totstandkoming van die inhoud. Want creativiteit is een belangrijke vaardigheid, maar niet alles wat belangrijk is hoeft vast te worden gelegd in doelen en beoordeeld te worden met een cijfer. Wie creativiteit belangrijk vindt en een expertisecentrum leerplanontwikkeling verantwoordelijk maakt voor het nieuwe curriculum, eindigt gegarandeerd met een leerlijn creativiteit.

En dat zorgt voor een probleem. Creativiteit verwijst naar een proces, terwijl een leerlijn toewerkt naar een doel. Maak je van dat proces het doel, vastgelegd in leerlijnen en beoordelingsformulieren, dan druist dat in tegen het wezen van creativiteit: zelf iets nieuws scheppen. Braaf zullen leerlingen precies uitvoeren wat er aan creativiteit van hen verwacht wordt.

Of is er nog een docent die daar een lesje probleemoplosvaardigheden voor heeft liggen?

Oproep aan alle leraren: stop met luisteren naar trendwatchers Bijna geen beroep dat zo belangrijk is als dat van de leraar. Waarom wil het onderwijs zich dan steeds aanpassen aan de trends van het moment, in plaats van de toekomst zelf vorm te geven? Lees de column hier terug Zo haal je het maatschappelijk debat het klaslokaal binnen Niet alle docenten vinden het even gemakkelijk om over de aanslag op Charlie Hebdo te praten in de klas. In het recent verschenen boek Worden zoals wij laat historicus Bram Mellink (1985) aan de hand van ons onderwijs zien hoe ons ideaal van zelfontplooiing is ontaard in groepsdwang om jezelf te zijn. Wie niet aan die norm voldoet – de moslim, de orthodoxe christen – moet bekeerd worden. Ik sprak Bram Mellink via Skype. Lees het Skype-interview hier