De rechtenstudie trekt twee typen mensen: de student die uit is op geld verdienen en de student die zich in wil zetten voor een rechtvaardige samenleving. Dat stelde Mies Westerveld, emeritus-hoogleraar sociale rechtshulp aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), onlangs

Als ik terugdenk aan mijn eigen rechtenstudie aan de UvA, waar ik in 2007 afstudeerde, herinner ik me vooral studenten van dat eerste type – en dus weinigen die zich onrechtvaardigheid aantrokken. Mijn medestudenten leken vooral druk te zijn met tentamens halen en bestuurservaring opdoen bij een studie- of studentenvereniging, zodat hun cv de grootste advocatenkantoren, multinationals en ministeries zou aanspreken. Als geld niet de drijfveer was, dan was het in elk geval status. 

Tijdens mijn studie kreeg ik ook niet het idee dat de rechtenfaculteit iets anders stimuleerde. Kennismaken met het onrecht dat zich buiten de muren van de rechtenfaculteit afspeelt was nauwelijks onderdeel van het curriculum. 

Zouden meer studenten voor rechtvaardigheid hebben gekozen als ze de wijken in waren getrokken om te praten met Of als ze mensen hadden ontmoet aan wie de overheid jarenlang gratis juridische bijstand weigerde, zoals bij slachtoffers van  

Studenten worden richting het grote geld geduwd

Toen mijn medestudenten en ik na jarenlang in de studieboeken onze eerste stappen richting de praktijk zetten, stonden de grootste advocatenkantoren, multinationals en ministeries klaar om de besten binnen te halen. En dat mocht wat kosten: studiereizen naar een advocatenkantoor in New York waren geen uitzondering. Als je op dat punt nog niet wist wat je wilde, dan werd je nog maar eens in de richting van het grote geld geduwd. 

57 procent van de Nederlanders had in de afgelopen vijf jaar een of meerdere juridische problemen

Zelf belandde ik als advocaat bij een kantoor op de Zuidas. Lang niet alle advocaten werken daar, Kortom: cliënten die de rekening kunnen betalen. Tijdens mijn loopbaan ben ik me steeds meer gaan afvragen wat niet-vermogende mensen – het merendeel van de samenleving – daar precies aan hebben. 

Want het is niet uitzonderlijk om rechtshulp nodig te hebben: 57 procent van de Nederlanders had in de afgelopen vijf jaar Deze kunnen ingrijpend zijn voor hun privéleven: ze leiden regelmatig tot stress en ziekte, relatie- of familieproblemen, of verlies van inkomen, werk of woning.    

Bij wie kunnen deze mensen terecht? 

Steeds minder sociaal advocaten

In 2019 had Dat wil zeggen: een advocaat die

In 2020 stonden in Nederland in totaal 17.964 advocaten ingeschreven, Maar het aantal sociaal advocaten neemt af. De overheid Sociaal advocaten stoppen omdat ze financieel niet meer rondkomen. De vergrijzing en de lagere instroom van jonge advocaten  

Een onder startende advocaten schetst ook geen rooskleurig beeld van de komende jaren: 83 procent van de respondenten zei daarin geen toekomst te zien in de sociale advocatuur. Een terugkerende reactie van de respondenten is dat ze niet meer zouden verdienen dan een schoonmaker of een supermarktmedewerker. 

Het gevaar van deze ontwikkelingen is dat rechtshulp in toenemende mate alleen nog weggelegd is voor vermogende mensen, bedrijven en organisaties. En dus niet voor de kwetsbaardere mensen die het juist zo hard nodig hebben. 

De rol van de rechtenstudie

De overheid is in eerste instantie Op de korte termijn is er vooral Maar op de lange termijn moet er meer gebeuren. En daar ligt een rol weggelegd voor de rechtenstudie. 

De universiteit zou studenten moeten stimuleren om voor een socialer carrière te kiezen

De universiteit bereidde mij niet voor op een samenleving waarin het recht tekortschiet omdat een grote groep mensen geen hulp krijgt. Terwijl dat juist is waar de rechtenstudie om draait: mensen aan rechtvaardige oplossingen helpen. De universiteit zou studenten dus meer moeten stimuleren om voor een socialer carrière te kiezen. Want als die aanmoediging niet tijdens de studie plaatsvindt, wanneer dan wel? 

De universiteit kan studenten op actievere manieren bewust maken van de juridische praktijk. Onder begeleiding van juridische dienstverleners zouden studenten bijvoorbeeld kunnen onderzoeken hoe we de rechtshulp toegankelijker maken en mee kunnen werken aan innovatieve ideeën die mensen

Daarbij is het zinnig om niet alleen oog te hebben voor de rol van traditionele rechtshulpverleners – sociaal advocaten, ‘gewone’ advocaten en andere juristen – maar ook voor Die kunnen het werk van een advocaat efficiënter en goedkoper maken. 

Deze initiatieven stemmen hoopvol

Gelukkig krijgen rechtenstudenten aan de Universiteit van Amsterdam tegenwoordig meer te zien van de wereld buiten de muren van mijn oude faculteit. Zo is er een waarbij studenten aan maatschappelijke oplossingen werken, bijvoorbeeld door mensen en ngo’s bij te staan die geen rechtshulp kunnen betalen. En bij de zetten studenten initiatieven op voor innovatieve juridische oplossingen. Zo was er vorig jaar een ideeënwedstrijd voor het vooruit helpen van de sociale advocatuur en heeft een student een app ontwikkeld voor een rechtvaardiger eerste gesprek bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND).

Beide initiatieven zijn vrij nieuw. Welk effect ze hebben moet nog blijken, maar ze stemmen hoopvol. Want uiteindelijk levert de rechtenstudie de juristen van de toekomst: de mensen op wie moeten kunnen rekenen als het gaat om de bescherming van de rechtsstaat. Niet alleen de (sociaal) advocaat, maar ook de juridisch ondernemer die online rechtshulp toegankelijk wil maken voor iedereen, of de jurist die de minister van Rechtsbescherming over betaalbare rechtshulp adviseert. 

Van rechtenstudies mogen we daarom verwachten dat zij studenten aanmoedigen om zich onrechtvaardigheid binnen de samenleving aan te trekken. En daar is meer voor nodig dan het vooruitzicht op een dik salaris.

Dit is de tweede aflevering van de nieuwe serie waarin wetenschappers, ervaringsdeskundigen en andere experts antwoord geven op de vraag:   

Meer lezen?

De regering bezuinigt op sociale advocatuur, terwijl twee derde van de gesubsidieerde zaken tegen de overheid loopt Het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand aan mensen met een smalle beurs kraakt in zijn voegen. Het zou te duur zijn. Advocaten worden onderbetaald. Intussen gaat twee derde van de gesubsidieerde zaken tegen de overheid zélf. Lees het artikel hier