De nieuwe elite van Silicon Valley: steenrijk, filosofisch geschoold, vol doodenge ideeën én met een pasje voor het Witte Huis

Evgeny Morozov
Schrijver en oprichter The Syllabus
Illustraties door Tijmen Snelderwaard (voor De Correspondent)

Lange tijd hield de top van Silicon Valley zich vooral bezig met het verzinnen van slimme tech en apps. Maar tegenwoordig zien we een nieuw type techbaas: de oligarch-intellectueel. Absurd rijk, filosofisch geschoold, in het bezit van een socialemediamegafoon én een toegangspasje voor het Witte Huis. Iemand die bovendien niet te beroerd is om vrijuit te orakelen over oorlog, vrede en de toekomst der mensheid. En dat is niet zonder gevaar.

De Amerikaanse tech-elites lijken maar geen genoeg te krijgen van wilde, bizarre of zelfs ronduit angstaanjagende ideeën. 

Neem de hersenspinsels van investeerders als en Die eerste ziet een voor zich, een soort blockchain-leenherenstelsel, waarin je burgerrechten à la carte koopt en de politie alleen te zien krijgt Thiel droomt over minimaatschappijen waar de superrijken zich kunnen onttrekken aan elk gezag. 

Intussen schetst OpenAI-topman Sam Altman allerlei blauwdrukken om AI (al dan niet) en verzinnen cryptogelovigen ( ruimtekolonisten ( en kernenergie-revivalists allemaal hun eigen grandioze oplossingen voor problemen waarvan niemand precies de oorsprong kent.

Vrijuit speculeren over de oorlog van de toekomst is nu het privilege van Silicon Valley

Maar ze bemoeien zich ook steeds meer met aardse zaken, zoals buitenlandbeleid en defensie. Eric Schmidt, voormalig CEO van Google, schreef twee boeken met Henry Kissinger en publiceert regelmatig in Alex Karp, de man achter bigdata- en AI-bedrijf presenteert zichzelf als een dappere David die het opneemt tegen de geldverspillende Goliaths in het Pentagon. 

Waar vroeger alleen ‘defensie-intellectuelen’ in Koude Oorlog-bastions als de vrijuit mochten speculeren over de oorlogvoering van de toekomst, is dat nu het privilege van Silicon Valley. mensen die hun autoriteit hadden verdiend omdat ze een specifieke technische vaardigheid beheersten, steken bleekjes af bij die nieuwe denkers.

Hoe kan de oude garde ooit op tegen het gebral van iemand als Palmer Luckey, het virtualrealitywonderkind dat zijn onderneming heeft omgeturnd naar een defensiebedrijf, en dat zichzelf in interviews doodleuk een ‘propagandist’ noemt

Het pantheon van publieke denkers is herschikt, en de sobere analyticus uit de Koude Oorlog moet wijken voor een nieuw archetype: absurd rijk, zich zeer bewust van zijn roem, en ideologisch schaamteloos.

Podcasts met de subtiliteit van een goederentrein

Deze nieuwe denkers produceren hun ideeën aan de lopende band: ze slingeren hun blogposts, podcasts en de wereld in met de subtiliteit van een goederentrein. En hoewel ordinair verpakt, zijn deze hot takes vaak geworteld in specifieke filosofische denkscholen. De politieke econoom Albert O. Hirschman zou met verbazing zien hoe zijn beroemde boek door Silicon Valley-denkers wordt gebruikt om ideeën te pluggen over ‘netwerkstaten’, geprivatiseerde steden en drijvende eilanden voor de superrijken.

Peter Thiel is erkend aanhanger van filosofen als en Alex Karp promoveerde op het begrip ‘geweld’ in het werk van en en die kennis dient nu als intellectueel fundament voor het surveillance-imperium dat Karp met Palantir aan het opbouwen is. Wat niet wegneemt dat Karps realpolitik-voor-optimisten nogal on-adorniaans aandoet: ‘De enige reden waarom de wereld er in de afgelopen zeventig, tachtig jaar beter op is geworden,’ zei hij onlangs op ‘is dat Amerika in staat is superieur geweld te organiseren.’

En geen zorgen: Palantir zal dat geweld, met een beetje hulp van AI, nóg wat beter

De begrippen die we jarenlang gebruikt hebben om deze wereld in te delen – ‘elites’, ‘oligarchen’, ‘publieke intellectuelen’ – zijn niet meer van toepassing op deze nieuwe soort denkers. De filosoof-koningen van Silicon Valley zijn niet slechts de weldoeners van vroeger, die geld stoppen in denktanks. Nee, deze mannen bouwen aan zwaarder geschut: hun investeringsportfolio’s zijn manifestaties van hun filosofische standpunten; ze zetten hun overtuigingen om in klinkklare marktposities.

Waar de miljardair uit de industriële tijd een stichting optuigde als hij zijn wereldbeeld wilde vereeuwigen, bouwen deze figuren investeringsfondsen die tegelijkertijd dienen als ideologische forten. 

Het slagveld ESG: de pogingen van Wall Street om deugd te meten als een kwartaalcijfer

Neem het slagveld rondom ‘ethisch zakendoen’, wat in de corporate wereld ook wel ‘ESG’ is gaan heten de dubieuze pogingen van Wall Street om deugd te meten als een kwartaalcijfer. ESG is een waar brandpunt in de cultuuroorlog geworden.

Bedrijven krijgen een score die in kaart moet brengen wat ze voor het milieu doen, of ze op sociaal gebied goed bezig zijn en of ze de juiste governance voeren – een soort morele kredietrating voor ondernemingen die graag willen laten zien dat ze hun leven hebben gebeterd en niet meer zowel de natuur als de mens kaalplukken.

Het is opmerkelijk om te zien hoe de elites van Silicon Valley hun kanonnen hebben gepositioneerd op dit slagveld, dat immers best ver van hun digitale koninkrijken af ligt. Het drama ontvouwde zich met een soort mechanische onvermijdelijkheid: Elon Musk wees het af (‘dit is een scam’), veroordeelde het (‘totale fraude’), droeg het ten grave (‘dit is een zombie-idee’). 

Een structurele transformatie van de publieke ruimte

Maar als Silicon Valley vindt dat het in actie moet komen, dan doet het dat met keiharde investeringen, niet met liefdadigheid. Peter Thiel, die ESG op één lijn plaatst met het Chinese communisme, zette een anti-ESG-fonds. Andreessen, die eerder al een christelijk pro-Trumpfonds optuigde stopte ook geld in 1789 Capital, een anti-ESG-bastion dat nu Donald Trump jr.

Wat daar zo briljant aan is? Deze mannen zetten hun intellectuele standpunten om in marktposities, terwijl ze hun digitale megafoon gebruiken om die werkelijkheid te hervormen waartegen hun investeringen zich richten. 

Zie hier de ongemakkelijke hypothese die voor onze neus bungelt: wat als onze multitaskende tech-elites stilletjes op een dit keer nog veel duisterder manier? En wat als het voornaamste probleem met Silicon Valley niet zozeer is dat het algoritmes aan het roer zet – zoals in eerdere kritiek klonk – maar dat het juist gaat om de techno-oligarchen erachter?

Deze mannen hebben immers drie dodelijke gereedschappen in hun kist: plutocratisch gewicht (zó geweldig veel geld dat ze de fysieke werkelijkheid kunnen vervormen), orakelachtige autoriteit (waarbij ze hun technologische visies presenteren als onvermijdelijke toekomstvoorspellingen) en platformsoevereiniteit (ze bezitten de digitale knooppunten waar maatschappelijke discussies zich ontvouwen). Musk die Twitter kocht, Andreessen die Thiel die zaken wil doen met ze koloniseren the medium én the message, het systeem én de wereld die erin leeft. 

Er zijn nieuwe begrippen nodig

Als we onszelf rekenschap willen geven van deze nieuwe soort oligarch-intellectuelen, moeten we ons begrippenkader herzien. Eind jaren tachtig noteerde de Pools-Britse filosoof Zygmunt Bauman twee intellectuele archetypen: de ‘wetgevers’, die de bergtop afdalen met de geboden waaraan de samenleving moet voldoen, en de ‘vertalers’, die slechts culturele dialecten vertalen zonder universele regels voor te schrijven.

Bauman liet zien hoe de wetgevende krachten in de postmoderne samenleving steeds meer zijn uitgehold. De grote verhalen stierven uit. Universele autoriteit kwijnde weg. Het enige wat overbleef was interpretatie. 

Onze oligarch-intellectuelen beginnen als ultieme wetgevers. Ze stellen zich op als helderzienden die gezegend zijn met de speciale gave om de toekomst van technologische revoluties te voorspellen. Ze schrijven niets voor: het enige wat ze doen, is het evangelie van onvermijdelijkheid vertalen.

Maar vervolgens vraagt de oligarch om meer. Gewapend met profetische vergezichten verlangt hij specifieke offers – van het volk, de regering en werknemers. Sam Altman hopt als een soort tech-Kissinger van naar met in zijn koffer vredesverdragen voor AI-oorlogen die nog niet eens zijn begonnen. Musk schetst de kosmische lotsbestemming van de mensheid met de zekerheid van een Sovjet-vijfjarenplan. Hun interpretatieve gaven weten ze zo razendsnel om te zetten in wetgevende mandaten.

Grote Verhalen, opgebouwd uit de brokstukken van het postmodernisme

In dat proces herbouwen de oligarch-intellectuelen Grote Verhalen uit de brokstukken van het postmodernisme: een kathedraal met op elke bouwsteen begrippen gebeiteld als ‘technologie’ (maar ook ‘disruptie’, ‘innovatie’ en ‘artificial general intelligence’), vol loodzware onvermijdelijkheid. 

De techbaas, die lange tijd genoeg had aan het voorspellen van de toekomst, verlangt nu van ons dat we ons er ook aan conformeren. Door krachten te combineren die voorheen over verschillende maatschappelijke domeinen waren versnipperd, stelt hij op maandag een bepaalde toekomst voor en stopt hij er op dinsdag geld in, zodat die toekomst tegen de tijd dat het vrijdag is werkelijkheid is geworden. En wie durft er vraagtekens te zetten bij de profeten die eerder aan de wieg stonden van PayPal, Tesla en ChatGPT?

Met hun uitspraken framen de oligarchen hun agenda: ze doen dit niet uit corporate eigenbelang, nee, alleen met hún oplossingen kan het kapitalisme überhaupt overleven. Het dat Andreessen schreef staat bol van verwijzingen naar economische stagnatie; alleen het lef van ondernemers kan voorkomen dat het systeem vastloopt. Met verwijzingen naar Nietzsche en de Italiaanse futuroloog schrijft hij versnelling voor als enige deugd; wie pleit voor voorzichtigheid, wordt weggezet als ketter. 

Voor Andreessen is versnelling de enige deugd: wie pleit voor voorzichtigheid, is een ketter

Thiel, die maar blijft herhalen dat het Westen niet meer in staat is roept het beeld op van een technologische woestijn waarin alleen Silicon Valley kan zorgen voor irrigatie. Intussen doet Altman een behendig dansje. Eerst verklaart hij dat AI talloze banen overbodig gaat maken, dan komt hij met de enige oplossing: het basisinkomen. Geen sussende praatjes die hem wel goed uitkomen, maar existentiële geboden: als je er niets mee doet, is het afgelopen met de beschaving.

Deze messianistische borstklopperij, deze tech-oligarchen die zichzelf kronen tot woordvoerders der mensheid: zou er spontaan zijn befaamde aantekeningen uit de gevangenis bij pakken. De Italiaanse marxist filosofeerde al over die zouden voortkomen uit de opkomende klassen en die private belangen zouden vertalen naar universele geboden.

De bittere ironie? Het kapitalisme heeft links op zijn eigen domein verslagen. Want de oligarch-intellectuelen zijn Gramsci’s ‘organische intellectuelen’ van het kapitalisme geworden; het kapitalisme heeft in tien jaar voor elkaar gekregen wat socialisten in honderd jaar niet is gelukt. 

De innerlijke tegenstrijdigheden in toom houden

Tussen de kille winstgedrevenheid en het ‘wij-redden-de-mensheid’-theater van de oligarch-intellectuelen ontluikt ook een veelzeggende contradictie: de oligarchen moeten de revolutionaire vuren doven die ze met hun eigen imperia hebben ontstoken. Hun obsessieve campagne tegen alles wat ‘woke’ is, legt een oeroude machtsreflex bloot: je moet de innerlijke tegenstrijdigheden in toom houden. 

Kijk hoe Musk sneert over het of hoe Karp ‘wokeness’ te lijf gaat als Andreessen zet topuniversiteiten weg als marxistische kloosters die ‘Amerika-hatende communisten’ Joe Lonsdale is de drijvende kracht achter de Universiteit van Austin, de ‘antiwoke’-universiteit die ‘Amerika-minnende kapitalisten’  

Om deze oligarchische angsten te begrijpen, helpt het om de Nieuwe Klasse-theorie van socioloog en activist erbij te pakken. In de jaren zeventig ontwaarde Gouldner een ‘technische intelligentsia’ die revolutionaire vermogens in haar DNA droeg. Hoewel ze op het oog volgzaam leken – ‘ze wilden niets liever dan bezig zijn met hun slaapverwekkende technische puzzels’ – hadden ze als doel om ‘de technologie continu radicaal te veranderen’; ze weigerden de goden uit het verleden te aanbidden.

Gouldner zag een Nieuwe Klasse-alliantie voor zich, waarin rationele techneuten en culturele intellectuelen gezamenlijk het vastgeroeste kapitalisme te lijf zouden gaan. Van deze utopie kwam het nooit (hoewel reactionairen als en , met zijn samenzweerderige ‘Kathedraal’, daar misschien anders over denken). 

De uitzondering: Silicon Valley, waar werknemers allergisch bleken voor ongelijkheid

Silicon Valley was evengoed een vreemde uitzondering. De werknemers wentelden zich in de tegencultuur, met idealen als diversiteit en platte hiërarchieën. Techonderzoekers zien zelfs een opkomende ‘post-neoliberale subjectiviteit’, een bewustzijn dat allergisch is voor ongelijkheid.

Een studie uit 2023 naar politieke donaties in achttien bedrijfssectoren laat zien dat techpersoneel uitzonderlijk alleen de kunst- en entertainmentwereld scoort hoger. Meest veelzeggend is de kloof tussen progressieve techwerknemers en hun veel rechtsere bazen; in slechts twee sectoren is die kloof breder. 

Het bleek ook een explosieve kloof, die onder het eerste presidentschap van Trump tot ontploffing kwam. Trumps beleid op het gebied van migratie, ras en oorlog transformeerde Silicon Valleys ‘technische intelligentsia’: volgzame toetsenbordhelden veranderden in digitale dissidenten. 

De oligarchen werden van binnenuit aangevallen – plotseling weigerden hun manschappen hun technische kunsten in te zetten om te werken aan de of De revoltes bij Google, Microsoft en Amazon bedreigden niet alleen de zakelijke contracten: het hele verbond tussen Silicon Valley en het militair-industriële complex stond op het spel. Er ontstond zelfs een tweede front – klimaatbewustzijn – toen werknemers van Amazon hun lanceerden, waarbij ze zichzelf in staat achtten te ‘herdefiniëren wat mogelijk is’ om de planeet te redden. 

Wokeness als kwaadaardige tumor

Voor de oligarchen vormde deze dubbele opstand – tegen militarisme en vóór milieubewustzijn – een kwaadaardige tumor die weggesneden moest worden. Maar omdat ze niet in staat waren hun werknemers direct te herprogrammeren, kwamen ze met een andere oplossing: met middeleeuws fanatisme begonnen ze de ‘woke’ infiltratie te veroordelen, en moffelden ze hun nationale veiligheidsbelangen weg achter een zweem van patriottistische retoriek. 

Karp, die ‘wokeness’ beschouwt als ‘de belangrijkste bedreiging voor eist inmiddels geopolitieke loyaliteit. Zijn werknemers moeten Israël steunen en tegen China zijn; wie het daar niet mee eens is, mag Andreessen liet zich zelfs dat hij vermoedt dat sommige mensen bij techbedrijven gaan werken om ze expres van binnenuit kapot te maken. 

Het is een genadeloos eenvoudig draaiboek: breng de tech-intelligentsia op één lijn met het kapitaal, door al het subversieve denken uit te roeien. Op die manier zijn de oligarch-intellectuelen komen bovendrijven als een stabiele sociale eenheid, die allerminst zal verdwijnen als ze eenmaal al haar woke- en ESG-minnende vijanden een kopje kleiner heeft gemaakt. 

Directe toegang tot het overheidsapparaat en een toegangspas voor het Witte Huis

In het Washington van Trump duiken ze niet op als gasten, maar als architecten die direct toegang hebben tot het federale overheidsapparaat. Andreessen Thiel plaatst en Musks vriendjes Hun aanpak? Dezelfde als toen ze de klassieke bedrijven met de grond gelijkmaakten: eerst de boel ontwrichten, daarna debuggen

Met ongekende kracht draaien ze aan de knoppen waarmee ze de werkelijkheid vormgeven. Oude industriëlen als Carnegie en Rockefeller hadden veel aanzien, maar beschikten niet over deze dodelijke gereedschapskist: socialmediamegafoons, celebritystatus, bakken met venture capital-geld en een toegangspasje voor het Witte Huis. De oligarchen passen de regels aan, herverdelen subsidies en herijken de verwachtingen. Op die manier maken ze van koortsdromen – blockchain-leenherenstelsels, Mars-kolonies – een toekomst die plausibel lijkt. 

De werkelijkheid blijkt gelukkig óók weerbarstig

Gelukkig zitten er ook structurele zwaktes in het monolithische techno-oligargische machtsblok. Het vermogen van de oligarchen om de werkelijkheid naar hun hand te zetten wordt paradoxaal genoeg ondermijnd, omdat ze echokamers bouwen, waar onder het mom van vrijheid van meningsuiting essentiële kritiek wordt onderdrukt. Omdat ze niet meer in contact komen met rauwe feiten, raken deze Silicon Valley-pausen hun richtingsgevoel kwijt. In een landschap waarin je struikelt over founder-aanbidding, wordt het contact met ongefilterde waarheid steeds schaarser. 

Het gewone durfkapitaal heeft nog altijd te dealen met het kille oordeel van de markt. Durfkapitalisten die WeWork beschouwden als de toekomst van werken, moesten lijdzaam toezien hoe een pandemie hun bubbel doorprikte. De markt, hoe gebrekkig ook, is nog altijd de ultieme test. 

Maar de oligarchische macht biedt een duisterder verleiding: waarom zou je je voorspellingen aanpassen aan de werkelijkheid als je ook de werkelijkheid kunt aanpassen aan jouw voorspellingen? Als Andreessen Horowitz crypto aanwijst als de onvermijdelijke opvolger van het bankensysteem, dan is activatie slechts de volgende stap: zet je invloed in om je profetie om te zetten in beleid. 

Want als je aan de knoppen kunt draaien waarmee je de feiten zelf kunt herconfigureren, dan hoeven je durfkapitalistische fantasieën niet te botsen met de stugge werkelijkheid. Het is het ultieme waagstuk: oligarch-intellectuelen die wetgeving, instituties en verwachtingen zodanig herschikken dat hun voorspellingen en de werkelijkheid gezamenlijk opgaan in één hallucinatie (met dank aan ChatGPT, uiteraard). 

De oligarchen volgen de Sovjet-route

Toch blijft er altijd nog zoiets bestaan als het breekpunt van de werkelijkheid, een les die Sovjetbureaucraten leerden toen hun zorgvuldig opgestelde ficties – meerjarenplannen – keihard botsten op materiële beperkingen. Dat was anders dan de Chinese communistische partij, die met sluwe methodes allerlei systemen opbouwde die de grieven van de mensen registreerden – digitale forums, lokale bureaucratieën, goedgekeurde ngo’s. Daarmee kregen de machthebbers cruciale informatie over mogelijke onrust. 

De oligarch-intellectuelen hebben het tegenovergestelde instinct: ze volgen de sovjetroute. Musk en zijn DOGE maken jaknikkers van de achtergebleven ambtenaren, terwijl ze met algoritmische efficiëntie jacht maken op dissidenten. Door deze sovjetachtige werkelijkheidsontkenning te verkiezen boven de Chinese route – die draait om het monitoren van de werkelijkheid – bouwen de oligarchen echokamers die uiteindelijk hun grootse plannen zullen doen barsten. 

Het is ironisch dat deze mannen – die achter elke boom een communist zien – op het punt staan de kardinale zonde van de Sovjets te perfectioneren: gladde modellen verwarren met de weerbarstige werkelijkheid, die juist in het gareel moest worden gebracht dóór die modellen. 

Het zou geen verrassing moeten zijn: als oligarch-intellectuelen de macht grijpen over de krachtigste machinerieën in de geschiedenis, dan is het onvermijdelijk dat ze worden – ook al zitten ze in hun vrije tijd dit keer niet in chique sanatoria op de Krim, maar in een tentje bij Elon Musk begon misschien als een Henry Ford, maar hij zal het toneel verlaten als een Leonid Brezjnev. 

Dit artikel verscheen eerder in El Pais en de Frankfurter Allgemeine Zeitung. Vertaald uit het Engels door HP van Stein Callenfels