Wat zich de afgelopen weken in Irak, Oekraïne, Israël en Syrië afspeelt is verschrikkelijk. En er zijn afgrijselijke foto’s van. Bijna iedereen beschikt over een camera, dus gruwelijke beelden zijn snel gemaakt. Maar moeten media die beelden ook tonen? En welk doel dienen die beelden eigenlijk?

In mijn functie als beeldredacteur zie ik dagelijks veel gruwelijke foto’s voorbij komen. Toen ik nog bij nrc.next werkte, was dit nog veel meer. De die we op de redactievloer hadden over het wel of niet publiceren van gruwelijke beelden kan ik me nog goed herinneren.

Vorige week schreef ik een aanbeveling over het net verschenen boek War Porn van de Duitse fotograaf Christoph Bangert. In een vlammend betoog legt hij uit waarom hij wil dat mensen zijn gruwelijkste, nooit gepubliceerde foto’s moeten zien. Hij wil shockeren. Omdat hij vindt dat we moeten weten (en niet mogen vergeten) dat deze verschrikkelijke dingen gebeuren.

Oorlogsporno en waarom je naar gruwelijke foto’s móet kijken Christoph Bangert in zijn voorwoord: ‘Van mensen die me vertellen dat ze niet naar mijn foto’s kunnen kijken word ik ook kwaad. Ik blijf beleefd. Ik zeg: "O, geen probleem, ik begrijp het. Het is een dilemma." Maar dat is een leugen. Diep van binnen schreeuw ik zo hard als ik kan: ‘Kan je niet naar mijn foto’s kijken? Nou, doe maar wat beter je best dan! Jullie onnozele eerstewereldzeurpieten! Word wakker! Dat zijn echte mensen!’ Lees hier mijn aanbeveling van dit fotoboek

De bijdragen onder mijn stuk liepen sterk uiteen. Het standpunt van Christoph Bangert werd zowel toegejuicht als veroordeeld. Van ‘ik kan en wil hier niet meer naar kijken omdat het mij ten diepste raakt en omdat ik er beroerd van word. […] Maar dat wil niet zeggen dat ik mijn kop in het zand steek’. Tot ‘eindelijk, foto’s die ongecensureerd laten zien wat er gebeurt in de wereld’.

Sowieso werd er de afgelopen dagen veel over gruwelijke oorlogsfoto’s met de publicatie van een still uit de onthoofdingsvideo van Amerikaanse journalist James Foley. Dit alles zette mij aan het denken over nut, noodzaak en eeuwige dilemma’s van gruwelijke foto’s in de media.

Wat moeten de media?

Hoe gruwelijk mag het zijn wat een medium zijn lezers en/of kijkers voorschotelt? Moet er rekening worden gehouden met het tijdstip waarop de beelden worden gepubliceerd? Zijn lezers hypocriet als ze de krant schrijven dat de foto’s hun ontbijteetlust bederven?

Van elke gruwelijke foto bestaat ook een minder gruwelijke variant.

Het is de taak van media verslag te doen van wat zich in de wereld afspeelt. Hoe gruwelijk ook. Daar zou een publiek niet verrast door moeten zijn. Moet media zich voor hun keuzes? Valt media sensatie of censuur te verwijten? Of erger, werken media zo zelfs van geweld in de hand?

Wat gruwelijk is voor de een, hoeft helemaal niet gruwelijk te zijn voor de ander. Van elke gruwelijke foto bestaat ook een minder gruwelijke variant. Dus wie beslist waar de grens ligt?

En de professionele fotograaf? Is zijn foto de beste hulpverlening die hij een slachtoffer kan bieden? Oorlogsfotografen wordt vaak verweten dat ze kicken op hun spannende werk en dat ze Wel weten we dankzij hen welke gruwelijkheden plaatsvinden. Of is dat ook niet meer zo? Het zijn vaak foto’s van amateur-fotografen die een teweegbrengen.

Als het echt zo is dat we afgestompt raken als we te veel naar gruwelijke beelden kijken, zijn media en beeldmakers dan wel voldoende bezig andere vormen te ontwikkelen om het publiek te blijven confronteren met gruwelijkheden? Kunnen we hierin iets leren van voorbeelden uit de geschiedenis, zoals de foto van het in Vietnam uit 8 juni 1972?

Het dilemma uitpluizen

Wat is de rol van beeldmaker, -kiezer, -kijker en -drager?

Hoewel het publiceren van verschrikkelijke foto’s natuurlijk per situatie beoordeeld moet worden, lijkt het mij toch interessant om dieper in te gaan op al die factoren die van invloed zijn op nut en noodzaak van gruwelijke foto’s. Omdat ik denk dat dit een goede invalshoek kan zijn om te kijken naar de (veranderende) rol van beeld in de journalistiek in bredere zin. Wat is de rol van beeldmaker, -kiezer, -kijker en -drager?

Daarbij kan ik jullie hulp goed gebruiken. Zo ben ik op zoek naar een oorlogsfotograaf die kan vertellen over zijn dilemma’s, of zijn onpubliceerbare foto’s met ons wil delen. Graag nodig ik een tegenstander van gruwelijke beelden uit zijn/haar afschuw hier te Ook zoek ik collega-beeldredacteuren zijn die een inkijkje willen geven in hun keuzeproces. Wie heeft er innovatieve ideeën over welke andere rol beeld kan vervullen in het vervullen van journalistieke taken? En natuurlijk ben ik benieuwd of jullie nog andere ideeën hebben, die ik in deze oproep nog onbelicht heb gelaten.

Ik hoor het graag. Dat kan hieronder of per mail: sterre@decorrespondent.nl

De esthetische, en tegelijk gruwelijke, foto’s van Richard Mosse Het doet wat journalistiek (vaak) niet durft te doen: verwarring scheppen in plaats van een eenduidig en coherent verhaal creëren. Terwijl, en dat bewijst dit project, juist die verwarring voor inzicht zorgt. Niet waar de oorlog óver gaat, maar over wat er in een oorlog ómgaat. Zorgt zien esthetiek bij de kijker voor empathie of juist afstomping. Lees hier mijn stuk ‘Prachtige gruwelijkheden’