Nog niet zo lang geleden was de politieke wereldorde vrij overzichtelijk. De VS en de Sovjet-Unie hielden elkaar met allesvernietigende wapens onder schot en de rest van de wereld kon niet veel meer doen dan hopen dat het niet mis zou gaan.
Na de val van de Muur, in 1989, volgden jaren van Amerikaanse dominantie. Maar dat tijdperk lijkt aan een einde te komen. In nog geen dertig jaar tijd heeft China zichzelf uit de armoede opgewerkt tot een absolute wereldmacht.
Dat zet de politieke wereldorde in beweging. De VS verlegt zijn aandacht stapsgewijs naar China. Tegelijkertijd laat Rusland zich steeds nadrukkelijker gelden als mondiale macht. Europa moet vooral wennen aan het idee dat het niet meer onder de vleugels van Amerika opereert, en steeds meer zaken zelf moet oplossen.
Dat leidt tot spanning en wederzijds wantrouwen. Tijdens gesprekken die ik dit jaar voerde met militairen, onderzoekers en ambtenaren hoorde ik hoe legers zich organiseren om andere wereldmachten voor te blijven. Door die wedloop nemen spanningen toe, en niemand kan voorspellen waar dat toe leidt.
Een nieuw tijdperk
Dat we in een nieuw tijdperk zijn aanbeland, blijkt bijvoorbeeld uit het uiteenvallen van verdragen uit het oude tijdperk. Begin augustus van dit jaar stapte de VS uit het Intermediate-Range Nuclear Forces (INF)-verdrag dat de Sovjet-Unie en de VS in 1987 tekenden om de opbouw van korte- en middellangeafstandsraketten die vanaf de grond gelanceerd kunnen worden (en kernkoppen kunnen dragen) te voorkomen.
Een ander nucleair wapenverdrag tussen de VS en Rusland, New START, eindigt in 2021. Als daar niets nieuws voor in de plaats komt – en dat lijkt het geval – zijn er voor het eerst sinds 1972 geen bindende overeenkomsten tussen de machtigste legers ter wereld om hun kernwapenarsenaal te beheersen.
Dat is zorgelijk, maar niet verwonderlijk, vertelde Ko Colijn, onderzoeker bij Clingendael, me in september over de telefoon. De verdragen stammen uit een tijd waarin de VS en de Sovjet-Unie de enige grootmachten waren. Zij willen zich niet meer laten begrenzen door verdragen als andere landen die inmiddels ook over dit soort wapentuig beschikken niet meedoen. Maar: die landen willen pas verdragen tekenen als ze een wapenarsenaal hebben opgebouwd dat past bij de nieuwe machtsverhoudingen.
Die nieuwe tijd werd passend ingeluid. Een week na het wegvallen van het INF-verdrag testten de Russen een mysterieuze raket die kort na lancering in zee stortte. Negen dagen later lanceerden de Amerikanen een eerder verboden kruisraket vanaf een strand in Californië.
Nieuwe wapens, nieuwe spanningen
De toenemende spanning blijkt ook uit de wereldwijde groei van wapeninvesteringen. Die steeg sinds 1998 met 75 procent, tot 1,8 biljoen dollar – het hoogste bedrag sinds de Koude Oorlog. Meer dan de helft van dat geld wordt uitgegeven door de twee grootste wapeninvesteerders ter wereld: de VS (41 procent) en China (14 procent).
De spanningen zijn zo groot dat het slagveld zich inmiddels uitstrekt tot in de ruimte
Waar dat geld heen gaat leerde ik afgelopen september, toen ik de grootste wapenbeurs ter wereld bezocht in Londen. In de gigantische ruimte stonden honderden drones, robot-onderzeeërs en lasergeleide precisieraketten opgesteld. Dit soort hoogtechnologische wapensystemen zijn veelal nieuw en ontwikkelen zich in snel tempo verder. En dat zet de machtsverhoudingen nog verder op scherp.
28 landen bouwen inmiddels bewapende drones, en 38 landen bezitten ze. Het vergt een relatief simpele update om ze zonder tussenkomst van een mens te laten opereren. Kernmachten investeren miljarden om hun kernwapenarsenaal te moderniseren of uit te breiden, terwijl landen als Saoedi-Arabië, Zuid-Korea en Turkije er serieus over nadenken om ook kernwapens te ontwikkelen.
China ziet AI (kunstmatige intelligentie) als een manier om de militaire achterstand op de VS in te lopen. Het leidt tot zorgen bij het Amerikaanse ministerie van Defensie, dat koste wat kost wil voorkomen dat China de VS op militair gebied voorbijstreeft. Dus wil het Amerikaanse leger moderniseren door vol in te zetten op autonomie, lasers en zelfs kleine nucleaire wapens.
De spanningen zijn zo groot dat het slagveld zich inmiddels uitstrekt tot in de ruimte. Vanwege de toenemende afhankelijkheid van informatietechnologie zijn steeds meer landen aangewezen op satellieten. En die zijn kwetsbaar. Om voorbereid te zijn op een eventuele ruimteoorlog richtte de VS eind augustus een commandocentrum op dat zich volledig richt op de ruimte: US SPACECOM.
Europa moet het zelf doen
Als tektonische platen schuren de politieke machtsblokken langs elkaar om een nieuw evenwicht te vinden. Daarbij drukken ze elkaar langzaamaan in nieuwe rollen.
Probeerde de VS zich onder Obama nog als een ideologisch voorbeeld te positioneren voor de rest van de wereld, Trump ziet de VS meer als een natie onder de naties en benadrukt dat landen hun eigen problemen moeten oplossen. Onder het motto ‘Make America great again’ keert de grootmacht in zichzelf.
Jarenlang heeft de EU geleund op de VS, nu staat ze er alleen voor
De Amerikanen vertrokken in oktober halsoverkop uit Syrië en maakten daarmee de weg vrij voor het Turkse leger en door Turkije gesteunde Syrische milities om de regio binnen te vallen. De VS liet daarbij niet alleen zijn belangrijkste bondgenoot in de strijd tegen IS in de steek, maar zorgde er ook voor dat de Russen zijn plek aan het front konden innemen.
Dat de Amerikanen minder bereid zijn zich te mengen in buitenlandse conflicten bleek ook uit de Amerikaanse reactie na een droneaanval op de grootste olieraffinaderij van Saoedi-Arabië in september. Alles wees op betrokkenheid van Iran, maar er volgde geen militaire vergelding. Dit tot afgrijzen van de Saoedi’s, die zich hardop afvroegen of ze hun belangrijkste bondgenoot nog wel konden vertrouwen.
Diezelfde zorg klinkt ook steeds vaker binnen in Europa. Trump noemde de NAVO verouderd en de EU ‘vijandig’ en verzuimde het solidariteitsbeginsel van het bondgenootschap te onderschrijven.
Dat zet Europa voor het blok. Jarenlang heeft de EU geleund op de VS, nu staat ze er alleen voor. Er werd het afgelopen jaar gesproken over de oprichting van een Europees leger en er werd een Europees Defensiefonds (EDF) opgezet om een Europese wapenindustrie op te bouwen. Maar in de Europese wapenindustrie is het nog steeds vooral ieder land voor zich, merkte ik toen ik eind mei een bijeenkomst voor militairen, ambtenaren en ondernemers uit de Nederlandse wapenindustrie bezocht in de Kromhoutkazerne in Utrecht.
Ook politiek lopen de visies over een gezamenlijk Europees defensiebeleid uiteen. Zo pleitte de Franse president Macron begin december nog voor toenadering tot Rusland, terwijl premier Rutte en vooral de Baltische staten en Polen juist waarschuwen voor Russische expansiedrift.
Onzichtbare oorlog
De ontwikkelingen zorgen voor zo veel spanning dat verschillende ingewijden die ik sprak beweren dat we al in oorlog zijn. Geen oorlog met frontlinies en dodelijk geweld, maar een strijd waar tegenstanders elkaar op subtielere manieren bestrijden.
Die ongrijpbare oorlog was ook het onderwerp van een conferentie over speciale eenheden die ik begin oktober bezocht in Brussel. Een militair, voor de gelegenheid gekleed in een Amerikaans uniform uit de Tweede Wereldoorlog, opende de dag met de waarschuwing dat we in een constante staat van bijna-oorlog verkeren.
‘Het hoogste doel is het leger van de tegenstander te onderwerpen zonder strijd’
In zo’n hybride oorlog worden militaire handelingen, diplomatie, het verspreiden van belastende informatie, economische maatregelen, financiële keuzes, handelsoorlogen, cyberaanvallen, het inwinnen van inlichtingen en juridische confrontaties allemaal ingezet om de tegenstander te verslaan.
Politici denken daar nog te weinig over na, zei een Belgische militair tijdens de koffiepauze. ‘Die zien een Chinees bedrijf en denken aan banen. Ze vinden het prima dat we voor onze energievoorziening afhankelijk zijn van andere landen, waaronder Rusland en Saoedi-Arabië. Dat maakt ons kwetsbaar – en dat is gevaarlijk.’
China krijgt zo langzaamaan meer macht, benadrukte kapitein ter zee Niels Woudstra, plaatsvervangend hoofd Permanente Militaire Vertegenwoordiging bij de NAVO, tijdens een bijeenkomst in Den Haag in november. Hij pakte een boekje van de Chinese oorlogsstrateeg Sun Tzu uit zijn zak, en citeerde: ‘Honderd overwinningen in honderd veldslagen is niet het hoogste doel. Het hoogste doel is het leger van de tegenstander te onderwerpen zonder strijd.’
Woudstra: ‘Je zult versteld staan van de kennis die er toen al was.’
Trek die hardloopschoenen aan!
Zoekend naar een onzichtbare oorlog die er toch echt is, schuilt in iedere hoek gevaar. Ieder land, ieder machtsblok moet de rest een stapje voor blijven. Hoe meer ik te weten kwam over alle mogelijke dreigingen, hoe vaker ik me afvroeg waar die toenemende spanning toe zal leiden.
‘Het leger dat als eerste naar de ruimte gaat is niet zeker van de overwinning’, zei de stafchef van de Amerikaanse luchtmacht Dave Goldfein begin december. ‘Maar als je als tweede gaat weet je vrijwel zeker dat je verliest.’
Minister van Defensie Ank Bijleveld zei in oktober vorig jaar over de cyberdreiging uit Rusland dat je je af kunt vragen of je de term oorlog moet gebruiken. ‘Maar het is wel een soort race waarbij je elkaar voor moet zijn. Er worden gewoon aanvallen op ons gepleegd en dat is toch een vorm van oorlog’, zei ze. ‘We moeten dus ook laten zien dat we ze een stapje voor kunnen zijn.’
Ook op de grootste wapenbeurs ter wereld werd over een race gesproken. Tijdens een paneldiscussie tussen ontwikkelaars van autonome wapensystemen – ‘killerrobots’ – zei een van de panelleden dat de enige manier om gevaren voor te blijven is de voorsprong te behouden. ‘Ik zeg altijd: trek die hardloopschoenen aan, en ren! Je moet op kop blijven lopen.’
Een heel peloton rent mee
Die race is misschien wel het grootste gevaar. Hoe harder de een rent, hoe meer reden voor de ander om ook harder te gaan rennen.
Het zijn deze keer niet twee grootmachten die meerennen, maar het is een heel peloton
Wat hebben we geleerd van de Koude Oorlog? In 1962, tijdens de Cubacrisis, voorkwam een Russische generaal dat zijn ondergeschikte een kernwapen afvuurde toen de onderzeeër waarin ze voeren werd aangevallen. In 1983 sloeg een Russisch raketsysteem onterecht aan, maar werd een kernoorlog voorkomen door een generaal die het systeem niet vertrouwde.
We snellen nu weer richting zo’n moment. Nu zetten niet alleen kernwapens de situatie op scherp, maar ook cyberaanvallen, autonome wapensystemen, hypersonische raketten, ruimtewapens, en nieuwe kernwapens die flexibeler ingezet kunnen worden.
Het zijn deze keer niet twee grootmachten die meerennen, maar het is een heel peloton.
Maatregelen blijven uit. Pogingen van de Verenigde Naties om autonome wapensystemen te beperken stuitten op weerstand van de landen die ze produceren. Maatregelen tegen cyberaanvallen worden geblokkeerd door China en Rusland die zich niet door westerse landen de les laten lezen. Nieuwe kernwapenverdragen maken voorlopig weinig kans.
Hoe eindigt dit?
In 1987 schreef Sovjetleider Michail Gorbatsjov zijn Amerikaanse rivaal Ronald Reagan een historische brief. Het was tijd om bij zinnen te komen. Als dit zo doorging zou de wereld kunnen vergaan, al dan niet onbedoeld. De mannen besloten het aantal kernwapens terug te dringen en afspraken te maken over hoe verder te gaan.
In augustus publiceerde de inmiddels 88-jarige Gorbatsjov een boek waarin hij waarschuwt voor een nieuwe wapenwedloop, en oproept tot inkeer te komen. Hij geeft een tip: vertrouw elkaar. En luister naar elkaar.
Gorbatsjov: ‘Er waren veel hindernissen, maar leiders spraken elkaar en het lukte om die oneffenheden te overkomen. [Dat] was zonder twijfel het resultaat van gezamenlijke inspanningen [...] bereikt door dialoog en overleg.’
Het is een boodschap die ik de afgelopen maanden weinig hoorde, maar meer dan ooit nodig is. Want in een blinde race vooruit valt het uiteindelijke doel buiten beeld: veiligheid. En dat is precies wat iedereen die ik dit jaar sprak uiteindelijk wil.
Dit verhaal heb je gratis gelezen, maar het maken van dit verhaal kost tijd en geld. Steun ons en maak meer verhalen mogelijk voorbij de waan van de dag.
Al vanaf het begin worden we gefinancierd door onze leden en zijn we volledig advertentievrij en onafhankelijk. We maken diepgravende, verbindende en optimistische verhalen die inzicht geven in hoe de wereld werkt. Zodat je niet alleen begrijpt wat er gebeurt, maar ook waarom het gebeurt.
Juist nu in tijden van toenemende onzekerheid en wantrouwen is er grote behoefte aan verhalen die voorbij de waan van de dag gaan. Verhalen die verdieping en verbinding brengen. Verhalen niet gericht op het sensationele, maar op het fundamentele. Dankzij onze leden kunnen wij verhalen blijven maken voor zoveel mogelijk mensen. Word ook lid!