‘Dank voor je antwoorden, bijzonder om met jou een wederzijds begripvolle discussie te hebben, heel mooi!’

Dat schreef Correspondentlid als antwoord op een opmerking van medelid Arthur Bijl onder een van mijn stukken over corona.

Dat was vreemd, want Arthur en Joost blonken tot dan toe niet echt uit in wederzijds begripvolle discussies. Onder mijn corona-artikelen gedroegen ze zich meestal als kemphanen. Ze discussieerden over alles: over Zweden en de vraag of je dat land mag vergelijken met Nederland, dezelfde discussie maar dan over India, over de vraag of je uit de afwezigheid van een piek na de Ajax-viering mag concluderen dat er in de buitenlucht nauwelijks besmettingen voorkomen, over de sterftekans na een coronabesmetting…

Er was één constante: ze waren het bijna nooit met elkaar eens. Echt gescholden werd er niet, maar toch ging het er vaak hard aan toe: ze beschuldigden elkaar van het creëren van stropoppen, van tunnelvisie of van geschiedvervalsing.

Ik las deze commentaren en vroeg me af hoe we dit nog gelijmd kregen. Arthur en Joost leken in twee verschillende werelden te leven, elk met hun eigen feiten en interpretaties. Hoe vind je dan nog gemeenschappelijke grond?

Elk debat lijkt te leiden tot oeverloos bekvechten

Dit probleem komt natuurlijk niet alleen bij deze twee leden van De Correspondent voor. Bijna elk maatschappelijk debat lijkt de laatste tijd uit te monden in oeverloos gebekvecht. Over corona natuurlijk, maar evengoed over klimaatopwarming of racisme. In al die debatten ontstaan er kampen die, tot de tanden toe bewapend met feiten, de aanval op elkaar inzetten. Ze twijfelen niet, maar zijn er rotsvast van overtuigd dat zij het bij het juiste eind hebben. Ze luisteren niet, maar vragen zich wanhopig af hoe het kan dat de anderen niet inzien dat ze ongelijk hebben. 

Vaak gaan deze discussies over wat waar is en wat niet. Is covid nauwelijks erger dan een flinke griep? Helpen mondkapjes of word je er juist ziek van? Je zou verwachten dat we het net daarover wel eens zouden moeten geraken. Feiten zijn feiten, toch?

Dat ligt net iets ingewikkelder.

Sommige feiten zijn complexer dan andere

Er bestaan natuurlijk wel feiten waar nauwelijks aan te tornen valt. Dat Ouagadougou de hoofdstad is van Burkina Faso bijvoorbeeld, of dat de tafel waar ik nu aan werk 76 centimeter hoog is. Het eerste kun je in elke atlas en om te weten of de tweede stelling waar is heb je enkel een meetlat nodig. Maar de meeste feiten die een rol spelen in het coronadebat of het debat over klimaatopwarming zijn heel wat complexer. Achter die feiten zitten een hele resem aannames en ingewikkelde berekeningen die je, al dan niet terecht, in vraag kunt stellen. Ook wetenschap bevat vaak een flinke scheut

Als journalist doe ik mijn best om die aannames en berekeningen uit te leggen. Ik probeer niet alleen te beschrijven wat wetenschappers weten, maar ook hoe ze tot die conclusie komen. In de hoop dat de lezer op basis daarvan zelf kan beslissen wat waar is en wat waarschijnlijk niet. Toch: je kunt een paard naar het water leiden, maar je kunt het niet verplichten te drinken. Ook als je in detail de studies waarop wetenschappers zich baseren beschrijft, zul je niet iedereen overtuigen. Want we zien nu eenmaal de dingen vaak niet zoals ze zijn, maar

We zien nu eenmaal de dingen vaak niet zoals ze zijn, maar zoals wij zijn

Mensen zijn van de waarheid. Mensen hebben Die, vaak onbewuste, denkprocessen bepalen welke redenering we overtuigend vinden en welke feiten volgens ons waar zijn. Het is niet zo dat we eerst alle feiten verzamelen, daar dan hard over nadenken en dan pas onze mening vormen. Vaak doen we het omgekeerd: eerst hebben we een mening en gaan we op zoek naar de feiten en redeneringen die deze mening ondersteunen. En omdat feiten zo complex en kneedbaar zijn, lukt het meestal wel om zo’n onderbouwing te vinden. Zeker als je de rafelranden van de wetenschap opzoekt, vind je bijna altijd wel iets waarvan jij kunt geloven dat het een overtuigend bewijs is.

Vandaar dat debatten over feiten zo vaak uit de hand lopen. Als de ander niet wil geloven wat volgens jou zo vanzelfsprekend waar is, dan is hij dom, slecht of een combinatie van beide. Iets wat een constructief gesprek had kunnen zijn, wordt dan al snel een moddergevecht. Je probeert de ander niet te overtuigen maar te raken waar je hem raken kunt. Feiten worden munitie die je op je tegenstander afvuurt. 

Wat als we dieper proberen te graven?

Maar wat als we in een debat de feiten even laten voor wat ze zijn en proberen dieper te graven? Dat is wat Arthur en Joost deden, en met succes.

Het begon met een die Joost uitnodigde om de epistemologie even los te laten en naar de ethiek te gaan. Even niet sparren over wie er gelijk heeft, maar op zoek gaan naar de bron van hun meningsverschil: hun botsende wereldbeelden. Joost nam de uitnodiging aan en er ontspon zich over de waarden die aan de basis liggen van hun overtuigingen.

Daaruit bleek al snel dat de standpunten van Joost, die eerder sceptisch staat ten opzichte van de huidige coronamaatregelen en de vaccins, niet ingegeven werden door domheid of het afwijzen van wetenschap, maar wel door zijn geloof in individuele verantwoordelijkheid. In zijn eigen woorden: ‘De overheid heeft niet de plicht om het individu gezond te houden. Dat is de verantwoordelijkheid van ieder mens voor zich.’ 

Als de overheid bepaalde vrijheden enkel toekent aan diegenen die zich laten vaccineren, is dat volgens hem een beknotting van onze vrijheid. Diegenen die besluiten zich niet te laten vaccineren worden dan

Arthur zag dat anders. Hij heeft naar eigen zeggen minder problemen met gehoorzaamheid. De maatregelen waren volgens hem geen onderdrukking, het doel – volksgezondheid – heiligde de middelen. Al kwam Arthur ook deels tegemoet aan Joost zijn verzuchtingen: bij een aantal maatregelen, de avondklok bijvoorbeeld, kon je je inderdaad afvragen of de overheid niet te ver was gegaan in de beperking van onze vrijheid.

Joost en Arthur ontdekten dat ze best veel waarden met elkaar deelden

Er ontstond een boeiend en constructief gesprek over de spanning tussen vrijheid en verantwoordelijkheid, over het, soms subtiele, verschil tussen censuur en het bestrijden van desinformatie. Er vielen geen harde woorden meer, ze bewierookten elkaar zelfs en bedankten hun gesprekspartner voor diens bijdrage. Ze ontdekten dat, al verschilden hun standpunten, ze toch best veel waarden met elkaar deelden.

Het deed me denken aan mijn eigen echtelijke disputen. In de vijftien jaar dat we samen zijn, hebben mijn vrouw en ik al over de meest triviale dingen knetterende ruzie gemaakt. Over appels (en de vraag of zij gevraagd had die mee te nemen van de winkel), over de beste manier om een afwasmachine in te ruimen, en over wie van ons beiden de autosleutels op die onmogelijke plek gelegd heeft. Maar gelukkig kijken we elkaar dan na een tijdje aan en beseffen we dat appels of sleutels er nauwelijks toe doen. Waarna we proberen, tot nu toe met succes, de dieperliggende spanningen in onze relatie – de mentale blutsen en builen die we in ons leven al opliepen, de stress van het leven met twee jonge kinderen – te begrijpen.

We kunnen ons pas verzoenen als we durven praten over emoties en de waarden die daaronder liggen

Net zoals Arthur en Joost kunnen we ons pas verzoenen als we erin slagen om dieper te graven dan de triviale schijngevechten over feitjes. Als we durven praten over de emoties en waarden die daaronder liggen.

Ik denk niet dat Arthur en Joost het nu plots over alles roerend eens zullen zijn. Best mogelijk dat ze elkaar onder een volgend stuk over corona weer in de haren zullen vliegen. Maar ze hebben wel al een eerste horde overwonnen. Doordat ze niet bleven hangen bij de vraag wie er gelijk had, maar zich ook afvroegen waarom ze beiden op een andere manier naar de wereld keken, ontstond er wederzijds begrip en respect. En dat is een prima basis voor een constructief gesprek.

Nu is het aan jullie: probeer in je volgende discussie eens dieper te graven dan de feiten. Wie weet ontdek je dat je tegenstander toch niet zo dom en slecht is als je eerst dacht.

Meer lezen?

Hoe we uit de loopgraven van ons eigen gelijk kunnen komen We doen het allemaal: denken dat we ergens een puur feitelijk oordeel over vellen, maar eigenlijk varen op onze onderbuik. Dit boek leert ons wat we daaraan kunnen doen. Lees het artikel