Raad het citaat: ‘We moeten terug naar de 60-urige werkweek.’

Was het:

A. Cheops, farao, die vond dat er haast moest worden gemaakt bij de bouw van zijn piramide.

B. Lodewijk XIV, Zonnekoning, die vond dat het niet opschoot met de uitbreidingen van zijn paleis.

C. Frank Kalshoven, econoom, die economische groei ziet als ‘de maat der dingen’.

Het stond er echt ja, in de Volkskrant van afgelopen zaterdag. Terwijl de en het aantal burn-outs oplopen, wil Kalshoven terug naar de negentiende eeuw. De columnist en auteur van het boek Groeiland presenteert de 60-urige werkweek als iets onvermijdelijks. Willen we het nog een beetje beter krijgen deze eeuw (waarbij ‘beter’ wordt gedefinieerd als ‘meer kopen’), dan moeten we wel.

De ondertitel van het boek leert dat dit een vorm van ‘helder denken’ Ik dacht nog aan een andere optie − dat we hier te maken hebben met een schoolvoorbeeld van wat er misgaat als economen zich te weinig met geschiedenis, sociologie en psychologie bezighouden en ze hun door en door ideologische keuzes verhullen door net te doen alsof het allemaal slechts een kwestie van ‘argumenten’ en ‘helder denken’ is.

Dan nu de werkelijkheid: Nederland werkt al snoeihard. Sinds de jaren tachtig zijn we drukker geworden met (over)werk, zorg en opleiding. Besteedden we hier in 1985 nog 43,6 uur per week aan, in 2005 was dat al De individuele werkweek mag dan wel gekrompen zijn; de arbeidsparticipatie is geëxplodeerd. Werkte een Nederlands echtpaar in de jaren vijftig nog vijf tot zes dagen per week, nu zijn dat er eerder zeven tot acht.

Het resultaat mag er wezen: drie kwart van de Nederlandse werknemers gaat gebukt onder hoge tijdsdruk, een kwart werkt structureel over en één op de acht kampt met En trouwens: meer werken zou ook minder opvoeding, minder mantelzorg en minder participatiesamenleving betekenen. Werk dat vervolgens, betaald, door iemand anders moet worden gedaan. Tel uit je verlies.

Ondertussen blijkt uit talloze studies dat langer werken nogal ‘Meer kopen’ zal vooral een kwestie van ‘meer zorg consumeren’ zijn. Uit een studie van de Universiteit van Harvard blijkt ook nog eens dat co-assistenten met een te lange werkweek meer dan vijf keer zo veel (zware) diagnostische fouten

Bron: OESO. Illustratie: Momkai.

de grootste denkfout van Kalshoven is dat een werkweek van 60 uur een land rijker maakt. Ene Henry Ford liet honderd jaar geleden al een reeks van experimenten uitvoeren waaruit bleek dat zijn fabrieksarbeiders het meest productief waren bij een 40-urige werkweek. Nog 20 uur extra leverde vier weken lang wat op, maar deed de productiviteit vervolgens dalen omdat werknemers oververmoeid raakten.

Anderen gingen nog verder dan Ford. Op 1 december 1930, midden in de Grote Depressie, besloot de cornflakesmagnaat W.K. Kellogg om een 6-urige werkdag in te stellen in zijn fabriek bij de stad Battle Creek (Michigan). Het werd een daverend succes. Kellogg kon driehonderd extra mensen in dienst nemen en na vijf jaar bleek dat het aantal ongelukken met 41 procent was afgenomen en dat de werknemers een stuk productiever waren geworden. ‘Dit is bij ons niet slechts een theorie,’ vertelde Kellogg trots aan een journalist. ‘De stukprijs is zo ver gedaald dat we het ons nu kunnen veroorloven om evenveel te betalen voor zes uur werk als vroeger voor

Net als Ford zag Kellogg de kortere werkweek als een kwestie van slim ondernemerschap. Maar voor de inwoners van Battle Creek betekende het veel meer. Zij hadden voor het eerst ‘echte vrije tijd’, schreef een lokale krant. Ouders hadden meer tijd voor hun kinderen. Er werd meer gelezen, getuinierd en gesport. Kerken en buurthuizen zaten overvol.

Ford en Kellogg ontdekten dat productiviteit en lang werken maar weinig met elkaar te maken hebben. Niet toevallig is het juist rijke landen als Duitsland, Denemarken en Nederland gelukt om de werkweek fors terug te dringen. Steeds blijkt: hoe korter de werkweek, hoe hoger de productiviteit per uur. Natuurlijk is zo’n correlatie niet hetzelfde als een oorzakelijk verband, maar het zou Kalshoven in ieder geval aan het denken moeten zetten.

Bron: OESO. Illustratie: Momkai.

Er zijn sterke aanwijzingen dat in een moderne kenniseconomie zelfs veertig uur per week nog te veel is. Helder denken is nu eenmaal een vermoeiende aangelegenheid. In bijna ieder kantoor zitten er aan het einde van de dag nog afgematte mensen achter hun bureau, doelloos surfend op Facebook en nu.nl, wachtend totdat de eerste naar huis is gegaan. Iemand die voortdurend zijn creatieve vermogens moet aanwenden, kan volgens de onderzoeker Sara hoogstens zes uur per dag echt productief zijn.

Dus misschien kunnen we de sommetjes en denkstappen van Kalshoven een enkeltje negentiende eeuw geven, om vervolgens een voorbeeld te nemen aan de Zweedse stad Göteborg. De lokale overheid is daar een experiment begonnen met een 6-urige werkdag. ‘Wij hebben liever gezond en gelukkig personeel dan het tegenovergestelde,’ merkte de burgemeester op. Willen we het nog een beetje beter krijgen deze eeuw (waarbij ‘beter’ wordt gedefinieerd als ‘meer leven’), dan is dit de weg vooruit. ‘Mensen zullen meer aandacht geven aan andere dingen in het leven, zoals familie of hobby’s,’ ‘Het leven is meer dan werk alleen.’

Een kraakheldere gedachte, nietwaar?

De oplossing voor (bijna) alles: minder werken Ruim een eeuw lang werd onze werkweek steeds korter. Maar sinds de jaren tachtig werken we alleen maar meer. Een raadsel, want een kortere werkweek is de oplossing voor bijna alle grote problemen van deze tijd. Lees hier mijn essay over minder werken terug Leugens, grove leugens en het bbp Brekend: het bbp is onlangs weer met 0,1 procent gegroeid, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Zo kregen we andermaal de grootste mythe van onze tijd weer voorgespiegeld. Hoe het met ons gaat, laat zich al lang niet meer uitdrukken met een cijfer dat is bedacht in een tijd van depressie en oorlog. Lees hier mijn analyse van de geschiedenis van het bbp terug Het failliet van de Nederlandse werklozenindustrie Meer dan 6,5 miljard euro. Zoveel geeft de Nederlandse overheid ieder jaar uit om werklozen aan een baan te helpen. Over de effectiviteit zijn twee dingen bekend: óf het helpt nagenoeg niets, óf het is onduidelijk of het helpt. Waarom blijven we er dan toch halsstarrig in geloven? Lees hier mijn analyse van de werklozenindustrie terug