Als er één kledingstuk is dat na honderdvijftig jaar nog altijd in de mode is, dan is het wel de jeans. Geen kledingstuk dat al zo lang zo alomtegenwoordig is in onze cultuur.

Door een spijkerbroek stap voor stap te volgen – van de Texaanse katoenplantages, de verf- en weeffabrieken in China, de naaiateliers in Bangladesh, het distributiecentrum van Amazon in Amerika tot de tweedehandsmarkten in Ghana – zag auteur, ondernemer en onderzoeker pas goed de vervuiling en uitbuiting van de kledingindustrie.

Die zoektocht deed haar radicaal van gedachten veranderen over de oplossing. Consumenten zullen met hun koopgedrag de modewereld niet kunnen omvormen. Ook merken en producenten gaan met hun blijvende focus op winst het grote verschil niet maken.

Het is tijd dat overheden zich met de sector gaan bemoeien via schrijft Bédat in

Dit zijn de vier belangrijkste lessen die ik uit haar boek haalde.

Uit de serie Amazon Unpacked door Ben Roberts

Inzicht 1: De kledingindustrie moet cijfers aanleveren over de milieu-impact, zodat we kunnen zien wat serieus is en wat greenwashing.

Van het plukwerk in Texas tot de vervaardiging in Azië: alle stappen in het productieproces van textiel van vezel tot kant-en-klare lap stof vereisen

Kledingbedrijven kunnen makkelijk duurzamer líjken door het vooral over grondstoffen te hebben, maar dan heb je het nog niet over de productie van het textiel gehad

Kledingbedrijven kunnen duurzamer líjken door het vooral over grondstoffen te hebben, kijk maar naar labels als biokatoen en gerecycled polyester, maar dan heb je het nog niet over de productie van het textiel gehad. Gezien de totale voetafdruk zou het veel effectiever zijn om iets te doen aan het energieverbruik tijdens de productie van de stoffen.

Kledingbedrijven geven onvoldoende betrouwbare data om als buitenstaander na te kunnen gaan hoe vervuilend zij en hun leveranciers te werk gaan. Bédat pleit voor wetgeving die bedrijven dwingt dezelfde richtlijnen aan te houden in hun Met milieurapporten die controleerbare en onderbouwde cijfers bevatten over energieverbruik, uitstoot van broeikasgassen, waterverbruik en inzet van chemicaliën. 

Dit soort data helpen onderzoekers, maatschappelijke organisaties en de media te begrijpen welke bedrijven vooruitgang boeken en welke achterblijven. En dus ook wie ze waarop kunnen aanspreken.

Uit de serie Amazon Unpacked door Ben Roberts

Inzicht 2: Gedragscodes zijn voor de bühne en fabriekscontroles één grote poppenkast

Toen vanaf de jaren negentig de eerste misstanden aan het licht kwamen in de productieketens van westerse kledingbedrijven, stelden merken op. Dat zijn eisen waaraan ook hun leveranciers zich moeten houden. 

Met fabrieksinspecties willen bedrijven laten zien dat ze hun eigen regels serieus controleren. De groeiende aandacht voor en vraag naar ethisch gemaakte kleren heeft de inspectie-industrie doen uitgroeien tot een waarde van Veel van die fabrieksbezoeken zijn echter weinig zinvol. Ze worden bijna altijd aangekondigd, waardoor fabrikanten onwelgevallige zaken onder het tapijt kunnen vegen. Werknemers in de fabrieken worden bovendien getraind om een toneelstukje

Van het daadwerkelijk handhaven van de ethische richtlijnen middels die inspecties is volgens Bédat dan ook geen sprake. Ze dienen voor de merken vooral als communicatiemiddel naar de buitenwereld. En als er dan toch iets ellendigs aan het licht komt, dan kunnen ze naar de inspectiediensten wijzen  

Vrijwilligers bij de lokale voedselbank. Uit de serie Amazon Unpacked door Ben Roberts

Inzicht 3: Arbeiders wereldwijd hebben sterke vakbonden nodig

Kleding- en textielproductie is al eeuwenlang vervlochten met misstanden. Eind negentiende eeuw, toen de textielindustrie in de Verenigde Staten en Europa nog booming was, waren de arbeidsomstandigheden in de fabrieken er al ronduit slecht. Dat veranderde grotendeels doordat arbeiders op beide continenten (Bédat beschrijft alleen het Amerikaanse perspectief)

Maar toen de productie vanaf de jaren tachtig meer en meer naar landen als China, Bangladesh en Indonesië verplaatste, bleven die verworven arbeidsrechten achter in het Westen. Sterker nog, de belabberde positie van arbeiders in die landen speelde juist een belangrijke rol voor bedrijven om hun productie aan fabrieken in deze landen uit te besteden. Vakbondsvrijheid is nog altijd een heikel punt. 

In hun drang om zo goedkoop mogelijk te produceren zetten merken als Gap, H&M, J.Crew of Amazon landen tegen elkaar op

Wat het afdwingen van arbeidsrechten nu ten opzichte van, zeg, honderd jaar geleden extra moeilijk maakt, is de extreme toename van concurrentie tussen landen onderling. Dani Rodrik, econoom aan de Kennedy School van Harvard en een criticus van het neoliberalisme, noemt dit ook wel In hun drang om zo goedkoop mogelijk te produceren zetten merken als Gap, H&M, J.Crew of Amazon landen tegen elkaar op, waardoor lokale overheden massaal worden ontmoedigd om wetten te maken en te handhaven. Bijvoorbeeld op het gebied van milieu- en arbeidsbescherming. 

Door sterkere, handelsovereenkomsten, met sociale wetten en milieuregels kunnen we volgens Rodrik een einde maken aan deze hyperglobalisering. Oftewel: een sterkere overheid die haar wetten handhaaft: ‘Als je wilt dat markten groeien, heb je regeringen nodig om hetzelfde te doen’, zegt hij. 

Bédat voegt daaraan toe dat overheden ook kunnen inzetten om te stoppen, als er nog geen internationale regels zijn om werknemers te beschermen. En daar hoort ook het recht bij om je te organiseren. 

Inzicht 4: Amazon heeft een te grote invloed op de markt (en nee, dat is niet per se goed voor de werkgelegenheid)

Gemeten naar het aantal shoppers is Amazon de grootste kledingretailer in de Verenigde Staten. Meer dan een derde van de kledinghandel verloopt via dit e-commercebedrijf.

Net zo goed als de naaister in de fabriek in Bangladesh zijn de werknemers in de distributiecentra van Amazon onderdeel van het huidige modesysteem: zij zorgen er uiteindelijk voor dat onze online bestelde kleren bij ons thuis terechtkomen.

Door Amazon en andere e-commercebedrijven verandert ons koopgedrag: met een aanbod dat haast oneindig, altijd en overal beschikbaar is, kopen we veel meer online, en sturen we ook veel meer terug.

Uit de serie Amazon Unpacked door Ben Roberts

Door te laten zien welke banen hierdoor verdwijnen beschrijft Bédat niet alleen Amazons invloed, maar laat ze ook zien welk werk ervoor in de plaats komt. Er zijn minder winkelmedewerkers nodig terwijl het aantal mensen dat in distributiecentra werkt groeit. Zet je deze aantallen tegenover elkaar, dan zie je dat het aantal banen

Bovendien: het soort banen dat ervoor in de plaats komt, is niet om te juichen: het werk in de distributiecentra draait, net als in de kledingfabrieken zelf, allemaal om efficiëntie. Arbeiders moeten continu dezelfde handeling uitvoeren, het denkwerk wordt zo veel mogelijk uitbesteed aan machines (om fouten te voorkomen) en ze worden continu gemonitord of ze wel snel genoeg zijn (lees: of het niet nog wat  

Wat valt hieraan te doen? Bédat wijst ook hierbij op het belang van vakbonden. Die kunnen helpen bestaande banen te verbeteren, al kunnen bonden er niet voor zorgen dat er in de toekomst daadwerkelijk voldoende degelijke banen zullen zijn. Want zowel in de naaiateliers als in de magazijnen geldt: de automatisering neemt overal toe.  

Deels is dat niet erg, stelt Bédat, aangezien veel werk dat verdwijnt vies, slechtbetaald of weinig betekenisvol is. Maar dat betekent wel dat overheidsinstanties een zogeheten moeten bedenken voor de banen die verloren gaan, waarmee nieuwe, betere banen die bijdragen aan een betere wereld worden gecreëerd. 

Tot die tijd wijst ze erop dat werknemers verplicht vertegenwoordigd moeten zijn in de besturen van bedrijven. En dat de beloningsstructuur van leidinggevenden binnen een bedrijf als bijvoorbeeld Amazon

Bédat: ‘Als we de verkoop van aandelen voor een bepaalde periode beperken, kijken leidinggevenden misschien naar investeringen op langere termijn, met meer banen en andere belanghebbenden: de werknemers.’ 

Voormalige mijnwerkers in het Lea Hall Miner’s Welfare Centre, Rugeley. Uit de serie Amazon Unpacked door Ben Roberts

Het kan anders

Al met al schetst Bédat in Unraveled een holistische blik op hoe de kledingindustrie is uitgegroeid tot de van vandaag, met alle milieu- en mensenrechtenschendingen die daarmee gepaard gaan, en vooral: wat daaraan te doen is. Dat doet Bédat door het systeem te analyseren waarin deze bedrijven opereren.

Dat systeem kan net zo goed als onze jeans opnieuw worden ontworpen. Niet door met z’n allen meer duurzame kleding te kopen – wat ‘duurzaam’ betekent wordt vaak niet eens onderbouwd, laat staan gecontroleerd – maar via beleid en wetten.

Over de beelden In opdracht van de Financial Times reisde fotograaf Ben Roberts naar het voormalig kolenmijnstadje Rugeley in het Verenigd Koninkrijk. Tijdens de recessie in 2013 rees de werkloosheid hier de pan uit en de komst van een gigantisch Amazon warenhuis moest hier verandering in brengen. Met de serie Amazon Unpacked wilde Roberts kijken of het neerstrijken van Amazon in Rugeley daadwerkelijk voorspoed bracht voor de bewoners en de lokale economie. Tevens krijg je als kijker een blik achter de schermen van het ontiegelijk grote magazijn dat 9 voetbalvelden meet. Bekijk hier meer werk

Lees verder:

Zo verleiden (en misleiden) webshops je om die ene aankoop te doen Verkooptrucs zijn al zo oud als de wereld, maar met de komst van online shoppen hebben zogeheten dark patterns een nieuw, gevaarlijk niveau bereikt. Hoe consumenten worden misleid en onder druk gezet. Lees mijn artikel hier terug