Een klimaatautoriteit die ministeries op de vingers tikt als klimaatdoelen niet gehaald worden, een generatietoets die de belangen van jongeren centraal stelt in al het klimaatbeleid, en een Het zijn ideeën waar het nieuwe kabinet mee aan de slag moet volgens De groene jongerenorganisatie stond vorig jaar bovenaan de van Trouw en hoopt van de komende verkiezingscampagne maar één ding: dat het klimaat een grotere rol gaat spelen. 

Greta Thunberg (18) is misschien wel de bekendste klimaatactivist ooit, en de door haar geïnspireerde klimaatstakingen kregen in 2019 miljoenen scholieren en studenten op de been. De Jonge Klimaatbeweging ziet zich als onderdeel van dezelfde beweging: de jonge generatie die haar plek opeist in het klimaatdebat. ‘Wij willen niet dat jongeren alleen maar aandacht vragen voor klimaatverandering. We moeten ook meebeslissen over het beleid’, zegt voorzitter Werner Schouten (22). 

Die plek wist de Jonge Klimaatbeweging te bemachtigen toen zij in 2018 namens de Nederlandse jongeren deelnam aan de klimaattafels, een serie rondetafelgesprekken waar de basis werd gelegd voor het Uiteindelijk ondertekenden de jongeren het akkoord niet. Schouten: ‘De maatregelen zijn te vrijblijvend, terwijl we juist geen tijd te verliezen hebben.’ 

De Jonge Klimaatbeweging is ‘voor en door jongeren’. Waarom is het belangrijk dat jongeren zich als groep verenigen als het gaat om klimaatverandering?

‘Jongeren van nu gaan te maken krijgen met de grootste gevolgen van klimaatbeleid én gaan uiteindelijk de meeste kosten dragen. Onze rol in deze discussie is dus anders, omdat wij eind van de eeuw zelf ook nog op deze aarde rondlopen. Wat wij vier jaar geleden zagen, was dat geen enkele lobbyclub in Den Haag zich specifiek inzette voor de belangen van jonge en toekomstige generaties. In dat gat zijn wij toen gesprongen. We richten ons op iedereen tussen de 16 en 32, dus dat zijn vooral studenten en jongeren die nieuw zijn op de arbeidsmarkt.’

‘Dat betekent niet dat de klimaatcrisis een strijd is tussen jong en oud: een duurzamere wereld is in het belang van iedereen. Maar als jonge generatie hebben we vaak wat meer een gunfactor. Klimaatbeleid gaat over ons.’

Wat voegen jullie als jongerenorganisatie toe aan de klimaatdiscussie?

‘Om de aarde ook voor onze generatie leefbaar te houden is het belangrijk dat we de uitstoot tot maximaal 1,5 graad beperken. Dat betekent dat we de samenleving nu al radicaal anders moeten inrichten. Qua standpunten zitten we dus vaak op een lijn met de gevestigde milieuclubs. Wat wij vooral doen is jongeren zelf een stem geven in klimaatbeleid – ook de jongeren die uit zichzelf niet per se geïnteresseerd zijn in duurzaamheid.’

‘Wij laten aan beleidsmakers zien dat er voor veranderingen die nu vaak nog worden gezien als controversieel al brede steun is onder onze generatie. We staan bijvoorbeeld meer open voor zon- en windenergie dan oudere generaties. Jongeren hechten ook minder waarde aan eigen autobezit: we vinden bereikbaarheid belangrijk, maar dat kan wat ons betreft ook via een beter ov-netwerk.’

Net als de gevestigde milieuorganisaties willen jullie dat er dus vooral meer gebeurt als het gaat om klimaatbeleid. Zijn jullie het soms ook oneens?

‘Wij zijn denk ik wat minder dogmatisch dan de traditionele milieubeweging. Het belangrijkste voor ons is dat we de uitstoot tot die 1,5 graad beperken, het maakt ons wat minder uit hoe je dat doet. Onze voorkeur gaat uit naar zonne- en windenergie. Maar als dat niet voldoende blijkt te zijn om de CO2-uitstoot te beperken, willen wij de optie van openhouden.’

‘Onze voorkeur gaat uit naar zonne- en windenergie. Maar als dat niet voldoende blijkt te zijn om de CO2-uitstoot te beperken, willen wij de optie van kernenergie openhouden’

Je noemde dat jongeren autobezit minder belangrijk vinden dan oudere generaties. Komt dit niet ook omdat zij geen weekendboodschappen moeten doen voor het hele gezin, of ver naar hun werk moeten reizen?

‘Ja, dat speelt mee natuurlijk. Maar je zou die dingen ook anders kunnen inrichten. Met een beter ov-netwerk dus, of denk aan deelvervoer: dat je samen een auto deelt of er af en toe een huurt. Als je afgelegen woont is het hebben van een auto inderdaad vaak nog een must, daar ligt een toekomst voor elektrische auto’s. Maar zeker in de stad hoort de auto verleden tijd te zijn. Het probleem is vooral dat de auto nu wordt gezien als de standaardoptie. Bovendien maakt de overheid het financieel voordeliger om met de auto naar werk te gaan.’

Het Klimaatakkoord ondertekenden jullie niet. Wat was de toegevoegde waarde van jullie deelname aan de klimaattafels? 

‘We hebben er bijvoorbeeld voor gezorgd dat klimaat een belangrijk onderdeel is van de onderwijsprogramma’s. Je leert op school over geschiedenis, maar je wordt niet uitgedaagd om over de toekomst na te denken. Wij hadden graag gezien dat duurzaamheid onderdeel was geworden van de “eindtermen”, de kennis en vaardigheden waar je over moet beschikken als je je schooldiploma haalt. Uiteindelijk is besloten dat de energietransitie een “overkoepelend thema” wordt: iets dat in alle vakken terug gaat komen.’

‘We hadden op zich vertrouwen in de Nederlandse polderaanpak. Alleen had de overheid dat wel anders moeten inrichten. Die had moeten zeggen: er komt een beprijzing van CO2, een maatregel die natuurlijk flinke gevolgen gaat hebben voor het bedrijfsleven. De kaders moesten dus strakker, en dan kan je daarna kijken hoe je bedrijven tegemoet kan komen. Dat werd nu veel te veel opengelaten, en dan krijg je allemaal halfzachte maatregelen.’

Draagt deze polderaanpak er niet juist aan bij dat we achter de feiten aanlopen met de strijd tegen klimaatverandering? Is het niet tijd om à la de boel te ontregelen? 

‘Extinction Rebellion doet sterk werk. En ik deel hun systeemkritiek, het is natuurlijk raar dat we nog steeds een economie hebben die zich vooral richt op de groei van het bnp. Zij rekken door hun acties het debat op en laten de urgentie zien. Maar als je wilt dat je belangen ook vertegenwoordigd worden, moet je ook op de plekken komen waar het beleid gemaakt wordt.’

Veel van wat jullie doen lijkt op traditioneel lobbywerk. Trek je daarmee niet juist de jongeren aan die al geïnteresseerd zijn in politiek of duurzaamheid, en hoe representatief ben je dan nog? 

‘Niet alle jongeren vinden ons werk interessant of hebben daarvoor gestudeerd, maar dat hoeft ook niet. Wat wél belangrijk is, is dat alle jongeren vertegenwoordigd worden. Daarom hebben we bijvoorbeeld een Jongerenklimaatpanel. Dat zijn 1.100 jongeren vanuit het hele land, met verschillende opleidingsniveaus en leeftijden, die we maandelijks om hun mening vragen als het gaat om duurzaamheidsthema’s. We hebben onlangs ook “JKB On Tour” gedaan, waarbij we met 700 jongeren, vooral mbo’ers en hbo’ers, in gesprek gingen over duurzaamheid.’

‘Als je het hebt over diversiteit en inclusie: de Jonge Klimaatbeweging draait volledig op vrijwilligers. Dat betekent dat je heel veel jongeren uitsluit die niet de middelen hebben om een jaar voor dit werk vrij te nemen. Daar ligt ook een rol voor de overheid. Het is natuurlijk bizar dat zij blij zijn met ons, maar

Door de coronapandemie is er de afgelopen tijd meer aandacht gekomen voor de positie van jongeren. Zie je op dit gebied parallellen tussen de coronacrisis en de klimaatcrisis? 

‘Ja, jongeren brengen nu offers voor een ziekte die vooral voor oudere mensen gevaarlijk is. Ik denk dat dat goed is, maar ik denk dat we dat als het gaat om klimaat. Daarnaast voerde de overheid tijdens de coronacrisis ontzettend veel informatiecampagnes om begrip te kweken voor de maatregelen. Als het gaat om klimaatverandering heeft ze dat altijd nagelaten.’

‘Een klimaatautoriteit kan de overheid op de vingers tikken als we onze klimaatdoelen dreigen niet te halen’

‘Bovendien zien we dat nu de coronapandemie er is, er opeens bijna geen aandacht meer is voor klimaatverandering. Maar het kan natuurlijk niet zo zijn dat zo’n belangrijk onderwerp als klimaat zomaar wegvalt.’

Kunnen we daar wat aan doen?

‘We halen als land telkens onze klimaatdoelen niet, en dat komt deels door de focus op de korte termijn. Daarom vinden wij dat er een klimaatautoriteit moet komen. Dat is een soort Autoriteit Persoonsgegevens, maar dan op het gebied van het klimaat. Zo’n klimaatautoriteit kan de overheid op de vingers tikken als we onze klimaatdoelen dreigen niet te halen. De klimaatcrisis is zo’n existentieel probleem, dan kunnen we niet de hele tijd afgeleid worden door de waan van de dag.’

Daarnaast moet het nieuwe kabinet volgens jullie dus meer investeren in jongereninspraak?

‘Eigenlijk wil ik dat jongeren gewoon naar school kunnen gaan, zonder dat ze zich druk hoeven te maken over hun toekomst. Tegelijkertijd is het belangrijk dat jongeren wel vertegenwoordigd worden, dus die jongereninspraak moeten we institutionaliseren. Dat is breder dan alleen het werk van de Jonge Klimaatbeweging. Daar zou een generatietoets ook bij kunnen helpen. Dat betekent dat je bij al het klimaatbeleid kijkt wat de gevolgen gaan zijn voor de mensen die nu jong of nog niet geboren zijn.’

‘Dit raakt ook aan een dieper probleem. Beleidsmakers en invloedrijke mensen vinden het mooi om ons een podium te geven. Er is vanuit oudere generaties sowieso altijd veel hoop op de jonge generatie, zo van "die gaan het wel even doen". Maar als je ons omarmt, betekent dat vooral dat je zelf moet veranderen. De pleuris is allang uitgebroken als wij op machtige posities terecht zijn gekomen.’

Lees ook:

Jonge mensen nemen het voortouw in de klimaatcrisis (maar zonder grootouders redden ze het niet) In landen over de hele wereld steken tieners en twintigers hun nek uit voor ambitieuzer klimaatbeleid. Dat kunnen ze niet zonder bondgenoten, zoals de ‘klimaatgrootouders’. Lees ook mijn column uit de serie Hoopvol 2021