Beste,

Een beetje optimistisch was het wel toen ik vorig voorjaar aan mijn rondtocht langs de rechtspraak in Nederland begon. Ik wilde een beeld krijgen van hoe het toegaat in de rechtspraak, met een overdreven heldhaftig woord aangeduid als ‘de werkvloer’.

Het lukte niet in een paar weken, of maanden. Te veel aan de hand, te veel gebeurd, te veel plannen en rapporten.

Maar ik heb tal van rechters en hun medewerkers gesproken, gerechten van binnen gezien, gehoord over de idealen en de knelpunten, roeien tegen de stroom in.

De afgelopen maanden heb ik gepubliceerd op De Correspondent. Ik heb een beeld geschetst van chronisch overvraagde rechters die de rechtzoekende langer op een uitspraak laten wachten dan zij zouden willen. De kwaliteit van de rechtspraak staat onder druk.

De Eerste Kamer debatteert de hele dag over de Staat van de Rechtsstaat. De Tweede Kamer organiseerde er in januari een rondetafelgesprek over, maar ontbrak zelf grotendeels. En stelde wel een soort commissie in die het verwijt van dikastocratie (rechtersbestuur) van FvD moest onderzoeken. Maandag is er een over.

Deze week dat er dit jaar bijna 23.000 strafzaken moeten worden uitgesteld omdat er te weinig capaciteit is. Er zijn te weinig rechters en officieren van justitie, terwijl zaken gemiddeld ingewikkelder worden. Het nieuws werd naar buiten gebracht door de hoogste baas van het Openbaar Ministerie. De oorzaken die hij noemt komen deels overeen met wat ik tegenkwam.

In het in m’n serie, dat vandaag is gepubliceerd, kijk ik terug op m’n bevindingen met twee vooraanstaande rechters: Ybo Buruma, raadsheer in de Hoge Raad, en Herman van der Meer, president van het Gerechtshof Den Haag, tevens plaatsvervangend president van de Rechtbank Noord-Nederland. En ik probeer conclusies te trekken.

Mijn aanbevelingen komen neer op hernieuwd besef dat de rechterlijke macht één van de drie staatsmachten is die elkaar in evenwicht moeten houden. Geen van drieën is de baas. Dat betekent voor ieder de eigen verantwoordelijkheid nemen. Niet doen alsof de rechtspraak een buitendienst van het Rijk is. (Wat bij UWV, Belastingdienst, enz. ook niet zo goed blijkt te werken.)

Kort samengevat:

1. Erken dat de rechterlijke macht de derde staatsmacht is

Het is hoog tijd dat door een ruime meerderheid in het parlement wordt erkend en verdedigd dat de rechterlijke macht de derde staatsmacht is in de Nederlandse parlementaire democratie.

2. Geef de rechterlijke macht een eigen begroting

De rechterlijke macht verdient een toereikende, eigen begroting zoals Hoge Colleges van Staat die kennen. Dat betekent geen automatische immuniteit voor het economisch getij, maar wel een betere onderbouwing van de noodzaak en mogelijkheden van eventuele kortingen en een grotere zelfstandigheid bij het inrichten van de rechterlijke functie.

3. Hou het recht toegankelijk

Politiek en bestuur horen te erkennen dat zij de toegang tot het recht niet mogen afknijpen door te hoge griffierechten of te lage vergoedingen voor sociale advocatuur.

4. Verander de rol en samenstelling van de Raad voor de rechtspraak

De samenstelling en rol van de Raad voor de rechtspraak moeten principieel en praktisch veranderen. Die Raad kan alleen voor en namens de rechtspraak optreden als niet de minister, maar de rechterlijke macht bepaalt wie er in zitten en wat haar prioriteiten zijn.

5. Maak het gerechtsbestuur een collectieve professionele verantwoordelijkheid

De gerechten moeten ook meer in collectieve professionele verantwoordelijkheid worden bestuurd. Niet in opdracht, maar met ondersteuning van de Raad voor de rechtspraak. De Raad moet niet de baas, maar de dienaar zijn van de professionals die het werk doen.

6. Blijf de rechter inschakelen

De oplossing van de problemen van de rechterlijke macht moet niet worden gezocht in het op steeds meer manieren en terreinen omzeilen van de rechter. Onafhankelijke rechtspraak is een essentieel onderdeel van onze democratische beschaving.

Het zal niet in een maand geregeld zijn. Maar dit is de richting om de rechtspraak niet verder te laten afglijden in het moeras van management-spraak. De democratische rechtstaat is een gevecht waard.