2020 was voor mij een periode van ongemakkelijke groei. In een periode van eenzaamheid en isolatie nam ik de tijd om aan mezelf te werken. Ik verruilde mijn romans en thrillers voor boeken die in het teken stonden van zelfontplooiing, groei, identiteit en een vierde belangrijk thema: mentale dekolonisatie. 

Mentale dekolonisatie is het verzetten tegen systematische doordrukking van witte suprematie en de hieruit voortvloeiende kolonisatie van de geest. Wie dit doet zal geïnternaliseerde onderdrukking en aangeleerde inferioriteit zelf ontmantelen.

Ik ben Marokkaans-Nederlands en heb mijn hele leven gespendeerd in Amsterdam Oud-West. Ik was mij nooit bewust van de mate waarop de Franse, Spaanse en Arabische kolonisatie van Marokko, en de westerse kolonisatie van de halve wereld, directe invloed hebben gehad en nog steeds hebben op mij. Ik wist natuurlijk dat systematisch racisme en discriminatie bestonden, dat het slavernijverleden van Nederland nog doorwerkt in hedendaags leed. Maar aangeleerde gedragingen die hieruit voortkwamen, bij mezelf en mensen om mij heen, had ik nooit eerder als zodanig herkend. 

Ik begon met meer diepgang te kijken naar mijn omgeving en toen vielen me verschillende dingen op. Marokkaanse vrienden die Franse achternamen dragen. Surinaamse vriendinnen die hun ouders aanspreken met ‘u’. Mijn tantes in Marokko die werken voor witte huishoudens in de Spaanse enclave Ceuta.

Ik vond het als kind verschrikkelijk als ik in het weekend naar Arabische les moest, want Nederlandse kindjes deden dat niet

Ik zag het allemaal als gewoon, tot ik het vanuit een andere hoek bestudeerde. Ik kwam tot de conclusie dat dit allemaal indirect te herleiden was naar het koloniale verleden van de eerdergenoemde landen. 

Als kind schaamde ik mij om rond te lopen met henna op mijn handen, omdat kinderen het vies vonden of bleven staren. Ik vond het verschrikkelijk als ik in het weekend naar Arabische les moest, want Nederlandse kindjes deden dat niet. Ik voelde afschuw bij mijn dikke donkere wenkbrauwen als ik in de spiegel keek, want voordat topmodel Cara Delevingne ze rockte tijdens modeshows, waren ze niet hip. 

Ik dacht dat deze gedachtes normaal waren, maar nu besef ik hoe diep gekoloniseerd mijn schoonheidsidealen en maatstaven voor ‘de norm’ waren. Ik leerde van mezelf te houden op een andere manier. Ik verdiepte mij meer in mijn Marokkaanse roots en liet die idealen en geïnternaliseerde norm achter me. 

2020 heeft mij laten zien hoe belangrijk mentale (en soms fysieke) dekolonisatie is. De Black Lives Matter-protesten hebben hier een grote rol in gespeeld. Opeens stond Wij slaven van Suriname van Anton de Kom na 86 jaar in de bestsellerlijst. Werd anti-Zwarte-Piet zijn normaal en werd er een nieuwe blik geworpen op diversiteit en inclusie. Mensen van kleur werden zich bewuster van de geïnternaliseerde inferioriteit en gaven hier niet meer aan toe. 

Deze gigantische vorm van mentale dekolonisatie heeft mij hoop gegeven voor de toekomst. Ik zie hoe mensen van kleur uit gemarginaliseerde groepen opkomen voor hun rechten op manieren die een jaar geleden ondenkbaar waren, en juist nu enorm leven. 

Ik hoop dat 2021 het jaar gaat zijn van structurele veranderingen binnen de samenleving. Waarbij gelijkheid, respect, gehoor en erkenning centraal staan.

Over de beeldmaker Olivia D’Cruz is illustrator, animator en filmmaker. Ze studeerde af aan de Minerva Academie in Groningen. Haar interesse ligt in het vertellen van verhalen vanuit minderheids- en niet-menselijke perspectieven. Daarbij werkt ze met verschillende technieken als collage, illustratie, film en beeldhouwkunst. Bekijk meer werk van Olivia D’Cruz

Lees ook:

Wij vroegen experts, denkers en beeldmakers wat hen hoopvol maakt voor 2021 Na een jaar waar hoop ver weg leek, zijn we razend benieuwd naar de inzichten van mensen die bezig zijn met het vormgeven van onze toekomst. De illustraties bij de columns zijn gemaakt door net afgestudeerde beeldmakers. Lees de notitie terug Jonge mensen nemen het voortouw in de klimaatcrisis (maar zonder grootouders redden ze het niet) In landen over de hele wereld steken tieners en twintigers hun nek uit voor ambitieuzer klimaatbeleid. Dat kunnen ze niet zonder bondgenoten, zoals de ‘klimaatgrootouders’. Lees ook de column van Elian Yahye