In angstzaaierij over transgender personen figureert regelmatig het schrikbeeld van de ‘man in een jurk’. Meestal geschetst als een meneer die overduidelijk meneer is (denk: harige knokkels, stoppelige kin), maar die zich, gehuld in een slecht zittend toiletje toch in een vrouwen-wc of -kleedkamer meldt. Niet om zich daar om te kleden, gut nee, maar om de andere vrouwen te begluren en lastig te vallen.

Ook afgelopen week zweefde dit spookbeeld weer even voorbij. Alleen droeg het ditmaal geen jurk, maar een kokerrok.

Die kokette make-over was te danken aan Volkskrant-columnist Martin Sommer, Deze wet regelt hoe transgender personen hun geslacht op papier kunnen wijzigen. Daarvoor is nu nog een deskundigenverklaring nodig, maar die komt binnenkort te vervallen. Met een trip naar de gemeente en een paar weken wachten is het gepiept.

De wetswijziging zal, als we Sommer mogen geloven, een soort genderapocalyps inluiden. Binnen zullen louter nog mannen de erepodia bestijgen, binnen zal elke zedendelinquent herplaatsing naar de vrouwenbajes beogen, om zo vrijuit vrouwelijke gedetineerden te kunnen bepotelen, en lopen gevaar als – heb je ’m – ‘mannen in kokerrokken als vrouwen binnenkomen’.

En dat allemaal vanwege een letter op een paspoort.

Wat belet een verkrachter om een vrouwenkleedkamer binnen te wandelen?

Met zijn stukje sluit Sommer aan in de rij van éminences grises van de schrijvende opiniepers die zich de laatste weken flink opwonden over de versoepeling van de Transgenderwet. Oud-politicus Ronald Plasterk schreef erover in feminist Renate van der Zee in en journalist Jan Kuitenbrouwer

Volgens al deze criticasters geeft het vervallen van de deskundigenverklaring kwaadwillenden gelegenheid de wet grof te misbruiken. En door het recht op voor trans personen wettelijk te verankeren, zou de veiligheid van cisgender vrouwen en hun recht op bescherming en privacy danig op de tocht komen te staan.

De échte trans vrouwen zijn het probleem niet, daar lijken de kritische columnisten het over eens. Voor hen die werkelijk in een ‘verkeerd lichaam’ zitten, schrijft Sommer bijvoorbeeld, zijn ‘bekommernis’ en ‘deskundige hulp’ geboden. Maar het moet niet zo zijn dat het recht op zelfbeschikking van de ene groep conflicteert met de veiligheid van de andere. Wat belet een verkrachter straks nog om een paspoort met een ‘v’ erop te halen en doodleuk een vrouwenkleedkamer in te wandelen?

Het zijn zorgen die je niet zomaar van tafel kunt vegen. Seksueel geweld – en dan met name dat tegen vrouwen – is nog steeds een groot maatschappelijk probleem dat we bloedserieus moeten nemen. #TheVoice #MeToo.

Maar de tegenstanders maken een cruciale denkfout. Want wat belet een verkrachter om nu al een vrouwenkleedkamer binnen te wandelen, zonder papiertje op zak waarop zou staan dat dat mag?

Niets. Helaas niets.

Zelfidentificatie is niet de boosdoener

De boude waarheid is dat het gemak waarmee je je geslachtsregistratie kunt aanpassen helemaal niets te maken heeft met het gemak waarmee verkrachters ruimtes kunnen binnendringen die alleen voor vrouwen bedoeld zijn. Viespeuken kunnen ook nu al die jurk aantrekken en naar binnen lopen. Een pictogrammetje op de deur houdt ze net zomin tegen als de letter in hun paspoort – het idee dat het dat wel doet, is een schijnveiligheid.

Toch: staan vrouwen niet beter in hun recht om te klagen als ze iemand met een piemel in hun kleedruimte treffen, wanneer zo’n figuur geen identiteitsdocument heeft om mee te wapperen?

Misschien. Maar ook in dit geval is zelfidentificatie niet de boosdoener. Ook nu al zijn er trans vrouwen met piemels die een v’tje in hun paspoort hebben. Bovendien: hoe hoger de drempel is om een geslachtswijziging op het paspoort te regelen, hoe makkelijker het voor een misbruiker is om te verklaren waarom zijn paspoort nog niet ‘klopt’ – en vervolgens alsnog geveinsde moord en brand en transfobie te schreeuwen.

Wie valt wie nou precies lastig?

Met of zonder paspoort, met of zonder deskundigenverklaring, met of zonder zelfidentificatie: het verschil tussen een oprechte trans vrouw en de ‘man in een jurk’ uit de nachtmerries van de columnistiek is op het oog alleen moeilijk te onderscheiden. Dat zou geen gevolg zijn van de komende versoepeling van de Transgenderwet. Dat is nu ook al zo.

En weet je wie daar het meeste last van hebben? Trans vrouwen zelf. Lief van de Plasterken, Sommers en Kuitenbrouwers van deze wereld dat ze ons ervan verzekeren het verschil tussen ‘echte’ en ‘neppe’ trans vrouwen heus wel te snappen. Maar ondertussen leidt hun redeneertrant ertoe dat álle trans vrouwen omwille van hun lichaam automatisch verdacht zijn.

Oja, cisgender vrouwen een van de groepen die de columnisten juist met hun retoriek denken te beschermen.

In het verleden hebben trans personen veel geleden onder wat de wet hun voorschreef. Inmiddels is een deskundigenverklaring vereist, die honderden euro’s kost, die je moet halen bij instanties waar de wachtlijsten ellenlang zijn, en die je alleen krijgt nadat je hebt bewezen dat je een ‘duurzame wens’ hebt om van geslacht te veranderen. Oftewel: dat je trans genoeg bent.

Geef trans personen eens ongelijk dat ze zich hieraan willen ontworstelen – helemaal als sommigen, deskundigenverklaring of niet, hen toch wel als gevaarlijke mannen in jurken blijven zien.

Waar we voor moeten waken, is dat het wijzen op potentieel misbruik, hoe terecht of onterecht ook, uitmondt in daadwerkelijk geweld tegen trans personen.

Dát is het echte gevaar.

Abonneer je ook op mijn nieuwsbrief! Schrijf je hieronder in en ontvang elke twee weken een mail waarin ik je update over grote en kleine ontwikkelingen in het identiteitsdebat. Klik hier om je in te schrijven