De Correspondent leest voor
Marc Chavannes - Mark Rutte haalde bekwaam de politiek uit de verkiezingen. En wij trapten erin
SoundCloud

Dit was de Grote Afrekening… die niet kwam. Het derde kabinet-Rutte was nog maar net afgetreden vanwege het onmetelijke schandaal van de kindertoeslagaffaire. Dat had al eerder gekund, om de lamlendige niet-aanpak van de Groningse aardgasravage. Het woord was aan de kiezer.

Maar de dreun bleef uit. De twee liberale coalitiepartijen VVD en D66 kregen dank en zetels erbij. Het weifelende CDA werd afgerekend op onhelderheid over koers en leiderschap. De ChristenUnie bleef gelijk.

Regeren in coronatijd bleek relatief dankbaar.

De echte afrekening trof links: GroenLinks werd gehalveerd, de SP onder de tien zetels geduwd, PvdA onveranderlijk op de bodem van 9 zetels geplakt – dramatisch voor die partij na tientallen jaren met uitslagen tussen de 30 en 50 zetels, met 2002 als dieptepunt van 23 zetels waar de partij nu een miljoen voor zou geven.

Verkiezingen gaan in Nederland nooit over een gedroomde andere toekomst, en zelden over de grote kwesties van de afgelopen jaren. Sinds het einde van de verzuiling maken miljoenen kiezers een gewetensvolle afweging tussen de geadverteerde standpunten en leiderschapskwaliteiten.

Stemgedrag wordt gedreven door een mengsel van gevoel en verstand. Daarom zijn uitslagen niet eenduidig en met een ruime mate van zekerheid te duiden. Ieders verklaring kan geldig zijn, net als een tegengestelde. De mijne gaat als volgt.

1. Mark Rutte haalde slim de zuurstof uit de campagne – en overtuigde met ‘nu even niet’

Mark Rutte en zijn VVD hebben bekwaam gebruikgemaakt van de onzekerheid waar corona iedereen in heeft ondergedompeld. Door voluit in te zetten op leiderschap in tijden van gevaar, appelleerde hij aan sluimerende angsten bij redelijke mensen: nu even geen experimenten.

Dat stelde hem in staat de demissionaire toestand van zijn derde kabinet als een administratief detail af te doen. Het gaf hem ook de ruimte geen verantwoording af te leggen voor tien jaar Nederland besturen als ware het een bedrijf, met bij herhaling

Deze vergaande depolitisering van de idealiter meest politieke periode in een parlementaire democratie was handig, maar is schadelijk voor het functioneren van die democratie.

De vergaande depolitisering van de campagne was handig, maar is schadelijk voor het functioneren van die democratie

Je kan zeggen dat het resultaat hem gelijk geeft: degenen die op hem stemden hebben hem die uitholling van de verkiezingen vergeven. Maar een man die zijn rol als staatsman in stilte koestert en het twaalf-jaars-premierrecord van Ruud Lubbers hoopt te verbeteren, zou boven het niveau van electorale behendigheid uit moeten stijgen.

Verkiezingen horen te gaan over de voorbije periode en over plannen voor de toekomstige periode, met cijfers en ervaringswijsheid onderbouwd. De VVD koos ervoor planloos onzichtbaar te blijven achter de grote leider en stak aldus een middelvinger op naar al die partijen en politici die de kiezers relevante dilemma’s voor wilden leggen over klimaat, landbouw en vervoer, over wonen en bouwen, over kennis, onderwijs en innovatie, over de Nederlandse verankering in de Europese Unie.

Natuurlijk stond het die andere partijen vrij hun waren aan te prijzen, maar de door zijn premierschap grootste speler zoog wel de zuurstof uit de door corona toch al benauwde campagne. Door ook nog eens drie voorspelbare debatjes met Geert Wilders te verkiezen boven relevante duels met andere leiders verergerde Rutte de armoedigheid van de strijd. Opnieuw: handig maar verwerpelijk.

2. Mark Rutte gaf populistisch-rechts vrij spel

Ingecalculeerd neveneffect van Ruttes strategie was vrij spel voor populistisch-rechts. Laat Wilders maar blaffen. Vier jaar lang – in verhouding tot de omvang van de PVV-fractie – amper parlementair werk verrichten, zonder ledenpartij als eenmansbedrijf opereren en alleen functioneren als spreekbuis van reëel bestaand ongenoegen. Mark Rutte gaf Wilders slim krediet: uw analyses snijden vaak hout, maar u hebt geen oplossingen en draagt niets bij aan het bestuur.

Zo werd de rechtervleugel van de VVD afgedekt, maar het gevoel in de steek te zijn gelaten door de politiek bij een vijfde van de kiezers amper beantwoord. Een iets kleinere PVV, aangevuld met de herrezen Forum-partij en de van Baudet afgekeerde JA21-groep-Eerdmans lijken samen goed voor 29 zetels, één meer dan de Lijst Pim Fortuyn en Leefbaar samen in 2002 haalden.  

Voor Thierry Baudet was corona een zegening in vermomming: tot de herfst leek hij verstrikt te raken in zijn tegenstrijdige viruskritiek. Sinds hij zich als geharnast ontkenner presenteerde, herstelde FvD zich van het najaarsdieptepunt dat volgde op de onthulling van racistische mailwisselingen van FvD-jongeren en andere intimi van Baudet.

Twintig procent van de Nederlandse kiezers verwerpt het partijkartèl en voelt zich vertegenwoordigd door nu drie partijen die de komst van buitenlanders de schuld van hun woonnood en gebrek aan zinvol werk geven. Dat verdriet is reëel, de aangeboden oplossingen meestal niet.

Wat Mark Rutte nu voor de vierde Kamercampagne op rij heeft gedaan, is de schutting om die mensen heen repareren en een laagje verf geven. Of hun noden tot hem doordringen, is de vraag. Dat geldt voor meer partijen.

3. De PvdA en de SP raakten hun achterban al eerder kwijt, en Jesse Klaver was nergens zonder optredens in grote zalen

De schrijnende ongelijkheid van kansen en omstandigheden is het meest consequent aan de orde gesteld door SP en PvdA. Maar zij konden zich daar minder mee onderscheiden doordat VVD en CDA een socialer gezicht trokken in hun verkiezingsprogramma’s. De sterke, sturende en subsidiërende staat en een hoger minimumloon werden opeens door allerlei partijen omarmd.

Lilian Marijnissen weet de afstraffing die haar Socialistische Partij kreeg aan de coronabeperkingen: de SP gaat graag langs de deuren met een folder en een goed gesprek. Het is de vraag of dat alles is. Zoals de pas late benoeming van Lilianne Ploumen tot lijsttrekker van de PvdA onvoldoende verklaart waarom die partij op de historisch ongehoord schamele 9 zetels bleef steken.

Het ziet ernaar uit dat beide partijen hun natuurlijke achterban al jaren gestaag kwijtraakten aan frustratie, en de lokroep van populistisch-rechts. De PvdA beleefde in 2012 een comeback, maar dan vooral in de mediatieke tweestrijd met de als kapitalistisch te framen Rutte en zijn VVD.

Verzameld links is kleiner dan verzameld populistisch-rechts, zonder veel perspectief op logische groei

Dat die twee partijen vervolgens een duivelsverbond smeedden in Rutte II, maakte van de parlementaire democratie een cynische realityshow. Dat de PvdA vooral neoliberaal VVD-beleid hielp uitvoeren en verdedigde, was de erfzonde van Wouter Bos, Diederik Samsom en Lodewijk Asscher die de PvdA nog wel een generatie zal achtervolgen.

Of samengaan van de PvdA met GroenLinks die zonde afwast, is de vraag. Zoals kiezers met een herinnering aan de naoorlogse Communistische Partij Nederland het CPN-element in GroenLinks niet zomaar konden vergeten. Jesse Klaver belichaamde in het begin een nieuwe start, voor mens en milieu, alles in de partij vergeven en vergeten. Misschien wilde hij iets te graag de regie in zijn hand houden en gaf hij te weinig ruimte aan talent om hem heen. Hij was het enige klavertje vier op de groene weide. Zonder meeslepende grotezaaloptredens viel hij droog. Het ik-wil-deze-keer-graag-meebesturengezicht en -pak leverden hem geen nieuwe aanhangers op.

Zo staat Nederland ervoor: verzameld links is kleiner dan verzameld populistisch-rechts, zonder veel perspectief op logische groei voor de progressieven.

Maar het kán ook anders lopen: als PvdA en GroenLinks erin slagen een gemeenschappelijk nieuw verhaal te formuleren dat de noden van flexwerkers, bureaucratisch overvraagde verpleegkundigen en leerkrachten, onvrijwillige zzp’ers en honderdduizenden zonder uitzicht op een betaalbaar huis weten te koppelen aan een voor die mensen wervend klimaatappèl, dan zou er zomaar iets kunnen ontstaan dat het landschap ingrijpend verandert.  

En dan was er die eeuwige kameleon van het midden. In 1966 opgericht om het bestaande bestel op te blazen, nu door een vrouw die de wereld kent van een moedig en gematigd smoel voorzien en uitgekomen ergens op het absolute middelpunt van het bestel. D66 was links genoeg als toevluchtsoord voor mensen met een links gemoed die Rutte wat naar de sociale kant wilden trekken, en economisch veilig genoeg om ook in Wassenaar en Laren toenemend vertrouwen te wekken.

De lijsttrekker Sigrid Kaag slaagde voor haar meesterproef en moet nu alles wat zij in huis heeft in de strijd gooien om al die in haar geïnvesteerde hoop waar te maken, en niet zoals meestal met D66 na een volgende meeregeerperiode met een gehalveerde fractie in de berm te eindigen.

5. Wie boos was, deed dat in allerlei smaken. Dat maakt een logische coalitiepartner vinden lastig

Nederland koos voorzichtig. Wie boos was, ging los in allerlei smaken. Wie gedreven werd door Europa, diversiteit en gelijke kansen of het boerenbelang kon een woordvoerder naar het Binnenhof sturen. De tractor heeft nu een parkeerplek voorbij het Malieveld, zo werkt het Nederlandse bestel.

Maar het land moet worden bestuurd. De twee liberale partijen gaan op zoek naar partners. Het aangeslagen CDA zal intern heel wat moeten knokken over herstellen of meedoen. De ChristenUnie zal beducht zijn voor twee gegroeide voorvechters van zelfbeschikking rond leven en dood. Getalsmatig is een bezoekje aan JA21 (met acht Eerste Kamerzetels) voor de hand liggend. Politiek en moreel wat minder.

6. De meeste kiezers willen geen radicale hervormingen – dus doen ‘conservatief’ en ‘gematigd’ het goed

heette een boekje waarin de activistische PvdA-stroming Tien over Rood in 1966 de zaken op scherp probeerde te stellen. De onvoorwaardelijke erkenning van de DDR en de Vietcong kunnen we als historische voetnoten terzijde laten. Maar ook de overige punten zoals 99 procent erfbelasting boven 100.000 gulden zijn geen PvdA-beleid geworden, laat staan landelijk ingevoerd.

Nederland is een behoudend land dat steevast kiest voor een conservatieve middenkoers. Wie dat erkent en er zichtbaar naar handelt, kan goede zaken doen bij de stembus.

De smalle marges voor progressieve vooruitgang, waar Joop den Uyl over schreef, zitten in de details. Dat is weinig heldhaftig, maar zo willen we het kennelijk.

7. De eerste vervolgstap: verkenners die niet volop in de spiegel zullen kijken (en misschien ligt de hoop op afrekening wel in de parlementaire enquêtes)

Wat nu nodig is: een zo verstandig mogelijk kabinet in elkaar zetten. Daarvoor is het van belang dat men beter dan tot nu toe collectief in de spiegel kijkt en de hardnekkige misverstanden over de rol van de overheid onderkent. En niet straks weer allerlei businessoplossingen in een regeerakkoord van beton gieten.

Met twee insiders als Annemarie Jorritsma (VVD) en Kajsa Ollongren (D66) als verkenners zal dat er niet direct in zitten. Beiden hebben jaren volop meegedaan met de marktillusie in overheidszaken.

Maar misschien hebben zij of de hun opvolgende informateurs iets opgestoken van de recente schandalen. Anders krijgt het te vormen kabinet nog kansen genoeg bij de drie parlementaire enquêtes die eraan zitten te komen: naar de toeslagen, de Groningse gaswinning en het gevoerde coronabeleid. Die hebben meer met elkaar gemeen dan in deze verkiezingscampagne aan de orde kwam.

Lees ook:

Nederland betaalt de prijs voor het geperfectioneerde nihilisme van Mark Rutte Het kabinet-Rutte III viel over de toeslagenaffaire vóór het verantwoording aflegde aan de Tweede Kamer. Zo hield Mark Rutte nog een beetje regie op de grote afrekening die hij over zichzelf afriep. Klein houden en opnieuw beginnen. Politiek Dagboek over de prijs van tien jaar Rutte. Lees mijn eerdere politiek dagboek terug