Aan de titel van het coalitieakkoord lag het niet: Aan iedereen en alles gedacht, was de boodschap. Zelden zag de wereld er zo snel volkomen anders uit. En was een akkoord zo snel achterhaald.

In normale tijden gold al dat regeerakkoorden vooral gestold wantrouwen bevatten, waarna de werkelijkheid het overneemt en partijen dwingt om te gaan met de vraagstukken die zich aandienen.

‘Vooruitkijken naar de toekomst’ was in januari een vorm van opwarmen van overbekende problemen die niet langer genegeerd konden worden. Denk aan stikstof, woningnood, klimaat, jeugdzorg, toeslagen.

De Russische aanval op onafhankelijk Oekraïne heeft de ambities van het akkoord overspoeld. Niet alleen de veiligheidssituatie in Europa is ingrijpend veranderd – weinig tot voor kort vergezochte militaire scenario’s zijn nu ondenkbaar. Ook op de meeste andere terreinen liggen de kaarten volstrekt anders, met de energieprijzen en -aanvoer als centrale ontwrichtende factor.

De verloren tijd en het verloren draagvlak moeten worden goedgemaakt

De coalitiepartijen hebben in diverse bewoordingen erkend dat de formatie van Rutte IV idioot lang heeft geduurd, zeker gezien de problemen die toen al acuut waren. Deemoed en berouw leveren in gewone tijden al weinig meer op dan een goed gevoel, maar nu Europa met cruciale steun van de Verenigde Staten alles op alles moet zetten om een Derde Wereldoorlog te vermijden, is binnenlandse politieke kneuterigheid al helemaal niet meer wat nodig is.

Zoals Mark Rutte zijn rol als speler namens Nederland in Europees verband dezer dagen actief inhoud geeft, zouden hij en zijn compagnons in het kabinet ook in de overdrive moeten om de verloren tijd en het verloren draagvlak in eigen land goed te maken. Dit is het moment om met een alerte reactie gemaakte fouten en gemiste kansen in één en dezelfde grote beweging te repareren.

Er zijn alleen maar meer redenen nu te doen wat allang had kunnen en moeten gebeuren. Al die timide aanzetten om met stikstof, klimaat, woningnood, migratie en defensie aan de slag te gaan, kunnen nu met dubbele durf worden aangepakt. Het is tijd voor een regeerakkoord 2.0.

De gemeente is niet waar het gebeurt

Als de teleurstellende opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart (iets meer dan 50 procent gemiddeld) iets laat zien, dan is het wel dat veel burgers aanvoelen hoe de verhoudingen zijn: de gemeente is niet waar het gebeurt. Het Rijk beschikt en betaalt, de gemeente voert uit (meestal met te weinig geld). Kiezers die vorige week thuisbleven omdat ze niet begrijpen waar het over gaat of wat ze moeten stemmen, zouden best meer moeite kunnen doen om erachter te komen, maar gek zijn ze niet.

Betrokkenheid zie je direct vertaald in stemgedrag: bijvoorbeeld in een gemeente als Zeewolde. Twee partijen die tegen de onder de radar voorbereide komst van het enorme datacenter van Meta/Facebook hadden gestemd, wonnen ruim en haalden 14 van de 19 raadszetels. Daar weten de kiezers heel goed wat zij willen zeggen. Dan bedanken zij besturende partijen als CDA, VVD en D66 even niet voor het groenonderhoud.

De gemeente is de knuffelbeer waarmee Den Haag straatvoetbalt

De gemeente is de afgelopen jaren steeds meer de knuffelbeer geworden waar Den Haag mee straatvoetbalt. Allerlei Haagse ministeries bedachten los van elkaar taken die ze mooi door de gemeente konden laten uitvoeren, van huizen bouwen en isoleren tot ondersteunen van iedereen die zorg nodig heeft. O ja, willen jullie ook even kijken of er gif in de

Alle partijen – en ook de gemeenten via hun koepel VNG – zijn medeplichtig. In Den Haag kwamen de oppervlakkig doordachte decentralisaties voort uit bezuinigingsbeleid met een sociaal sausje. De gemeenten wilden best relevanter worden, maar kwamen vervolgens knel te zitten en verloren gezag bij de burgers

Het Rijk blijft de baas, liefst zonder op de uitwerking te worden aangekeken. Dat past in de gegroeide traditie van de landelijke bestuurlijke bovenlaag om politieke dilemma’s te depolitiseren. Het gevolg is een democratisch funeste self-fulfilling prophecy: naarmate besturende partijen reële keuzevraagstukken parkeren in schijnbaar neutrale uitvoeringsorganisaties, of bij gemeentes en provincies een eind verderop, worden die partijen steeds lastiger van elkaar te onderscheiden.

In dat bestuurlijke klimaat wordt het dus aantrekkelijk nieuwe partijen op te richten die één of twee onderwerpen op de agenda zetten, zonder per se medeverantwoordelijkheid te willen dragen. Landelijk en lokaal. Zo begon de Partij voor de Dieren, zo ontstonden allerlei Leefbaar-varianten, achtereenvolgende bejaardenpartijen, zo kregen de PVV, BoerBurgerBeweging en Volt een plek onder de parlementaire zon. De marketing van Forum voor Democratie is de uitzondering, want geënt op de laatste impuls van huisgenie Thierry Baudet – Poetin lijkt geen winnend post-corona-thema.

Het gevolg is langzamerhand een onwerkbare mate van versplintering: twintig fracties in de Tweede Kamer, en in veel gemeentes gaat het ook die kant op. Een van de verleidelijke remedies is Voorlopig zitten we met een reeks kleine fracties die het werk niet aankunnen. De opkomst en blijvende rol van lokale partijen hoeft niet per se zorgelijk te zijn, als zij hun burgers beter vertegenwoordigen en bij de lokale kwesties betrekken dan de plaatselijke afdelingen van landelijke partijen.

Alle bestuurslagen zijn in crisis

Het blijft vervreemdend om te zeggen terwijl verderop in Europa een land aan puin wordt geschoten en miljoenen gedwongen worden elders een dak boven hun hoofd te zoeken, maar in Nederland zijn alle bestuurslagen in crisis. De provincie is vruchteloos op zoek naar betekenis en enige bekendheid. De opkomst van de kiezers bij de Kamerverkiezingen van vorig jaar was redelijk hoog: 78,7 procent. Des te pijnlijker dat die getoonde goede wil zo hopeloos is verspeeld in het eropvolgende formatiemoeras. En ook los daarvan hebben burgers al langer meer vertrouwen in de democratie dan in de politiek, meer vertrouwen in ongekozen burgemeesters en rechters dan in gekozen

Het is de praktijk van het openbaar bestuur, in een ideale wereld geleid door democratisch gekozen politici, die veel burgers niet bevalt. In de Tweede Kamer is het verbale geweld van dien aard dat docenten hun leerlingen niet meer mee durven nemen voor een dagje Er zit niets anders op dan dat de meerderheid de Kamer redt.

Gekozen ambtsdragers en de hun ondersteunende fracties hebben er lang over gedaan te aanvaarden dat zij meer worden afgerekend op een tijdig afgeleverd rijbewijs of paspoort dan een knappe notitie over passend onderwijs aan hoogbegaafden/zeer makkelijk lerenden (hoe belangrijk ook). Dat geldt ook in provincie en gemeente. Het bestuur moet leveren en al helemaal niet bedreigen, zoals bij de geautomatiseerde inning van boetes en onjuiste toeslagen.

Er moest een nieuwe bestuurscultuur komen, maar het is nog niet vaak gelukt die te vinden

Burgers in Zeeland wachten nog steeds af wat ‘Den Haag’ waarmaakt van de toegezegde compensatie voor de rommelig afgeblazen verhuizing naar Vlissingen van de marinierskazerne. Een extra beveiligde gevangenis is niet hetzelfde. Een Delta Kenniscentrum klinkt al beter. Afgaande op wat Groningers met de NAM en het Rijk hebben meegemaakt na hun aardbevingsschade, zijn de Zeeuwen er nog niet gerust op.

Nadat het drama van de toeslagenaffaire voorjaar 2021 eindelijk tot iedereen was doorgedrongen en het kabinet-Rutte III een beetje was afgetreden, groeide uit het oppositioneel treiteren van de minister-president een soort brede overeenstemming dat er een nieuwe bestuurscultuur moest komen. De Tweede Kamer ging meer afstand houden tot het kabinet. Openheid en transparantie zouden de norm worden. Wetgeving werd weer belangrijker dan het kampioenschap verbaal ver-plassen.

Terwijl sommige individuele Kamerleden in commissies hun werk serieus opvatten, is het de Kamer als geheel en het kabinet nog niet vaak gelukt de nieuwe bestuurscultuur te vinden.

Voor draagvlak is een betrouwbare overheid nodig

Nog is het niet te laat. De oorlog in Oekraïne mag geen routine worden, en geen nieuw normaal. Dat zeiden we in het eerste coronajaar ook. Nu is het zo mogelijk nog meer menens. De gewelddadige denkbeelden van het regime in Moskou dwingen Nederland en Europa de bestaande orde radicaal te herzien. Defensie is geen hobby voor liefhebbers van uniformen die ten prooi zijn gevallen aan het militair-industrieel complex, maar bittere noodzaak om onze vrijheden te beschermen tegen onverlaten. Het vergt jaren inzet om de kaalslag bij de krijgsmacht in kaart te brengen, en samen met Europese partners weer een geloofwaardige verdedigingsmacht op te bouwen. Dat vergt – meer dan alleen geld –

Poetins oorlog heeft ook de Europese afhankelijkheid van zijn olie en gas zichtbaar gemaakt voor wie het nog niet doorhad. Nu merkt iedereen hoe lastig het is daar vanaf te komen. Voor we massaal overschakelen op kolen en andere smerig opgewekte energie uit ook niet altijd even mensenrechtelijke landen, is het zaak de energietransitie met alle middelen naar voren te halen.

Wil het kabinet draagvlak krijgen en houden voor alles wat nu moet, dan zal het vorig jaar verworven inzicht van de noodzaak van een betrouwbare overheid met evenveel kracht moeten worden toegepast. Dat stelt eisen aan de herziening van het stelsel van belastingen en toeslagen. Een meer solidaire verdeling van de lasten dan in het coalitieakkoord 1.0.

Een betrouwbare overheid is een voorspelbare overheid, geleid door een politieke leiding die zegt wat ze doet en doet wat ze zegt. Vaarwel gelikte overheidsvoorlichting die uit is op het beschermen van de bewindslieden, in plaats van het uitleggen van de uitdagingen waar aan wordt gewerkt, die vertelt hoe het karwei vordert en niet suggereert dat het morgen af is en alles goed komt.

Tijd dat de regering werk maakt van de goede voornemens

Om zo veel mogelijk mensen mee te nemen is het nodig een regeerakkoord 2.0 op te stellen. Liever in een weekeinde geschreven dan in negen maanden uitonderhandeld. Als nu nog niet duidelijk is dat onderhandelen over gedetailleerde regeerakkoorden zinloos tijd vermorsen is, dan wordt het nooit duidelijk.

Vier A4’tjes moet voldoende zijn. Op basis van het coalitieakkoord van jaren terug (januari 2022) moeten de nu noodzakelijke principes en prioriteiten worden vastgelegd. Met ruimte voor nieuwe inzichten als permanente opdracht in de bijsluiter.

Er moet aangekondigd worden dat de tijd van gratis geld voorbijgaat

Belangrijk is dat wordt aangekondigd dat de tijd van gratis geld voorbijgaat. Het huidige coalitieakkoord was een optelsom van wat de vier partijen wilden en sommige vooral níét wilden. Zoals de econoom Wimar Bolhuis heeft voorgerekend is Rutte IV een Voor de grote opgaven op het gebied van klimaat, mobiliteit en woningbouw worden miljarden geleend, vrijwel zonder lastenverzwaring bij burgers of bedrijven. Er is niet gekozen, niet afgewogen maar uitgegeven op de pof. Waarbij het dan ook nog eens de vraag is of voor al die grote programma’s tegelijk voldoende arbeidskrachten te vinden zijn.

De Europese Centrale Bank is langzaam en behoedzamer dan de collega’s in Washington en Londen met terugkeren naar klassiek beleid gericht op een beperkte inflatie, maar ook hier zal een reële rente ooit terugkomen. Het zal in Nederland waarschijnlijk nodig zijn keuzes te maken in komende begrotingen. Het vastleggen van uitgangspunten daarvoor is nu aan de orde. Het kabinet doet er goed aan die omwenteling te markeren.

Het is tijd voor een coalitieakkoord 2.0. Kan Den Haag begrijpend kijken naar de reuze-omwenteling die zich in heeft voltrokken? Zo’n moment is het.

De oorlog in Europa is een crisis van ongekende omvang en gevolgen. Voordat deze megacrisis een permacrisis wordt die de democratie in het voorbijgaan wegspoelt, is het nodig dat de regering zich een nieuwe basis timmert en van de goede voornemens van vorig jaar werk maakt. Van de nood een deugd, geen overbodige luxe.