Ze merkt in haar gesprekken met kinderen met autisme of sociale angsten dat de coronatijd soms wel even lekker rustig is. Seniorarts kinder- en jeugdpsychiatrie en orthopedagoog Els Hofman: ‘Minder drukte, minder afspraken, niet meer opzien tegen dat grote familiefeest met alle neefjes en nichtjes.’ Maar voor de kinderen die ze behandelt is de lijst met negatieve gevolgen volgens Hofman ‘duidelijk langer’ dan die met positieve. 

Ze behandelt kinderen met psychiatrische stoornissen in de leeftijd van twee tot achttien jaar bij LUMC Curium in Gouda. Ik spreek haar, omdat ik benieuwd ben Die was al in crisis voor de pandemie.

Hofman voelde afgelopen jaar naast de lockdown dus ook de gevolgen van de decentralisatie in haar werk. ‘Er wordt veel bezuinigd en behandelingen moeten sneller uitgevoerd of afgeschaald worden, maar ik voel me nog steeds vrij om te bepalen hoe ik kinderen help. Als ik kan onderbouwen: deze behandeling is nog niet klaar, dan wordt hij ook niet gestopt.’

Ze zag het afgelopen coronajaar in haar organisatie ‘niet meer crisis dan in de jaren ervoor’. Ook is ze positief over wat in jargon heet: ‘de zorg dichter op het kind organiseren’, een doel van de zorgtransitie. Hofman: ‘Het is goed dat nu kritischer wordt gekeken naar hoelang hulp nodig is en of er zorg kan worden georganiseerd in de thuisomgeving of via een huisarts.’

Ze noemt het positief dat ze de laatste jaren meer thuis in de gezinnen zijn gaan werken. ‘Samen met andere mensen die om het gezin heen staan, zoals de school, de huisarts of betrokken hulpverleners van andere organisaties. Tijdens de lockdown was het helaas ook lastiger om thuis te komen bij gezinnen, of kinderen op school te ondersteunen.’

Kinderen die wel nog binnen de muren van de polikliniek worden behandeld, komen bij Hofman terecht. Hoe veranderden die ontmoetingen sinds de pandemie?

Online werken heeft óók voordelen

Psychiatrische behandelingen van kinderen gaan sinds het uitbreken van de pandemie zo veel mogelijk fysiek op locatie door, vertelt Hofman. Gesprekken met oudere kinderen vinden nu soms wel online plaats. ‘Dat vinden ze vaak nog prettiger ook. Voor een puber van dertien is de fietstocht van en naar zijn psychiater niet het favoriete deel van de week. Ze schamen zich – wat als iemand je daar naar binnen ziet gaan?’

‘Voor een puber van dertien is de fietstocht van en naar zijn psychiater niet het favoriete deel van de week. Ze schamen zich – wat als iemand je daar naar binnen ziet gaan?’

Vanwege de privacy van haar patiënten kan Hofman niet ingaan op specifieke casussen, maar ze ziet een aantal grotere bewegingen. Er zijn lichtpuntjes voor de werknemers: ‘Dat online vergaderen moeten we erin houden, het was altijd a hell of a job om collega’s uit alle uithoeken van het land bij elkaar te krijgen. Dan wordt er eerst nog koffie gedronken, bijgekletst, gevraagd: “En, was het druk op de weg?” Nu hebben we veel meer tijd om daadwerkelijk over het helpen van gezinnen te overleggen.’

Tot zover de lijst met positieve effecten.

Als ouders de wind al mee hadden, gaat het nu vaak nog relatief goed met de kinderen

‘Voor kinderen met bijvoorbeeld autisme of ADHD, die veel structuur en regelmaat nodig hebben, is alle voorspelbaarheid weggevallen.’ Terwijl die voorspelbaarheid een belangrijk anker in hun dagelijkse leven is, zegt Hofman. ‘Nu is er elke week een nieuwe persconferentie op tv, met nieuwe regels en nieuwe voorspellingen.’

Veel kinderen worden daar onrustig of bang van. Hofman: ‘Ze kunnen doorschieten in niet-reële gedachten. Bijvoorbeeld over dat hun opa en oma doodgaan, want die zijn immers oud, of dat de crisis nooit meer overgaat. Ik heb ook kinderen gesproken die denken dat de pandemie een straf van God is.’

Hofman maakt zich zorgen over een toename van kindermishandeling, nu gezinnen waarin het al stroef liep hele dagen boven op elkaar zitten. Ook scholen voor speciaal onderwijs, waar veel van de kinderen waarmee ze werkt naartoe gaan, zijn tijdens de lockdown gesloten. ‘Het gaat thuis dan ook vaker mis. Ik verwijs veel gezinnen door naar de noodopvang.’ 

Gezinnen waarin het volgens Hofman wel goed gaat, beschrijft ze zo: ‘Ouders die sowieso de wind al meer mee hebben. Die zelf geen psychiatrische stoornis hebben, die een goede relatie hebben, die geld en ruimte hebben voor thuisonderwijs, die goed zijn in plannen.’

De groep die Hofman ‘starters’ noemt, is volgens haar extra kwetsbaar: ‘Kleuters die voor het eerst naar school gaan in de lockdown, brugpiepers en jongeren die met een vervolgopleiding beginnen. Hoe leer je als kleuter je juf kennen vanaf een beeldscherm, hoe oefen je samen te spelen met andere kinderen?’

Ook maakt de lockdown kinderen extra onzeker, ziet ze. ‘Een brugklasser, net gestart op de middelbare school, wiens enige contact met klasgenoten via de webcam plaatsvindt. Die denkt: vinden ze dat ik er stom uitzie? Zit ik te dicht bij de camera? Ziet mijn huis er lelijk uit? Hebben al die kinderen op dat scherm onderling wél contact? Ben ik de enige die nog geen vrienden heeft gemaakt? Tel daar een angst- of autistische stoornis bij op, en je voelt je al snel het eenzaamste kind ter wereld.’

Wanneer Hofman vertelt over hoe ze de kinderen in haar praktijk geruststelt, word ik er zelf spontaan kalm van. ‘Creëer zelf voorspelbaarheid en houd het klein. Zeg elke dag opnieuw: dit zijn nu de regels, die volgen we op, dat is het enige dat we hoeven te doen. Vandaag hoef je alleen je huiswerk te maken en daarna gaan we wat lekkers eten. De grote mensen lossen het wel op.’

Lees ook:

Eindelijk zou de crisis in de jeugdzorg worden aangepakt. Toen kwam corona Na een vernietigend inspectierapport, eind 2019, is glashelder dat de Nederlandse jeugdzorg in nood is. Wat er nodig is: minder papierwerk, minder managers, meer geld en tijd voor zorg. Maar wat is daarvan terechtgekomen sinds die andere zorgcrisis, corona, opeens uitbrak? Daarover bel ik met Maaike van der Aar, die zich namens vakbond FNV inzet voor een volledig nieuw jeugdzorgstelsel. Lees ook dit stuk over wat er aan de hand is in de jeugdzorg