Bloed drupt, drupt, op de witte marmeren vloer en ik heb net eindelijk uitgelezen want we zijn op vakantie, maar in dat boek gaat het over automutilatie in mondaine lofts en wordt terloops vermeld dat gevlekt marmer nooit meer écht schoon wordt – een feitje dat zich aan me opdringt nu de middelvinger van m’n lief weigert te stoppen met bloeden.

Zijn vingertop is een soort happende Pacman, maar op sympathie van onze Franse vakantiehuisgastvrouw hoeft hij niet te rekenen. Met haar spitse, donkergelakte nagels roffelt ze ongedurig tegen het deurkozijn aan de overzijde van de keuken, háár keuken, die hij probeert niet onder te bloeden. 

Ze negeert zijn verwonding en schreeuwt – maar dát ze moet schreeuwen is mijn schuld, ik kom er zo op terug – ‘Kijk, mijn kat heeft honger!’ en wijst naar het oranje beest dat op haar voeten zit. Hij durft volgens haar niet te eten, want zijn eten staat in de keuken en die bezetten wij momenteel onwettig.

De advertentie voor dit huis zei iets anders, namelijk: eigen slaap- en badkamer, gedeelde keuken, kookgerei aanwezig, maar als ik die tekst op mijn telefoon aan haar laat zien zegt ze: ‘maar zo bedoelde ik het niet’, en wat kan ik dan nog zeggen?

Ons bed was haar bed dat ze ons ‘gunde’

Met de zon en het MinBuZa als gids trekken we rond het doven van de zomer een paar weken door Frankrijk. Als wolken boven de Auvergne dreigen, nemen we de comté mee en strijken zuidelijker aan een meer neer. 

Onze verhuurder, een veertiger die haar leeftijd dagelijks in sigaretten rookt, heeft ons verblijf de afgelopen dagen al op veel manieren ongemakkelijk gemaakt. Goed ongemak, het soort ongemak waarvan je neus even opkrult, maar waar je niet veel later je schouders bij ophaalt, het is immers vakantie.

Voor iemand die vrijwillig voor geld haar huis aanbiedt op het internet, leek ze niet erg happig op deze logeerpartij

Eerst bleek dat het bed uit de advertentie haar eigen bed was dat ze ons ‘gunde’ – zelf ging ze op de bank slapen als ze gasten had. Toen bleek ze haar dagen bellend door te brengen op het, aan ons aller slaapkamer grenzende, ‘privébalkon’, en haar nachten met het spelen van Counter Strike. Allemaal niet echt een punt; dagen van zon en kaasfondue dwingen slaap af, ongeacht omgevingsgeluid.

Maar toch: voor iemand die vrijwillig voor geld haar huis aanbiedt op het internet, leek ze niet erg happig op deze logeerpartij. Nijpend wordt het als we op een avond onze boodschappen staan uit te pakken in de keuken en ze ons berispt in gebroken ‘Allo ‘Allo-Engels: ‘Koken zit niet bij de prijs inbegrepen; alleen gebruik van de magnetron.’ Na wat op-en-neer, we spreken elkaars taal onvoldoende om bijdehand te doen, zegt ze vooruit, voor één keer dan, en gaat met haar armen over elkaar in de woonkamer zitten, net in ons zicht.

Rijst koken op skere pitjes

Zo snel, stil en schoon mogelijk koken dan maar. Een snijplank heeft ze niet, dus mijn lief staat een ui te snipperen in zijn handpalm, met een broodmes. Cut, geen pleisters, waarom heeft deze vrouw witte theedoeken, de uienschillen moeten weg maar de prullenbak puilt uit van de sigaretten, kun je uienschillen meebakken?

Ons eten raakt de pan, begint te geuren, de hostess zucht met overtuiging. Afzuigkap. Ik druk alle knopjes tegelijk in en heb meteen spijt. Het vliegveld van Sint Maarten heeft een landingsbaan die direct grenst aan het strand, youtube het maar eens. Op dat strand chillen mensen, terwijl tien meter boven hun hoofd de buik van een Boeing 737 overglijdt. Dat geluid, dát geluid produceert haar afzuigkap. Ik druk op 4 t/m 1, ik druk op ‘off’, ik druk op een knopje dat geen knopje is, maar een lampje; niks.

We zullen nonverbaal door moeten. Ik denk dat mijn lief gebaart: ‘rijst is klaar, giet hem af’, yes, één stap dichter bij het verlaten van deze keuken, maar hij had maar één goede hand om mee te gebaren en bedoelde ‘schiet niet op, rijst koken op deze skere pitjes, dan kan je wel overal marmer hebben, maar met zulke apparatuur...’ en op dat moment komt onze hostess terug de keuken in. Ze knijpt haar ogen samen, alsof de afzuigkap blaast en begint dan – ik zei toch dat het mijn schuld was dat ze moest schreeuwen – te roepen dat haar kat zo niet durft te eten.

Ik krijg medelijden met de kat, hij wóónt hier, en wil bukken om op zijn ooghoogte te komen en geruststellende geluiden te maken, maar zwenk uit en raak een spatel met tomatensaus die op de rand van het aanrecht ligt. Brap, spetters.

Zij zegt niks. Ik zeg niks. Mijn lief probeert z’n vinger in z’n mond te steken maar wil ook onze staredown volgen, van links naar rechts, alsof hij tennis kijkt, ook op zijn wang zit nu bloed. Na het koken doen we meteen de afwas, ook de hare, en daarna eten we op bed, zwijgend, terwijl de lachtranen van onze wangen druipen, onze krokante rijst op.

De volgende ochtend treffen we de hostess op de oprit. Ze vraagt, in één moeite door: ‘en wat gaan jullie doen vandaag waar gaan jullie eten?’, maar we hebben nog geen idee, tips? Die avond volgen we haar advies op, het is fantastisch, dessert na. Aan tafel Jackson Pollockt onze serveerster een lepel helrode kersensaus over een smetteloze witte berg pavlova. ‘Bon appétit.’

Lees ook:

Hoe Airbnb ons helpt om nooit meer toerist te zijn Welke ervaringen scheppen het moderne leven? Airbnb, bijvoorbeeld. De miljardenstart-up die reizen voorgoed veranderd heeft door te appelleren aan het diepste verlangen van de toerist: geen toerist zijn. Lees het verhaal van Nina Polak terug