Als er die dag geen journalist in de buurt was geweest met een camera, zou mogelijk nog steeds niemand weten hoe de Guatemalteekse visser Carlos Maaz’ om het leven kwam. Het gebeurde in een wolk traangas, te midden van een chaotische, plotselinge opstand, waarbij stenen en politiekogels door de lucht vlogen – alleen dat zou bekend zijn.

Maar op één foto, genomen door journalist Carlos Choc, zie je Maaz staan tussen demonstranten, zijn armen naast zijn lichaam, zonder een wapen in zijn hand. En een foto die Choc één minuut later nam, toont het lichaam van de visser liggend op de weg, met erachter een politieman die vanaf een pick-uptruck de camera in blikt, de loop van zijn geweer omlaag gericht. Met daar weer achter, in de verte, de imposante groene bergen van Santa Cruz. 

De foto die Choc nam van het lichaam van Carlos Maaz, vlak nadat hij werd neergeschoten.
De foto die Carlos Choc nam van het lichaam van Carlos Maaz, vlak nadat hij werd neergeschoten. Beeld: Forbidden Stories

Lange tijd vormden deze foto’s de enige bewijzen van wat die dag in mei 2017 gebeurde. Maar Choc kreeg niet de kans zijn verhaal te vertellen. Hij kreeg een aanklacht aan zijn broek en zag zich genoodzaakt onder te duiken.

Chocs ervaringen laten zien dat hoe vasthoudender journalisten berichten over milieuschandalen of corruptie, hoe meer dit de woede wekt van machtige bedrijven of ondernemers – die vervolgens proberen hen dwars te zitten. Dat merk je vooral in de mijnbouw: in veel landen worden journalisten die misstanden in deze sector onthullen geïntimideerd, ontslagen,

Voor ons project sloegen wij, veertig journalisten uit vijftien landen, de handen ineen om het werk van onze monddood gemaakte collega’s voort te zetten en de gevolgen van de mijnbouw voor het milieu in beeld te brengen. Zo besloten we het stokje van Choc over te nemen, in de hoop de toedracht van Maaz’ dood te achterhalen én te kijken in hoeverre de mijn het meer vervuilt.

Zes van onze collega’s gingen op onderzoek uit in Guatemala, tijdens drie reizen tussen december 2018 en juni 2019. Zij ontdekten dat de Guatemalteekse autoriteiten herhaaldelijk logen over wat er met Maaz is gebeurd – én over de invloed van de mijn op het milieu. Van hun bevindingen maakten wij – Franse journalisten Marion Guégan en Cécile Schilis-Gallego – dit verhaal.

Twee vissers op het Izabal-meer in Guatamala.
Een portret van een visser op het Izabal-meer in Guatamala.
Vissers op het Izabal-meer, nabij El Estor in Guatamala. Beeld: Forbidden Stories

Een grote, rode vlek op het meer

De onrust begon met een grote, rode vlek die zich in maart 2017 verspreidde over het Izabal-meer, het grootste meer van Guatemala. Vissers van het dorp El Estor, die voor hun bestaan afhankelijk zijn van het meer, zochten de oorzaak bij de ijzer- en nikkelmijn Fenix, en vroegen bij de gemeente onderzoek te doen. 

Niet de mijn, maar de toename van de rode waterplant hydrilla zou de oorzaak zijn, oordeelden de autoriteiten een maand later na watermonsters te hebben genomen. De vissers, allemaal leden van de geloofden die versie niet en vreesden voor hun toekomst. ‘Als we niet langer van de visvangst kunnen leven’, aldus visser Alfredo Maquin over de gevreesde vervuiling, ‘waar moeten we dan van leven? Hoe moeten we onze kinderen voeden? Waar moeten we werken?’

De vissers waren bang dat ze zouden worden gearresteerd, vertelt de lokale priester

Na lang aandringen kondigde het ministerie van Milieu aan 60 kilometer verderop een bijeenkomst te houden, waar de vissers hun zorgen konden uiten. Maar de vissers waren ‘bang dat ze zouden worden gearresteerd’, vertelt Ernesto Rueda Moreno, priester en de contactpersoon voor de autoriteiten, terugkijkend. Enkele weken eerder waren vrachtwagens die naar de mijn reden tegengehouden.

Op 27 mei 2017 kwamen de vissers bij zonsopgang bijeen om te bespreken of ze naar de bijeenkomst zouden gaan. Uit onvrede over de autoriteiten, die hen in de steek hadden gelaten volgens hen, besloten ze uit protest de weg te blokkeren. De politie, die dat kennelijk had verwacht, was al onderweg. Bij de confrontatie die volgde, gingen de vissers met stenen gooien – waarop de politie het vuur op hen opende. Anderhalf uur later lag Maaz dood op de grond. Met een politiekogel in zijn borst. 

Na een halve dag haalden de dorpelingen Maaz’ lichaam op, dat de autoriteiten tot hun verbazing hadden laten liggen, om hem te begraven. Zijn vrouw Cristina Maaz was ontroostbaar. ‘Hij onderhield ons, zorgde voor ons’, zegt ze. ‘Sinds hij vermoord is, heb ik me nooit meer gelukkig gevoeld. Sinds die dag voel ik me hier niet meer thuis. Er is nu niemand meer die me kan helpen.’

Een vogelperspectief foto die een indruk geeft van het groene dorpje El Estor, gelegen aan het meer.
Een portret van Christina Maaz, de vrouw van Carlos Maaz.
Cristina Maaz. Beeld: Forbidden Stories

‘Er is niemand omgekomen’

De politie hield een persconferentie, waar ze ontkende dat er iemand was omgekomen. Maar de journalist Carlos Choc, die voor de Mayaanse nieuwssite Prensa Comunitaria werkte, wist beter. Hij had tenslotte de foto van Maaz’ lichaam gemaakt. 

Zijn site had kort daarvoor besloten een jaar lang over de impact van de mijn op de gemeenschap en het milieu te berichten. Maar vanaf die dag lag het project stil, zoals de site ook Maaz’ dood niet verder onderzocht. Om Carlos Choc monddood te maken, althans, dat ziet hijzelf als reden, gingen de autoriteiten zelfs zo ver dat ze een zaak tegen hem aanspanden.

‘Wij houden ons aan programma’s voor milieucontrole’

Als we de Compañía Guatemalteca de Níquel (CGN) in april dit jaar benaderen, dat de mijn beheert namens de Russische-Zwitserse eigenaar ontkent het bedrijf dat het milieu ook maar enige schade heeft ondervonden van de mijn. 

‘Ons werk is niet schadelijk voor het meer, want zowel [de metaalverwerkingsfabriek] Pronico als CGN houden zich aan programma’s voor milieucontrole’, zegt Carlos Fernandez, directeur van een natuurreservaat op het grondgebied van de mijn. ‘We hebben OESO-certificaten ontvangen nadat de ministeries van Milieu en van Energie en Mijnen hier milieustudies hadden verricht, waarin we positief zijn beoordeeld. Die toekenning zien we als zeer grote verantwoordelijkheid, die wij als bedrijf zullen nakomen.’ 

Ook moederbedrijf Solway houdt vol dat de vervuiling niet is toegenomen de werkzaamheden hervatte.

Alfonso Alonzo, de Guatemalteekse minister van Milieu, weerspreekt ook dat er sprake is van vervuiling, als in zijn kantoor in Guatemala-Stad. Zo houdt hij vol dat de rode vlek in het meer was veroorzaakt door de rode hydrilla-planten. ‘Er kwamen zoveel van die planten doordat het water besmet is met bacteriën, wat weer komt doordat er geen goede afvalwaterzuiveringsinstallatie is in de Polochic-rivier. De rode vlek hoort bij het ecosysteem van het meer.’ 

Maar de experts die wij hebben benaderd, komen tot een andere conclusie. ‘De bestaande, al onderzochte watermonsters bevatten duidelijk elementen die wijzen op activiteiten van de mijn’, licht Lucas Barreto Correa toe, een Braziliaanse bioloog gespecialiseerd in waterverontreiniging. ‘De bestaande verklaringen van die vlek zitten vol tegenstrijdigheden. Er is aanvullende officiële informatie nodig om de ware oorzaak te bepalen.’ 

Een portret van Carlos Choc, genomen terwijl hij op de rand van zijn veranda leunt.
Carlos Choc. Beeld: Forbidden Stories

‘Geen sprake van een misdaad’

Minister Alonzo ontkent ook nog steeds dat rond de mijn een dode is gevallen – twee jaar en een ballistisch rapport ná het overlijden van Maaz. ‘Er is geen onderzoek gedaan, er kon geen onderzoek worden gedaan, er is geen openbaar aanklager of ander officieel figuur aan te pas gekomen om te bevestigen dat er iemand overleden was’, blijft hij het formele standpunt herhalen. 

En dus is er nog altijd niemand verantwoordelijk gesteld voor Carlos Maaz’ dood. In plaats daarvan zijn in augustus 2017 zowel vissers als journalisten opgepakt. Zeven van hen werden ervan beschuldigd ‘dreigementen’ te uiten, ‘aan te zetten tot misdrijven’ en een ‘illegale vereniging’ te hebben gevormd, allemaal vanwege de demonstratie drie maanden eerder in El Estor.  

Zulke aanklachten kom je meestal alleen tegen bij verdachten die lid zijn van een misdaadbende, niet bij demonstranten, zegt José Felipe Baquiax, voorzitter van de strafkamer van de Guatemalteekse rechtbank. ‘Vrijheid van meningsuiting is vastgelegd in de Grondwet, dus hier is geen sprake van een misdaad’, benadrukt hij. ‘In mijn hele carrière heb ik nog nooit meegemaakt dat iemand werd veroordeeld voor deelname aan een demonstratie.’

Choc en zijn collega Jerson Xitumul worden pas later bij de verdachten toegevoegd in de rechtbankdossiers. ‘De feiten die het bedrijf opvoert in de aanklacht zijn naar onze mening niet sterk genoeg om een arrestatiebevel te rechtvaardigen’, ‘Het dossier is volgens ons gebaseerd op beweringen van de advocaat van het bedrijf, die niet bij de gebeurtenissen aanwezig was.’

De twee verslaggevers van Prensa Comunitaria liepen door de aanklachten het risico te worden gearresteerd. Jerson Xitumul bracht een maand door in een van de gevaarlijkste gevangenissen van het land, waarna hij huisarrest kreeg. In juli 2018 werden alle aanklachten tegen hem ingetrokken. Toch besloot hij uit de journalistiek te stappen.

‘Mijn liefde voor de stad is groot, net als mijn passie voor het journalistieke werk in El Estor, maar er waren momenten dat ik het niet meer zag zitten.’

Toen Choc zag wat er met zijn collega gebeurde, besloot hij te vluchten. ‘Ik moest onderduiken’, vertelt hij vorig jaar in een schuilplaats in Guatemala-Stad. ‘Mijn liefde voor de stad is groot, net als mijn passie voor het journalistieke werk in El Estor, maar er waren momenten dat ik het niet meer zag zitten.’ In deze periode leefde Choc gescheiden van zijn kinderen en had hij geen inkomsten. Hij heeft bijna alles wat hij bezat moeten verkopen.

Choc is nu twaalf jaar journalist en begon in december 2016 te werken voor Prensa Comunitaria, dat als doel heeft ‘de stem van de gemeenschap en hun worstelingen te belichten’. Hij beschrijft zijn vak simpelweg als ‘het vertellen van de waarheid’. 

Zijn liefde voor de journalistiek stamt uit zijn tienerjaren. ‘Ik weet nog dat mijn vader toen ik 15 was graag naar voetbalwedstrijden luisterde’, vertelt hij lachend dit jaar opnieuw opzoeken, inmiddels teruggekeerd in El Estor. ‘En dat ik als hij de radio aandeed soms voor commentator speelde. Zo begon het allemaal. Toen ik wat ouder werd, ontdekte ik dat in onze gemeenschap de behoefte bestond aan feitelijke informatie over wat er speelt.’

Tien jaar geleden was er al sprake van geweld

De spanningen tussen de Mayaanse Q’eqchi-gemeenschappen, de autoriteiten en de mijn bestaan al jaren. Rond El Estor verdwenen grote stukken van het regenwoud, de groene long van de regio, door de komst van de ijzerertsmijn. Vanuit de lucht kun je zien dat waar ooit bomen stonden, zich nu een oranje vlek uitspreidt: de laag ertsstof die de gebouwen en fabrieksschoorstenen bedekt.

Toen voor de mijn tussen 2007 en 2009 nieuwe stukken grond werden onteigend, met het oog op latere heropening, zouden de betrokken politieagenten en de beveiligers van de mijn zich schuldig De Fenix-mijn was destijds in bezit van het Canadese bedrijf Skye Resources en vervolgens in handen van een ander Canadees bedrijf: Hudbay, dat de mijn uiteindelijk aan Solway verkocht.

In El Estor maakten de Canadezen in 2011 plaats voor Russische managers en werknemers, maar al die tijd is CGN de exploitant gebleven. Nadat er al klachten waren geweest over veiligheid en arbeidsomstandigheden in de mijn, kwamen er in 2016 vijf werknemers om toen een boiler ontplofte.

‘De eigenaren zijn alleen maar geïnteresseerd in productie, productie, productie. Ze geven niks om onze veiligheid!’ 

‘We hadden al vaak aangegeven dat die boiler gevaarlijk was, maar dat werd genegeerd’, zegt voormalig werknemer Manuel Ramos Ochoa, terugkijkend. ‘De eigenaren zijn alleen maar geïnteresseerd in productie, productie, productie. Ze geven niks om onze veiligheid!’ 

De weduwe van een van de omgekomen werknemers vertelt een soortgelijk verhaal. Ze wil graag anoniem blijven, uit angst dat het bedrijf de financiële compensatie stopzet die ze naar aanleiding van de dood van haar man maandelijks ontvangt. ‘Toen hij omkwam, gingen ze in de mijn gewoon door met werken’, vertelt ze. 

Haar man had voorafgaand aan het ongeluk verschillende keren aangegeven dat er problemen met de boiler waren. ‘Volgens de baas moesten ze gewoon doorgaan, er zou hen niks gebeuren. Hij zei zelfs dat er in zijn land wel vaker doden vielen en dat dit niet zoveel voorstelde, dat ze eraan gewend waren mensen te verliezen.’ 

Dan Bronstein, voorzitter van de raad van bestuur van Solway, bevestigt per e-mail dat zich op de ochtend van 13 augustus 2016, de dag waarop de boiler explodeerde, problemen hadden voorgedaan met de tijdelijke opvang van afval van de boiler. ‘Het personeel van onze thermische elektriciteitscentrale ontdekte dat de wand van het reservoir was versleten’, stelt hij. ‘Volgens de voorschriften voor dit type boiler vereist zo’n mankement niet dat het werk wordt stopgezet.’

De beschadigde boiler is inmiddels vervangen door een boiler van een andere fabrikant, en een andere boiler die identiek is aan de ontplofte, was meteen al stilgezet, aldus Bronstein. Experts die het bedrijf inhuurde slaagden er, evenmin als onderzoekers van de overheid, in de oorzaak van de explosie vast te stellen, voegt hij toe.

Een vogelperspectief van de ijzerertsmijn in El Estor, Guatamala.  Je ziet het het land is bedenkt met een roestbruine stoflaag.
De ijzer- en nikkelmijn Fenix. Beeld: Forbidden Stories
Rode rook komt uit de schoorstenen van de ijzerertsmijn in El Estor.
Rode rook komt uit de schoorstenen van de ijzer- en nikkelmijn Fenix. Beeld: Forbidden Stories

Rode rook

Dorpelingen maakten melding van rode rook die ’s nachts uit de schoorstenen kwam. ‘’s Nachts, als ze hun producten verwerken, verwijderen ze de filters’, zegt Ochoa. ‘Ze denken dat de mensen het niet zien en niemand zegt er iets over.’ Een woordvoerder van de mijn zegt echter dat het verwerkingsbedrijf nooit ’s nachts rode rook heeft uitgestoten, die het tegendeel laten zien.

Voor Forbidden Stories hebben we met een speciale sensor een maand lang de kwaliteit van de lucht rondom de mijn getest. De resultaten tonen piekconcentraties van stofdeeltjes in de lucht die zes keer zo hoog zijn als de maximale waarden voor blootstelling die de Wereldgezondheidsorganisatie hanteert. ‘Dat zijn niveaus die in China worden gemeten tijdens periodes van ernstige vervuiling’, licht de Franse atmosferisch onderzoeker Boris Quennehen toe.

Solway zegt in een verklaring dat ‘overmatige concentraties [van fijnstof] moeten worden geassocieerd met bronnen die los staan van de fabriek: stof van de wegen, van de afvalverbranding en van de houtvuren waarop wordt gekookt’.

‘We maken ons zorgen over de lange termijn. We zien mensen met bronchitis, astma en longontsteking’ 

‘We maken ons zorgen over de gevolgen op lange termijn’, zegt Anibal Coti, directeur van een medisch centrum in El Estor. ‘We zien mensen met ademhalingsproblemen, bronchitis, astma en longontsteking.’ 

‘Er hebben allerlei controles plaats, van het water, het stof en geluid’, zegt de Maynor Alvarez, manager voor gemeenschapszaken van mijnbeheerder CGN, als confronteren. ‘Deze controles worden periodiek uitgevoerd, volgens de wettelijke voorschriften en zijn door de regering ondertekend. Als vertegenwoordiger van Pronico, als het bevoegd gezag in de mijn, als lid van de gemeenschap hier, vertrouw ik op deze controles.’

Maar de dorpsbewoners vinden dat de overheid hun zorgen nog altijd grotendeels negeert. ‘De regering heeft weinig belangstelling voor de inheemse bevolking’, zegt Cristobal Pop, leider van de vissersvereniging. ‘Zij houdt zich bezig met de belangen van het bedrijf, met het geld dat het oplevert, met hoe ze een goede winst kan behalen – al gaat dat ten koste van de bewoners, de boeren, de inheemse bevolking.’

Na anderhalf jaar onderduiken is Carlos Choc in januari eindelijk door een rechter gehoord. Hij wist voorarrest te voorkomen en verkeert nu in afwachting van een hoorzitting over zijn zaak. 

‘Ik heb tijdens de twaalf jaar dat ik werk als journalist nooit gedacht dat mijn beroep me in een situatie als deze zou brengen’, zegt hij nu. ‘Ik weet er een eind komt aan de valse aanklachten. En als het zover is, zal ik mijn tranen inhouden.’

Carlos Choc en zijn zoontje zitten in een vissersboot, die aan wal ligt. Carlos leert zijn zoontje gitaar spelen.
Carlos Choc en zijn zoon. Beeld: Forbidden Stories

Dit verhaal is een productie van Forbidden Stories, een samenwerkingsverband van veertig internationale journalisten die het werk voortzetten van collega’s die monddood zijn gemaakt, door censuur, vervolging, verjaging of moord. We publiceren wereldwijd in dertig media. Aan het verhaal in Guatemala werkten de journalisten Jules Giraudat en Arthur Bouvart (Frankrijk), Anne Michel (Le Monde), Micael Pereira (Expresso), Jacobo Garcia (El País) en Juliette Garside (The Guardian) mee. Wij, Marion Guégan en Cécile Schilis-Gallego (Frankrijk), schreven hun bevindingen aaneen. Vertaling uit het Engels door Laura Weeda.

Meer lezen?

Wie over de mijnindustrie schrijft, is zijn leven in veel landen niet zeker Overal ter wereld worden journalisten die berichten over milieuschandalen ontslagen, verbannen of zelfs vermoord. In het project Forbidden Stories zetten veertig internationale journalisten hun werk voort. De Correspondent brengt de komende weken drie verhalen uit deze serie. Een introductie. Lees hier het artikel van Cécile Schillis-Gallego en Marion Guégan Deze mijn staat bekend om milieuvervuiling en geweld. Maar kan nog altijd probleemloos zijn goud verkopen Wie wil berichten over milieuvervuiling bij de goudmijn North Mara in Tanzania, moet stalen zenuwen hebben. Zeker tien journalisten die erover schreven, en over het geweld tegen omwonenden, zijn bedreigd of gecensureerd. Wij ontdekten dat de misstanden er nog altijd voortduren. Lees hier het artikel van Cécile Schillis-Gallego en Marion Guégan