Ruud Mulder schoffelt een bollenperk. Het regent en hij doet het vrijwillig. Dan komt Hans Lap, die zojuist nog onkruid te lijf ging bij de parkeervakken, Ruud vertellen dat ‘ie ‘helemaal niet goed bezig is.’ Dat uitgebloeide bollenperk moet er gewoon zo bij blijven liggen, ja. Die bollen moeten namelijk volgend jaar weer opkomen. En dat gaat niet lukken als Ruud ze allemaal kapot schoffelt. Hans had toch gezegd dat Ruud onder die heg moest wezen? Daar, waar het onkruid over de stoep woekert?

Gezelligheid in de buurt, dat is een van de belangrijkste dingen die De Braamsluipers terugkrijgen voor het vrijwillig onderhouden van het groen in hun wijk. De Braamsluipers, ruim vijftien mensen vernoemd naar de vogel die in de wijk te horen was tijdens de oprichting, horen bij het Sinds de zomer van 2010 beheren de bewoners van de wijk Hoekwierde in Almere zelf de openbare ruimte, de speelplaatsen, al het groen, de prullenbakken, de bankjes. In ruil voor tienduizend euro per jaar en wat materiaal van de gemeente, die geld bespaart omdat ze het zelf niet hoeft te doen. Zo heeft het buurtje, 142 woningen in totaal, een grote maaimachine aangeschaft. Een paar buurtbewoners gingen op cursus om het ding te bedienen en te onderhouden. Lap: ‘Ik heb een diploma!’

Het begon uit onvrede, vertelt bewoner Nicolette van der Ben (75) in haar woonkamer. ‘We hadden er geen vertrouwen in dat de gemeente het groen goed zou onderhouden.’ Hoekwierde is een van de oudste buurten van Almere, gebouwd in 1976, en was in ruim dertig jaar een halve meter gezakt. Met een grootscheepse ingreep werd de hele buurt, met alle infrastructuur onder de grond, opgekrikt. Twee jaar duurde het. ‘Het was zo mooi geworden. Een aantal bewoners nam toen het initiatief om het ook mooi te houden.’

‘Daar zat vorig jaar een ijsvogel’

Het buurtje heeft heel veel groen. Brede plantsoenen met heggen en planten langs wandel- en fietspaden. Sloten met gras erlangs, perken, twee bosjes en een speelveld. ‘De wijken die later gebouwd zijn hebben veel minder groen,’ zegt Van der Ben. Juist die natuur was voor haar de belangrijkste reden om naar Hoekwierde te verhuizen. Ze woont er nu zes jaar.

‘Ik denk: je hebt zelf een tuin. Maar als mensen er een tuin van willen maken, dan moet dat kunnen. Als ze het maar goed verzorgen’

Ze leidt mij rond door de buurt. ‘Kijk, daar zat vorig jaar een ijsvogel. Buurtbewoners hebben een nieuwe plek voor hem gemaakt, een zandbult op een beschutte plek langs de sloot. Het is afwachten of hij zich daar prettig voelt en er ook een nest maakt,’ zegt Van der Ben. Ze wijst op de keurig geschoffelde plantsoenen langs het fietspad, op de helling naar de sloot, waar tussen nieuwe aanplant een bankje staat. ‘Hebben bewoners van die hoek daar gedaan.’

Van der Ben vindt dat het de primaire taak van de buurt is om de openbare ruimte te onderhouden. Van haar hoeft al dat creatieve niet zo. Aan de andere kant van de buurt wijst ze op een vrolijk stuk ongeorganiseerd groen. ‘Ik denk: je hebt zelf een tuin. Maar als mensen er een tuin van willen maken, dan moet dat kunnen. Als ze het maar goed verzorgen.’

De schouders eronder

De Braamsluipers werken elke donderdagavond. ‘Wie zin heeft, komt. Het hoeft niet. Je krijgt niet te horen: waarom was je er niet?’ zegt Van der Ben.

Elke laatste zaterdag van de maand zet de héle buurt de schouders eronder, voor ander werk aan de wijk. Maar liefst negentig mensen helpen regelmatig. ‘Ja hoor, we weten precies van welk nummer ze niet meedoen. Maar dat geeft niet,’ zegt van der Ben. De buurt heeft een jeu-de-boulesbaan aangelegd op het speelveld. Er staan nu doelpalen en kale bomen om in te klimmen. De buurt heeft wandelroutes aangelegd, bij elk rood paaltje in de wijk is een verhaal te beluisteren of te lezen. Er werden kunstwerken geplaatst, kinderen schilderden prullenbakken. Nieuwe bankjes werden neergezet en vogelkastjes opgehangen.

De buurt krijgt inmiddels regelmatig bezoek, ook uit het buitenland. Ambtenaren willen weten: hoe gaat dat nou, dat zelfbeheer? Waarom gaat het in Hoekwierde zo goed? In tijden van bezuinigingen willen of kunnen gemeenten geen geld meer vrijmaken voor wijkonderhoud, maar in de nieuwe participatiesamenleving zou dat geen probleem hoeven zijn, is de gedachte.

Mulder, leunend op zijn schoffel, is kritisch over zelfbeheer als oplossing. ‘Wij doen het niet om de gemeente te ontlasten. We doen het omdat we het zelf graag willen.’ En in Hoekwierde gaat dat goed. Bewoners van de aanpalende wijken komen zelfs af en toe meehelpen, aangestoken door het enthousiasme van hun buren. In ruil daarvoor ondersteunen De Braamsluipers het onderhoudsteam van hun wijk.

Lees ook over: kunst tegen de leegstand We zien het overal om ons heen: leegstaande huizen en kantoren, bouwprojecten die door de crisis stil zijn komen te staan. Wat te doen als je project vooral uit glimmende folders bestaat? Dit project in Flevoland heeft van leegstand kunst gemaakt. Lees: ‘Leegstand tegengaan? Maak er natuur en/of kunst van!’

In Flevoland: Ook natuur kan tegenwoordig gecrowdfund worden Veel subsidies voor natuurbeheer verdwijnen. Ondernemer Theo Hogendoorn is daarom een online platform begonnen waar nieuwe natuur gecrowdfund kan worden. Zo moet er in Flevoland een oeverzwaluwbroedmuur moet verrijzen. Lees hier het stuk

Ook in Flevoland: het passiefhuis Na een maand inspirerende voedselinitiatieven in Gelderland gaat de reis door naar Flevoland. In deze provincie zal de komende maand het thema ruimte onder de loep genomen worden. Vandaag: volledig onafhankelijk wonen in het passiefhuis van Sixta Finsy-Besseling. Lees: ‘De bewoners van dit huis zijn al onafhankelijk van Russisch gas’

En: Hoe je van dodelijk slib een florererend natuurgebied maakt In het Markermeer komt een nieuw, uniek natuurgebied, gemaakt van slib uit het meer zelf. Dat slib bemoeilijkt normaal gesproken juist het ontstaan van leven, maar daar lijkt nu een oplossing voor gevonden. Lees hier de reportage