Beste,

Valt er nog iets toe te voegen aan de berichtgeving over de schandalen achter de schermen bij tv-talentenjacht The Voice? Aan de ontluisterende onthullingen over het seksuele wangedrag van bandleider Jeroen Rietbergen, ex-juryleden Marco Borsato en Ali B, en de mysterieuze regisseur Martijn?

Of aan de ophef die ontstond rondom de uitspraken van voormalig The Voice-producent John de Mol, in de aflevering van waarin eerder een bedroevend lange lijst slachtoffers aan het woord kwam?

Wellicht weinig. Het verhaal domineerde vorige week – terecht – de Nederlandse media. En hoewel de berichtgeving en het vertoog op sociale media veelal aanvoelden als je reinste waan van de dag, viel mij ook op hoever we zijn gekomen sinds 2017, toen #MeToo voor het eerst viraal ging en het gesprek over de pijnlijke alledaagsheid van seksueel geweld de mainstream bereikte.

Ja, het was stuitend dat John de Mol enkel repte over de onwil van getroffenen om zich te melden, in plaats van de grove misdragingen van de The Voice-prominenten te veroordelen. Want nee, beste John, het ligt niet aan de vrouwen. Groet, de vrouwen uit je eigen bedrijf. En ver daarbuiten.

Maar zijn uitspraken klonken ook haast als een flauwe echo uit vervlogen tijden. Dat iemand de dingen die hij zei vandaag de dag nog kan zeggen, dúrft te zeggen, is voor steeds meer mensen niet te geloven.

De goegemeente herkende De Mols bullshit als bullshit. En juist dat stemt enigszins optimistisch. Victim blaming? Slut shaming? Zó vijf jaar geleden, aldus de publieke opinie.

Ziehier: de winst van MeToo.

Verkrachters weten donders goed wat ze doen

Toch: het The Voice-nieuws zal aan keukentafels door het ganse land ongetwijfeld ook hebben geleid tot discussies over vage grenzen en grijze gebieden. In de trant van: kun je werkelijk zeggen dat iemand als Ali B, die inmiddels twee aangiftes aan zijn broek heeft, waarvan één voor verkrachting, had moeten weten dat hij fout zat? Dacht hij misschien dat zijn slachtoffer wél wilde? Omdat ze geen ‘nee’ zei, niet tegenstribbelde? Is het allemaal niet gewoon een groot misverstand?

Kun je – kortom – iemand seksueel geweld aandoen zonder zelf te weten dat je dat doet? En verdienen de Borsato’s en Bouali’s van deze wereld vergiffenis, omdat, Heer, zij niet weten wat zij doen?

Voor dit zakje heb ik nog wel een duit.

– door het gebruik van dreigementen, middels daadwerkelijk geweld, of door iemand te drogeren of dronken te voeren.

Cruciaal: in de vraagstelling werden woorden als ‘rape’ en ‘sexual assault’ vermeden. De studenten werd dus expliciet gevraagd of ze ooit iemand hadden verkracht, zonder dat het verkrachting genoemd werd.

Je zou denken dat geen mens zulk gedrag toe zou geven, welk label het ook heeft. Maar wat bleek: maar liefst 6 procent van de respondenten (oftewel: 120 studenten) gaf gewoon toe weleens iemand tot seks te hebben gedwongen; 76 van hen zelfs meermaals.

De verwarrende conclusie is dat verkrachters de daad op de een of andere manier los zien van de naam. Plegers van seksueel geweld denken: ‘Ik dwing mensen tot seks, maar ik ben geen verkrachter.’

De vraag is dus of de grenzen wel zo vaag, en de grijze gebieden wel zo grijs zijn. Verkrachters, of in elk geval sommigen van hen, weten donders goed dat ze mensen dwingen om seksuele handelingen te verrichten die ze niet willen verrichten. Maar omdat het beeld van wat een verkrachter is niet strookt met hun zelfbeeld, valt hun eigen gedrag buiten die noemer – en daarmee buiten de scherpe veroordeling die het eigenlijk verdient.

Wat mij betreft is dit de volgende horde die de MeToo-beweging nemen moet. Het beeld dat wij hebben van seksueel geweld, en wie dat pleegt, moet kantelen.

Vooral bij verkrachters zelf.

À la prochaine.

Valentijn

Deze nieuwsbrief liever in je inbox? Dat kan! Meld je hieronder aan, dan ploft-ie elke twee weken op je digitale deurmat. Zo blijf je op de hoogte van mijn onderzoek naar de grote identiteitsvraagstukken van deze tijd Klik hier om je in te schrijven