Beste,

Ik las de afgelopen week twee artikelen die het einde van de geglobaliseerde wereldeconomie in het vooruitzicht stellen. De waarschuwt dat het internationale web van de economie uiteen wordt getrokken.

Adam Tooze schrijft in een wat evenwichtiger verhaal over verstoorde handelsketens en de ‘perfecte storm’ van politieke, diplomatieke, medische en maatschappelijke problemen waarmee de economische onlusten nu samenvallen. Met als vurigste voorbeeld het politiegeweld en de mogelijke inzet van het leger in de VS tegen de eigen burgerbevolking.  

De aanleiding voor deze artikelen zijn een reeks angstaanjagende economische voorspellingen. De Wereldhandelsorganisatie in 2020 met 32 procent afneemt. Distributieketens zullen voorgoed verstoord zijn, en landen halen de productie van belangrijke grondstoffen en medicijnen uit lijfsbehoud weer terug naar huis. 

Dat is een waardevermindering van 6,3 procent ten opzichte van de verwachting in januari dit jaar. Dit is vele malen erger dan de financiële crisis van 2008/2009.  

The Great Lockdown is de ergste economische ramp sinds de beurskrach van 1929, een economische ramp die het weefsel van de samenleving zo diep beschadigde dat de nog veel grotere ramp van de Tweede Wereldoorlog kon uitzaaien.  

Gaan we een nieuwe economische depressie tegemoet? 

vroeg vooraanstaande economen en wereldleiders deze week of we inderdaad afkoersen op een depressie. Mike Wilson, de hoogste belegger van Morgan Stanley voorspelt een snel herstel. Anderen zijn wat minder optimistisch. Volgens voormalig president van de Wereldbank Robert Zoellick kunnen we rekenen op ‘morrelend herstel’ dat wordt afgewisseld door terugval en politieke en commerciële fragmentatie. Hij beschrijft de wereld na corona als fin-de-siècle van de twintigste eeuw, waarin ‘de Europese droom van een wereld geregeld door wetten en regels zal vervliegen’. 

Toen ik die woorden las dacht ik aan een documentaire waar ik ooit eens middenin viel toen ik aan het zappen was. Het was een film over het ontstaan van Brussel als hoofdstad van de EU. Franssprekende Belgen in bruine pakken, mottige monturen en lange beige jassen stonden naast hagelwitte maquettes van wat later misschien het Parlementsgebouw moest worden. Ze liepen Marolse huizen binnen - met mensen die spraken - die niet lang daarna gesloopt moesten worden voor de toekomst van regels en wetten. 

Inmiddels weten we dat het strakke modernisme van de witte maquettes en de EU-gebouwen een Europa moest verbergen dat bang was zichzelf opnieuw op te blazen. Een rare lelijke eend die twee keer in een wiel is gevlogen – in 1914 en toen nog eens in 1939 – z’n vleugels heeft gebroken en alleen nog met heel veel gips (regels) en krukken (wetten) vooruitkomt.

De zoveelste Europese politieke crisis

Europa maakt op dit moment (voor de zoveelste keer) een politieke crisis door die het voortbestaan van de unie bedreigt. De ruzies gaan meestal over geld. Ook nu weer. Landen willen elkaars crisis niet betalen. Een klein groepje regeringen, Nederland voorop – door hun opponenten omgedoopt tot de ‘vrekkige vier’ – hebben het op zich genomen elke vorm van gedeelde schuldfinanciering te blokkeren.

Daar tegenover staat de belofte dat de EU de lidstaten – scherfjes uit een bijna bespottelijk ouderwetse tijd – kan beschermen tegen de machtspolitiek van de twee grote machtsblokken: China en de VS. Eerlijk gezegd ben ik er nog niet achter of dat zo is. Ik geloof het omdat ik het wil geloven omdat ik benauwd word van een Nederland dat gelooft in z’n eigen grenzen. 

Europa kan geen vuist maken. Lidstaten worden tegen elkaar uitgespeeld. En misschien is het idee om 27 lidstaten tot elkaar te veroordelen ook helemaal niet levensvatbaar. Het duurt jaren om een wetsvoorstel door alle Europese organen te loodsen, terwijl economische, medische, politieke en maatschappelijke rampen elkaar op dit moment bijna wekelijks opvolgen.

Tegelijkertijd is het logisch dat de politiek van Europa rommelig is. Zoals hoogleraar Europese Integratie Mathieu Segers laatst zit in de ‘chaos van tegenstrijdige belangen ook de schoonheid van de nuance’. Geen land kan z’n wil doordrijven. Dat betekent dat zelfs de grootste machtswellusteling vroeg of laat moet luisteren naar de belangen van iemand die minder sterk is. 

Dit soort EU-sentiment is vrij zeldzaam, maar niet uniek. Want er is iemand die de Europese droom tot bijna kosmische hoogte weet te brengen: Frans Timmermans. 

Will we go to do moon and do the other things?

YouTube

In december – het voelt als een eeuwigheid geleden – herhaalde hij in een bijna leeg Europarlement de van John F. Kennedy. Hij vergeleek daarin de Green Deal - de klimaatplannen van de EU - met het Apollo-project: ‘We choose to go for climate neutrality in 2050, and do the other things. Not because they are easy, but because they are hard.’

De video is een fantastisch relikwie van Europees wensdenken. Historisch, maar om een andere reden dan Timmermans denkt. Vervoerd leest hij de woorden op van zijn mobieltje. Daar in Brussel roept hij de heldenmoed op van Neil Armstrong, en geeft daar zelf ook gestalte aan. Achter hem swipet een parlementariër onderuitgezakt over het scherm van z’n iPhone. 

De vervoering in de zaal is tastbaar. Bijna niemand durft te klappen. Na de speech komt de Italiaanse voorzitter in beeld. Hij drukt op het knopje van zijn microfoon en prevelt in volledige monotoon: ‘Grazie. Grazie a vicepresidente Tiemmermans. Grazie Tutti.’

Het is moeilijk voor te stellen dat dit Europa – met z’n regels en wetten en 20ste eeuwse zombiespeeches – de wegbereider is van een duurzame nieuwe eeuw. Europa is niet de plek voor meeslepende vergezichten. Dat is niet hoe ze werkt. Maar juist omdat ze zo moeilijk vooruit te branden is, blijft ze misschien als enige op koers. Een beetje zoals in het sprookje van de schildpad en de haas.

YouTube

Zal Europa erin slagen z’n interne verdeeldheid op te lossen? 

Het antwoord op deze vraag hangt samen met een ander debat: dat over bezuinigingen. Regeringen hebben hun portemonnee getrokken om de ergste economische schok op te vangen. Maar door afspraken die Europese landen lang geleden met elkaar hebben genomen, zouden volgend jaar of het jaar erna opnieuw hardvochtige bezuinigingsregimes over de lidstaten uitgerold kunnen worden. 

In 2012 leidde dit bijna tot het einde van de Europese Unie. De Europese Centrale Bank moest inspringen, en houdt sindsdien de landen bij elkaar door op grote schaal schuldpapieren op te kopen. Maar dit is geen duurzame politieke oplossing. Lidstaten moeten bereid zijn te investeren in een gedeelde - misschien wel duurzame - toekomst. Het alternatief is alleen verder, wat gezien de ‘perfecte storm’ een groot extra risico zou betekenen.

Omdat de discussie over Europa zo ontzettend gelaagd is, heb ik de laatste weken met mede-correspondenten Jelmer Mommers en Marc Chavannes en gids geschreven over geld, schulden en investeringen – in Europa en Nederland, nu en voor de toekomst.

Met deze gids loodsen we je langs alle argumenten, van vrekkige bezuinigingsfanaten tot mensen die lijken te denken dat geld aan de bomen groeit. Dit artikel wordt op 11 juni gepubliceerd, en ik nodig je uit om onder het stuk met elkaar in gesprek te gaan. Er zullen die dag ook een paar economen en experts deelnemen aan het gesprek.

Ik hoop tot dan, en tot de volgende!