Thierry Baudet had maandag weer even zijn verwendkindmomentje. Een Tweede Kamerlid van een coalitiepartij stelde twee vragen aan een deskundige gast, terwijl was afgesproken dat iedereen één vraag en een wedervraag mocht stellen. Boeien. Baudet ging tekeer alsof zijn brandweerwagen was afgepakt in de crèche.

Het kon de aandacht niet afleiden van zijn ongefundeerde en antigrondwettelijke bewering dat rechters de macht naar zich toe trekken, die hem een halve dag reclame in de schoot viel. De hoorzitting ‘Dikastocratie?’ (let op het alibivraagteken) was een bijeenkomst zonder helder omschreven vraagstelling, zonder criteria voor de uit te nodigen gasten, noch voor verwerking van de resultaten.

Netto opbrengst: weer wat meer aandacht en geloofwaardigheid voor de ondermijning van de democratische rechtsstaat. Met verschuivende argumenten op een bedje van eng-nationalisme de onafhankelijkheid van de rechtspraak verdachtmaken.

Een dag later is de Eerste Kamer aan de beurt om te debatteren over de Staat van de rechtsstaat. Nou, prima.

Als het aan Forum voor Democratie-fractievoorzitter Cliteur ligt wordt de rechtsstaat opnieuw bedreigd door ongekozen, linkse rechters die hun persoonlijke politiek in toga als recht verkopen. Hij diende begin februari in waarin hij in een pennestreek de trias politica herschreef.

Van oudsher wordt aangenomen dat het machtsevenwicht tussen wetgever, bestuur en rechtspraak onze democratie in een levend evenwicht houdt. Zo niet Cliteur, die poneerde dat ‘in een democratie het zwaartepunt van de macht bij de wetgevende macht dient te liggen, omdat alleen die een democratisch mandaat heeft’.

De motie werd met alleen FvD, PVV en SGP voor verworpen. Drup, drup, net zo lang tot het democratisch fundament het begeeft. Gênant dat de SGP meedoet, ongetwijfeld uit Europese smetvrees. Stelselmatig vergeten dat democratie niet gelijk is aan de wil van de meerderheid. 

Baudet propageert een stelsel op weg naar totalitaire verhoudingen

Wat zou de Eerste Kamer vandaag kunnen doen om de blamage van de Tweede Kamer enigszins te doen vergeten? Herinneren aan de gemeenschappelijke uitgangspunten. Het gaat in ons staatsbestel niet om de scheiding der machten, laat staan om de overmacht van de wetgevende macht. Het geheim is het onderscheid tussen de drie functies en het evenwicht daartussen.

Rechters krijgen regelmatig zaken te beslechten die zij niet zouden moeten behandelen

Als we het daar niet over eens zijn heeft de discussie verder weinig zin. Wie, zoals Cliteur, Baudet en hun mededenkers, de gekozen meerderheid het voor het zeggen wil geven, zonder rechters die bestuursdaden aan de wet mogen toetsen, propageert een stelsel dat op weg is naar totalitaire verhoudingen.

Het tragische is dat Baudet wel een punt heeft. Rechters krijgen regelmatig zaken te beslechten die zij niet zouden moeten behandelen. Maar, anders dan de politiek, mogen rechters geen zaken weigeren. Dat kunnen zaken zijn die het gevolg zijn van slordig of vaag geschreven wetten. Of kwesties waar regering en Kamer niet tot besluitvorming kunnen, willen of durven komen.

Het zou zomaar kunnen gebeuren dat straks Farmers Defence Force-boeren naar de rechter stappen omdat zij niet weten waar zij aan toe zijn met de uitbreiding van hun stallen. Deze agrarische actievleugel van Forum voor Democratie heeft lak aan de instituten en instituties van deze maatschappij, tot zij haar recht op duidelijkheid wil halen.

En dan is de rechter verplicht uitspraak te doen. Die zal als activistisch of volkomen terecht worden beoordeeld door FDF/FvD, naar gelang de uitslag hun bevalt.

De coalitie slaagt er niet in te besturen

Maar wat zo’n situatie illustreert is dat de regerende coalitie op belangrijke onderwerpen er niet in slaagt te besturen. Of met wetten en regelingen (zoals het door de Raad van State afgeschoten Programma Aanpak Stikstof) komt die geen stand houden in het licht van eerdere wetten en door Nederland geratificeerde verdragen.

Wetgeven levert geen mediapunten op en er zitten bijna geen juristen meer in de Kamer

Op dat punt in de redenering schieten de Baudetski’s in de volgende versnelling: de directe werking van internationale verdragen moet worden beperkt, liefst afgeschaft. Dat klinkt slagvaardiger dan erkennen dat het parlement destijds óf heeft zitten slapen óf bewust instemde met die verdragen.

Het Nederlandse parlement heeft er een handje van bij de onderhandelingen over internationale verdragen te schitteren door afwezigheid. Om vervolgens in een heel laat stadium bezwaar te maken. Zie het recente verlate verzet tegen het Handelsakkoord met Canada (CETA). Idem destijds met de Europese grondwet, die zo niet mocht heten.

Dat is ineffectief en schaadt Nederlands naam als serieuze partner.

Het werkelijke probleem is dat vooral de Tweede Kamer haar controlerende taak én haar wetgevende taak vaak onvoldoende behartigt. Controleren lukt niet als je opgeknoopt zit in strakke regeerakkoorden van krappe coalities. Wetgeven levert geen mediapunten op en er zitten bijna geen juristen meer in de Kamer (en te weinig ervaren wetgevingsjuristen op de departementen).

Het gevolg is: wetgeving die meer beleidsvoornemens dan normen vastlegt, en rechters dwingt in een steeds ingewikkelder samenleving normen af te leiden uit de warboel van regels die nationaal en Europees zijn te vinden. En liefst een beetje snel.

Wat moet de Eerste Kamer vandaag doen?

Het zou zinnig zijn als Baudet c.s. hun kritiek op de taakvervulling van vooral de Tweede Kamer zouden richten. Maar, wat blijkt, daar blinken hij en zijn huisadvocaat niet uit door nijvere wetgevingsarbeid. Zij spelen, net als de meeste concurrenten uit het partijkartel, een spel gericht op –  liefst in groten getale – herverkozen worden.

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) was zaterdag een van de eersten van de coalitie die dikastocratie als wegzette. Maar hij juichte de hoorzitting in de Tweede Kamer over het nonsensbegrip wel toe. En hij plaatste vraagtekens bij de directe werking van internationale verdragen in het Nederlandse recht. Een betrekkelijk atmosferische feel good-nuance voor rechtse kiezers – de Grondwet is niet zo snel gewijzigd.

In was de minister al wat voorzichtiger. Opzeggen van mensenrechtenverdragen (waar bijvoorbeeld het door Forum aangevochten Urgenda-vonnis op leunt) was niet aan de orde. Hoogstens actiever meepraten over de uitleg van die verdragen.

Wat kan de Eerste Kamer vandaag het beste doen? Gezien de (bewust gezaaide) verwarring over de opzet en de ingebouwde evenwichten van ons bestel zou herbenoemen van het grondwettelijke stelsel al een nuttige bijdrage zijn. En hoe het daarbinnen met de rechtspraak zit? Daar heb ik net over geschreven. Niet onbelangrijk voor de rechtsstaat.

Rechters zijn niet te politiek. De politiek bemoeit zich juist te veel met de rechtspraak Onafhankelijke rechtspraak is een pijler van onze democratie. Maar de politiek is de rechtspraak gaan behandelen als een bedrijf dat gemanaged moet worden met een winst-en-verliesrekening. Het gevolg: overbelaste rechters, veel te lange wachttijden en een verslechterde toegang tot het recht. Toch is het nog niet te laat om de rechtspraak te redden. Lees hier het stuk