Spring naar inhoud
Beeld

Waar het hert vol van is

Hoog in het noorden van Japan leeft een groep Yezo sikaherten. Als fotograaf Chieko Shiraishi de dieren ontmoet op een serene sneeuwvlakte, komt ze los van een drukkend alledaags bestaan.

In Den Haag zit een lijstenmaker waar ik graag kwam. Zijn zaak is net een schatkist. Overal liggen oude prenten, met oude natuur, oude dorpen, oude schepen. En in elke hoek is een soort mega-mikado met staaflijsten aan de hand. Meterslange stokken in allerlei kleuren en bewerkingen, van kleine, immer net-niet-failliete Italiaanse lijstfabrikanten die alleen de lijstenmaker weet te vinden in het Toscaanse heuvellandschap waar hij elk jaar wel een keer heen reed, totdat het niet meer ging.

En terwijl ik daar hele middagen eindeloos veel nieuwe combinaties verzon van prenten met inktvissen, kwallen, naakte dames of – mijn favoriet, hij staat in de wc – de tombe van Sher Shah Suri, in turquoise-groen gespikkelde lijsten als een zeekoetei, of bruin-goud-blauwe Italiaanse verzinsels alsof antiek hout zich in de lijst had voortgeplant met een olievlek, terwijl ik dat dus deed, vertelde de lijstenmaker over zijn leven én over zijn clientèle.

Ik hoorde verhalen over bloedmooie klanten die huizen kochten in de buurt van grote liefdes die zich niet lieten binden, over klanten die goed betaalden, slecht betaalden of niet betaalden, klanten die de lijstenmaker verleidden met wijn en wilden opsluiten in een gouden kooi in Wassenaar. Over klanten met geweldige smaak, klanten met mesjogge smaak. 

Zo was er een keer een klant waar de lijstenmaker zich terloops over verwonderde: ‘Die man spaart alleen maar sneeuwlandschappen. Zijn hele huis, sneeuwlandschappen!’

Vast geen fan van M. C. Escher, dacht ik, de lithograaf die ooit een winter in de Zwitserse bergen doorbracht en sprak van ‘gruwelijk witte sneeuwellende’. Escher haatte ‘dat witte lijkkleed dat de aarde bedekt’. 

Misschien zou de sneeuwklant zich thuisvoelen in onze kantoortuin, dacht ik later. Witte muren, witte vloeren, wit plafond, met een skyline van witte kasten en bureaus. 

Zo schiet de zonderlinge sneeuwman me vaker onwillekeurig te binnen, sinds de lijstenmaker die twee zinnen sprak. 

Pas zag ik het werk van Chieko Shiraishi op de Unseen Photo Fair Amsterdam. Jarenlang volgde Shiraishi Yezo sikaherten door het sneeuwlandschap van Hokkaido, hoog in het noorden van Japan. Ze ging er aanvankelijk heen om zich ‘onder te dompelen in de schoonheid van de witte aarde, de stilte en het zwakke winterlicht dat je omhult als een cocon.’ Het ‘buitenaardse licht’ deed haar ‘zweven’ – en zo nog wat dingen die alleen kunstenaars kunnen zeggen en menen.

Maar eenmaal daar zag ze een processie herten het bevroren Furenmeer oversteken. Ze zag herten naar de kust trekken waar de wind wat sneeuw had weggeblazen van het dode gras. Een hert keek haar aan vanuit besneeuwde bosjes in de avondschemer. Sowieso staarden de herten graag naar Shiraishi, en Shiraishi staarde terug.

Dus Shiraishi erachteraan. Herten zijn een beetje heilig in Japan. De ontmoetingen voelden als een signaal van Moeder Aarde. Het liefst was ze jaren doorgegaan met herten fotograferen in de sneeuw. Tot Shiraishi door covid haar baan verloor. Werkloos in quarantaine, maakte ze een fotoboek van al het winterse hertmateriaal: Shikawatari (2020). 

‘Als ik terugkijk naar mijn foto’s van Hokkaido, voel ik me bevrijd van het verstikkende alledaagse leven en vliegt mijn blik naar het verleden en de toekomst – weg van het heden. Dit landschap wil ik delen met mensen over de hele wereld die het net als ik moeilijk hebben, die bang zijn voor virussen, en nerveus dat ze niet meer kunnen doen wat ze altijd deden.’

Het is een mooie serie van een land in de sneeuw, met hier en daar een sikahert – haast alsof je de winterwereld ziet door hertenogen. Hoeveel kleuren wit zouden herten zien? Zouden ze houden van hun habitat?

Mijn gedachten dwalen richting sneeuwklant.

Zouden Hokkaidoherten ook sneeuwlandschappen sparen? 

Maar dan mentaal?