In Turijn mag ik een ruimteschip in aanbouw komen bekijken, de ExoMars 2. Hoewel het vaartuig geen plaats biedt aan reizigers, zover is het nog niet, heeft het wel een robot aan boord die als een rups uit het landingstoestel moet kruipen om her en der gaten in de Marskorst te boren. Het schijnt dat ik als belastingbetaler aan de bouw van deze Europese Marsverkenner bijdraag. Aan Italië de eer om het geheel stofvrij in elkaar te zetten en gereed te maken voor vertrek, in een speciale hangar van de ruimtewerf Thales Alenia in Turijn. 

Anders dan ik dacht staat het voorvoegsel ‘exo’ uit ExoMars niet voor ‘exotisch’, maar voor ‘exobiologie’, de leer van het buitenaardse leven. In de woorden van een pr-dame draait de ExoMars-expeditie ‘om de vraag van David Bowie: Is there life on Mars?’ 

Zelfs als er geen enkel fossiel levensteken kan worden opgevangen, is de missie nog niet mislukt. De robot op wielen zal in de omgeving van de lander uitkijken naar ondergronds ijs en geschikte plekken voor toekomstige menselijke bewoning. Vrij naar het idee van Mohammed en de berg: ‘Is er geen leven op Mars, dan gaan we het er brengen.’

Eenmaal eerder was ik in Turijn. Behalve de straathoek waar Nietzsche een afgeranseld koetspaard om vergiffenis had gesmeekt, bezocht ik er de Johannes de Doperkathedraal. Ik kwam voor de lijkwade. 

‘In de rij voor een afdruk van een afdruk,’ noteerde ik in mijn agenda van 2009. Het was kort na drieën, de kerkdeuren waren na de middagsluiting juist weer opengegaan. Voor mij stond een drogisterijmedewerkster die op weg naar huis (‘Elke dag, na het werk’) kwam bidden voor La Sacra Sindone. Ze drapeerde een sjaaltje over haar krullen en knielde in de richting van het linnen kleed. In de stof tekende zich het silhouet af van een mansfiguur, plus een paar bruine vlekken die zouden getuigen van zijn marteldood, tweeduizend jaar geleden. 

De vergeelde doek met een lengte van vier meter ligt opgeborgen in een kist in een zijkapel. Het origineel, door verschillende onderzoekers bestempeld als een middeleeuwse vervalsing, wordt slechts eens in de vijf jaar aan de gelovigen getoond. Dan komt ook de paus en staan er dranghekken buiten op het plein. De rest van de tijd moeten de bezoekers het doen met een tentoongesteld namaaksel (van een namaaksel?). 

In de Johannes de Doperkathedraal genoot ik van een beschilderde nis waarin engelen rondvlogen als vogels in een volière. Al ben ik opgevoed met een minimum aan bangmakerij, toen ik nog op de lagere school zat, vreesde ik het Alziend Oog. Vanaf het moment dat ik er op vakantie eentje had gezien in de nok van een koepelgewelf wist ik me bespied. Omdat ik onder cameratoezicht van de Almachtige stond, durfde ik nog geen appel te stelen.

Een lichter gevoel kreeg ik bij de illustraties in mijn kinderbijbel. Neem de schilderijen en tekeningen van de hemelvaart: je ziet de discipelen van schrik achteruitdeinzen, terwijl hun meester verticaal uit hun midden opstijgt naar de wolken. Al mijmerend legde ik een verband met de Saturnus V-raket die zich, na het wegklappen van de torens op het lanceerplatform, statig als een acrobaat van de grond verheft.

Jaren later ontdekte ik dat Salvador Dalí een vergelijkbare associatie moet hebben gehad toen hij de hemelvaart van Christus schilderde. Het door hem gekozen perspectief is van onderaf. Wij, de achterblijvers, kijken tegen bevuilde voetzolen aan, terwijl Jezus met gespreide armen in een zuil van licht omhoogzweeft. Dalí had dit schilderij gemaakt toen hij op een ochtend in 1958 ontwaakte uit een ‘kosmische droom’ waarin hij de Messias had zien opgaan in de kern van een atoom.

ExoMars 2 is te duur en te prestigieus om in een sof te eindigen. Op het spel staat de ambitie van Europa om nu de sprong naar Mars te maken. Willen we het verlies van de koloniën tenietdoen? Ons meten met andere grootmachten?

Dat er onderweg van alles kan misgaan is een understatement. Verschillende Amerikaanse en Sovjet-Russische Marssondes zijn aan hun bestemming voorbijgeschoten omdat ze verkeerd kwamen aanvliegen. Deze vaartuigen slaagden er net niet in om zich door het zwaartekrachtveld van Mars, een minuscuul vlindernet in de leegte, te laten vangen. 

Een object neerzetten op Mars is een nog hachelijker onderneming. Hoe laat je een schip dat met twintigduizend kilometer per uur de ijle Marsatmosfeer binnendringt níét te pletter slaan? Een geslaagde afdaling is zeldzamer dan een mislukte. In de afgelopen vijftig jaar heeft de mensheid een half dozijn landers als eieren tegen de rode planeet stukgesmeten. 

In de afgelopen vijftig jaar heeft de mensheid een half dozijn Marslanders als eieren tegen de rode planeet stukgesmeten

Met haar ExoMars-missie doet de Europese Ruimtevaart organisatie ESA een gooi van 1,3 miljard euro. De ExoMars 1, ook in Turijn geassembleerd, was in 2016 ter verkenning vooruitgestuurd. Aan boord bevond zich een lander, nauwelijks groter dan een picknicktafel. Dit uitklapbare toestel diende aan een parachute op de Vlakte van Meridiani te worden afgeleverd.

Na een interplanetaire reis van meer dan tweehonderd dagen liet de ExoMars 1 zich in oktober 2016 keurig vangen door het zwaartekrachtveld van de rode planeet. De lander ontkoppelde zich van de orbiter en zette zijn duikvlucht in. Op 12 kilometer hoogte opende zich het valscherm. Amper een minuut later wierp de module zijn hitteschild af – op 7.800 meter boven het oppervlak. Hierna ontbrandden de stuwmotoren, om als onderdeel van de remprocedure dertig seconden tegengas te geven. Maar de tijdcode klopte niet. Het gebeurde te vroeg. Alsof het systeem de fout zelf herkende, sloegen de motoren na drie seconden alweer af. Of was de lander op zijn pootjes terechtgekomen? Nu al? Niemand die het wist, want de verbinding verbrak en het signaal op de monitoren van de vluchtleiders viel weg.

Op foto’s van het wrak (twee dagen later gemaakt door een orbiter van de NASA) zijn behalve de inslagkrater alleen de parachute en een stuk van het hitteschild te zien. Teruggerekend moet de lander van de ExoMars 1 met een snelheid van 570 kilometer per uur op de Vlakte van Meridiani zijn ingeslagen.

ExoMars 2 zal het verlies goedmaken. 

Welbeschouwd was Jezus van Nazareth een ruimtevaarder avant la lettre. En niet de enige ook. Al in het Oude Testament dalen er engelen uit de hemel neer en stijgen ze weer op, langs ladders die tot aan de sterren reiken. Op een iets lager niveau daalde Zeus bij de oude Grieken van de Olympus af om zijn zoon Heracles in een strijdwagen met vierspan mee te voeren in een wolk. 

Ook Dante vaart ten hemel. Hij reist naar de maan en van daar via de zon en de planeten tot aan de door engelen omringde troon van God. Voor vertrek in Canto 1 van ‘Paradiso’ vertelt hij hoe hij kracht put uit de ogen van zijn muze en leidster Beatrice, die hem leert om tegen de zon in te kijken. In plaats van verblind raakt hij verlicht, waarna ze samen opstijgen: 

Of ik mij van mijn lichaam had ontdaan Weet U die wij als Oppermacht vereren En die mij op Uw licht omhoog deed gaan.

– Canto 1, 73-75 

In De Goddelijke Komedie laat de dichter zich van de ene naar de andere hemelsfeer leiden, almaar hoger. 

Bij aankomst op Mars vertelt Dante dat de bodem er rood is van het bloed van de martelaren van het geloof. In deze vijfde hemel hebben zij het eeuwig leven, onder een ‘vurig rode schittering’ van twee stralenbundels: 

Zoals de Melkweg, witte baan van kleine

En grote sterren, na zonsondergang

Het zwerk tooit, raadsel voor de beste breinen 

Zo vormden deze in hun samenhang Hoog in de sfeer van Mars een heilig teken: Een kruis, het viertal armen even lang. 

– Canto 14, 97-102 

De uitnodiging om de ExoMars 2 vanachter glas te mogen bezichtigen kreeg ik van Maria Antonietta Perino. Deze ‘Turijnse brunette’ (haar eigen woorden) gaf als adjunct-directrice van Thales Alenia leiding aan ambitieuze bouwprojecten in de ruimte, variërend van een astronautenhotel op de maan tot ‘Gateway’ – een nieuw overstapstation voor interplanetaire reizen dat al over enkele jaren rond de maan moet cirkelen.

Ik had dr. Perino ontmoet op een ruimtevaartsymposium in Bangalore, in het zuiden van India. Dit was in januari 2020, toen vliegen nog heel gewoon was. Op het podium van de congreszaal liep ze als een cabaretière heen en weer, met in haar handen een microfoon, een leesbril en een laserpointer. Haar toehoorders nam ze mee op een virtueel bezoek aan iglo-vormige slaapkamers van maanstof. ‘Why we want to go to the moon?’ Maria Antonietta sprak Engels op de zangerige tonen van het Italiaans. ‘Because she is there!’ Misschien was dát het en viel er inderdaad niets anders over te zeggen. Zou de maan niet hebben bestaan, dan hoefde je er ook niet naartoe. Maar omgekeerd leek die redenering me toch wat mager, daarvoor was het verlangen te groot.

‘Why we want to go to the moon? Because she is there!’

Wijzend op het bedrijfsmotto van Thales Alenia – Finding solutions for tomorrow’s problems – voorspelde ze dat de mensheid binnen tien jaar een eerste delegatie naar Mars zou afvaardigen. De maan was – as we speak – in afwachting van de komst van de eerste vrouw, die de NASA aldaar in 2024 wil afzetten (samen met een collega). Maar nu eerst stonden er vier onbemande verkenningsschepen klaar voor vertrek naar Mars. 

De ExoMars 2 bleek niet eens uitzonderlijk. Ook de Verenigde Arabische Emiraten legden de laatste hand aan een Marsrobot. Sinds Dubai over de hoogste wolkenkrabber van de wereld beschikt, hadden de emirs de lat nog hoger gelegd. Ze stonden klaar om hun sonde, Hope, het heelal in te slingeren, vergezeld van de belofte om nog deze eeuw een Arabische kolonie op Mars te stichten. 

Naast hen in de startblokken stonden de Chinezen. Het Chinese team bracht de Chang’e 5 in stelling: een orbiter, een lander en een rover in één. 

De Amerikanen op hun beurt waren van plan dit te overtroeven met een lander, een rover én een helikopter – opgevouwen in de Mars 2020. 

Na afloop van haar speech had ik Maria Antonietta gecomplimenteerd met haar optreden. Bij een Italiaanse espresso in de Indiase hotellobby vroeg ik haar of ze geen astronaut had willen worden. 

Haar mondhoeken krulden. ‘Dat wilde ik al vanaf mijn achtste. Weet je waarom?’ 

Ik probeerde haar leeftijd te schatten en dacht dat ze een paar jaar ouder moest zijn dan ik. 

‘Als meisje van acht zag ik astronauten op de maan huppelen. Het leek of ze dansjes maakten, en toen dacht ik: als ik groot ben wil ik ook naar de maan.’ 

‘En?’ 

‘Ik heb de astronautentraining gedaan, maar ben uiteindelijk niet geselecteerd.’ 

Hoe vaag de herinnering ook was, ik zag mijn zus en mijzelf in pyjama de trap af sluipen. Onze moeder, die ook wilde kijken, had ons gewekt. In de huiskamer zat pa al aan de antenne te draaien voor de beste ontvangst. De krant van de volgende dag, het Algemeen Dagblad van 22 juli 1969, bewaarde hij speciaal voor ons. MENS OP MAAN, een grotere letter was ondenkbaar. Ik was vierenhalf. Er moeten opgewonden commentaarstemmen hebben geklonken, maar ik kan alleen terugroepen hoe we daar dicht bij elkaar op het tapijt zaten voor een flakkerend scherm.

De deadline om mijn naam mee te sturen naar Mars is verstreken. Net te laat hoorde ik van dit aanbod van de NASA. 10.932.295 aardbewoners waren alerter, onder wie anderhalf miljoen Indiërs en twee miljoen Turken. Zij hebben zich voor 30 september 2019 op de ‘Send your name to Mars’-website aangemeld. In ruil voor hun registratie heeft een elektronenbundel hun namen gegraveerd op drie chips zo klein als een vingernagel, die boven op het karretje van de Mars 2020 zijn bevestigd. 

Ik probeerde de portee hiervan op me te laten inwerken.

Wat is de drijfveer om het heelal te willen verwittigen van je bestaan? Het moest te maken hebben met eenzaamheid. Hoe bijzonder het ons als soort ook maakt, we willen niet de enigen zijn – daarvoor is het heelal te groot en te koud.

Elke deelnemer, zo las ik, ontving ook een ‘instapkaart’ met de vluchtgegevens:

Lanceerplaats: Cape Canaveral, Florida, Aarde. Bestemming: Jezero-krater, Mars.

Gepland vertrek: juli 2020.

Geplande aankomst: 18 februari 2021.

Ook als het om een echte reis ging, zonder kans op terugkeer, dan nog verdrongen zich de gegadigden. Het Nederlandse bedrijf MarsOne was weliswaar in 2019 failliet gegaan, maar wist in korte tijd duizenden vrijwilligers te werven die klaarstaan om naar de rode planeet te verhuizen. Hun offerbereidheid leek op die van martelaren. 

Wat verwachten we op Mars te vinden dat ons op aarde ontbreekt?

Wat verwachten we op Mars te vinden dat ons op aarde ontbreekt? Als uit één mond zeggen de kandidaat-kolonisten niet te worden gedreven door roem. Anders dan bij gangbare vormen van emigratie, waar push- en pullfactoren spelen, voelt niemand de drang om de aarde de rug toe te keren. Liever willen ze de toekomst tegemoet snellen.

Verschillende aspirant-Marsbewoners halen poëtische motieven aan. ‘De toekomst is aan hen die geloven in de schoonheid van hun dromen.’ De behoefte aan ruimte, een uitweg uit de drukte, daar hoor je niemand over. ‘Lebensraum’ is sowieso een besmette term; het is eerder Fernweh, de zucht naar het onbekende. Een van de kandidaten citeert de Amerikaanse astronoom-futuroloog Carl Sagan: ‘In een mistig verleden ontstonden in het inwendige van de sterren de atomen waaruit wij zijn opgebouwd. Als wij nu naar de ruimte reizen keren we in zekere zin terug naar onze oorsprong.’ 

In het verlengde van deze ‘wij zijn allen sterrenstof ’-gedachte zegt een ander dat de ‘bestemming van de mens’ in de ruimte ligt. Het toekomstland bestáát. Het bevindt zich alleen verder weg dan we dachten en is moeilijker te bereiken, maar ginds gaan we met een schone lei een nieuwe, betere wereld scheppen.

Het is maandag 24 februari 2020. Tien dorpen ten oosten van Milaan zijn daags tevoren van de buitenwereld afgesneden. De volgende dag komt het bericht dat het carnaval van Venetië halsoverkop wordt afgelast. Optochten van de bezweerders van de zwarte dood, uitgedost met gesnavelde maskers, rafelen uiteen. In hun plaats verschijnen artsen en ambulancemedewerkers met plastic kappen, latex handschoenen en beschermende pakken. Geen krant laat onvermeld dat het woord ‘quarantaine’ uit de tijd van de pest stamt en is afgeleid van de veertig (quaranta) dagen die schepen in de lagune van Venetië voor anker moesten gaan, voor ze mochten afmeren.

Na het carnaval en de wintersportvakantie spoelt de besmettingsgolf over de Alpen. Op CNN lees ik: ‘Pandemie haalt het slechtste in de mensheid naar boven.’ Ik erger me aan de gratuite kop, de stemmingmakerij. Waarom leveren doemscenario’s zoveel pageviews op – vanwaar deze collectieve flirt met het ondergangsdenken? ‘Elke ramp is een roep tot bekering,’ verkondigt het Reformatorisch Dagblad

Uit opstandigheid besluit ik gewoon op het vliegtuig naar Turijn te stappen. Maar dan halen de omstandigheden me in. Op de laatste dag van februari laat Maria Antonietta weten dat geen enkele bezoeker de slagboom van Thales Alenia nog mag passeren. Ze stelt voor onze afspraak ‘een paar weken’ te verschuiven.

Drie ruimtevaarders leggen vlak voor vertrek naar het internationale ruimtestation ISS een verklaring af: ‘Het is een vreemde tijd om te reizen. Maar wij vertrekken nu naar de veiligste plaats, weg van de aarde.’ Beneden mogen priesters geen hosties meer op de tong van de gelovigen leggen en het duurt niet lang of alle samenkomsten zijn uit den boze. Met de zegen van de paus wordt op Stille Zaterdag de lijkwade van Turijn getoond. Online. 

Op 10 maart valt het besluit om de lancering van de ExoMars 2 met twee jaar uit te stellen. Medewerkers in maanpakken plaatsen het ruimteschip zélf in quarantaine. Thales Alenia in Turijn brengt een cleanroom in gereedheid. De Europese Marsverkenner wordt in een isolatiekamer van het type ISO-7 opgeborgen, waar de luchtzuivering optimaal is. Het is zaak dat er zich in de tussentijd geen enkele microbe aan het vaartuig kan hechten. Vooral dít scenario moet worden voorkomen: dat de ExoMars kiemen van leven op Mars zal aantonen die het zelf eerst uit een pandemie op aarde heeft opgepikt.

Dit is een aangepaste voorpublicatie uit ‘De kosmische komedie’, dat op 9 februari verschijnt bij

Meer lezen?

Van Atacama tot Dwingeloo zoeken sterrenkundigen naar een tweede aarde Zijn we alleen in het heelal? Op een van de oudste vragen van de mensheid komt (heel) langzaam een antwoord in zicht. Ik sprak twee sterrenkundigen die zich bezighouden met de zoektocht naar een ‘tweelingplaneet’ van de aarde. Lees het artikel