In het recent verschenen boek Sporen van spionage, een speurtocht door geheim Nederland, staan meer dan veertig plekken in Nederland geportretteerd die belangrijk zijn geweest voor de geschiedenis van de Nederlandse geheime diensten. Het huis in Den Haag waar Mata Hari haar opleiding tot spionne genoot. De woning aan de Amsterdamse Overtoom van de voor de Russen spionerende communist Henk Sneevliet. De Hoechstfabriek in Vlissingen, waar de directeur een Stasi-spion bleek.

Wie door het van historici Dick Engelen en Constant Hijzen bladert, ontdekt dat er achter onopvallende gevels en afgelegen dorpen fascinerende verhalen schuilgaan over de Nederlandse diensten. Verhalen die niet alleen vanuit historisch perspectief de moeite waard zijn, maar die ook veel kunnen vertellen over de diensten van vandaag. Abstracte en vaak onbegrepen woorden als sigint, metadata en quid pro quo - die we de afgelopen maanden zo vaak langs hebben horen komen - krijgen er context en betekenis door.

Dat is geen overbodige luxe. Want als er één conclusie valt te trekken uit de discussies die we de afgelopen maanden over de geheime diensten hebben gevoerd, dan is het dat we eigenlijk niet zo goed weten waar we over praten als we het over de geheime diensten hebben. Ministers stuntelen, Kamerleden voeren warrige debatten en journalisten informeren het publiek slecht. We snappen het gewoon niet zo goed.

Het voorlopige hoogtepunt van die constante Babylonische spraakverwarring was het debat over ‘de’ 1,8 miljoen telefoongegevens. Was het nou wel of niet de National Security Agency (NSA)? Met of zonder medeweten van de AIVD? Of was het toch de MIVD? De NSO misschien? Of alle drie tegelijk? Wat is eigenlijk het verschil tussen een telefoongesprek en telefoonmetadata? Hebben we het nu over aftappen, afluisteren of intercepteren?

Veel van de schimmigheid valt natuurlijk te verklaren door de aard van het werk van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Ze heten niets voor niets geheime diensten. De staatsveiligheid verdedig je niet als iedereen mag meekijken. Terroristen vind je niet met de ramen open. Wij zullen altijd een deel van de geheime diensten niet kennen en maar moeilijk kunnen begrijpen.

De lucht boven Eibergen. Foto’s: Anne Geene
De lucht boven Eibergen. Foto’s: Anne Geene

Een audioreportage

Maar niet alles is geheim en onzichtbaar. Geïnspireerd op Sporen van spionage ben ik met radiomaker Laura Stek naar drie plekken in Nederland geweest die inzicht bieden in de werkwijze van de diensten. Onder deskundige begeleiding van Constant Hijzen liepen we over akkers in de Achterhoek, bezochten we een villawijk in Wassenaar en keken we vanaf een tankstation uit op het oude hoofdkantoor van de Binnenlandse Veiligheidsdienst in Den Haag. Plekken waar je normaal gesproken makkelijk aan voorbij loopt maar die, als je weet waar je moet kijken, het onzichtbare zichtbaar en het geheime iets minder geheim maken.

Vandaag deel 1 van een serie van drie audioreportages: een bezoek aan Eibergen in de Achterhoek, vlak bij de Duitse grens, waar niet alleen de mooiste fietsroutes van Nederland te vinden zijn, maar ook Talibanstrijders worden afgeluisterd en aanslagen op wereldleiders worden verijdeld.

De Correspondent
Op dit grasveldje in de Achterhoek luisteren we de Taliban af
SoundCloud

Foto: Anne Geene
Foto: Anne Geene

Het antennepark van Eibergen

Op een veld in Eibergen, een klein dorp in de Achterhoek, komen metalen sprieten uit de grond. Antennes. Vanaf het aanpalende fietspad zijn ze maar moeilijk te zien. De antennes komen zo’n drie meter boven de grond uit en gaan naar verluidt nog zo’n twaalf meter de grond in.

In augustus 1991 werd in Eibergen een coupepoging van Russische legeronderdelen tegen Michail Gorbatsjov ontdekt

Ze horen bij het nabijgelegen militaire kamp Holterhoek, waar naast de Nederlandse ook een Duitse vlag wappert. Eibergen ligt een paar kilometer van de Duitse grens en de banden tussen het Nederlandse en het Duitse leger zijn hecht.

Het antenneveld speelt een sleutelrol voor de Nederlandse inlichtingen-en veiligheidsdiensten. Tijdens de Koude Oorlog vingen de antennes essentiële informatie op over de troepen achter het IJzeren Gordijn. En in augustus 1991 werd in Eibergen een coupepoging van Russische legeronderdelen tegen toenmalig president van de Sovjet-Unie Michael Gorbatsjov ontdekt.

De informatie die wordt opgevangen staat niet alleen het Nederlandse leger en inlichtingenapparaat ten dienste, maar is ook een krachtig ruilmiddel in de inlichtingenhandel die geheime diensten al sinds hun ontstaan met elkaar drijven. Ik geef jou inlichtingen en krijg daar inlichtingen voor terug. Quid pro quo, luidt die ijzeren wet uit de inlichtingenwereld.

In Eibergen draait het om het opvangen van radioverkeer. De antennes zijn in staat om het zogenoemde ‘hoog frequent’-radioverkeer uit de ether te intercepteren - geliefd onder radio-amateurs en- piraten, maar ook gebruikt door legereenheden en vermeende terroristen.

De oren van Eibergen

Sinds de NSA-onthullingen van Edward Snowden hebben we in Nederland vaak het beeld voorbij zien komen van de grote witte schotels in het Friese Burum. De Grote Oren (‘Grutte Earen’) die de Nederlandse diensten in staat stellen een aanzienlijk deel van het internationale satellietcommunicatieverkeer op te vangen. De Grote Oren zijn hét symbool geworden van de Nederlandse Signals Intelligence (Sigint)-capaciteiten. Uit publicaties van bleek dat hier communicatie van satelliettelefoons van Somalische piraten is opgevangen én gedeeld met de

Een beetje terrorist gebruikt een portofoon, een walkie-talkie of een veldradio. En die communicatie kan in Eibergen uit de ether worden geplukt

Maar inlichtingenexperts zeggen dat Eibergen een minstens zo belangrijke rol speelt voor de Nederlandse diensten en hun partners. Want: een beetje terrorist belt niet met een (satelliet-) telefoon. Die gebruikt een portofoon, een walkie-talkie of een veldradio. En die communicatie kan op het veldje in Eibergen uit de ether worden geplukt.

Nederland is een van de weinige landen die zulke geavanceerde radio-interceptiecapaciteiten heeft. Grote Sigint-landen als de VS en Groot-Brittannië verlegden hun aandacht in de nasleep van de Koude Oorlog meer en meer naar satellietverkeer en, iets later, communicatie die via kabels verloopt. Radioverkeer werd algemeen beschouwd als een communicatievorm uit het verleden.

Die ‘verouderde’ manier van interceptie bleek goud waard voor de Nederlandse diensten tijdens de oorlog in Afghanistan. Taliban-commandanten en andere groeperingen maakten er nog wel gebruik van. En omdat de Amerikanen en Britten niet in staat waren die communicatie op te vangen, kwam Eibergen in zicht. NRC Handelsblad pompten de VS toen geld in het Achterhoekse antennepark om het te moderniseren. In ruil voor de informatie die Eibergen leverde aan de Amerikanen, mocht Nederland tussen 2006 en 2011 toetreden tot de de elitegroep van Angelsaksische landen die exclusief inlichtingen met elkaar uitwisselt. Nederland kreeg inzicht in de inlichtingen uit de Afghaanse regio die door de VS, Groot-Brittannië, Australië, Canada en Nieuw-Zeeland werden verkregen. Het is een krachtig voorbeeld van het quid pro quo-adagium.

Toen het kabinet-Balkenende IV in 2010 viel over de verlenging van de missie in Uruzgan, was het snel gedaan met de samenwerking. Zo werkt het dan ook wel weer.

Foto: Anne Geene
Foto: Anne Geene

Kikkerpoel

Bijna was het antenneveldje in Eibergen niet zo onopvallend geweest als nu. Oorspronkelijk wilde het ministerie van Defensie er ook zes grote antennemasten plaatsen, waarvan de hoogste bijna honderd meter zou zijn. Het ministerie beloofde aan de omwonenden dat het in ruil daarvoor de omgeving groener zou maken en een grote kikkerpoel aan zou leggen. De bewoners verzetten zich tegen het plan dat zij het ‘ijzeren gedrocht’ noemden. De masten kwamen er niet, de kikkerpoel evenmin.

Deel 2 in de serie: ‘Nederland had een eigen CIA en dat was geen succes’ Villa Maarheeze, een kapitale villa in Wassenaar, was decennia lang het hoofdkantoor van de Nederlandse Inlichtingendienst Buitenland. Hier werd in de jaren tachtig nog het plan gesmeed samen met de CIA Suriname binnen te vallen. Deel 2 in de serie audioreportages over de geheime diensten. Luister hier de reportage terug
Deel 3 in de serie: In 1965 stond tien procent van de Nederlandse geheim agenten op de loonlijst van de CIA Aan de President Kennedylaan in Den Haag was van 1957 tot 1993 het hoofdkantoor van de Binnenlandse Veiligheidsdienst gevestigd. Het gebouw staat symbool voor de Nederlandse afhankelijkheidsrelatie met de Verenigde Staten. Deel 3 van een serie audioreportages over de Nederlandse geheime diensten. Lees en beluister het hier