Beste,

Afgelopen week stond homofobie weer eens stevig op de agenda. Ditmaal niet vanwege onsmakelijke grappen in Veronica Inside, maar vanwege de uitspraken van een heuse minister.

Voor wie het gemist heeft: tijdens een Kamerdebat over burgenschapsonderwijs kreeg minister Arie Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) over scholen van reformatorische signatuur die leerlingen weigeren, tenzij hun ouders homoseksualiteit afwijzen in een zogeheten Partijen dienden een motie in die deze praktijk moest beletten. omdat deze in strijd is met de grondwet.

Slob beroept zich daarbij op artikel 23, waarin de vrijheid van onderwijs is vastgelegd, en artikel 6, die de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging garandeert. Dat deze grondrechten in de praktijk soms op gespannen voet staan met bijvoorbeeld het verbod op discriminatie (artikel 1), erkent de minister zelf ook. Scholen zijn volgens hem dan ook ‘wettelijk verplicht zorg te dragen voor de sociale, psychische en fysieke veiligheid van alle leerlingen’.

Toch hebben refo-scholen ook de vrijheid een mening over ‘de relatie tussen man en vrouw’ te hebben, en het recht om ouders van leerlingen te vragen deze levensbeschouwelijke opvattingen te onderschrijven, aldus Slob in het Kamerdebat.

Arie in de penarie

Zoals we gewend zijn, was de ophef die volgde snel en hevig.

Binnen een mum van tijd kwam SP-Kamerlid Peter Kwint met een motie die de hele gang van zaken als ‘volstrekt onacceptabel’ bestempelde, en de minister opriep

De motie werd vrijwel direct gesteund door GroenLinks, PvdA, en ook door Slobs eigen regeringsvrinden D66 en VVD. Toen coalitiepartner CDA zich eveneens van de uitspraken van de minister distantieerde (tekenen deed de partij echter niet), moest hij wel terugkrabbelen.

Dat gebeurde de volgende dag, buiten op het Binnenhof, ten overstaan van de veelkleurige plopkappen van de toegestroomde pers. De identiteitsverklaringen waarin gevraagd wordt om homoseksualiteit af te wijzen, noemde Slob nu een brug te ver. Bovendien, zei hij, zouden die identiteitsverklaringen juist in strijd zijn met de wet die hij een etmaal eerder had voorgelegd aan de Kamer, waarmee hij een veilige schoolomgeving wil borgen voor iedere leerling, ongeacht wie hij of zij is. Óók voor jonge homo’s, benadrukte hij nog maar eens.

Als de ideologische draai van Slob een poging was om het deksel weer ferm op de doos van Pandora te drukken, faalde het miserabel. De ochtendkranten stonden inmiddels vol schuimbekkende columns met de strekking: ‘Dit kan-nie waar zijn, anno 2020, in tolerant Nederland.’ BNN-presentator Tim Hofman startte een actie waarmee hij zijn volgers via sociale media opriep hun onvrede En bozere tongen op Twitter eisten het onmiddellijke aftreden van Slob.

Al met al leek het geheel op de politieke variant van een executie ad gladium.

Door homofobie naar de privésfeer te verbannen, wordt het ook onzichtbaar

De grootste ‘grap’ van dit alles was nog wel dat de commentatoren inhoudelijk bar weinig op de woorden van Slob konden aanmerken. Artikel 23 van de grondwet stelt aan het bijzonder onderwijs ‘eisen van deugdelijkheid’, maar garandeert niettemin ‘vrijheid van richting’. Of je het nu met hem eens bent of niet, uiteindelijk had Slob gewoon keihard gelijk: het staat scholen wettelijk gezien volledig vrij homoseksualiteit naar believen af te wijzen.

Reden voor het merendeel van de criticasters om dan nog maar eens Tim Hofman, die zich al eerder tegen de inmenging van geloof in het onderwijs uitsprak, schreef samen met Boris van der Ham van Het Humanistisch Verbond Hij kreeg bijval van Arjen Lubach, die ook al eerder het schrappen van religieus onderwijs bepleitte,

En warempel: er lijkt schot in de zaak te zitten. Lodewijk Asscher (PvdA) heeft inmiddels voorgesteld

Ik geef Asscher, Lubach en de rest geen ongelijk. Een grondwetsartikel dat staatsgesponsorde discriminatie van homoseksuele jongeren mogelijk maakt, deugt natuurlijk van geen kanten. De bescherming van deze jongeren is bovendien al vaker in het gedrang gekomen omwille van de onderwijsvrijheid.

Toch vraag ik me ook af of de afschaffing van het bijzonder onderwijs genoeg verschil zal maken. Want, zoals Lubach afgelopen zondag treffend opmerkte over de identiteitsverklaringen: ook als de identiteitsverklaring wordt afgeschaft, dan hebben we nog steeds ouders die zo’n antihomoverklaring zouden willen tekenen.

Geldt voor het bijzonder onderwijs niet precies hetzelfde? Als je het geloofsgestuurde onderwijs aan banden legt, heb je nog steeds ouders die hun kind het liefst naar een refo-school zouden willen sturen, opvattingen over homoseksualiteit incluis. En daar gaat het uiteindelijk óók om: kinderen die opgroeien in gezinnen en omgevingen waarin hun geaardheid gelijkstaat aan eeuwige hel en verdoemenis.

Natuurlijk ben ik het met Lubach eens dat het met name voor die jongeren beter zou zijn om juist op school in aanraking te komen met andere meningen dan die je van huis uit meekrijgt. Maar daarmee lopen we ook het risico dat homofobie zich meer en meer aan ons zicht onttrekt.

‘Thuis mag je geloven wat je wilt’, lees ik in veel columns van mensen die betogen dat in elk geval het onderwijs van godsdienstige invloed gevrijwaard moet zijn. Dat is natuurlijk zo, maar ergens wringt het. Natuurlijk horen onwelkome en archaïsche opvattingen over homoseksualiteit niet op scholen thuis. Maar door het integraal naar de privésfeer te verbannen, wordt het ook onzichtbaar.

En als deze week ons iets heeft geleerd, dan is het vooral dat de flagrante zichtbaarheid van homofobie de voornaamste reden is dat men ertegen in actie komt.

Dus ja, schaf het bijzonder onderwijs vooral af. Maar voorkom ook dat homofobie zich daardoor ongestoord kan nestelen in de huiskamer.

Blijf je ertegen verzetten, juist als het onzichtbaar is.

Tot slot...

...nog een leestip voor wie graag nog even doorbriest over een ander onderwerp dat steevast op de orthodox-christelijke agenda staat: journalist Amarens Eggeraat voor Vice een indringend stuk over hoe de antiabortusbeweging door de jaren heen geprofiteerd heeft van de technologie die het mogelijk maakte de foetus in de zwangere buik te bekijken. Voor het bestaan van echo’s was de ongeboren vrucht niet visueel aanwezig. Met de komst van echografieën kreeg de foetus een gezicht, het werd een individuutje met rechten waarvoor gestreden moest worden.

Dat kwam de antiabortusbeweging enorm goed uit, en inmiddels speelt het zichtbaar maken van de ongeboren foetus een enorme rol in haar strategie. Zo maken antiabortusactivisten al jaren succesvol gebruik van plastic embryopoppetjes, om op de gevoelens van mensen in te spelen.

Deze nieuwsbrief liever in je inbox? Schrijf je hieronder in, dan ploft-ie elke twee weken op je digitale deurmat! Ontvang mijn tweewekelijkse mail