Op maandag 11 januari hield Bert Hubert een belangrijke over een broodrooster. Tijdens de sprak hij diehard techneuten toe over zekeringetjes, gloeilichamen, en wat daarvan te leren. Ik zag dat praatje op YouTube en dacht: ik moet Bert Hubert spreken. Want die broodrooster, die vertelt een belangrijk verhaal. Een hoogst verhaal.

Maar waar in vredesnaam een interview met Bert Hubert (1975) te beginnen? 

Het liefst zou ik hem vragen naar spionageverhalen. Hubert werkte voor de AIVD en bouwde die geheime diensten over de hele wereld gebruiken. Maar in zijn huidige functie – hij is een van de drie die toestemming geven aan hack- en afluisteroperaties van de Nederlandse geheime diensten – mag hij daar niet over praten. ‘Probeer het over twintig jaar nog eens.’

Beginnen met covid-19, dan? Een paar maanden geleden achterhaalde en documenteerde hij de broncode van het Hiermee kunnen mensen die computercode begrijpen, lezen wat er in dat vaccin zit. ‘Er zijn mensen die zeggen dat niemand weet wat er in dat vaccin zit’, vertelt hij. ‘Dat is echt onzin. Ik dacht: ik publiceer gewoon precies waar het uit bestaat. En nu lopen er een hoop nerds met die informatie rond. Die gaan hun niet overtuigen, maar als iemand op een feestje roept dat we niet weten wat er in dat vaccin zit, dan kan de nerd des huizes zeggen: jawel, ik weet precies wat erin zit. Dat lijkt mij goed voor de hele familie.’ 

Ook een optie: DNA-onderzoek. Als amateuronderzoeker kreeg Hubert al eens een artikel in een gerenommeerd wetenschappelijk tijdschrift gepubliceerd, over hoe Nu werkt hij aan een volgend artikel, want hij heeft ontdekt de ene helft van een bacterie zich op een andere manier kopieert dan de andere. ‘Ik schrijf ook een boek over DNA’, vertelt hij. ‘Maar zo’n boek is aanzienlijk geloofwaardiger als ik tegen die tijd kan claimen dat ik DNA-wetenschapper ben. Daarom wil ik nu nóg een wetenschappelijk artikel publiceren. Dan kan ik daarna mijn boek gaan promoten.’ 

Of misschien gewoon praten over PowerDNS, het internetbedrijf dat hij in 1999 oprichtte en een paar maanden geleden na meer dan twintig jaar verliet, want ‘op een gegeven moment ben je als oprichter alleen maar hinderlijk’. DNS is om het internet te laten werken en grote delen van het Europese en Nederlandse internet draaien op de software van PowerDNS.

En dan zijn er nog zijn vele ‘hobby’s’, zoals zijn Europese en zijn praktijk als freelance schrijver: je kunt Bert Hubert voor (semi-)wetenschappelijke artikelen over allerhande technische onderwerpen. Zijn droomklus? Schrijven voor de European Space Agency, want ‘die doen een paar hele gave ruimtevaartmissies waar bijna niemand van weet’. 

Maar vandaag houden we het bij de broodrooster. Want dat is een verhaal op zich.

De broodrooster is hét voorbeeld van het outsourcen van cruciale industrieën

Een broodrooster bestaat uit verschillende onderdelen. Vroeger maakten allround technologiebedrijven die allemaal zelf – van het omhulsel tot de schakelaar, en van de zekering tot het hitte-element. Nu is dat niet meer nodig. Broodroostermakers kunnen alle onderdelen over de hele wereld los inkopen – en dat doen ze dus ook. 

Voor Hubert is de broodrooster een metafoor voor een van de belangrijkste technologische en economische ontwikkelingen van de afgelopen dertig jaar: het volledig outsourcen van cruciale industrieën.

‘Veel Europese bedrijven zijn alles wat hen ooit uniek maakte gaan inkopen’, vertelt hij. ‘Dan komt er een punt dat je als bedrijf slechts een voorportaal van je leveranciers bent geworden. Op een gegeven moment vraag je je dan af: wat doen we nog wel hier? Want de kern van je bedrijf is niet langer iets maken, maar iets verkopen. Als broodroosterfabrikant beheer je het logo en het merk, misschien schrijf je de gebruiksaanwijzing nog zelf – hoewel je dat tegenwoordig ook prima kunt uitbesteden. Wellicht organiseer je nog de logistiek van de verkoop, maar in principe ben je een broodroosterfabrikant die helemaal niets meer zelf doet dat te maken heeft met het roosteren van brood.’

‘Op een gegeven moment vraag je je af: wat doen we nog wél hier?’

Je kunt daar veel broodroosters mee verkopen en lekker geld mee verdienen, zegt Hubert. Maar omdat je geen broodroosters maakt, weet je ook niet precies hoe ze werken. Je verliest de beste broodroosterwizards als personeel, want hen boeit het werk bij jou niet meer. ‘Je komt op een punt dat je niemand meer in dienst neemt die iets kan, waardoor je als bedrijf niets praktisch meer zelf kunt.’ Weg expertise, weg innovatie. 

Dit outsourcen van de productie van onderdelen, van hele bedrijfstakken en van personeel is in Europa populair. Huberts broodroosterverhaal is een verhaal over gehele Europese industrieën, denk: de autobusiness, medischehulpmiddelenfabrikanten, de technologiesector. 

‘Het is als een tandwiel dat maar één kant opdraait’, legt Hubert uit. ‘Iedere keer dat je zegt: we doen dit niet meer zelf – klik! – ga je weer een tandje verder en is je bedrijf weer een stukje onhandiger geworden. Langzamerhand verlies je een voor een al je praktische vaardigheden. Gaat er iets mis met het computernetwerk? Klik, we besteden het computernetwerk uit. Die koffiemachines? Klik. Maar wat blijkt nou? Zelfs het uitbesteden van iets lulligs als de koffiemachines kost je als bedrijf wendbaarheidspunten. Want je leert veel van het zelf beheren van koffiemachines. Bijvoorbeeld hoe het is om voorraden te bestellen. Of hoe de arbo-regels werken.’

We praten over de wereld die Hubert het beste kent: de telecommunicatie-industrie. Met PowerDNS werkte hij voor alle grote Europese telecombedrijven – van KPN tot T-Mobile en van Vodafone tot Orange. Hij zag dat ze, ‘een enkeling daargelaten’, alles wat een ‘telco’ tot ‘telco’ maakt – de infrastructuur, het onderhoud, het personeel, de administratie – uitbesteedden aan andere ‘Ik zag ze allemaal veranderen in marketingbedrijven’, zegt hij.

En dat is problematisch. Telecommunicatiebedrijven vormen de basis van onze communicatie-infrastructuur en als je die grotendeels uitbesteedt, word je kwetsbaar. Kwetsbaar als bedrijf omdat je niet meer innoveert. Kwetsbaar als land of continent, omdat je overgeleverd bent aan derde partijen uit andere landen. Het maakt de verhitte discussie over of het Chinese Huawei wel een rol bij de 5G-technologie moet spelen de verkeerde, Zijn punt: de Europese communicatie-infrastructuur ís al bijna volledig uitbesteed. Wordt het niet eens tijd om het dáárover te hebben?

Je zegt in je lezing dat al dat geoutsource er onder meer voor zorgt dat er negatieve expertise ontstaat binnen bedrijven. Leg uit. 

‘Als je bijvoorbeeld aan echte techneuten vraagt wat is, dan krijg je een wisselend antwoord. Die zeggen iets als: het is een snellere mobiele verbinding en je kunt het netwerk ook opsplitsen in verschillende delen.’

‘Maar als je aan een willekeurig iemand van KPN of T-Mobile vraagt wat 5G is, dan komt die met een verhaal over zelfrijdende auto’s en medische operaties die nu via robots uitgevoerd kunnen worden. Dat is gewoon gé-lúl. Maar op een gegeven moment is er niemand meer binnen het bedrijf die weet dat het gelul is. Het zijn verkoopbedrijven geworden, en die geven je een antwoord waardoor je uiteindelijk minder begrijpt over 5G.’ 

In je lezing vertelde je dat je een inventarisatie maakte van wat de telco’s nog zelf deden, en dat je daarvan schrok. Kun je daar een voorbeeld van geven?

‘Simkaarten. Daar zit een geheime code op die ervoor zorgt dat een telefoon weet dat je op het juiste Vodafone-netwerk zit en dat Vodafone weet dat jij het bent. Dat is belangrijk, want ze willen niet dat jij namens iemand anders gaat bellen. Die code is een geheim tussen jou en je telefoonmaatschappij. Niemand anders hoeft die te weten. Je zou zeggen dat dit zo ongeveer de kern is van wat telefoonmaatschappijen doen. Maar wat blijkt? Simkaarten worden gemaakt door Gemalto, een Nederlands-Frans bedrijf dat al die codes beheert. Toen in 2015 bleek dat dit bedrijf was gehackt, kwamen we erachter dat ze van bijna alle maatschappijen de simkaartcodes deden. Zelfs dat wordt uitbesteed!’ 

Geldt dit voor alle grote telecommunicatiebedrijven?

‘Er zijn een paar uitzonderingen op de regel. In Engeland zijn ze aanzienlijk terughoudender, in Frankrijk heb je nog Free.fr, ook wel bekend als Iliad, en dat zijn nog leuke hobbyisten. Daar werken veel techneuten en doen ze veel zelf. Voor de rest ken ik geen uitzonderingen.’ 

Zie je ook risico’s buiten die voor bedrijven zelf om? 

‘Er bestaat de angst dat landen als China of India onze communicatie kunnen saboteren of helemaal platleggen als er een conflict is. Maar dat is helemaal niet nodig, het is veel erger: ze hoeven alleen maar te stoppen met het onderhoud van onze netwerken. Als de leverancier zegt: ik hou ermee op, dan kunnen we het niet opeens zelf gaan doen. Die optie is er niet, want we weten simpelweg niet hoe dat moet.’ 

‘Als de leverancier zegt: ik stop met het onderhoud, dan kunnen we het niet opeens zelf gaan doen’

‘Dan sta je als Europa dus erg zwak. Ik was een keer mijn schoenen kwijtgeraakt bij een tempel in Thailand. Toen moest ik op blote voeten in een winkel gaan onderhandelen over nieuwe schoenen. Ik kan je vertellen: dat onderhandelt niet lekker op blote voeten. Want die mensen weten: hij gaat deze winkel niet zonder schoenen verlaten.’ 

Waar komt die outsource-drang vandaan?

‘Consultants worden heel gelukkig van dingen efficiënter en goedkoper maken. Zij dachten: de echte efficiëntieslag is te behalen als die telefoonmaatschappijen niet meer zelf het beheer gaan doen, maar andere partijen het overnemen, en dan van tien verschillende telefoonmaatschappijen. Of misschien wel honderd.’ 

‘Heel belangrijk daarbij is dat de meeste van deze bedrijven tegenwoordig voor de meerderheid in bezit zijn van institutionele beleggers, zoals En die interesseert het geen hol of telco’s zelf nog iets kunnen. Zij willen gewoon de meeste return on investment, en om te weten waar ze wel en niet in moeten investeren, willen zij die bedrijven met elkaar kunnen vergelijken. Die beleggers kregen ook de adviesjes van de McKinsey’s van deze wereld te zien en zeiden tegen de telco’s: als je niet aan het outsourcen bent, dan ga je niet mee met de laatste trends en trekken we onze investeringen terug.’ 

‘Dan kun je als bedrijf niet achterblijven. Ik kan mij niet voorstellen dat een KPN of een T-Mobile dit had kunnen tegenhouden. Dan waren ze van de beurs afgedonderd. Het gevolg is dat deze bedrijven zijn veranderd in outsourcegiganten zonder technische expertise, maar met aandeelhouders die het helemaal geweldig vinden.’

Wat te doen? 

‘Als je heel goed wilt leren vioolspelen, moet je beginnen als je vijf bent. Als je wilt weten hoe je een goede telefoonmaatschappij kunt zijn, dan doe je er goed aan te beginnen met mensen met twintig jaar ervaring. Dat betekent dat je moet proberen de expertise van oud-medewerkers terug te halen.’

‘Ik werkte vroeger met een telefoonmaatschappij in het Midden-Oosten en zij hadden hetzelfde probleem: zij huurden alles in India in. Op een gegeven moment stuurden zij enorme hoeveelheden mensen op cursus naar landen waar die expertise nog wel aanwezig was.’ 

‘Inmiddels zijn Europese bedrijven de achterlopers. Als wij het weer willen leren, dan zullen we mensen op cursus moeten sturen naar India. Om weer te ontdekken hoe het allemaal werkt. We leiden ook goede mensen op aan de universiteit, maar die gaan nu allemaal aan financiële constructies werken, of in de bitcoinmarketing.’ 

Zie je ook een rol voor de politiek? Vraagt soevereiniteit over dit soort kritieke infrastructuur niet om investeringen in een eigen industrie?

‘Daar ben ik inmiddels ook voorstander van. Ik vergelijk het weleens met de mondkapjes van vorig jaar, toen we als land ontdekten dat we die zelf niet konden produceren. Want we hebben niet alleen de machines niet om mondkapjes te maken, we hebben ook de machines niet om die machines te maken. Nu zetten we fabrieken neer om dat wel weer zelf te kunnen. Ik denk dat we ook zullen zien dat we onze eigen op gang gaan brengen. En ja, je moet eigenlijk ook besluiten dat het niet meer acceptabel is dat wij het beheer van onze communicatie laten doen door de laagste bieder en zelf geen idee meer hebben hoe het werkt.’

‘Er bestaat een afkeer van industriepolitiek omdat je dan een machtige staat krijgt. Maar ja, wat blijkt nou? Als je als land tegen een industrie zegt dat we weer zelf dingen gaan maken, dan gaat die industrie gewoon mee. In Duitsland is op die manier in acht weken tijd een gebouwd. Die mensen voelden de noodzaak. Vervolgens komt Thierry Breton (Eurocommissaris voor de Interne Markt, MM) bij je langs om je fabriek te openen en champagne te spuiten. Dat werkt misschien toch motiverender dan wij denken.’ 

In de podcast pleit je voor een Europees Google.

‘Klopt. Als we niet echt alles naar Amerika willen sturen, via Gmail en Dropbox en zo, dan moeten we in Europa gewoon zelf communicatieplatforms gaan maken. Vaak hoor je dan dat dit niet meer kan, maar zo veel kost het niet. Voor 100 miljoen euro kun je duizend topmensen een jaar lang laten programmeren. Da’s veel hoor.’ 

Waarom gebeurt dat niet? 

‘Waarom is Gmail gratis? Omdat ze bij Google dingen over mensen leren en daar advertenties op verkopen. Dat businessmodel hebben we in Europa min of meer verboden. Geen Europees bedrijf waagt zich eraan. Daarom is alle communicatie naar de VS gevlucht – en overigens ook naar China. Nu hebben we in Europa geen alternatief. Zolang de Amerikanen het gratis aanbieden, gaat niemand een Europese e-maildienst gebruiken waar je voor moet betalen, eumail of zo.’ 

‘Je kunt dan zeggen: we vinden deze communicatiediensten zo belangrijk dat we ze ook gratis maken en ze subsidiëren. Gewoon een wedstrijd organiseren wie de beste kloon van Gmail maakt en de winnaar krijgt 100 miljoen euro. Moet je eens kijken wat er dan gebeurt. Veel landen – de VS maar ook in de EU – hebben historisch gezien hun staalindustrie in stand gehouden. Waarom? Als er oorlog komt willen we zelf schepen kunnen maken.’ 

Oorlog?

‘Als je als land of continent jezelf wilt kunnen verdedigen en je hebt geen communicatie meer, wat denk je dat er dan gebeurt? Helemaal niets! Stap 1 in een oorlog is de telecommunicatie van de ander aanvallen. Grof gezegd is het nu zo dat wij communiceren op Amerikaanse internetplatforms met Chinese hardware. Dat is alsof je tachtig jaar geleden je staal in Duitsland kocht en je kolen in Rusland. Geloof mij: dat wordt een vrij korte oorlog.’

‘Als je nu ruzie krijgt met China, dan kun je denk ik nog precies één keer bellen. Ni hao, hoor je dan, vlak voordat er op wordt gehangen.’ 

Over de beelden Als onderdeel van een project over de relatie tussen de mens en haar werktuigen, vervaardigde de Canadese kunstenaar Nicolas Baier, uit zwart plastic, alle onderdelen van een computer. Het moederbord, de harde schijf, de processor, de grafische kaart, het werkgeheugen, de koeler en de kabels. Uit die onderdelen bouwde hij vervolgens een model-computer op ware grootte. Dit model verpakte hij in een zwarte kartonnen doos, maar wel zodanig dat er nog een vuistdikke rand van het model te zien is. De video boven dit stuk is een 3D-rendering van hetzelfde model, die Baier normaalgesproken in combinatie met het fysieke werk vertoond. Het binnenwerk van de fysieke kast blijft voor het blote oog van de toeschouwer verborgen. Alleen via de video krijgt hij zicht op de constructie.

Baier’s werk vraagt van de kijkers dezelfde mate van vertrouwen die grote techbedrijven van hun klanten eisen. Wie weet echt hoe een computer werkt? Wie kan er in zijn eentje een namaken? Wie ontrafelt zijn machine om hem te begrijpen, ermee te knoeien, hem te optimaliseren? Wie ontcijfert zijn tekstverwerkingssoftware, of probeert de prestaties van zijn microprocessoren te verbeteren?
Bekijk hier meer werk van Nicolas Baier

Meer lezen?

Tegen dit verhaal over 5G kan geen samenzweringstheorie op Amerika gaat de strijd aan met 5G-bouwer Huawei en andere Chinese technologiebedrijven. China’s antwoord: technologie bouwen die losstaat van de VS. En juist dat kan ervoor zorgen dat China technologisch veel geavanceerder en onafhankelijker uit deze handelsoorlog komt. Lees het artikel