Ik ben altijd voorzichtig geweest met het vergelijken van de manier waarop ‘wonen’ in verschillende landen is georganiseerd. Voor ik het wist raakte ik verstrikt in een kluwen details. Zoals de definitie van ‘betaalbaar’ wonen, die overal anders is. Net als de inkomens, en de eisen aan wat een goede woning is.

Maar soms levert generaliseren nieuwe inzichten op, merkte ik toen ik vorige week meedeed aan een Die was georganiseerd door zusterplatform The Correspondent. Een uur lang las en deed ik mee met boeiende gesprekken tussen experts uit onder andere Brazilië, de Verenigde Staten, India, Zuid-Afrika en Australië. 

De discussies gingen niet over wetten en regelgeving, en of die wel helpen. De onderwerpen waarop de experts elkaar vonden, waren discriminatie en ongelijkheid. De meesten van hen komen in hun werk op voor de rechten van de mensen die het minste hebben.

Ze vertelden hoe, ondanks alle goede bedoelingen, overal ter wereld bepaalde groepen zijn uitgesloten van goede huisvesting. Hoe specifieke groepen als eerste dakloos raken door een crisis als de corona-pandemie. En waarom het een illusie is dat de markt uitkomst kan bieden. 

Kortom: het ging over de onderliggende structuren die het zo moeilijk maken iedereen onderdak te geven. Dit zijn de belangrijkste lessen die ik leerde.

Wat ik leerde van de discussie met experts van over de hele wereld

1. Wie al een onzekere woonsituatie had, wordt het hardst getroffen door de pandemie.

Het is al vaak gezegd: de lockdown onderstreept het belang van ‘thuis’ als een veilige plek. En legt bloot dat veel mensen helemaal geen veilig thuis hebben. Voor wie met een heel gezin in één kamer woont, is het moeilijk afstand houden. Laat staan voor wie dakloos is.

En alsof dat nog niet genoeg is, zijn veel overheden tijdens de coronacrisis gewoon doorgegaan met het ruimen van Volgens Shivani Chaudry van het Indiase Housing and Land Rights Network zijn in haar land tijdens de pandemie

Soms is de pandemie zelfs de officiële reden voor ontruiming. In Brazilië worden favela’s van de kaart geveegd vanwege het ‘gezondheidsrisico’ dat er zou bestaan, schrijft stedenbouwkundige Theresa Williamson uit Rio de Janeiro. ‘Maar eigenlijk heeft verwaarlozing door de overheid dat risico veroorzaakt. De favela’s moeten dus worden verbeterd en niet ontruimd.’

In de Verenigde Staten dreigt huisuitzetting voor naar schatting 30 tot 40 miljoen mensen. Zij hebben (een deel van) hun inkomen verloren en kunnen nu de huur niet meer betalen, Ook dat probleem is niet plotseling ontstaan door de pandemie, maar het resultaat van een jarenlange stijging van de huizenprijzen, terwijl de inkomens niet mee omhoog gingen. 

2. Economisch herstel is niet mogelijk zonder iets aan de ongelijkheid te doen

Tijdens de coronacrisis konden veel daklozen tijdelijk terecht in hotels. Maar van de VS tot Australië tot Nederland Het laat zien dat de coronacrisis niet de oorzaak van het probleem is, maar eerder een loep die uitvergroot wat al veel langer bestaat: de ongelijkheid op de woningmarkt. Met tijdelijke oplossingen verandert er de facto niets. 

Integendeel, het herstel na de pandemie kan juist ten koste gaan van de mensen die de steun het meeste nodig hebben. Volgens Chaudry staan in India ontruimingen van informele wijken op stapel, met ‘economisch herstel’ als officiële reden. De overheid plant dan grote infrastructurele projecten op die plek, om de economie aan te jagen. 

Het schiet dus tekort om na de pandemie alleen op de economie te focussen. In plaats daarvan

3. Wie mensen zonder veilig thuis wil helpen, moet eerst de vooroordelen over hen aanpakken

Een veelbelovende manier om dakloosheid wél aan te pakken is het Housing First-programma, Het gaat uit van de gedachte dat mensen eerst een huis als veilige basis nodig hebben, en dat ze van daaruit kunnen werken aan andere problemen, zoals verslavingen of schulden. Meestal werkt hulp aan daklozen precies andersom: ze krijgen tijdelijke opvang en moeten laten zien dat ze ‘stabiel’ genoeg zijn, voordat ze in aanmerking komen voor een eigen woning. 

Leilani Farha, voormalig VN-rapporteur voor adequate huisvesting, vindt dat laatste discriminerend. Het argument dat er niet genoeg woningen zijn voor dakloze mensen, haalt ze onderuit. ‘Wat ze bedoelen [overheden, JvB] is dat er niet genoeg woningen zijn die volgens hen geschikt zijn voor daklozen.’ Maar dat is volgens haar een kwestie van creatief denken: er zijn genoeg lege Airbnb’s en studio’s te vinden.

4. Het maakt uit wie eigenaar is van grond en huizen

Veel landen hebben uitgebreide wetgeving voor de bouw van betaalbare woningen. Maar in de praktijk komt daar vaak weinig van terecht. Zoals in Zuid-Afrika: sinds het einde van de Apartheid midden jaren negentig is de belofte van een woning voor iedereen vastgelegd in de grondwet. ‘Sinds 1994 zijn er meer dan 3,2 miljoen huizen opgeleverd’, schrijft stedenbouwkundige Jhono Bennett. Maar dat is lang niet genoeg. ‘We lopen verder achter met het aanbieden van huizen dan ooit.’

Volgens de eveneens Zuid-Afrikaanse architect Adheema Davis zijn er Ontwikkelaars die land hebben, willen rendement maken op de woningen die ze bouwen, en die worden daardoor vaak te duur voor de mensen die een huis zoeken. De betaalbare woningen die er wel bij komen, ‘Neoliberaal beleid dat ervan uitgaat dat de markt aan de vraag voldoet, faalt al een tijd en overheden hebben niet de capaciteiten en middelen in alle behoeften te voorzien’, vat de architect samen.

Bovendien zijn woningen vrijwel overal een populaire belegging geworden, wat de prijzen opdrijft. Ook al is Leilani Farha geen VN-ambassadeur meer, ze gaat gewoon door Internationale bedrijven als Blackstone En volgens Farha schenden die beleggers de mensenrechten van huurders, bijvoorbeeld als ze een pand verwaarlozen in de hoop dat de huurders vertrekken en ze er flinke winst op kunnen maken.

5. Er zijn voorbeelden van hoe het wél moet

Er zijn alternatieven, bijvoorbeeld in de favela’s in Rio de Janeiro. Williams’ ngo Catalytic Communities richt daar sinds twee jaar op, structuren waarbij bewoners samen eigenaar worden van de grond. Ieder huishouden krijgt vervolgens eigendomsrechten van hun huis. Op deze manier krijgen de favela’s een legale status, zonder dat de huizen eigendom worden van een belegger en daarmee te duur voor de huidige bewoners.

Davis ziet overeenkomsten tussen Brazilië en haar eigen land. Ook in Zuid-Afrika komen stedenbouwkundigen in actie om te voorkomen dat bewoners van hun woonplek verjaagd worden. bijvoorbeeld ondersteunt in Johannesburg groepen die hun eigen wijk willen aanpakken. Dat doen ze met trainingen, het begeleiden van groepen bij het ontwerpen en plannen van een bouwproject, en door belangenbehartiging.

Wonen als mensenrecht

De rode draad door alle bijdragen: wonen is een mensenrecht. Een goede woning op de juiste plek biedt mensen een plek in een netwerk van vrienden, familie, school, werk en gezondheidszorg. Het is de reden waarom veel (goedbedoelde) maatregelen tegen de woningnood toch niet helpen: ze plaatsen mensen ver weg van al deze dingen.

Bennett verwoordt het als volgt: ‘De tastbare/fysieke onderdelen van de stad (bijvoorbeeld gebouwen, wegen en andere infrastructuur) verschijnen niet vanzelf − ze worden bedacht, gepland en gefinancierd door mensen, die positieve en negatieve vooroordelen hebben. Zo zijn er allerlei onzichtbare variabelen die een rol spelen in de vormgeving van de ruimten waarin wij leven en die we maken.’ 

Nieuwsbrief Op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Wonen wil ik weten hoe goed en betaalbaar wonen voor iedereen mogelijk wordt. Elke week stuur ik een mail waarin ik je op de hoogte houd van mijn onderzoek en artikelen. Schrijf je hier in voor mijn nieuwsbrief

Meer lezen?

Tijdelijke minihuizen moeten de woningnood oplossen. Maar de behoefte aan woningen ís niet tijdelijk Om snel iets aan het woningtekort te doen, zet het kabinet in op ‘flexwoningen’. Tijdelijke mini-appartementen voor mensen die dringend onderdak nodig hebben. Maar kunnen woningcorporaties dat geld niet beter stoppen in permanente bouw?
Lees het artikel hier