De Correspondent leest voor
Nesrine Malik - Het probleem van de Amerikaanse politiek is niet de chaos, maar de stabiliteit
SoundCloud

De traag schommelende grafiek hieronder is niet wat je denkt. Het is niet de hartslag van iemand die slaapt. Niet de verzwakte pols van een patiënt op de intensive care. Ook geen kapot

Het zijn de populariteitscijfers van Donald Trump.

Het is op zichzelf opmerkelijk hoe stabiel de populariteit van Trump is sinds hij president van de Verenigde Staten is. Maar als je uitzoomt, zie je iets veel bijzonderders. Deze grafiek staat symbool voor een verhaal over de Amerikaanse democratie dat compleet over het hoofd wordt gezien.

Er wordt vaak geroepen dat de Amerikaanse democratie in gevaar is – dat ze Zo’n omschrijving weerspiegelt meestal maatschappelijke onrust.

Maar als je naar deze grafiek kijkt, dan is het niet de instabiliteit die opvalt. Eerder het tegenovergestelde: de lijn lijkt ongevoelig voor... alles, eigenlijk. De Amerikaanse democratie is niet dood, maar ligt in coma.

Een diepe, zorgelijke slaap.

De steeds zwakkere hartslag van de Amerikaanse politiek

Deze zwakke golfbeweging is des te schokkender als je haar afzet tegen de gebeurtenissen van de afgelopen jaren. De populariteit van Trump blijkt voor extreem gepolariseerde media-aandacht, voor een afzettingsprocedure, en voor een van de ernstigste pandemieën in de moderne geschiedenis.

Het is verleidelijk om te denken dat deze stagnatie het gevolg is van recente politieke verschuivingen, maar de verkiezing van Donald Trump en de polarisatie van de Amerikaanse politiek waren al jaren in de maak, in een reeks economische en politieke gebeurtenissen die een halve eeuw omspannen. Trumps populariteitscijfers tonen de evolutie – en de gezondheid – van de Amerikaanse democratie.

Trumps populariteitscijfers tonen de evolutie – en de gezondheid – van de Amerikaanse democratie

Deze veelzeggende scores zijn niet hoog, maar ook niet echt laag. De variatie van Trumps (im)populariteit is slechts 6 tot 7 procentpunten. De afgelopen jaren is het percentage Amerikanen dat Trump oké vindt gestabiliseerd op ruim 40 procent. In die tijd is het Amerikaanse politieke lichaam onderworpen aan iets wat lijkt op langdurige intervaltraining, met regelmatige pieken van stress en activiteit. Maar zelfs als dat lichaam aan het zweten slaat – en vervolgens aan het hyperventileren – blijft de hartslag stabiel.

Het populariteitscijfer lijdt niet onder de dagelijkse ontzetting en woede die Trump opwekt met zijn totale lak aan welke Amerikaanse politieke conventie dan ook. Het blijkt immuun voor de talloze journalistieke onderzoeken die aantonen dat Trump en onethische zakenbelangen heeft. De lijn komt niet in beweging, terwijl geschokte politieke commentatoren vol afschuw Trumps lange lijst met schendingen aanschouwen.

De waarderingscijfers blijken zelfs immuun voor optimistische geluiden, zoals de hoopvolle mediaverslagen die Trump proberen vrij te pleiten door enige logische coherentie in zijn willekeurige daden te zoeken. We weten ons zo slecht raad met Trumps narcistische incoherentie dat commentatoren vaak roepen dat de president ‘het eindelijk lijkt te snappen’, en zich eindelijk – ook al valt hij na elke kortstondige periode van ‘presidentieel gedrag’ meteen weer terug in kinderachtig egoïsme.

Op een gegeven moment ontstaat er vermoeidheid over het nieuws

Natuurlijk zijn er wel verklaringen voor de discrepantie tussen de controverse, de media-aandacht en de populariteitscijfers van de president. Niet iedereen volgt het nieuws. Op een gegeven moment word je er doodmoe van. Het medialandschap is zo versplinterd dat consumenten hun nieuwsdieet zo kunnen filteren dat ze alleen die kanalen volgen die hun wereldbeeld bevestigen.

Allemaal valide argumenten, die tot op zekere hoogte verklaren waarom de mediaverhalen zo uit de pas lopen met de mening van de massa.

Maar ook wat er gebeurt heeft geen enkele invloed op de grafiek.

De koers is immuun voor Trumps openlijke pogingen de president van om te kopen; voor de afzettingsprocedure die daar op volgde; voor Trump die de kant kiest van de Russische president Poetin in plaats van die van zijn eigen veiligheidsdiensten; voor de waslijst aan beschuldigingen van voor de stoet hoge ambtenaren die het Witte Huis heeft verlaten – voor al die zaken die boekdelen spreken over chaos en disfunctioneren.

Zelfs de grootste crisis in tijden – een pandemie die in een oogwenk miljoenen Amerikanen hun baan heeft gekost – slaat geen deuk in Trumps populariteitscijfers. Op dit moment staat de dodenteller in Amerika al op meer dan 90.000 – en dat in een paar weken. (Dat is meer dan twintig keer het aantal doden van 11 september, en anderhalf keer zo veel als het aantal Amerikaanse doden tijdens de Vietnamoorlog – en we zijn er nog lang niet.)

In deze ongekend volatiele tijden speelt het échte verhaal zich ver van dit drama af. Dwars door al die enorme veranderingen die de Amerikaanse politiek in slechts drie jaar heeft doorgemaakt, dwars door al die explosieve actie, loopt één rode draad: de populariteitskoers die zich nergens wat van aantrekt.

Trump is geen magische communicator

Niet dat Trumps gedrag – en het feit dat hij ermee wegkomt – te verklaren is door claims dat hij een of andere is, ook al zijn er theoretici die dat beweren. Het is ook niet zo dat Trump, zoals anderen roepen, op een soort magische manier zijn electoraat van witte arbeiders weet aan te spreken. Nee, Trumps nukken krijgen de vrije loop omdat de wetteloosheid is verankerd in een fundament van aanhangers die onverschillig zijn geworden: jegens de president, jegens de staat van het land, jegens de hele wereld.

Het is verleidelijk om te denken dat dit iets van alle tijden is, maar er zit een duidelijke breuk in de tijd. Vóór Trump steeg of daalde de populariteit van de president al naar gelang de staat van de economie, het verloop van een oorlog, of een schandaal. Niet zo lang geleden was de koers zelfs gevoelig voor kritische mediaverhalen (hoe moeilijk het ook is om je dat voor te stellen. Maar ooit was het zo).

Als je de populariteitscijfers van alle Amerikaanse presidenten sinds Lyndon B. Johnson erop naslaat, zie je een duidelijke hartslag, een lijn die fluctueert onder invloed van gebeurtenissen en de prestaties van de president. Totdat Trump aantrad: op dat moment lijkt er een scheiding te ontstaan tussen opinie en werkelijkheid – een vrijwel vlakke lijn.

Nu deze scheiding zo duidelijk zichtbaar is, luidt de volgende vraag uiteraard: Waarom? En waarom nu? Het antwoord is dat we beland zijn op niets minder dan een politiek eindstation, na jaren van economisch beleid dat de democratie heeft afgebroken.

De vlakke lijn is deel van een groter patroon waarin het Amerikaanse volk ongevoelig is geworden voor politiek. Het hangt samen met de uitholling van de publieke sector, en met machtige actoren die hun macht niet willen delen en van hun identiteit een instrument hebben gemaakt.

Onderdeel van deze verandering is dat partijtrouw belangrijker is geworden dan competentie – of het gebrek daaraan. Zoals The Economist opmerkte: ‘Het is niet meer the economy, stupid, maar Deze trend was er ook al voor Trump, maar is sinds diens presidentschap alleen maar sterker geworden.

Het veelgehoorde verhaal wil dat Trump wordt gesteund door – zeg – achtergestelde mijnwerkers die hopen en denken dat hij hen weer bestaanszekerheid kan geven, maar in feite verwacht Trumps aanhang maar weinig van hem. Trump is er niet om rechten te verdedigen of voor publieke voorzieningen te zorgen, en zelfs niet om hun een betere economische toekomst te bezorgen.

Hij is er simpelweg om er te zijn.

Het begin van het einde

En hier komt een lange geschiedenis in beeld. Trump is er niet voor verantwoordelijk dat de Amerikaanse politiek is gedegenereerd tot louter symboliek: het is de climax van veertig jaar van de totale privatisering van het publieke domein, van het agressieve gehamer op het idee dat alleen persoonlijk ondernemerschap voor succes kan zorgen.

Na verloop van tijd blijven er door deze factoren voor de overheid nog maar twee functies over: het managen van het praktische bestuur, en een symbolische.

Velen verwachten vrijwel niks van de politiek – niks substantieels blijft over als het achtergrondrumoer van het dagelijks nieuws verstomd is. Voor hen is de bewoner van het Witte Huis er niet om zaken – ideologisch of praktisch – voor elkaar te krijgen. De president zit er als een soort idool, een culturele projectie van de wensen, grieven en wrok van zijn aanhangers.

In dit nieuwe landschap is politieke keuze een kwestie van loyaliteit – vergelijkbaar met het kiezen van een voetbalclub die je door dik en dun steunt; bij winst, maar ook bij degradatie of schandalen. Of het nu een voetbalclub of een president is, het idool geeft een stem aan de tribale behoeften van zijn aanhangers. Alle gevoelens die opborrelen – het bloed dat sneller gaat stromen, glorieuze verhalen over overwinningen, mythische verhalen over de clan – worden indirect via hem beleefd.

Bij sporten zijn dit soort impulsen relatief ongevaarlijk, maar als ze hun weg vinden naar de politiek, vormen ze in feite een garantie voor autoritarisme.

De aanhangers van Trump worden gekenmerkt door een paradoxale mix van apathie en onwankelbare loyaliteit

Deze privatisering van de politiek heeft het hele idee van publieke dienstverlening gedegradeerd en uit het politieke domein gewrongen. De aanhang van Trump bestaat niet uit zijn ‘kiezers’ als zodanig, het zijn geen burgers die de overheid beschouwen als een gekozen orgaan dat hun tastbare belangen behartigt.

Als je decennialang het idee van een kleine overheid als een fetisj koestert, dan kom je uiteindelijk op het punt dat er burgers worden geboren die op geen enkele manier zien hoe Washington relevant is voor hun dagelijks leven.

Het bewijs stapelt zich op dat we dit punt bijna hebben bereikt. De aanhangers van Trump worden gekenmerkt door een paradoxale mix van apathie en onwankelbare loyaliteit. De universiteit van Monmouth deed onder mensen die vinden dat Donald Trump een goede president is, en het bleek dat 62 procent ‘niets kon bedenken dat hij [Trump, red.] zou doen wat ertoe zou leiden dat ik hem niet meer zou steunen’. De peiling werd gehouden toen de afzettingsprocedure tegen Trump in volle gang was.

Politicoloog Colin Crouch formuleerde het begrip ‘post-democracy’ voor een toestand waarin de electorale politiek zich bezighoudt met een beperkt aantal kwesties, terwijl de private sector in de cruciale behoeften van de burgers voorziet. Deze bedrijven lobbyen bij politici, waarna die bij hen in het krijt staan. Als verkozen publieksdienaars doelen van het bedrijfsleven nastreven lijkt dat misschien wel op ideologie – het recht op wapenbezit bijvoorbeeld, of de weigering om belasting te betalen voor de gezondheidszorg van een ander – maar in feite bepalen commerciële belangen de agenda.

De personalisatie van de politiek

De privatisering van de politiek ging hand in hand met een ander fenomeen dat ervoor zorgt dat politiek steeds minder wordt beschouwd als een middel om je dagelijks leven te verbeteren. Dat is de personalisatie van de politiek – beter bekend als

Als symbolisch figuur strijdt de president voornamelijk voor de grieven van een machtige mannelijke, witte, heteronormatieve identiteit. Hij projecteert de klachten van die identiteit op anderen van wie hij vindt dat die onterecht een deel van de koek opeisen.

Daarom viel Trump tijdens zijn verkiezingscampagne moslims en Mexicanen aan: hij wil zijn intolerantie voor ‘de ander’ uitdragen. Ook met zijn andere uitingen laat hij zien dat hij de hiërarchie wil herstellen: neem zijn beruchte ‘grab ’m by the pussy’-opmerkingen, die hij later ‘kleedkamerpraatjes’ noemde; de doden die vielen bij protestmarsen van witte nationalisten waren de schuld van ‘beide kanten’, enzovoort.

Wreed zijn tegen anderen, en daarmee het bestendigen van de witte heteronormatieve macht, werd de belangrijkste politieke valuta. De bezitslozen gingen er onder Trump economisch dan wel niet op vooruit, ze kregen er in ieder geval haat voor terug. ‘De wreedheid is het hele idee’, zo schreef Adam Serwer in

Kinderen van migranten aan de grens bij hun ouders weghalen; die kinderen in onmenselijke omstandigheden in kooien zetten; het belachelijk maken van gehandicapten, van ouders die hun kinderen verloren in oorlogen, en van dode tegenstanders zoals John McCain; het sluiten van grenzen en het uit elkaar trekken van gezinnen – de wreedheid van al deze gebeurtenissen is voor Trump-aanhangers niet marginaal, maar onderdeel van een grotere ideologie, een groter principe.

Trump is wreed voor de bühne. Hij laat ermee zien dat alleen ‘de juiste’ personen privileges krijgen, de juiste soort Amerikaan.

De Republikeinse Partij is in feite de minderheidspartij die de cultuuroorlog verliest

Dat brengt ons bij een breed gedragen mythe. Hoewel we constant horen dat de identiteitspolitiek van mensen van kleur, LHBTQIA’ers, en in het bijzonder vrouwen een bom legt onder politieke solidariteit, zijn het juist de Trump-aanhangers die in het Amerika van vandaag de sterkste identiteitspolitiek voeren. Hoewel de Republikeinse Partij oppermachtig lijkt, met een Republikeinse president, en een meerderheid in de Senaat en het Hooggerechtshof, is de Grand Old Party in feite een minderheidspartij.

De demografie is niet in het voordeel van de Republikeinen. Aan het eind van dit jaar is de meerderheid van de Amerikanen onder de Over tien jaar zal de meerderheid van de dertig-minners niet-wit zijn. Republikeinen kunnen niets doen om deze trend te keren. ‘Er is geen enkele demografische trend in het voordeel van de Republikeinen’, schrijven journalisten Jim VandeHei en Mike Allen van

De Republikeinen kunnen niet tot in de eeuwigheid de popular vote verliezen maar toch de verkiezingen Op een dag komt het omslagpunt.

De Republikeinen kunnen niet voor eeuwig de popular vote verliezen maar toch de verkiezingen winnen

De crisis die daagt voor de Republikeinen is in breder opzicht een crisis van het conservatisme. Ondanks zijn dominantie heeft het conservatisme in de Verenigde Staten de cultuuroorlog verloren. Ja, het heeft recente veldslagen gewonnen met zijn regressieve ideeën over identiteit en suprematie (zie ook de Brexit in het Verenigd Koninkrijk). Maar de demografische groep die zich druk maakt over dit soort kwesties – de aanhang die je terugziet in Trumps populariteitscijfers – staat op het punt om in aantal te worden overtroffen.

Bij zo ongeveer elke relevante sociale kwestie – abortus, het homohuwelijk, populaire cultuur – heeft het conservatisme de laatste jaren in het stof gebeten. Onlangs bepaalde een rechter in (nota bene) Alabama dat abortus niet verboden kan worden, of mag worden beschouwd als ‘optionele’ procedure, zoals de staat wilde als onderdeel van het Zelfs Trumps ‘moslimban’ – een ‘overwinning’ voor conservatieve eigen-volk-eersters – werd uitgesteld, vertraagd in de rechtbank, en flink afgezwakt voor het tot een wet kwam.

Er is simpelweg geen ideologische formule waarop het conservatisme kan bogen die de sociale en ideologische verliezen van de afgelopen vijftig jaar kan terugdraaien. De huidige dominantie is de zwanenzang van het conservatisme, als een ster die nog één keer opflikkert voor hij zichzelf in een supernova verzwelgt.

De Republikeinse senator Lindsey Graham vatte het in 2012 al botweg samen: ‘We creëren niet genoeg boze witte mannen om op de lange termijn zaken te

Woede die nergens toe leidt

De conservatieven die geen fan van Trump zijn, kunnen niet anders dan zich uit alle macht aan hem vastklampen. De steun voor Trump is geen stijgende of dalende grafiek die gebaseerd is op rationele berekeningen. Het is een doodsgreep. Wie aan één hand boven de afgrond hangt, kan nog geen vinger loslaten.

In dit opzicht wordt Trump niet langer gesteund door een democratisch mandaat. Niets laat dat beter zien dan zijn overduidelijke onvermogen om Amerikaanse levens en de economie te beschermen tegen het coronavirus. Als deze pandemie Trumps mandaat niet doet afbrokkelen, dan zal niets dat doen. Trumps dat hij ongestraft iemand op 5th Avenue zou kunnen neerschieten, is bewaarheid geworden – misschien niet letterlijk, maar wel overdrachtelijk.

Wie aan één hand boven de afgrond hangt, kan nog geen vinger loslaten

Deze straffeloosheid – en wat er meer in het algemeen gebeurt in de Amerikaanse politiek – is te verklaren door er met sektarische blik naar te kijken. Het verband tussen wat een zittende president doet en hoe populair hij is, tussen de perceptie van de werkelijkheid en wat er daadwerkelijk gebeurt, is kapot.

De politieke reis van Amerika, een streven dat vaak doordrenkt is van een exceptionalisme dat geobsedeerd is door de vrijheid van het individu, lijkt ongewild een eindpunt te bereiken: het punt waarop elk individu zich neerlegt bij zijn lot.

Media en politici kunnen zo lang als ze willen om de president heen blijven zwermen, zich concentreren op zijn schandalige gedrag, maar ze zullen hem met geen vinger kunnen raken. Het ware verhaal, de enige constante, is de diepgewortelde onverschilligheid van de Trump-aanhangers jegens alles wat er gebeurt.

De Amerikaanse democratie is bevroren, zoals een thermometer waarvan het kwik niet meer werkt. De dooi zal niet komen omdat Trump uiteindelijk een lijn overschrijdt die de democratie weer tot leven wekt. De dooi is afhankelijk van de demografische ondergang van de Republikeinse partij – en de heropleving van het publieke belang in de politiek.

Tot het zover is kan – en zal – Trump doen waar hij zin in heeft.

Dit artikel is uit het Engels vertaald door HP van Stein Callenfels

The real story of US democracy isn’t the drama. It’s the complete unresponsiveness to it Read this article in English

Meer lezen?

Er groeit een perfecte storm in Amerika. Vaar maar mee de Missouri af Na twee jaar als correspondent Klein Amerika neem ik afscheid met een kanotocht over de mythische Missouri. Vaar mee in de sporen van twee beroemde Amerikaanse ontdekkingsreizigers. En ontdek wat de bittere bron is van de Amerikaanse droom, die nu weer opspeelt in de aanloop naar de presidentsverkiezingen. Lees het artikel hier