De mens is de grote boosdoener. In de langverwachte vijfde editie van zijn klimaatrapport is het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) nog zekerder van zijn zaak dan vroeger. Het acht het extreem waarschijnlijk dat de broeikasgassen die wij uitstoten de dominante oorzaak zijn van de opwarming van de aarde.

In hoofdredactionele commentaren is al te lezen dat het tijd is het in 2007 met de Nobelprijs voor de Vrede bekroonde klimaatpanel hartelijk te danken voor haar goede werken en de club op te doeken. Want grotere zekerheid komt er toch niet. Nu de wetenschap heeft gesproken, is de politiek aan zet. Die moet eindelijk handelen om te zorgen dat het niet uit de hand loopt. 

Toch is het koor der sceptici nog steeds niet verstomd. Ze wijzen er fijntjes op dat de opwarming al bijna vijftien jaar stilstaat, terwijl de mens almaar meer broeikasgassen is gaan uitstoten. Ook kwellen ze de klimaatwetenschappers met de ongemakkelijke waarheid dat niemand die pauze heeft voorzien. De klimaatmodellen waar alle dramatische toekomstscenario’s op zijn gebaseerd, zijn dus ook weer niet zo fijngevoelig. Kritiek waar het IPCC een overtuigend weerwoord op heeft? Een poging het hoofd koel te houden in een oververhit debat.

Staat de opwarming van de aarde stil?

Min of meer. Het gaat in ieder geval een stuk minder hard dan in de decennia daarvoor. Dat erkent ook het IPCC. Het schat de opwarming in de afgelopen vijftien jaar op flink minder dan een tiende graad Celsius. Alleen vermijdt het panel in de media en sceptische kringen populaire woorden als ‘pauze’ en ‘stagnatie’ zorgvuldig. In de vrijdag vrijgegeven politiek uiterst gevoelige Samenvatting voor Beleidsmakers wordt gerept van een ‘waargenomen afname in de opwarmende trend van de oppervlaktetemperatuur.’ Vorige week gaven meer dan honderd regeringen na dagen onderhandelen over elk woord hun fiat aan deze nogal schimmige formulering. In het maandag gepubliceerde hele rapport geeft het IPCC toe dat bijna geen enkel klimaatmodel dit ‘hiaat’ heeft voorspeld. 

Is er dan achteraf wel een verklaring waarom het veel minder hard gaat?

Geen definitieve in ieder geval. Het IPCC denkt dat het iets te maken kan hebben met ‘een mogelijke herverdeling van warmte in de oceanen’. Wellicht hoopt de warmte zich op in de diepzee. Ook vulkaanuitbarstingen en de zonnecyclus kunnen meespelen. Maar het klimaatpanel kent de status ‘weinig vertrouwen’ toe aan pogingen het precieze gewicht van deze factoren te bepalen. 

Is het erg dat we het nog niet helemaal snappen?

Nee. Vindt het IPCC. Op klimaatschaal is vijftien jaar een ademtocht. Het klimaat is nu eenmaal onderhevig aan natuurlijke schommelingen. Alleen was het klimaatpanel zelf in een vorige editie in 2007 zo gretig te zeggen dat ‘zes aanvullende jaren van observatie laten zien dat de temperaturen doorgaan met stijgen in de buurt van het aardoppervlak.’ Nu doet het IPCC een periode van vijftien jaar af als irrelevant omdat die niet past in het plaatje. Maar een vorige keer deed een veel kortere periode van zes jaar er wél toe. Niet helemaal consequent. 

Het grote beeld is toch duidelijk: het is nu veel warmer dan in veertienhonderd jaar? 

Helemaal zeker is het IPCC daar niet van. De periode 1983 tot 2012 was waarschijnlijk de warmste periode in de laatste veertienhonderd jaar. Bovendien tekent het klimaatpanel op dat er tussen 950 en 1250, in de warme middeleeuwen, perioden waren van tientallen jaren waarin het regionaal net zo warm was als in de laat twintigste eeuw. Een brisante constatering in het licht van de discussie die jarenlang woedde over de befaamde .

Begrijpen we die middeleeuwse regionale bobbels?

Ja. Er is volgens het IPCC groot vertrouwen in verklaringen uit onder meer natuurlijke schommelingen in het klimaat en in de baan van de aarde rond de zon. 

Doet dit alles iets af aan het grote beeld dat de aarde opwarmt door menselijk toedoen?

Nee. Dat er een samenhang is tussen de concentratie van broeikasgassen in de atmosfeer en de temperatuur blijkt uit alle historische reconstructies van het klimaat. Het is een fysisch feit dat stoffen als kooldioxide en methaan als broeikasgassen werken. En het is een zekerheid dat de concentratie van deze gassen in de atmosfeer door menselijk toedoen sinds de industriële revolutie sterk is opgelopen. Dat zijn allemaal geen punten van discussie. 

Waar wel nog geen ijzeren zekerheid over bestaat, is de precieze gevoeligheid van het klimaat voor CO2. Daar bestaat een maat voor: de klimaatgevoeligheid. Die is gedefinieerd als de temperatuurstijging veroorzaakt door een verdubbeling van de CO2-concentratie. In de vorige klimaatbijbel schatte het IPCC die op 3°C. Nu schrijft het dat er van de klimaatgevoeligheid geen beste schatting is te geven. Die bekentenis zit in de Samenvatting voor Beleidsmakers, het enige stuk dat politici lezen, in een noot weggestopt. Een teken dat het IPCC het liever niet van de daken schreeuwt als het over een belangrijk punt minder stellig kan zijn. Niet echt een wetenschappelijke houding, eerder een poging politiek te bedrijven.

Hè, het IPCC was toch juist nóg zekerder geworden van zijn conclusies?

Wel van de hoofdconclusie. Het heeft de waarschijnlijkheid dat de mens de dominante oorzaak is van de opwarming van de aarde opgevoerd tot extremely likely, dat wil zeggen meer dan 95 procent.

Wat zit je dan nog te zeuren?

Wie kritiek heeft op het IPCC krijgt al snel het verwijt de klimaatsceptici in de kaart te spelen. Maar bewijst wie fouten en onzekerheden wegmoffelt de waarheid niet juist een slechte dienst? In de afgelopen jaren hebben vele wetenschappers en journalisten beweerd dat het allemaal nog veel harder ging dan voorspeld in de ergste scenario’s. Juist zij hebben met hun alarmisme de sceptici een helpende hand geboden. Die kunnen nu met recht roepen: zie je wel, het is allemaal overdreven. Van angstscenario’s en schijnzekerheden wordt ook de politiek niet wijzer. Dat vak bestaat er nu eenmaal in beslissingen te nemen in het licht van altijd onzekere kennis. Dat is bij de economische voorspellingen van het Centraal Planbureau bepaald niet anders.

In dit geval zijn er voor de politiek redenen te over om alles op alles te zetten om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen. De verzuring van de oceanen. De eindigheid van fossiele brandstoffen. En de zeer grote kans dat het echt zo is dat de mens een grote bijdrage levert aan de opwarming van de aarde. Die blijkt niet alleen uit wat de thermometer aanwijst, maar ook uit het stijgen van zeespiegel en het afkalven van de polen en gletsjers. Geen verstandig politicus gaat ervan uit dat het met de ongewisse gevolgen van die grote veranderingen wel zal meevallen.

De Samenvatting voor Beleidsmakers De door meer dan honderd regeringen goedgekeurde Samenvatting voor Beleidsmakers van het IPCC-rapport over de fysische basis van klimaatverandering De samenvatting Het IPCC-rapport Het op 30 september verschenen IPCC-rapport over de fysische basis van klimaatverandering Het IPCC-rapport