Ergens tussen de 27ste januari en de 13de juni van dit jaar zijn mijn vriendin en ik uit elkaar gegaan. Dat geen exacte datum kan worden aangewezen, zegt veel over het proces. Het was, zoveel mag duidelijk zijn, een uiterst traag proces en misschien begon het lang voor die 27ste januari 2014 en is het op die 13de juni 2014, tijdens de wedstrijd Nederland-Spanje, ook helemaal niet gestopt.

Zo’n langdurig proces paste vermoedelijk bij onze relatie, aangezien ook de begindatum uiterst vaag is.

Met terugwerkende kracht moet ik concluderen dat onze relatie geen begin en geen eind had. Een beetje zoals Israël nog altijd geen vaste, erkende grenzen heeft, zo was onze relatie nooit echt begonnen en kon misschien daardoor ook nooit echt eindigen. Wat het lastig maakt, voor beide partijen. Mijn vriendin heeft weleens gezegd: ‘Ik ben bang nooit van je af te komen.’

Een uitspraak die de ware aard van mijn persoon onthult: een besmettelijke ziekte, een soort herpes, maar dan anders, emotionele herpes. Ik zeg dit zonder trots, eerder met een onderkoelde weemoed. Maar dat is ziektes eigen; de ziekte met enig gevoel voor eigenwaarde wil niet makkelijk bestreden worden.

Mijn vriend Mark Schaevers zei ooit: ‘Skiën sla ik over, maar après-ski vind ik niet te versmaden.’ Voilà, zo kijk ik tegen het huwelijk aan

Nog geen drie dagen nadat we het echt definitief uit hadden gemaakt, besloten we alsnog samen op vakantie te gaan. Dat lag ook aan mij; dat lag vooral aan mij. Ik had gezegd: ‘We kunnen ook als vrienden op vakantie, we kunnen op allerlei manieren op vakantie.’ Zoals mijn voormalige verloofde Elayne over mij zei: ‘Jij bent de enige man die ik ken die maar op huwelijksreis blijft gaan zonder ooit te trouwen.’

Zeker, ik houd niet van het huwelijk, maar de huwelijksreis is aan mij besteed. Mijn vriend Mark Schaevers zei ooit: ‘Skiën sla ik over, maar après-ski vind ik niet te versmaden.’ Voilà, zo kijk ik tegen het huwelijk aan.

Mijn vriendin, of misschien moet ik zeggen mijn ex, wilde graag naar Portugal, daar was ze nog nooit geweest. Het werd Cascais, Grand Real Villa Italia Hotel & Spa.

Vanwege de crisis had ik een kamer geboekt met uitzicht op de tuin, aangezien kamers met uitzicht op de zee 200 euro duurder waren en dat vond ik te gortig. Vroeger had ik dat niet te gortig gevonden, maar een mens wordt ouder.

De kamer was prachtig, het balkon had alles wat je van een balkon in Portugal verwacht en het bed was zo groot dat er wel drie of vier mensen in hadden kunnen slapen.

Twee dagen ging alles goed, maar toen kwamen oude pijntjes bovendrijven. De etterende wond etterde uiteraard nog steeds; je bent emotionele herpes of je bent het niet.

Mijn vriendin, of misschien moet ik nu toch echt mijn ex zeggen, zei: ‘Doe niet zo verliefderig, dat deed je vroeger ook nooit en ik heb geen zin met een gebroken hart naar huis te gaan en volgende week vrijdag lig je toch weer met een andere vrouw in bed.’

‘Nou,’ zei ik, ‘dat valt reuze mee, wat doe jij volgende week vrijdag? Bovendien, als we toch alles doen wat we vroeger ook deden, kunnen we ook verliefderig doen. Ik ben niet uit wanhoop met je op vakantie gegaan, maar omdat het kennelijk verslavend is, de ruzies, de pijn, de weemoed, de vernedering. Jij.’

We liepen door Sintra. Ik zweeg, mijn ex die af en toe doet alsof ze mijn vriendin is, is een meester in de passieve agressie, maar ik kan er ook wat van. Het viel niet te ontkennen: weemoed hielp niet, thuis ben je waar de wond blijft etteren.

Thuis ben je waar de mensen verdwijnen De Hotelmens heeft al vele uitgevers versleten. Ze kwamen te overlijden, verlieten hem of werden verlaten. De merkwaardigste versleten uitgever was ongetwijfeld de Hongaar Peter Z., die nog mailde: 'Wees een mens en schrijf iets terug.' Lees hier het feuilleton van vorige week Thuis ben je waar je niet meer weg kan De accountant van de Hotelmens is al op leeftijd. Sinds een ziekenhuisopname is hij niet meer in goede doen. Hij draagt geen pakken meer en ook de boekhouding is zoek. Toch kan hij hem niet laten gaan, uit lotsverbondendheid. Lees hier het verhaal van de accountant van de Hotelmens terug Thuis ben je waar nog sporen van je verleden zijn De Hotelmens heeft alles wat niet in zijn woning past ooit in een opslagruimte gezet. Op een dag kwam een man in opdracht van de Universiteit van Amsterdam alles ophalen, ter bestudering van zijn verleden. Het leek wel alsof de Hotelmens in een sciencefictionfilm had meegespeeld. De column van vorige week