Terwijl ik aan mijn boek Het varken werkte, dat in september dit jaar verscheen, hebben zich twee grote crises in de wereld voorgedaan: een voor de mens, een voor het varken. We hebben allebei een uit de hand gelopen virus opgelopen, we hebben allebei koorts en hoest gehad. Terwijl er reisverboden en een avondklok werden ingevoerd voor mensen, zijn er langs landsgrenzen wildhekken geplaatst om besmette wilde zwijnen weg te houden van de veestapel.

Op het moment van schrijven weet niemand hoe de corona-epidemie noch de Afrikaanse varkenspest zal eindigen, maar wat we tot dusver weten over de varkenspest is dat ongeveer een kwart van de varkensstapel in de wereld verloren is gegaan.

die begon met een infectieoverdracht van Afrika naar Georgië in 2007 en als een bom insloeg in China in 2018, wordt beschouwd als een van de grootste epidemische veeziekten ooit. Het feit dat varkens doodgaan is op zich natuurlijk niet iets dat de aandacht trekt. Het is ook niet goed te zeggen wat het ergste is voor het varken: de pest of het mes. Maar het is duidelijk wat het meest pijn doet voor de getroffen landen.

China, dat tot het uitbreken van de pest de helft van alle varkens ter wereld huisvestte, heeft misschien wel En dat treft niet alleen de voedselvoorziening in een land waar de calorie-inname steeds meer op dierlijke eiwitten is gebaseerd.

De varkenspest heeft dusdanig grote politieke, economische en sociale gevolgen gehad dat de epidemie volgens de Chinezen gelijkstaat aan ‘een staat van oorlog’. Miljoenen Chinezen zitten zonder inkomen, en alleen al voor de periode augustus 2018 tot augustus 2019 heeft China zelf berekend dat de pest 1 biljoen yuan (het equivalent van 130 miljard euro)

Je moet je best doen geen parallellen te zien

Het is dat er talloze onschuldige mensen zijn getroffen door de crisis, maar anders was het misschien het verdiende loon voor de Chinese autoriteiten geweest. Je moet je best doen om geen parallellen te zien tussen de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest en de beginfase van de uitbraak van covid-19 in 2019.

In een poging de omvang van de pestuitbraak te verdoezelen, werden systematisch onjuiste rapporten opgesteld, deden de Chinese autoriteiten toen de infectie zich verspreidde weinig om de bevolking te waarschuwen, en toen het duidelijk werd dat er crisis was, werd Chinezen gevraagd te zwijgen.

Terwijl China erin slaagde de corona-epidemie snel en effectief te beteugelen, wordt de varkenspest nog steeds verdoezeld

De twee epidemieën verschillen echter significant: terwijl China erin slaagde de corona-epidemie snel en effectief te beteugelen toen die eenmaal met schijnbare openheid bij de buitenwereld bekend raakte, wordt de varkenspest nog steeds verdoezeld met een bureaucratische geheimhouding die het moeilijk maakt om inzicht te krijgen in zowel de omvang van de crisis als de wil om deze te stoppen.

Ondertussen breidt het wilde zwijn, de besmettingshaard van de ziekte, zijn aanwezigheid in Europa uit als nooit tevoren. In Noorwegen staat de soort op het punt om zich en over het hele continent nemen wilde varkens steden en dorpen over, waar ze gewassen opeten, de infrastructuur vernietigen en – het belangrijkste op dit moment – een levensbedreigend gevaar vormen voor onze varkens.

Jacht op het everzwijn

Het everzwijn is nog nooit zo duidelijk en er zijn tal van maatregelen genomen: de jachtseizoenen zijn verlengd, helikopters met sluipschutters cirkelen in de lucht en voerstations gevuld met gif en voorbehoedsmiddelen worden opgericht, maar niets lijkt te werken.

Er zijn veel goede redenen te noemen om de populatie wilde zwijnen in te dammen. Er is bijvoorbeeld niet meer nodig dan een Poolse vrachtwagenchauffeur die zijn met varkenspest geïnfecteerde broodje ham laat liggen bij een Noorse picknickplaats aan de rand van het bos,

Tegelijkertijd is het conflict tussen het wilde zwijn en het gedomesticeerde varken – waar het huisdier het wilde dier overtroeft – illustratief voor wat velen vinden dat er is misgegaan in de wereld: wanneer cultuur de natuur overtroeft, heeft het onbedoelde gevolgen waarvan we

Jager met spies en zwijn, ca. 1660-1725 © Museum Rotterdam/gettyimages

Het gevaar van het varken

Met de kennis van nu zouden we in het Westen wensen dat de moerasgebieden in Zuidoost-Azië nooit hadden bestaan, dat vleermuizen nooit handelswaar waren geworden, of dat schubben van schubdieren nooit een exclusief handelsartikel waren geworden voor rijke Chinezen. Terwijl we huiveren bij plaatjes van gestripte slangen en geflambeerde apen, vinden we het moeilijk te accepteren dat wat op het bord onder onze neus ligt iets van hetzelfde vertegenwoordigt.

Ja, als je wilde dieren en tamme dieren met elkaar zou vergelijken in het aantal doden dat ze hebben veroorzaakt als gevolg van virusuitbraken, dan lijken tamme dieren als winnaar uit de bus te komen. En een van de dieren die ons het meest heeft gekost, is het varken.

Al sinds het begin van de twintigste eeuw heeft het varken miljoenen levens gekost, en misschien moet het ergste nog komen. Om het gevaar van varkens te illustreren, is het nodig om met een heel andere groep dieren te beginnen: vogels.

Ongeveer tegelijkertijd met de covid-19-uitbraak in de Chinese provincie Hubei, was er in dezelfde provincie sprake van uitbraken van vogelgriep onder kippen. De Chinezen werden op hetzelfde moment geconfronteerd met drie virale crises die verband hielden met de dieren om hen heen. Met een sterftegraad van 60 procent is de vogelgriep Gelukkig bevinden we ons in de situatie dat vogelgriep normaal gesproken geen mensen infecteert.

Nog minder is het virus in staat om van persoon tot persoon te springen en zo een epidemie onder mensen te veroorzaken. Sterfgevallen door vogelgriep worden daarom in verband gebracht met geïsoleerde gevallen. Dit is een beetje een paradox, want de vogelgriep is het virus dat de dodelijkste pandemie heeft veroorzaakt die de wereld ooit heeft gezien:

Hoe dat gebeurde kan vooralsnog niemand met zekerheid zeggen, maar twee scenario’s zijn waarschijnlijk. Eén gaat ervan uit dat een van de vogelgriepvirussen die destijds circuleerden een mutatie onderging waardoor het virus beter aangepast was aan de mens. De andere – meer waarschijnlijke theorie – betreft het varken.

Mensen lijken (ziekelijk) veel op varkens

Eerst de technische kant van het verhaal: wanneer een virus een lichaam overneemt, maakt het verbinding met een cel. Om dit mogelijk te maken, moet de cel een specifieke receptor — een soort aanhechtingspunt — hebben waar het virus zich aan kan binden. Als het virus en de receptor niet samengaan, kan het virus de nieuwe persoon waarmee het in contact is gekomen nooit als gastheer gebruiken.

Zoals het coronavirus SARS-CoV-2 geen verbinding kan maken met een varkenscel om zo het varken als gastheer te gebruiken, kan de Afrikaanse varkenspest geen verbinding maken met een menselijke cel en op die manier de mens gebruiken als gastheer.

Op grondje snuffelend zwijn, in accolades ca. 1630-1650. Hoekmotief: vleugelblad. Afkomstig uit Huize Bellevue dat aan de Kleiweg gestaan heeft. © Museum Rotterdam/gettyimages

Met andere woorden, varkens en mensen zijn verre van identiek in termen van deze celreceptoren. Toch Bijgevolg kunnen we nog steeds zeggen dat de kans aannemelijk is dat een virus dat is aangepast aan het lichaam van een varken, ook kan worden aangepast aan het menselijk lichaam. Daarom vormt het varken altijd een significante bron van potentiële infectie voor de mens.

Alsof de overeenkomsten tussen varkens en mensen nog niet gevaarlijk genoeg waren, is er nog een eigenschap van de varkenscel die echt een ondergang van de mensheid kan veroorzaken. Als soort is het varken uniek omdat het twee verschillende receptoren heeft waaraan virussen zich kunnen hechten. De ene receptor stelt het in staat virussen van mensen of andere zoogdieren over te dragen, terwijl de andere het in staat stelt virussen van vogels over te dragen.

Dit is waar de hypothese van het varken als oorsprong van de Spaanse griep in het spel komt. Wanneer het varken besmet raakt met verschillende soorten virussen, kan het als een soort mengvat fungeren, waarin nieuwe en zeer krachtige virusmengsels ontstaan. Het varken kan bijvoorbeeld een vogelgriepvirus produceren met het vermogen zich te binden aan een menselijke cel.

Het varken bezit dus de kenmerken om de noodzakelijke tussenpersoon te zijn tussen vogels en mensen.

Als het varken besmet raakt met verschillende virussen, kan het fungeren als mengvat waarin nieuwe en zeer krachtige virusmengsels ontstaan

Als dit het echte scenario blijkt te zijn, kan het varken in 1918 een sleutelrol hebben gespeeld bij de Vertaald naar de huidige bevolking zou dat gelijkstaan aan een verlies van

En alsof dat nog niet genoeg was, wordt aangenomen dat dezelfde mechanismen zich tussen vogels, varkens en mensen voordeden bij het uitbreken van twee kleine pandemieën in respectievelijk 1957 en 1968. Wie er moeite mee heeft om te zien welke duistere scenario’s dit in de toekomst kan opleveren, kan een onderzoeksrapport in het tijdschrift Journal of Molecular and Genetic Medicine uit 2008 raadplegen: ‘De vogelgriep die via varkens op de mens wordt overgedragen, vormt een significant risico op een nieuwe grieppandemie,

Het varken heeft geen vogels nodig om een bedreiging te zijn

Het varken heeft natuurlijk geen vogels nodig om een virale bedreiging voor ons te zijn. Dat bleek bijvoorbeeld in 2009 in Mexico. Aan het begin van dat jaar werden verschillende mensen in de regio Veracruz met ernstige griepverschijnselen opgenomen in het ziekenhuis. Het werd de Mexicaanse autoriteiten al snel duidelijk dat het land met een epidemie werd geconfronteerd. Mexico-Stad werd ‘stilgelegd’, maar de epidemie was niet te stoppen.

Dit was een variant die de wereld nog niet eerder had gezien, en de bron van de infectie was terug te voeren op een kudde varkens in de Mexicaanse stad La Gloria

Niet lang daarna werden verschillende inwoners van Californië en Texas getroffen door hetzelfde virus. Het werd naar Amerikaanse laboratoria gebracht, waar microbiologen snel de oorzaak konden concluderen: de ziekte werd veroorzaakt door het H1N1-virus, ook wel de Mexicaanse griep genoemd.

Die griepsoort circuleert al heel lang bij mensen, maar dit was een variant die de wereld nog niet eerder had gezien, en de bron van de infectie was De Wereldgezondheidsorganisatie stopte in juni 2019 met het tellen van het aantal besmettingen.

De Mexicaanse griep werd dus geclassificeerd als de eerste pandemie van de eenentwintigste eeuw. Na een jaar was dat wil zeggen tussen de 700 miljoen en 1,4 miljard mensen. We weten niet zeker hoeveel mensen stierven aan de Mexicaanse griep, maar sommige schattingen

Ebola bij varkens

Hoewel het sterftecijfer niet bijzonder hoog was in vergelijking met de Spaanse griep, was de Mexicaanse griep meer dan dramatisch genoeg, omdat die, net als de pandemie van 1918, vooral jongeren trof. Bij een gewone griepepidemie zal

Varken op grondje met bloemen tussen balusters ca. 1620-1640. Hoekmotief: vleugelblad. Afkomstig uit Huize Bellevue dat aan de Kleiweg gestaan heeft. © Museum Rotterdam/gettyimages

Bij zowel de Mexicaanse griep als de Spaanse griep was het grootste deel van de sterfgevallen tussen de 18 en 65 jaar oud. Alles werd op zijn kop gezet, wat de situatie nog tragischer maakte. Nadat de pandemie in 2010 voorbij was, is er niet veel gesproken over varkens en virale bedreigingen. Al was daar wel alle reden toe.

In hetzelfde jaar dat de Mexicaanse griep zich verspreidde, werd onthuld dat varkens op de Filippijnen een ebolavariant. Daarnaast werd gedocumenteerd dat het virus zes boeren had geïnfecteerd die in contact waren geweest met de varkens. Gelukkig is het restonvirus een ebolavariant die onschadelijk is voor mensen – in tegenstelling tot het meer bekende zaïrevirus — eveneens een ebolavariant — dat een

Maar geen van de onderzoekers was er gerust op, want zolang het restonvirus bij varkens kon voorkomen, waren twee beangstigende scenario’s waarschijnlijk: het onschadelijke ebolavirus zou kunnen muteren in een dodelijker variant. Of varkens zouden besmet kunnen raken met de zaïrevariant en deze op mensen overdragen.

De validiteit van deze scenario’s werd versterkt toen in een laboratoriumexperiment in Canada in 2011 werd aangetoond dat het zaïrevirus kon worden overgedragen op varkens en dat

De grootste vraag bleef onbeantwoord. Kunnen varkens de mens besmetten met het zaïrevirus en zo een epidemie veroorzaken?

Dat de onderzoekers iets groots en gevaarlijks op het spoor waren, werd het jaar daarop bevestigd. Apen in Afrika bleken besmet met de zaïrevariant, waarbij varkens de infectiebron waren. De implicatie was voor iedereen duidelijk. Als de infectie zich van varken op aap kon verspreiden, was het waarschijnlijk dat varkens een nieuwe bron van een dodelijke ebola-epidemie zouden kunnen zijn. Er ontstond dan ook grote opwinding toen onderzoekers in 2017 een nieuwe ebola-uitbraak in de Democratische Republiek Congo waarnamen. Was de voorspelling uitgekomen?

Springend zwijn, hoekmotief: ossenkop ca. 1650-1670 © Museum Rotterdam/gettyimages

Speuren naar de bron

De aanwijzingen kwamen vroeg. Gelijktijdig met de uitbraak werden in dezelfde regio verschillende dode varkens gevonden die leken te zijn aangevallen door een agressieve virale infectie. Bovendien werd gemeld dat de eerste besmette persoon een wildezwijnenjager was die, kort nadat hij op jacht was gegaan, ziek was geworden.

Een uitdaging bij de detectie van de infectie was dat de man niet alleen een varkenskarkas uit het oerwoud had meegenomen; hij had ook een levende aap bij zich, die hij op een lokale markt doorverkocht.

Met andere woorden, de onderzoekers werden geconfronteerd met twee mogelijke infectiebronnen die verband hielden met een en dezelfde persoon. Na enkele mislukte pogingen moesten de onderzoekers zich uiteindelijk neerleggen bij het feit dat de aap noch het karkas kon worden getraceerd.

Desalniettemin was de conclusie dat de infectie voorkwam bij wilde zwijnen, en niet bij de aap. Tot dusver zijn er geen aanwijzingen dat tamme varkens mensen met het dodelijke ebola hebben besmet.

Chinese varkens in Afrika

Het is echter duidelijk dat de groeiende varkensindustrie die de Chinezen de afgelopen jaren in verschillende Afrikaanse landen heeft helpen vestigen, een nieuw gezondheidsrisico kan vormen op het Afrikaanse continent ten zuiden van de Sahara.

Het is niet moeilijk om het epische element te zien in wat zich hier ontvouwt: de dieren vechten terug tegen de menselijke roofzucht, en de microben zijn de

Dit kan natuurlijk worden afgedaan als een te antropomorfe weergave van de omstandigheden. Je kunt ook tegenwerpen dat we in een tijdgeest leven die is bedwelmd door een nieuwe gevoeligheid voor de natuur, en dat men de verbindingen ziet waarnaar men op zoek is. Besmettingen tussen mens en dier zijn immers van alle tijden.

Als de mensheid de eigenschap van alleseter – die ze deelt met het varken – had gebruikt en haar eetlust had gericht op planten in plaats van vlees, zouden we niet zo veel epidemieën hebben gehad

Tegelijkertijd kan het wegwuiven van de verontrustende aspecten van de manier waarop we onze veestapels houden al snel overeenkomsten vertonen met het ontkennen dat we iets kunnen doen aan klimaatverandering. Net zoals het mogelijk is om de uitstoot van broeikasgassen terug te dringen, is het mogelijk om het risico te verkleinen dat onze veestapel ons door zijn microben doodt.

Eén ding is zeker: als de mensheid de eigenschap van alleseter – die ze deelt met het varken – had gebruikt en zouden we niet zo veel epidemieën hebben gehad om over te spreken. Misschien is dit uiteindelijk ook de beste manier om het varken daadwerkelijk te eren.

Het dier van vlees en bloed dat ons zo veel aan onszelf doet denken.

Dit stuk is een bewerkte versie van het laatste hoofdstuk van mijn boek Het varken. Een verhaal van een dier van vlees en bloed, dat in september verscheen bij

Springend zwijn met drie zeilschepen, hoekmoties: spin ca. 1700-1850 © Museum Rotterdam/gettyimages

Lees verder:

Waarom mensen varkens eten (en niet andersom) Varkens zie je zelden, toch leven er alleen al in Nederland 11 miljoen, om opgegeten te worden. Het lot van het varken is het resultaat van onze eigen scheppingskracht. Wij fokten ze, en wij sloten ze op. Het verhaal over het varken is daarom net zo goed een verhaal over de mens. Lees het eerste deel van dit drieluik De volgende pandemie wordt uitgebroed in kolossale kippenstallen De vogelgriep die nu in Nederland heerst, is niet gevaarlijk voor mensen. Maar het is wachten op een nieuwe variant die wél een voor mensen dodelijke pandemie veroorzaakt, stellen wetenschappers. En het is glashelder waar nieuwe dodelijke varianten vandaan kunnen gaan komen: de Europese pluimvee-industrie. Lees het verhaal van Thomas Oudman hier terug