Mariken Heitman, schrijver en bioloog, stoort zich aan de manier waarop biologie misbruikt wordt in het huidige debat over gender.

Daarvan regende het recent nog voorbeelden, toen de Tweede Kamer die het aanpassen van de geslachtsaanduiding in het paspoort moet vergemakkelijken. Geslacht, zo klonk het zowel is een biologisch feit, niets meer dan de som van een klein aantal lichaamskenmerken; Díé bepalen of je man of vrouw bent. Het idee dat gender – onze cultuur of ons ‘gevoel’ – iets uit zou maken, zou lariekoek zijn.

Maar volgens Heitman laat de werkelijkheid zich niet zo gemakkelijk platslaan, en al helemaal niet door middel van de biologie. Sterker nog: het is juist de biologie die ons laat zien dat de wereld van geslacht en gender oneindig complex is.

Hoe complex, blijkt ook uit Heitmans eigen werk. In haar laatste roman die recent de Libris Literatuur Prijs won, volgen we de zoektocht van hoofdpersoon Elke naar ruimte voor haar identiteit, die ergens tussen man en vrouw zit. Elke worstelt – net als Heitman zelf overigens – met de verwachtingen waar zij als vrouw aan moet voldoen. 

In het boek bevraagt Elke ook de maakbaarheid van de natuur. Ze werkt als zaadveredelaar, en legt zich toe op het terugveredelen van een erwt naar zijn vroegere, wilde staat. Zelf werkte Heitman na haar studie biologie in de biologische groenteteelt, en geeft nog steeds af en toe een moestuincursus.

Wat ons als ‘natuurlijk’ voorkomt, lijkt Heitman in haar boek te willen zeggen, is dat in werkelijkheid helemaal niet. Zelfs een erwt is gedeeltelijk door de mens gemaakt. Geldt dat ook voor geslacht en gender? 

Ik vroeg het haar.

Bewerkte versie van ‘Deep-Sea Medusa Plate I: Thamnostylus Dinema’, 1873-1876. Kwallen vertonen sequentieel hermafroditisme. Hierdoor kunnen ze van het ene op het andere moment van geslacht veranderen.

Je boek Wormmaan is eigenlijk verrassend actueel. Was je daarmee bezig tijdens het schrijven?

‘Ja, wel een beetje. Maar ik had de indruk dat mijn insteek niet zo populair zou zijn. Het gesprek over gender wordt vaak gevoerd door heftige stemmen, en mijn boek is behoorlijk genuanceerd. Ik was me ervan bewust dat ik een bepaalde laag aanboorde die nog niet zo mainstream was.’

Wat is er niet mainstream aan?

‘Ik denk dat veel cultuuruitingen over gender of homoseksualiteit gaan over de worsteling daarmee. Ik had behoefte om andere kanten te belichten, omdat ik denk dat er zoveel meer te vertellen is. Ik wilde het theoretischer aanpakken dan het beschrijven van een persoonlijke, diep doorleefde worsteling. Ik had de neiging om dit intellectueel de baas te zijn.’ 

Waar kwam die neiging vandaan?

‘Ik denk dat het te maken heeft met de onwil om er als een slachtoffer mee om te gaan. Er zijn dingen in onze maatschappij die het lastig maken om te zijn. Bijvoorbeeld dat ik met een wat masculienere uitstraling soms vreemd word aangekeken op de dames-wc. Dat is een klein voorbeeld, maar wel iets waardoor je er dagelijks mee geconfronteerd wordt dat er iets met je is, dat mensen soms van je in de war raken. En toen dacht ik op een gegeven moment: dit klopt niet, en dat ga ik aantonen – de zachtheid van het bewijs laten zien, tonen dat onze man-vrouwverdeling niet gebaseerd is op natuurwetten. Ik heb er plezier in om dat te ontkrachten met een bepaalde denkkracht, in plaats van op gevoelsniveau.’

De afgelopen tijd stond het debat over geslacht en gender op scherp vanwege de bespreking van de Transgenderwet in de Tweede Kamer. Wat viel je op?

‘Ik volg het debat zijdelings, niet op de voet. Maar wat ik eng vind, is wanneer mensen gaan schermen met kinderen, en dat huidige ontwikkelingen als de versoepeling van de Transwet die in gevaar zouden brengen. Die taal die is terug te voeren op hoe men lang dacht over homoseksualiteit, dat het besmettelijk zou zijn voor kinderen. Zo middeleeuws! Mensen schuiven kinderen naar voren, terwijl ze vooral zelf bang zijn voor de ontwikkelingen rondom gender en geaardheid. Het zou een stuk eerlijker zijn als de discussie zou gaan over die onderhuidse angsten, die door deze wetswijziging opborrelen.’

Aan welke argumentatie stoorde je je het meest?

‘Het misbruik van de biologie. De natuur wordt constant voorgesteld als een soort moralistisch godje, die vertelt hoe het moet zijn, in plaats van hoe het is. Dan post iemand op Twitter een tabel waarin middels mannelijke en vrouwelijke geslachtscellen de mogelijke genetische samenstelling van hun kinderen verbeeld wordt. En dat zou dan verklaren wat geslacht is. Maar geslacht past gewoon niet in één schema. Wás het maar zo eenvoudig. Geslacht is geen vaststaand feit, maar bevindt zich op een spectrum. Het is een ingewikkeld samenspel van vele variabelen.’

Bewerkte versie van ‘Australian Fungi Plate 5: Hymenomycetes’, 1892. Schimmels hebben duizenden mogelijke unieke geslachten, onderverdeeld in positieve en negatieve paringstypen. Er is geen zichtbaar verschil tussen positief of negatief, maar iedere soort heeft een tegenpool nodig om zich voort te kunnen planten.
‘We weten allang dat er enorme verscheidenheid in gender is – juist vanuit de biologie’

‘In mijn boek haal ik het volgende voorbeeld aan: we hebben bruine ogen, we hebben blauwe ogen, maar geen enkel blauw oog is hetzelfde. En dat kunnen we vrij goed accepteren – dat we allemaal net een andere oogkleur hebben, daar doet niemand moeilijk over. Maar als het gaat over gender en geslacht, moet het ineens heel zwart-wit zijn. Bijzonder dat sommige mensen daar zo aan vast blijven houden. Terwijl we allang weten dat er enorme verscheidenheid is. Juist vanuit de biologie.’

Waarom denk je dat mensen zo graag aan die gendernormen vast willen blijven houden?

‘Ik ben er nog steeds niet achter. Waarom zou het jou als individu wat uitmaken dat iemand waar je verder niks mee te maken hebt zich anders dan jij door het leven beweegt? Bij chimpansees is dat bijvoorbeeld niet gebruikelijk, dat toont primatoloog heel mooi aan. Het is dus echt iets menselijks, die angst voor het vreemde.’

Dat we de ander willen beteugelen, misschien? Door diegene te categoriseren? 

‘Ja, en dat snap ik ook wel. Ik denk dat het categoriseren ons als mensen ook ver heeft gebracht. Het hoort bij de wereld begrijpen, kennis vergaren, er een logische soep van maken. We moeten alleen niet vergeten dat die rubricering niet door God gegeven is of door dé natuur. Wij hebben die categorisering ooit gemaakt – man en vrouw. Maar zijn we daar eigenlijk nog wel blij mee?’

In Wormmaan gaat het ook veel over de onnatuurlijkheid van de natuur. 

‘In Nederland wordt heel veel natuur gemaakt, en om de meeste natuur staat een hek. Ik vind dat een mooie metafoor voor hoe wij mensen controle willen uitoefenen over dingen die we niet altijd kunnen controleren. Het zegt veel over hoe we omgaan met natuurlijkheid en wildheid. Met het cultiveren van elkaar.’ 

Het cultiveren van elkaar?

‘Hoe we elkaar bij de les houden. Soms voel je: als ik dit of dat doe, dan vinden mensen iets van me. Als ik bijvoorbeeld vandaag mijn tuinbroek had aangetrokken, dan hadden mensen er misschien iets van gedacht. Of me erop aangesproken.’

In je boek krijgt die disciplinerende blik de vorm van de denkbeeldige ‘vrouw die Elke nooit werd’. Elke gaat herhaaldelijk met haar in gesprek, ze torst die vrouw letterlijk met zich mee. Voel jij dat ook? Dat je een bepaalde vrouw die je niet bent met je meetorst? 

‘In het boek dramatiseer ik het natuurlijk een beetje, het is niet zo dat ik dagelijks met haar in gesprek ga, zoals Elke dat wel doet. Maar het is wel iets wat ik me goed kan voorstellen.’ 

‘Op het moment dat je iets verwoordt, verdwijnt een groot deel van de schaamte en zwaarte’

‘Toen ik die vrouw introduceerde had ze eigenlijk nog maar een heel kleine rol. Maar toen ik later vastliep in het schrijven, ben ik gaan opschrijven wat die vrouw allemaal denkt en vindt en zegt. “Je moet wel borsten hebben, maar ze niet te veel laten zien. Je moet wel make-up op, maar niet te veel, want dan ben je een hoer.” Ik vond het een opluchting om dat allemaal een keer uit te schrijven. Op het moment dat je iets verwoordt, verdwijnt een groot deel van de schaamte en zwaarte.’

Bewerkte versie van ‘Plaat XI’ uit deel 1 van Pieter Cramers ‘De uitlandsche kapellen voorkomende in de drie waereld-deelen, Asia, Africa en America’, 1791. Deze vlinders zijn gynandromorf, wat betekent dat het organisme zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken heeft.

Het viel mij op dat vrouw zijn en schaamte in je boek bijna onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Waarom is vrouw zijn zo schaamtevol? 

‘Ik weet niet of dat voor alle vrouwen zo is. Maar ik denk dat er in het algemeen een groter beroep op vrouwen wordt gedaan om het wilde te beteugelen. Ze moeten hun haargroei en figuur beheersen, ze mogen niet te aanwezig zijn. Misschien dat het voor mij persoonlijk nog extra schaamtevol is, omdat ik me er altijd van bewust ben dat ik niet voldoe. Kennelijk ben ik daar gevoelig voor. Want waarom schaam ik me als ik ongemak in andermans ogen zie?’

De taal in Wormmaan is superrijk. Alleen al je openingszin – ‘Het besturen van een trekker is een daad van soevereiniteit’ – roept zo veel op. Wat doet taal voor jou?

‘Het is een gereedschap om tot een dieper inzicht te komen. Toen ik met het boek begon, had ik een vaag vermoeden dat er een connectie was tussen het veredelen van planten en dieren en hoe wij over gender denken. En door het scherp te formuleren, kun je zo’n nieuwe gedachte forceren. Het is bijna schatgraven. Met iedere schep aarde die je weghaalt, met iedere goed geformuleerde zin, kom je iets dichter bij de kern.’

Is taal ook een vorm van veredeling van de werkelijkheid?

‘Ik kreeg van een lezer de kritiek: heel mooi dit, maar de taal is wel heel beteugeld, heel gecontroleerd. Het had wel wat wilder gemogen. Dat vond ik een leuk punt. Misschien is dat ook wel tegenstrijdig aan mij of aan het boek.’

In Wormmaan gaat het over het terugbrengen van de erwt naar z’n oorspronkelijke, wilde vorm, en ontmoeten we naast Elke ook Ra, een oermens. Wat is jouw fascinatie met dat oorspronkelijke? Met dat oer? 

Daar valt iets te ontdekken, dacht ik, in die oorsprong. Er valt iets af te pellen, en dan zijn we in het paradijs, toen je nog niet bezoedeld was door de maatschappij of door de cultuur. Inmiddels weet ik niet meer of dat zo is. Ik denk dat het een heel groot verlangen is van mij, dat ik mij misschien niet altijd thuis voel in deze wereld en denk dat ik gelukkiger zal zijn als ik maar tot een groter weten kom.’

Ra zit tussen man en vrouw in, en wordt door haar gemeenschap een ‘middenmens’ genoemd. Had je je meer thuis gevoeld in Ra’s wereld?

‘Ik weet het niet. Ra behoort tot de allereerste boeren, en ik heb haar vooral willen introduceren omdat ik een tweede maatschappij wilde portretteren, die op een heel andere manier met gender omgaat. Het gevaar is dat sommige mensen me terecht vragen: was het toen beter? Ik weet het niet.’

‘Moet je gender wel willen vastleggen?’

‘Er wordt vaak gezegd dat Toen ik hier een beetje onderzoek naar deed, leerde ik dat er uit die periode veel beeldjes zijn gevonden van mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. Dan weten we natuurlijk nog niet wat dat betekent. Maar wel dát het iets betekende, dat ze ermee bezig waren.’

Inmiddels hebben we een maatschappelijke discussie over wat er in je paspoort moet komen te staan: je biologische geslacht of je gevoelde genderidentiteit. Welke van de twee denk jij dat we moeten registreren?

‘Ik vind het ingewikkeld. Ik snap eigenlijk niet zo goed waarom het überhaupt van belang is geslacht of gender te registreren. Heel mal, er zijn inmiddels toch veel betere manieren om ons te identificeren dan wat je in je broek hebt? Vingerafdrukken, iriscopie – zaken die je echt niet kunt veranderen. Genderexpressie staat niet zo vast. Hoe liberaler we daarmee omgaan, hoe meer we zullen ontdekken dat je expressie gedurende je leven verandert of meebeweegt. Moet je dat willen vastleggen?’

‘Maar ik heb makkelijk praten. Ik identificeer me tenslotte met mijn geslacht, ongeveer in elk geval. Dus ik voel bij dat paspoort geen strijd. Ik snap heel goed dat er mensen zijn voor wie dit wel van groot belang is. Naar hen moet veel meer en veel beter geluisterd worden. Dus die lans wil ik wel breken.’

Bewerkte versie van ‘Radiolaria Plate 99’, een litho uit Voyage of HMS Challenger’, 1873-1876. Radiolariën zijn protozoën met een diameter van 0,1-0,2 mm. Ze zijn een bijzonder organisme vanwege hun ongeslachtelijke voortplanting. Hierbij splitst een cel zich in twee of meer dochtercellen en gaat de oudercel verloren.
Over de beelden De illustraties bij dit verhaal zijn onderdeel van ‘Reframing Biodiversity’, een samenwerking tussen de Nieuw-Zeelandse kunstenaar Shannon Novak en het Queensland Museum. Met zijn bewerkingen van natuurhistorische prenten uit het museumarchief wil Novak onze heteronormatieve blik op de natuur ter discussie stellen. De prenten van levende organismen tonen een oneindige diversiteit als het gaat om seksuele geaardheid, genderidentiteit, genderexpressie en geslachtskenmerken. De kleuren die Novak toevoegde, verwijzen naar de transgendervlag en de interseksevlag.
Bekijk hier meer over het project

Meer lezen?

Dankzij deze wet verbeter je met één letter je leven Wetten maken de samenleving. Daarom vragen we politici: wat is je lievelingswet? Deze week: Kamerlid Lisa van Ginneken (D66) over de Transgenderwet. De evolutie van die wet reflecteert de emancipatie van trans personen. Lees het interview hier Gender is geen modern gedoe. Kijk maar naar deze fascinerende geschiedenissen Dat er meer is dan ‘man’ of ‘vrouw’ lijkt misschien nieuw. Maar het idee van gender als iets dat fluïde is, is eeuwenoud. Over de hele wereld en in de hele geschiedenis van de mensheid werd gender benaderd als een spectrum, totdat het westers imperialisme daar een einde aan probeerde te maken. Lees dit artikel van Karin Amatmoekrim