De Amerikaanse schrijver heeft verstand van goede bedoelingen. Hij gaf in zijn boeken een stem aan Soedanese vluchtelingen, overstromingsslachtoffers en ter dood veroordeelden, hij stond aan de wieg van idealistische tijdschriften, stichtingen en onderwijsprogramma’s en hij won een TED-prijs, voor mensen die de wereld willen veranderen.

In zijn laatste werk, de toekomstroman De Cirkel (2013) laat weldoener Eggers − altijd eerlijk − echter zien dat ook goede bedoelingen tot rampen kunnen leiden. Het fictieve bedrijf waaraan het boek zijn titel ontleent is gegrondvest op nobele strevens, maar blaast die op tot tirannieke proporties.

Meer dan een ordinaire kantoorbaan

Hoofdpersoon is de vierentwintigjarige Mae Holland, net in dienst getreden bij De Cirkel, het machtige sociale mediaconcern dat Google, Twitter en Facebook heeft verzwolgen. Het bedrijf heeft het monopolie op de technologische inrichting van het dagelijks leven van miljoenen wereldwijd en blijft maar toenemen in populariteit.

Mae is dolblij met haar felbegeerde nieuwe baan. Als een ijverig schoolmeisje wijdt ze zich aan haar taak: zo veel mogelijk klantvragen beantwoorden en zo goed mogelijk door die klanten beoordeeld worden. Dat lijkt een ordinaire kantoorbaan, maar De Cirkel biedt meer dan dat. Op en rond de enorme glazen campus is altijd iets te doen, van yoga tot cocktailparty. Het mag de ‘Cirkelaars’ aan niets ontbreken op het werk, ze kunnen er zelfs slapen en medische zorg krijgen − ze hoeven de campus in principe niet te verlaten.

Het mag de ‘Cirkelaars’ aan niets ontbreken op het werk, ze kunnen er zelfs slapen en medische zorg krijgen − ze hoeven de campus in principe niet te verlaten

Maar het rijke sociale leven dat De Cirkel faciliteert is niet vrijblijvend, zo blijkt als Mae bij een van haar superieuren wordt geroepen. Ze doet haar werk prima, maar haar ‘participatie’ is te laag. Ze wordt verzocht meer campusfeestjes te bezoeken en meer te posten, ‘tingen’, ‘smilen’ en ‘frownen’. Meer delen dus. It comes with the job.

Mae begrijpt wat haar te doen staat. Ze legt zich toe op het verhogen van haar virtuele sociale status. En met succes. Wanneer de hoge bazen, ‘De Drie Wijzen’, voor een zaal met juichend personeel een nieuw experiment onthullen, wordt Mae uitverkoren tot proefpersoon. Ze ‘gaat transparant’: krijgt een camera om haar nek die alles vastlegt wat ze doet, zodat de hele wereld kan zien wat een vrolijke, progressieve boel het is bij De Cirkel.

Eggers bouwt zijn verhaal zo op dat je aanvankelijk haast meedrijft op de zonnige vibe die de blije sekte uitstraalt. Maar geleidelijk aan groeit het vermoeden dat Mae gevaarlijk geïndoctrineerd raakt door de utopische visie van De Cirkel.

Privacy is diefstal en geheimen zijn leugens

Deze visie, die in het begin nog onschuldig aandoet, dringt zich steeds meer op in terugkerende dogma’s: ‘Alles wat gebeurt moet openbaar zijn’, ‘Privacy is diefstal’ en ‘Geheimen zijn leugens’. Het aangenaam transparante Cirkelgebouw blijkt evengoed een claustrofobische burcht waar men elkaar voortdurend in de gaten houdt.

De doctrines van De Cirkel roepen in hun agressieve formuleringen het totalitaire regime uit Orwells 1984 in herinnering. Maar precies in die credo’s uiten zich ook de verschillen tussen de twee scenario’s.

‘Oorlog is vrede’, ‘Vrijheid is slavernij’, ‘Onwetendheid is kracht’. Zo luiden de beginselen van Orwells klassieke dystopie. Vooral waar het die onwetendheid betreft draait Eggers de zaken om. De Cirkel streeft een wereld na waarin iedereen álles weet. Informatie verbergen − ook als het om hoogstpersoonlijke informatie gaat − is asociaal en onveilig. En laat sociaal en veilig nu net het hoogste goed zijn bij De Cirkel.

Informatie verbergen − ook als het om hoogstpersoonlijke informatie gaat − is asociaal en onveilig. En laat sociaal en veilig nu net het hoogste goed zijn bij De Cirkel

De ambitie om alles zichtbaar te maken, om iedereen zich geheel vrijwillig te laten blootgeven, resulteert in een hyperdemocratie waarin elke participant voortdurend naar zijn mening gevraagd wordt en waarin iedereen meedingt naar de goedkeuring van de massa. Eggers laat geloofwaardig zien hoe Mae − toch al een onzeker type − langzaam verandert in een hysterische crowd pleaser. Het alomvattende systeem van De Cirkel vergroot haar sociale neuroses uit, het maakt haar tot slaaf van haar eigen angsten.

Daarmee schetst De Cirkel een beeld van surveillance als iets waaraan sociale mediagebruikers zelf bijdragen. Niet iets wat alleen van boven wordt opgelegd, maar een geïnternaliseerd mechanisme, een voortdurend zelfmonitoren.

Als Mae langer dan drie minuten op het toilet zit, camera en geluid uitgeschakeld, begint ze zich onrustig te voelen en vreest ze volgers te verliezen

Het bedrijf, met zijn geavanceerde hulpmiddelen, cultiveert in mensen het idee dat ze niet bestaan wanneer ze niet gezien worden. Als Mae langer dan drie minuten op het toilet zit, camera en geluid uitgeschakeld, begint ze zich onrustig te voelen en vreest ze volgers te verliezen. Als ze even geen reactie krijgt, heeft ze het gevoel dat zich in haar een ‘scheur’ opent naar een gapend zwart gat.

En Mae is niet de enige die zich beter voelt wanneer ze bekeken wordt. De scherp geprijsde maar haarscherpe Cirkel-cameraatjes, waarvan ze er een om haar nek heeft hangen, vinden gretig aftrek en worden vrijwillig overal ter wereld op slaapkamers en in voortuinen geplaatst, zodat elke uithoek in beeld gebracht kan worden. In naam der veiligheid wordt gestaag een soort Google-maps live verwezenlijkt, gecrowdfund, in feite, door de bereidwillige consument.

Een democratie met totalitaire trekken

In dat vrijwillige zit ’t ’m. Eggers schotelt ons een democratie voor met totalitaire trekken: een vrij land, waar de publieke opinie tiranniek begint te worden. Die paradox komt goed tot uiting wanneer de Cirkeltop, geïnspireerd nota bene door Mae, overweegt om alle gebruikers te verplichten om te stemmen.

Volgens privacy-expert en jurist Daniel Solove uit surveillance zich in de 21ste eeuw vooral in de machteloosheid van burgers die geen medezeggenschap krijgen over, en geen volledig inzicht hebben in, de gegevens die overheden over hen verzamelen. Maar bij Eggers zijn het juist de burgers zelf, die met hun eis van totale transparantie en hun honger naar kennis alomtegenwoordige surveillance scheppen.

Zo verhoudt Eggers zich op interessante wijze tot Orwells gruwelcredo’s, die hij niet zozeer omdraait, als wel op verontrustende wijze bevestigt. Vrijheid kan inderdaad op slavernij gaan lijken. In onwetendheid schuilt inderdaad kracht.

Aflevering 1: De Cirkel van Dave Eggers Nina Polak bespreekt De Cirkel van Dave Eggers. Anders dan in Orwell's 1984 laat deze roman zien dat surveillance niet per se iets hoeft te zijn wat van bovenaf wordt opgelegd, integendeel: in een wereld waarin alles met elkaar delen een must is, verwordt surveillance tot iets waaraan iedereen bijdraagt. Lees hier aflevering 1 in de serie Surveillance Metaforen

Aflevering 2: Het Proces van Franz Kafka In 'Het Proces' van Franz Kafka wordt duidelijk dat surveillance niet per sé uit kwade bedoelingen hoeft voort te komen, om toch grote schade aan te richten, schrijft Lynn Berger. Lees hier: De staat hoeft niet kwaadwillend te zijn om kwaad te doen, leert Het Proces van Franz Kafka

Aflevering 3: Little Brother van Cory Doctorow Maurits Martijn bespreekt de roman Little Brother, van Cory Doctorow, die laat zien dat de burger in een surveillancestaat nog niet machteloos hoeft te zijn. Lees hier: Iedereen heeft het over Big Brother, maar vlak Little Brother niet uit

Aflevering 4: WE van Yevgeny Zamyatin De roman 'We' van Yevgeny Zamyatin gaat over sousveillance – en over wat er gebeurt als niet alleen de staat, maar iedereen elkaar kan bekijken. Dimitri Tokmetzis bespreekt. Lees hier: De inspiratiebron van 1984 toont de zachte dwang van technologie