Ik was op Lowlands toen het me overviel. De lucht leek rood door de lampen van de show, mijn sokken waren doorweekt van de regen.

‘Kennen jullie deze nog?’ riepen

Ik stond ingeklemd tussen vrienden en onbekenden, die tegelijk begonnen te springen. ‘Dat wíj dit mogen meemaken!’ schreeuwde een buurman in mijn oor. Er werd uitsluitend gelachen en gejuicht, alsof het één gelukkige gemeenschap was.

En toch was het alsof ik daar alleen stond, op het grootste veld van het festivalterrein. Ik ervoer de avond niet zoals zij, omdat ik in die periode niet lekker in mijn vel zat. De connectie ontbrak, en dat gaf me een eenzaam gevoel. Hoe kun je midden in een uitbundige mensenmassa tóch eenzaam zijn?

De ene eenzaamheid is de andere niet

Eenzaamheid wordt de laatste jaren als een maatschappelijk vraagstuk gezien. En dat is niet zo gek, want Dat zijn er meer dan in 2019, toen ongeveer een derde van de Nederlanders te maken had met eenzaamheid.

Het kabinet investeert – zeker sinds de pandemie – flink in het thema: tot 2025 wordt er voor het programma ‘Een tegen eenzaamheid’. Daar valt ook de Week tegen Eenzaamheid onder, een

Waar minder vaak op ingezoomd wordt, is hóé mensen eenzaam zijn

Als je eenzaam bent, kan een klein gebaar al het verschil maken, concludeert de overheid in In de reclame nodigt een mevrouw haar oudere buurvrouw uit voor een uitje naar de volkstuin, omdat ze zo graag tuiniert. Ze bloeit helemaal op, en is voor even niet bezig met haar overleden man.

Er worden allerlei initiatieven tegen eenzaamheid georganiseerd, maar de meeste tips van de overheid liggen in deze hoek. om een praatje te maken met andere hondenbezitters, of een klusje voor je buren te doen. Durf hulp te vragen, ga het gesprek aan – dat soort adviezen.

Waar minder vaak op ingezoomd wordt, is hóé mensen eenzaam zijn. En wie dat zijn, los van oudere mensen. Terwijl dat wel belangrijk is: een te eenzijdig beeld gaat het gevoel van eenzaamheid niet oplossen. De ene eenzaamheid is de andere niet, en het ligt genuanceerder dan ‘weinig onder de mensen zijn’.

Als je iemand mist die je kent

De psychologie onderscheidt drie verschillende ‘eenzaamheidstypes’: sociaal, existentieel en emotioneel. De bekendste campagnes zijn vooral gericht op sociale eenzaamheid, waarbij je minder contact hebt met anderen dan je zou willen. Misschien heb je weinig vrienden of collega’s, en mis je daardoor een sociaal netwerk. Het is de uitingsvorm die veel mensen wel kennen, omdat het (het meest) past bij het stereotype beeld van een eenzaam persoon.

Als je existentiële eenzaamheid ervaart, heb je last van een gebrek aan zingeving. Je kunt je verloren voelen, alsof je niet helemaal in de samenleving past. Dat kan een eenzaam gevoel geven, vooral als andere mensen wél verbinding lijken te ervaren.

En dan is er nog emotionele eenzaamheid. Jongeren hebben hier momenteel vooral last van, Ze missen een hechte band met anderen, of voelen zich in de steek gelaten. Dit soort eenzaamheid hangt samen met een gevoel dat het meest samenhangt met intimiteit, omdat het een diepe connectie vereist.

‘Emotionele eenzaamheid is subtieler [dan sociale eenzaamheid, red.]’, schrijft ‘Hierbij is iemand wel omringd door mensen, maar voelt diegene zich alsnog totaal geïsoleerd.’

‘Ik mis iemand die mij kent’, vertelt de 27-jarige Anne in Verstoord Verlangen, over de impact van de pandemie op intimiteit en liefde. ‘Die drie obligate kussen, daar kon ik zonder, maar vastgehouden worden als ik verdrietig was, bleek een levensbehoefte.’

Niet alleen jonge mensen zoeken naar meer intimiteit. Bij Nederlandse ouderen Zij zagen vooral dat type – in grotere mate dan sociale eenzaamheid – tussen 2019 en 2020 stijgen. De toename was voor iedereen groot, ook mét partner en dagelijks sociaal contact. Een heel ander beeld dan in de overheidsspotjes te zien is, dus.

Voor intimiteit moet je gehoord worden

Als je emotioneel eenzaam bent, mis je mensen die jou goed kennen. Het zijn contacten die daadwerkelijk begrijpen hoe je in elkaar zit, en waar je niet zoveel aan hoeft uit te leggen. Je voelt de vrijheid om te vertellen waar je wakker van ligt, en bent niet bang dat je daardoor afgewezen wordt. Het zijn de mensen die goed weten waar je blij en verdrietig van wordt, en waar je, kortom, intimiteit mee ervaart.

Om dit soort intimiteit te bereiken, is vooral self-disclosure heel belangrijk, vertelt psycholoog en onderzoeker Esther Kluwer. Ze werkt als bijzonder hoogleraar duurzame relaties en welzijn aan de Radboud Universiteit en aan de Universiteit Utrecht. ‘Daarmee wordt zelfonthulling bedoeld. Denk aan de moeilijke gevoelens en gedachten die je hebt, maar ook aan het delen van de leuke dingen.’

Het verklaart misschien waarom mijn sociale media al maanden vol staan met intimacy games, spelletjes die in het teken staan van ‘betekenisvolle connecties’ creëren. Daarbij stel je elkaar vragen als: ‘Lieg je jezelf momenteel voor over iets?’ Of: ‘Mis je iemand, en denk je dat diegene jou ook mist?’

Het kaartspel bestaat al sinds 2018, maar werd in maart 2020 pas een redelijk populaire zoekterm op Google. Pakweg één jaar later, in februari 2021, zochten er wereldwijd Midden in tijden van lockdowns, dus.

Video’s gerelateerd aan de hashtag #intimacy zijn waarbinnen vooral video’s over ‘intimacy building’ Een van de populairste video’s van Jeff Guenther, een therapeut met 2,3 miljoen volgers, Hij deelt tien vragen die zouden helpen bij het opbouwen van (meer) intimiteit, zoals: ‘Wanneer voelde je je het meest in de steek gelaten door je ouders of verzorgers?’

Intimiteit valt niet af te dwingen

Het is de vraag of dit soort spelletjes een oplossing voor emotionele eenzaamheid bieden. Ik heb ze zelf ook gespeeld, met mijn vrienden en partner. Ik vond het fijn dat we gesprekken voerden die we normaal niet zo snel zouden hebben, omdat kwetsbaarheid toch best spannend is. Deze kaarten dwingen openhartigheid in zekere zin af.

Maar: bij hen voelde ik al wel de veilige basis om dit te doen. Er wás al intimiteit. Om zo’n spel te laten werken, moet er daadwerkelijke bereidheid zijn om eerlijk te zijn, en oordeelloos naar de ander te luisteren. Als dat – bijvoorbeeld in een groep – niet gebeurt, kan ik me voorstellen dat het averechts werkt. Als je je al niet echt gekend of begrepen voelt, kan dit het ook uitvergroten.

Als je je al niet echt gekend of begrepen voelt, kunnen intimacy games dit uitvergroten

Misschien moet je voor zo’n spel al een intiem contact van elkaar zijn, en geen ‘casual contact’, zoals Kluwer het noemt. ‘Intieme contacten hebben meer zorg voor elkaar, en er is een hogere mate van vertrouwen. Responsiviteit is ook belangrijk. Begrip, steun, doorvragen – voor intimiteit moet je gehoord worden.’

En dan speelt er nog een factor mee: om intiem contact te hebben, moet je zelf kunnen voelen hoe het met je gaat. ‘Als je je eigen emoties niet kent of toelaat, is het heel moeilijk om dat met een ander te delen’, vertelt Kluwer. ‘Als we zorgen hebben, zijn we soms geneigd om dat praktisch te tackelen met to-do-lijstjes. Zo vermijden we wat we echt voelen: dat we stress hebben, of misschien ergens verdrietig of bezorgd om zijn.

Mensen zijn sociale wezens die zich verbonden willen voelen, en daarom is emotionele intimiteit zo belangrijk. In de psychologie wordt dat de need to belong genoemd. We worden al geboren met en blijven anderen nodig hebben om ons veilig te voelen. Als we ons zorgen maken, zijn onze intieme contacten ook van groot belang – als we vastgehouden of geknuffeld worden,

Als die behoefte zó groot, aangeboren en menselijk is, waarom hebben zo veel mensen dan moeite om zich verbonden te voelen?

We zijn meer op onszelf aangewezen

Ook Anja Machielse ziet dat het helemaal niet meer zo vanzelfsprekend is om dit soort contacten te hebben. Zij is filosoof en sociaal wetenschapper, lid van de wetenschappelijke adviescommissie van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, en vanuit haar expertise nauw betrokken bij het actieprogramma ‘Een tegen eenzaamheid’.

Volgens Machielse is dit omdat we niet meer opgroeien in vanzelfsprekende sociale gemeenschappen. Dat begint al thuis: ‘Zelfs de meest fundamentele relaties van vroeger zijn minder stabiel. Het gezin waarin je geboren bent, hoeft niet het gezin te zijn dat blijft; er zijn meer echtscheidingen en Maar ook daarbuiten wordt je netwerk niet meer bepaald door de plek waar je opgroeit. Kerk en school spelen een veel minder grote rol.

Ook door de veranderende overheid en hulpinstanties zijn we meer op onszelf aangewezen. Machielse ziet een overheid die ervan uitgaat dat iedereen een netwerk heeft waar ze op terug kunnen vallen. Terwijl dat Omdat we onze relaties tegenwoordig zelf moeten vormgeven, zijn ze bijvoorbeeld vaker functioneel. Het zijn contacten die misschien handig zijn voor je carrière, maar je niet verzorgen als je ziek bent.

Door mensen zo op zichzelf terug te werpen, ontken je dat betekenisvolle relaties een menselijke basisbehoefte vormen, schrijft hoogleraar economie Noreena Hertz in De eenzame eeuw. Zij vraagt zich af: moeten we niet weer toe naar een maatschappij waarin afzondering de uitzondering is, en niet het uitgangspunt?

Hebben we nog wel tijd voor echte intimiteit?

Dit gevoel van isolatie proberen veel mensen op te lossen door al hun intieme behoeftes bij hun partner neer te leggen (als ze die dus hebben). Maar, zo ziet hoogleraar sociologie Pearl Dykstra van de Erasmus Universiteit, hierdoor verergert het gevoel van emotionele eenzaamheid vaak juist. Omdat we tegenwoordig veel van iemand verlangen – een minnaar, beste vriend, een goede ouder – maar het niet altijd lúkt om zo’n goddelijke partner te vinden.

Dan neemt de kans op emotionele eenzaamheid toe, zegt Dykstra. ‘Een partnerloos leven is niet voor iedereen weggelegd. Het vergt vaardigheden om alleen te zijn, en daar niet emotioneel eenzaam onder te worden.’

Door de popcultuur is de focus op het vinden van ‘die ene persoon’ nog heel sterk, We staren ons inderdaad nog vaak blind op de ware, zegt Dykstra. ‘Dat heeft risico’s: dat je andere relaties, die ook van betekenis kunnen zijn, minder helder ziet. Intimiteit is ook op andere plekken te vinden; bij vrienden en familie, bijvoorbeeld. Dan moet je wel bepaalde aspecten van een relatie kunnen loslaten, zoals de seksualiteit.’

Sociale wetenschappers doen inmiddels ook onderzoek naar het effect van en op eenzaamheid, waardoor de definitie van intimiteit een beetje opgerekt lijkt te worden.

Maar of je nu verbinding zoekt bij een partner, bij je ouders, vrienden, familie of andere naasten, echte intimiteit kost energie en tijd. Hebben we die nog wel?

Toen ik het laatst met een vriendin over emotionele eenzaamheid had, begon ze over een etentje. Het was niet ongezellig geweest, maar het voelde – in haar drukke agenda – meer als iets ‘om af te vinken’. Over hoe ze zich die week écht voelde had ze het niet gehad. De vluchtigheid gaf haar een leeg gevoel.

In het boek beschrijft sociaal psycholoog Devon Price dat we tegenwoordig een geïnternaliseerde hang naar productiviteit hebben. Hard werken is moreel superieur aan ontspanning, en we kunnen altijd meer doen. Door die doorlopende onrust zouden we minder goed naar onszelf én de ander luisteren.

Kluwer onderschrijft dat. ‘Voor intimiteit is het belangrijk dat er ruimte is om écht aandacht te hebben. Je moet niet verstoord worden: niet in je hoofd, omdat je een werkklus moet afmaken, maar ook niet door je telefoon of laptop. noemen we dat: als iemand meer bezig is met zijn smartphone dan het gesprek. En als je vaak uitgeput bent, gaat een gesprek minder snel de diepte in.’

De spiraal van eenzaamheid

Het lastige aan emotionele eenzaamheid is dat als je er eenmaal in zit, het steeds moeilijker is om eruit te komen. Eenzaamheid beïnvloedt je op een negatieve manier, waardoor je neerslachtiger wordt en een minder aantrekkelijke gesprekspartner bent voor anderen. Zo kom je in een spiraal terecht.

Dat heeft niet alleen een negatieve impact op je gezondheid, maar ook effect op je eigenwaarde, stelt Machielse. We hebben anderen nodig om te weten wie we zijn. Als je je vervreemd voelt, ga je aan jezelf twijfelen.

En dan volgt er weer een spiraal. Machielse constateert dat mensen ‘Ze zien me toch niet echt, zeggen ze dan, of zijn teleurgesteld en verdrietig omdat anderen niet goed begrijpen wie ze zijn. Maar door je te verhouden tot anderen, bevestig je jezelf. Zonder anderen bestaan wij eigenlijk niet.’

Het is in lijn met wat neurowetenschapper John Cacioppo afwijzing is voor mensen een gevaarlijke sociale situatie, die de primaire impuls kan oproepen om je te verstoppen. Hoe kunnen we die spiraal dan doorbreken?

Weg met clichés

Uit evaluaties blijkt dat mensen door de publiekscampagnes stelt Machielse. Maar de wetenschappelijke adviescommissie zegt al langer dat emotionele eenzaamheid haar eigen campagnevoering nodig heeft.

Dat bekende campagnes recent tóch nog vaak over sociale eenzaamheid gingen, heeft volgens Machielse met gemak te maken. Een grootschalige ontmoeting organiseren is makkelijker dan een-op-eencontact faciliteren. Bij emotionele eenzaamheid gaat het niet om de afleiding, maar om de vraag: wie ben jij, waar zit je mee? 

Daarom is het belangrijk om ook de beeldvorming rondom emotionele eenzaamheid aan te pakken. Die zou in het teken kunnen staan van het intieme gesprek bevorderen, en moet überhaupt diverser worden. Het wordt tijd om wat clichés de wereld uit te helpen, zegt Machielse.

Machielse: ‘Laat eens iemand zien die een hele groep vrienden heeft, en bij zichzelf denkt: wat doe ik hier eigenlijk? Bij emotionele eenzaamheid gaat het niet alleen om wat je ertegen kunt doen, maar ook om het herkennen. Zowel bij jezelf als een ander.’ Dykstra ziet dit soort campagnes al meer in Engeland: ‘Ik was blij verrast om daar een jongere te zien, en een stel dat zwijgend aan tafel zat.’

Bij emotionele eenzaamheid kunnen vrijwilligers, buddy’s of therapeutische sessies ook helpen, aldus Machielse. ‘Laatst zag ik nog een cursus voor vrouwen van 50-plus die door een ingrijpende gebeurtenis eenzaam zijn geworden. Dat gebeurt dan in een klein groepje.’

Toen The Opposites voorbij waren, appte ik een vriendin die ook ergens op het festival was. Ze kwam me glimlachend tegemoet lopen.

‘Het is even te veel, hè?’ zei ze.

‘Ja’, reageerde ik. ‘Ik denk het wel.’

Ze sloeg een arm om me heen, en zo zaten we daar even, aan het water. ‘Ik heb het ook’, zei ze. ‘Alsof ik niet goed op mijn benen sta, er niet echt ben.’

Het werd er niet minder verdrietig op, maar verbinden deed het wel.

Meer lezen over eenzaamheid?

Wie is er bang voor eenzaamheid? De angst is groot dat we vereenzamen, nu de maatregelen tegen het coronavirus ons terugwerpen op onszelf. Maar die angst is óók een uitvloeisel van de toegenomen aandacht voor eenzaamheid. Waar komt die aandacht vandaan? Ga naar dit artikel van Lynn Berger Eenzaamheid een epidemie noemen, maakt van het leven een ziekte (en van ernstige eenzaamheid een vergeten probleem) Eenzaamheid is geen ziekte, en het is nog maar de vraag of het aandeel eenzame mensen toeneemt. Toch spreken overheden, artsen en critici van een ‘epidemie van eenzaamheid’. Welk verhaal vertelt die metafoor? (Dit artikel is ook te beluisteren.) Ga naar dit artikel van Lynn Berger