Beste,

De afgelopen week las ik met rode oortjes het nieuwe boek van Thijs Broer en Peter Kee. Daarin reconstrueren de twee politiek journalisten op bijna filmische wijze hoe het Nederlandse coronabeleid tot stand kwam en krijg je een bijzonder inkijkje in wat er zich achter de muren van het Torentje, het Catshuis, de fractiekamers en de departementen afspeelde toen onze politieke leiders Nederland door de grootste gezondheidscrisis van de eeuw probeerden te loodsen. 

Het boek deed meteen stof opwaaien binnen Den Haag – al ging de ophef niet over de corona-aanpak. Ter promotie van het boek pakten de auteurs namelijk uit met een onthulling over het campagneteam van het CDA. Die was in aanloop naar de verkiezingen bezig met om zo CDA-partijleider Wopke Hoekstra in het premierszadel te hijsen. 

Een brisant nieuwtje natuurlijk. Maar interessanter vond ik de overkoepelende analyse die Broer en Kee in Code Rood schetsen over het coronabeleid. 

Het boek laat namelijk minutieus zien hoezeer onze politieke leiders werden overvallen door de pandemie (Wopke Hoekstra was samen met zijn vrouw en vier kinderen op wintersportvakantie in Oostenrijk toen hij hoorde dat in Nederland de eerste coronabesmetting was vastgesteld), hoeveel onrust een snelle beslissing en een paar onzorgvuldig gekozen woorden kunnen veroorzaken (‘groepsimmuniteit’ – wat bedoelen ze daar nu precies mee?) en hoe het kabinet continu moest laveren tussen het advies van het OMT aan de ene kant en de maatschappelijke druk aan de andere kant (moeten we de scholen wel of niet sluiten?).

Maar het boek laat ook zien hoezeer het de minister van Volksgezondheid ontbrak aan de mogelijkheid om centrale regie te voeren. Want in een land waarin het zorgstelsel decentraal georganiseerd is, is niemand de baas, zo schrijven de auteurs. ‘Dat betekent dat we de hele crisis hebben moeten improviseren’,

Profetisch bleken dan ook de woorden die Mark Rutte tijdens zijn allereerste persconferentie over corona uitsprak:

Ik vond dat toen mooi. Waar politici doorgaans beheersbaarheid en controle proberen uit te stralen voor het oog van de camera, koos Rutte ervoor om eerlijk te zijn over wat ze op dat moment niet wisten. Een prachtige anekdote uit Code Rood laat echter zien dat zelfs die 50 procent nog een schromelijke overschatting was voor hoe we er in werkelijkheid voor stonden. 

Want als Erik Gerritsen, destijds secretaris-generaal bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, kort na die eerste persconferentie zijn evenknie Paul Huijts tegenkomt, vraagt hij: ‘Hoe kun je dat nou laten zeggen? Het is toch 5 procent van de kennis?’ 

Waarop de toenmalige hoogste ambtenaar van Algemene Zaken antwoordt: ‘Zo veel onze­kerheid kan de bevolking niet aan.’ 

Tot de volgende!

Anne

Deze update liever in je inbox? Dat kan! Schrijf je in voor mijn nieuwsbrief, dan lees je meer over de totstandkoming van mijn onderzoek naar de coronacrisis en krijg je een seintje als er een nieuw verhaal verschenen is. Meld je hier aan voor mijn nieuwsbrief