Beste,

Welkom in het tijdperk van het Instagramgezicht, een paar jaar geleden. Over de hele wereld laten vrouwen (en mannen) hun gezicht verbouwen om te voldoen aan de schoonheidsstandaard van het sociale platform. 

De implicatie van de kop: een algoritme bepaalt hoe we eruitzien. 

Het moet niet gekker worden. 

Sociale media vormen onze wereld. Als je eenmaal met die bril kijkt, zie je het overal. De hoeveelheid tekens van een tweet bepaalt welke informatie een weg vindt naar een publiek. dat we er steeds extremere ideeën op nahouden. Instagram dringt door tot het eten op je bord. 

Ook ik keek zo naar de wereld om mij heen en zag hoe onschuldige icoontjes op onze smartphone revoluties ontketenden, charlatans in het politieke zadel hielpen en complete volksstammen onafgebroken afleidden. 

Ik las mediawetenschapper Marshall McLuhans klassieker The Medium is the Massage, Het medium ís de boodschap. Ik herkende hoe ik als socialemediaredacteur Facebookteksten onbewust aanpaste aan de spelregels van het platform. Hoe ik de inzichten in mijn teksten steeds platter sloeg, op zoek ging naar conflict, en probeerde emotie op te roepen bij de verveelde scroller. Als Facebook de boodschap van de presentatie van onze journalistiek bepaalt, verloochenen wij als onafhankelijk journalistiek platform onze waarden, concludeerde ik voorzichtig. 

Maar langzaam veranderde ik hierover van gedachten. Of in ieder geval: nuanceerde ik mijn gedachten. Twee denkers, Tim Markham en Evgeny Morozov, gaven mij een andere kijk op de invloed van de grote sociale platforms op de wereld. En door hun ideeën over de relatie tussen mens en technologie ging ik mijn praktijkervaring met sociale media in een ander licht zien. 

Het digitale leven is niet minder ‘echt’

Laat ik beginnen met Markham is hoogleraar journalistiek en media aan het London Birkbeck College, waar hij onderzoek doet naar activisme en maatschappelijke betrokkenheid op sociale media. In zijn nieuwste boek, legt Markham bloot hoe we gewend zijn om te praten over het digitale leven. Notificaties, scrollen, swipen – het leidt ons af van het ‘echte’ leven, het is ‘ruis’, waar we vanaf moeten. Het leven zonder scherm is ‘puurder’, ‘authentieker’, ‘politieker’ en misschien zelfs moreel wenselijker. 

Markham zet overtuigend uiteen dat deze manier van denken over het digitale leven niet klopt en ervoor zorgt dat we de problemen die platforms voortbrengen verkeerd benaderen. Zijn argumentatie leunt sterk op een existentialistische denker. Heidegger gebruikt het begrip ‘geworpenheid’, waarmee hij zoiets bedoelt als dat de mens altijd ergens is, je bent altijd in de wereld. Als je de wereld wilt begrijpen, moet je je daarom niet richten op theorieën of absolute morele oordelen, maar op onze spontane relatie met de wereld. 

Je kunt dus volgens Markham geen onderscheid maken tussen het ‘echte’ leven en het digitale leven. Je bent namelijk geworpen in een wereld waarin het de realiteit is dat mensen hun leven gedeeltelijk leiden via digitale media. Het digitale leven wordt, net als het analoge leven, ingevuld door mensen. Mensen bouwen platforms, mensen trollen op Twitter (of dragen robotjes op dat te doen), mensen klikken en liken artikelen. Door sociale media ‘verslavend’ of ‘polariserend’ te noemen, doe je de realiteit tekort waarin mensen, zowel gebruiker als developer, een platform vormgeven.

Een merkwaardig voorbeeld in het Verenigd Koninkrijk

Een recent voorbeeld van de kwalijke uitwerking van de scheiding tussen het ‘echte’ leven en sociale media Het probleem: intimidatie. Vooral vrouwelijke politici, journalisten en activisten, worden Maar in plaats dat er gezocht wordt naar oplossingen voor intimidatie in de maatschappij als geheel, richt deze nieuwe wetgeving zich uitsluitend op de grote sociale netwerken. Facebook bijvoorbeeld wordt verplicht om content die mogelijk ‘schade’ aan een ander berokkent te verwijderen.

En hier wordt het ingewikkeld. Want het kan gebeuren dat Facebook berichten moet verwijderen van haar platform die bijvoorbeeld wél gepubliceerd mogen worden in een krant, of onderdeel kunnen zijn van een politieke campagne. Want: vrijheid van meningsuiting. Verwijdert het technologiebedrijf ‘onterecht’ berichten, dan kan het platform óók een boete krijgen, omdat het vrije woord in gevaar komt.

Los van de onuitvoerbaarheid van dit beleid voor een bedrijf als Facebook (en de onwenselijkheid om deze taak over te laten aan een technologiebedrijf), is het een absurde oplossing. Waarom zouden we intimiderend gedrag op sociale media verbieden, terwijl hetzelfde gedrag ‘offline’ wel toegestaan is?

Omgekeerd solutionisme

Befaamd techcriticus Evgeny Morozov maakt een soortgelijk argument als Markham. Ook dat de problemen geproduceerd door nieuwe technologieën altijd veroorzaakt worden door de mensen die de technologie maken en gebruiken.

Je kunt bijvoorbeeld de Arabische Lente niet enkel toeschrijven aan de opkomst van Twitter (sterker nog: de regimes in Egypte en Tunesië gebruikten Twitter en Facebook juist om de opstandelingen te monitoren, maar De uitvinding van een nieuwe technologie zal namelijk nooit sociale verandering veroorzaken, stelt Morozov in zijn boek Technologie kan communicatie versnellen, maar uiteindelijk zijn politieke en economische omstandigheden de drijfveren achter sociale verandering.

De nerd in Silicon Valley riep jarenlang dat elk maatschappelijk probleem opgelost kon worden met een app. Morozov muntte hiervoor de geweldige Nu zie je in populaire documentaires als The Social Dilemma hoe dit solutionisme is overgenomen en door ex-Facebookers en salonduiders als stok wordt gebruikt om sociale platforms mee te slaan. Grote maatschappelijke problemen? Schuld van een app.

De wereld is, uiteraard, veel complexer. Maatschappelijke verandering vindt haar oorsprong in ingewikkelde sociale en politieke processen. Van sociale media krijg je geen depressie (maar ze kunnen je wel óf je er juist uittillen). Het is een ecosysteem, een wisselwerking, tussen gebruiker, tijdsgeest, developer en technologie. Door in de discussie rondom nepnieuws of polarisatie te focussen op de technologie die deze problemen verspreidt, vernauwen we het gesprek. En ontnemen we om een visie te ontwikkelen voor een betere samenleving, en kijken we in plaats daarvan naar oplossingen zoals

To Facebook or not to Facebook

Als sociale media onlosmakelijk verbonden zijn met de wereld waarin we leven, en niet de oorzaak maar wel deel van grote problemen in de maatschappij en journalistiek zijn, wat betekent dat voor de socialemediastrategie van De Correspondent? Als wij met onze journalistiek polarisatie en nepnieuws willen bestrijden, moeten we dan aanwezig zijn op de plekken waar die problemen het meest zichtbaar zijn? En hoe blijf je zichtbaar op platforms als Facebook en Twitter zonder je te conformeren aan de giftige spelregels op die platforms?

Ik denk dat het kan: trouw blijven aan onze journalistieke waarden en daarmee een heel klein beetje bijdragen aan een genuanceerd en hoopvol gesprek op sociale platforms. Ik herinnerde mij weer hoeveel optimisme en betrokkenheid ik als engagementredacteur op de sociale pagina’s van De Correspondent aantrof toen ik dagelijks vrijwel al mijn tijd stak in het onderhouden van die kanalen.

Ik leerde dat als je op sociale media mensen benadert als mensen (en niet als gebruikers) – met waardevolle informatie, een menselijke toon en een luisterend oor – je een relatie opbouwt met de mensen die je pagina volgen. En als je berichten deelt met een hoopvolle boodschap, of juist met nuance, is dat in veel gevallen wat je terugkrijgt in de reacties.

Ken je nog interessante denkers over de relatie tussen technologie (sociale media in het bijzonder) en maatschappelijke verandering? Ik hoor het graag!

Deze nieuwsbrief in je mailbox? Wat is de invloed van sociale media op onze samenleving? En hoe gaan we de problemen op deze platforms tegen? Dat onderzoek ik in mijn nieuwsbrief. Schrijf je hier in!