Het was me gelukt. Ik werd begin dit jaar officieel tot benoemd. Maar ik had – in tegenstelling tot veel andere vertegenwoordigers voor mij – geen jarenlange ervaring in de politiek of het maatschappelijk middenveld. Ik ben gewoon een journalist en columnist die vond dat ze meer moest doen dan enkel verslag geven van misstanden of erover schrijven.

Deze functie wilde ik natuurlijk zelf graag, anders had ik niet gesolliciteerd. Maar nu moest ik plots als leek in gesprek met ambtenaren, ministers, ambassadeurs en diplomaten. Nu ging er een Grote Nieuwe Wereld voor me open, van politieke thema’s waar we normaal over lezen of als journalisten over schrijven. Ik moest in eerste instantie even wennen aan mijn nieuwe functie. 

Bijvoorbeeld toen ik op in Den Haag minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Sigrid Kaag (D66) interviewde. Het was voor het eerst dat ik een minister interviewde, en ik was ook nog eens onder de indruk van bij de Verenigde Naties. Zo was zij bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de chemische ontwapeningsmissie in Syrië. 

Door de zenuwen vroeg ik voordat we op moesten aan Kaag of ze een leuke dag had gehad, alsof ze een van mijn vriendinnen was in plaats van een hoogwaardigheidsbekleder. Zij keek me niet helemaal begrijpend aan. Het interview verliep verder, gelukkig, vlekkeloos. 

Ook aan het jargon moet ik wennen. Ik ga soms bij de ministeries van Buitenlandse Zaken en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap langs, omdat ze me daar ondersteuning bieden voor deze functie. 

Ambtenaren spreken veel over de ‘SDG’s’. Dat zijn de de ontwikkelingsdoelen die de VN in 2015 hebben opgesteld om tot ‘een betere plek te maken’. Deze zeventien doelen gaan over het bestrijden van armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. 

Alleen wist ik niet wat de doelen waren en kende ik überhaupt de afkorting niet. Inmiddels laat ik ze zelf casual vallen tijdens gesprekken over politiek. 

Mijn eerste bezoek

Al voordat ik VN-Vrouwenvertegenwoordiger werd, bezocht ik het hoofdkwartier van de Verenigde Naties in New York. New York is een van mijn lievelingssteden. Vooral buurten zoals de Bronx en Brooklyn bezoek ik graag. Ik houd van de stad, ondanks dat ik altijd moet wennen aan de overweldigende drukte, met de toeterende gele taxi’s en gehaaste menigte tussen de torenhoge gebouwen.

Dus toen ik twee jaar geleden in Philadelphia aan het filmen was voor werk, besloot ik ook een bezoekje aan Manhattan te brengen, waar de Pride Parade plaatsvond.

Toevallig werkte een vriendin bij de Verenigde Naties, en ze nodigde me uit voor een rondleiding. Ik was sceptisch over het functioneren van de Verenigde Naties, die ik log en bureaucratisch vond.

De Verenigde Naties vormen voor de buitenstaander als ik een eigen wereld binnen de wereld

Maar ik wist wel dat ze tot de belangrijkste multilaterale politieke instituties ter wereld zouden behoren, waar je weliswaar verhalen over hoort, maar die je niet zo snel zelf te zien krijgt – als een bigfoot-achtig mythisch wezen. 

Het VN-hoofdkwartier is een gigantisch, grijs en gedateerd gebouw in Manhattan, met vlaggen van alle lidstaten voor de ingang. Denk: de gele zon van Argentinië, het groen en zwart van Jamaica en natuurlijk de rode, witte en blauwe stroken van Nederland en Frankrijk. En er staat een bronzen sculptuur van een wereldbol, van de Italiaanse kunstenaar Arnaldo Pomodoro.

Ik weet niet of Pomodoro het ironisch bedoelde, maar de Verenigde Naties vormen voor de buitenstaander als ik een eigen wereld binnen de wereld, en zijn daarom vrij ontoegankelijk. 

Wat ik over de VN leerde

De Verenigde Naties bestaan officieel uit meerdere organen, waaronder: de Algemene Vergadering, waar de meeste beslissingen worden genomen; het Secretariaat, dat de dagelijkse leiding heeft; het Internationaal Gerechtshof, dat over juridische zaken gaat; de Sociale en Economische Raad, waaraan uitvoerende organen rapporteren. 

In het hoofdkwartier onderhandelen de 193 lidstaten over resoluties die over vrede, veiligheid en mensenrechten gaan. De bedoeling is dat alle landen die ondertekenen en overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties er vervolgens werk van maken.

Meestal zijn resoluties enkel aanbevelingen – een van de belangrijkste redenen waarom de VN vaak als een tandeloze tijger worden gekarakteriseerd. De VN zijn ook nog eens enorm bureaucratisch, want stel je voor dat je met 192 anderen tot consensus moet komen over wat er in de wereld moet veranderen. Dat gaat simpelweg niet. 

Maar soms is een resolutie wél bindend, en heeft hij wereldwijd groot effect. Dat geldt in sterke mate voor resoluties vanuit de Veiligheidsraad, waarin vijftien lidstaten beslissen over vrede en veiligheid. 

Vijf landen, Rusland, China, de Verenigde Staten, Frankrijk en Groot-Brittannië, hebben er een permanente zetel. De andere tien leden van de Veiligheidsraad rouleren, telkens voor een termijn van twee jaar. Het is een beetje zoals bij gymles, wanneer er een paar stoere kids zijn die altijd mogen kiezen wie er in hun teams zit en anderen altijd degene zijn die gekozen moeten worden. 

Die Veiligheidsraad nam in 2001 unaniem de anti-terrorismeresolutie 1373 aan. Die resolutie stelt onder andere dat alle lidstaten informatie moeten uitwisselen over terroristische groeperingen en dat zij strenge bestraffing van terrorisme in hun wetten moeten verankeren. Het negeren van een resolutie als deze kan leiden tot sancties, of zelfs tot militair ingrijpen.

Deze specifieke resolutie is mijns inziens op dubieuze wijze tot stand gekomen, omdat die als reactie op de aanslagen van 11 september 2001 is ontstaan. Het bestraffen van terrorisme is op zich niet bezwaarlijk, maar deze algemene maatregel kan leiden tot een eigen interpretatie van terrorisme, waardoor de schending van mensenrechten het resultaat kan zijn, zoals gevangenneming zonder proces of extreme marteling van verdachten maar vooral van activisten en dissidenten.

Hebben de VN wel bestaansrecht?

Vijf landen hebben dus veel meer macht in de Veiligheidsraad dan de andere 188 – is dat niet heel oneerlijk? Hoe kom je überhaupt tot consensus met zoveel verschillende organen en meningen? En hoe zit het met misstanden zoals seksueel geweld en

Met die vragen in mijn achterhoofd begon ik dit jaar als VN-Vrouwenvertegenwoordiger. 

Tijdens mijn interview met minister Kaag, vroeg ik haar dan ook naar het bestaansrecht van het instituut. Want, naast wat ik al noemde, heb je binnen de Veiligheidsraad bijvoorbeeld ook landen die profiteren van conflicten in andere gebieden. Zoals wapenleveranciers uit de VS, Frankrijk en het VK – drie van de permanente leden van de Veiligheidsraad – die direct of indirect wapens leveren voor de oorlog in Jemen.

Minister Kaag erkende dat er veel mis gaat binnen de Verenigde Naties, maar benadrukte dat er ook veel goeds gebeurt, zoals bepaalde vredesmissies of resoluties die mensenrechten bevorderen. omdat je in dialoog moet om de misstanden aan te kunnen kaarten. 

Peggy Vissers, een nuchtere diplomaat die ik in New York heb leren kennen, was de tweede die ik vroeg of de Verenigde Naties wel legitimiteit hebben. Zij werkt al jarenlang voor het ministerie van Buitenlandse Zaken, bij de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Verenigde Naties.

Peggy vergeleek de VN met een Vereniging van Eigenaren van een appartementencomplex. 

‘De VN bestaan niet alleen uit nette, goede democratieën die uitstekend functioneren, maar ook dictators hebben een vinger in de pap’

‘Je woont allemaal in die flat, maar je hebt niet dezelfde mening. Je hebt dus burenruzies, of last van de lekkages van de bovenburen. De VN bestaan niet alleen uit nette, goede democratieën die uitstekend functioneren, maar ook dictators hebben een vinger in de pap. Dat maakt het complex. Ik denk niet dat het per definitie altijd goed gaat bij de VN. De problemen zijn ook vrij complex: armoede, terrorismebestrijding. Ik denk dat de VN veel goede dingen doen, maar dat er ook misstanden zijn. En het is belangrijk om die beter aan te pakken.’

Peggy vindt toch dat de VN wél bestaansrecht hebben. Ze ziet de meerwaarde van het instituut en de verandering die bewerkstelligd wordt. Een voorbeeld daarvan is volgens haar door de Veiligheidsraad om mensenhandelaren aan te pakken. Dit gebeurde naar aanleiding van het nieuws dat in Libië migranten werden verkocht.

Een ander voorbeeld is als er een resolutie omtrent vrouwenrechten wordt aangenomen. Daar kunnen bepaalde overheden het niet mee eens zijn, maar ze geeft NGO’s die zich in die landen voor vrouwen inzetten extra munitie om te onderhandelen.

Volgens de diplomaat moet je het ook van de kleine overwinningen hebben, die voor mentaliteitsverandering zouden kunnen zorgen. 

‘Toen ik hier begon, dacht ik ook: dit gaat niet snel genoeg. Toen zei de toenmalige ambassadeur tegen mij: "Je moet je resultaten dichter bij jezelf zoeken". Als jij een heel goede speech schrijft, met belangrijke punten daarin, dan heb je al een doel bereikt als jouw minister het voorleest en het op de wereldagenda zet.’ 

Die opmerking sloot aan bij wat verschillende ambtenaren me vertelden, die weliswaar over die misstanden bij de VN klaagden, maar allemaal hebben besloten zelf hard aan verbetering te werken.

Weer anderen streven, zoals Peggy, inderdaad naar de kleine overwinningen, zoals een speech waar zij aan hebben meegewerkt, die door een minister voorgelezen wordt – wellicht met woorden of ideeën erin die bijdragen aan de verandering die zij voor ogen hebben.

Dat lijkt wellicht onbeduidend, maar binnen een instituut als de VN telt elk woord, elke letter, punt en komma. 

Mijn vader droomde hier al van

Terug naar die eerste keer bij de VN, twee jaar voor mijn sollicitatie. Ik wilde naar binnen bij de zaal waar de Algemene Vergadering wordt gehouden, maar die was gesloten voor publiek. Dus drukte ik teleurgesteld mijn gezicht tegen het glas – een lichte vetvlek als aandenken achterlatend – en zei lachend: ‘ooit zal ik ook hier de wereld toespreken’. 

Een grap, omdat mijn vrienden graag de spot drijven met mijn behoefte om me over van alles uit te spreken – maar ergens kon ik me geen groter podium voorstellen om je stem te laten horen. 

Voor mij leek het op dat moment maar een droom – maar mijn vader had zich wél ingebeeld dat ik ooit voor de VN zou werken. Hij spoorde me vroeger aan om te solliciteren en diplomaat te worden. 

Mijn vader was in Liberia de directeur van het grootste telecommunicatiebedrijf Liberia Telecom en een van de grondleggers van het het Liberiaanse telecommunicatienetwerk. Hij reisde voor zijn werk veel en kwam zo ook bij de Verenigde Naties. In mijn boekenkast staat een foto van hem terwijl hij daar aan het werk was. Hij heeft een kleine zwarte afro met slierten grijs haar erdoorheen, een bril met een grote zwarte montuur op en hij zit achter een bordje met ‘Liberia’. 

Komende herfst zal ik in diezelfde zaal zitten om te spreken over de verandering die ik graag in de wereld zou zien. Dan staan vrouwenrechten op de agenda. Diplomaten, ambtenaren, activisten delen hun kijk daarop… en ik. Mijn woorden worden als het goed is opgenomen in de notulen – mijn eigen voetnoot in de wereldgeschiedenis.

Verandering gaat traag

Zoals Peggy, de Nederlandse diplomaat die ik sprak, stelde gaat verandering vaak langzamer dan we zouden willen. Er wordt weleens gezegd dat het zeven generaties kost om duurzame verandering te bewerkstelligen. 

Voor de een collectief van native Amerikaanse volkeren, is het maken van beslissingen die zeven generaties verder nog nuttig zijn, de basis van hun wet en leven. 

Ondanks mijn kritiek ben ik steeds meer de waarde van de VN als instituut gaan zien, met name door de mensen die daarbinnen hard werken om de wereld net iets beter te maken. 

Maar de macht is er – net als in de samenleving – te onevenredig verdeeld, waardoor alsnog dezelfde onrechtvaardigheden gereproduceerd worden. Ik denk niet dat de VN opgeheven moeten worden, maar ze hebben wel een flinke en systematische schoonmaak nodig. 

En nee, ik leef heus niet in de veronderstelling dat het uitmaakt wat ik als VN-Vrouwenvertegenwoordiger in deze Grote Nieuwe Wereld te zeggen heb. Maar dat betekent niet dat ik het daarom maar niet moet zeggen. 

Het gaat er voor mij vooral om dat we nu de beslissingen maken die mogelijk zeven generaties verder kunnen helpen. Hoe groot of klein ze ook mogen zijn. 

Hoe deze serie verdergaat

In maart was ik aanwezig bij the Commission on the Status of Women. Daar komen elk jaar duizenden mensen vanuit de hele wereld samen bij de Verenigde Naties om over vrouwenrechten te praten en lidstaten onderhandelen over resoluties daaromtrent. 

De vraag is: Wat is de stand van zaken omtrent vrouwenrechten en hoe kunnen we die verbeteren? Met 193 lidstaten, variërend van oerconservatief tot hyperprogressief, bestaat daar geen eenduidig antwoord op. 

Het voelde als een circus met duizenden activisten, leiders en diplomaten. Maar ook activisten die zich tegen de vooruitgang verzetten. Denk aan de extremistische Amerikaanse  

Mijn volgende update zal daar over gaan. Voor nu ben ik vooral benieuwd wat jullie van de Verenigde Naties vinden. 

Meer verhalen?

Dit jaar mag ik speechen bij de Verenigde Naties. Volg mijn verzet in het centrum van de macht De stem van gewone mensen is vaak ondervertegenwoordigd binnen machtige en invloedrijke politieke instituties, zoals de Verenigde Naties. Daar probeer ik dit jaar wat aan te doen, als Nederlandse VN-Vrouwenvertegenwoordiger. De komende tijd zal ik jullie hier op de hoogte houden van deze vorm van verzet. Lees mijn eerste artikel hier Zeventien medewerkers van de VN hielden voor ons een dagboek bij. Het resultaat is surrealistisch De Verenigde Naties zijn constant in het nieuws, maar wat weten we er eigenlijk van? Vrij weinig. En dat is niet gek, want de VN zijn een gesloten bolwerk. Daarom vroegen wij VN-medewerkers van over de hele wereld anoniem een dagboek bij te houden. Lees het artikel van Maite en Lisa hier