Vier maanden lang zaten 9963 ontheemde gevangen op de Sinjarberg, omsingeld door honderden IS-strijders. Slechts een helikopter van het Iraakse leger bracht om de zoveel weken wat eten en wapens langs. Dat was het.

Woensdag lanceerden de een tegenaanval. Ze veroverden dorp na dorp in de tot voor kort vooral door yezidi’s bewoonde regio. De stemming in Noord-Irak is dan ook uitgelaten. Het is de grootste overwinning van de Koerden op IS en zou weleens het einde kunnen inluiden van de onoverwinnelijk geachte opstandelingen.

Maar de yezidi’s op de Sinjarberg blijven ook nu ontredderd achter. Want waar moeten ze heen? Vluchtelingenkampen in Noord-Irak zitten vol, de dorpen waar ze woonden zijn vernietigd en voor hun veiligheid zijn ze liever niet nog eens afhankelijk van de Koerden. Koerden die eerder gewoon wegrenden.

De dag dat IS naar de berg kwam

3 augustus 2014, 13.00 uur. Student Alyas Buba Dauwd (25) krijgt het nieuws waar hij al weken voor vreest: IS valt enkele dorpen in het zuiden van de Sinjarregio aan. Iedereen weet hoe het in Mosul afliep met de christenen en nu zijn de yezidi’s aan de beurt.

Al snel komen de gruwelverhalen binnen. IS neemt dorp na dorp in en doodt iedereen, soms wel 2000 mensen per keer. Hoewel de peshmerga in Alyas’ stad hen op het hart drukken dat ze voldoende wapens hebben om de bevolking te beschermen, besluit zijn familie te vluchten naar het veilige Noord-Irak. Hijzelf, vijf neven en twee broers blijven achter.

Rond een uur of zeven horen de jongens schoten en rennen ze naar de wachtposten aan de rand van het stadje. Daar treffen ze tot hun schrik een paar IS-strijders die hen vertellen dat ze met de overheid vechten en niet met de bevolking. Ze dragen Alyas op zijn familie te overtuigen terug te keren. Hij gelooft hen niet, maar hij en zijn neef stemmen toe en gaan de eerder gevluchte familieleden achterna. Zijn broers blijven achter. Op dat moment zijn alle peshmerga gevlucht en is de stad vol strijders van IS.

Het beeld van honderden ouderen met huilende en schreeuwende kinderen, noodgedwongen achtergelaten, staat op hun netvlies gebrand

Bij de eerste wachtpost worden ze tegengehouden, maar de jongens zweren dat ze met hun familie terug zullen keren en mogen erdoor. Bij een tweede wachtpost kunnen ze doorlopen omdat ze nog niet klaar zijn met opbouwen. Ook bij de volgende vijf afzettingen lopen ze door.

Zijn broers beklimmen op dat moment de berg Sinjar, een berg aan het stadje. Samen met proberen ze te ontsnappen aan de strijders van IS, die vrouwen meenemen, mannen onthoofden en huizen plunderen. Het beeld van honderden ouderen met huilende en schreeuwende kinderen, noodgedwongen achtergelaten omdat ze te zwak zijn om zelfstandig verder te gaan, staat op hun netvlies gebrand. Ze zouden

De schokken de hele wereld en doen de Amerikanen besluiten in te grijpen. Op 14 augustus, elf dagen nadat de eerste yezidi’s de berg beklommen, lukt het de en om met Amerikaanse luchtsteun een bres te slaan in de linies van IS en worden tienduizenden mensen geëvacueerd.

Maar de 9963 yezidi’s die op de berg achterblijven, waaronder Alyas’ broers, worden al snel vergeten. Ze voelden zich niet welkom in het noorden van Irak, waar de situatie voor vluchtelingen zeer slecht is. Anderen vertrouwden de Koerden niet, of zeiden: Sinjar is ons land. We blijven hier of sterven.

Twee dagen later blokkeert IS de vluchtroute en zitten de yezidi’s weer opgesloten. Slechts een paar honderd PKK- en YPG-strijders beschermen Hoewel yezidi’s wereldwijd om hulp smeken, verdwijnt het onderwerp uit het nieuws.

‘Duivelaanbidders’

21 november 2014. De yezidi’s op de Sinjarberg zitten nog steeds als ratten in de val. Zij die wel gevlucht zijn naar IS-vrij Noord-Irak, hebben het al niet veel beter. We zien ze samenklonteren in een onafgebouwde flat langs een snelweg nabij . In overvolle opvangkampen. Rondom hun tempel in Lalish, waar ongeveer driehonderd gezinnen zijn neergestreken.

De steile hellingen rondom de tempel staan vol tenten en overal zijn mensen in de weer. Vrouwen koken water op kleine houtvuurtjes, mannen lopen af en aan met zakken afval en overal klinkt geroezemoes. Het is de bescheiden wederopstanding van een volk dat een genocide is ontvlucht en nu, in het centrum van hun wereld, een veilig toevluchtsoord vindt. Dicht bij de kern, elkaar en hun traditie.

De tempel in Lalish (Noord-Irak), het Heilige der Heiligen van de yezidi’s. Foto’s: Andreas Stahl
De tempel in Lalish (Noord-Irak), het Heilige der Heiligen van de yezidi’s. Foto’s: Andreas Stahl

Een tentenkamp bewoond door zo’n 300 gevluchte yezidi-families, in de buurt van de tempel in Lalish (Noord-Irak). Foto: Andreas Stahl
Een tentenkamp bewoond door zo’n 300 gevluchte yezidi-families, in de buurt van de tempel in Lalish (Noord-Irak). Foto: Andreas Stahl

stelt dat God het universum en de mens creëerde met behulp van zeven engelen. Toen het werk gedaan was, beval God zijn engelen te buigen voor de eerste mensen: Adam en Eva. Een van de engelen, weigerde dit omdat hij slechts wilde buigen voor God. De yezidi’s geloven dat God hem daarna als hoogste engel in de hiërarchie plaatste en vereren hem als de boodschapper van God.

Veel moslims beschouwen Melek Taus als de (gevallen engel) Satan uit het Oude Testament, en noemen yezidi’s ‘duivelaanbidders.’ Dit zorgde voor een eeuwenlange geschiedenis van geweld en vervolging waarbij – inclusief – 74 genocides plaatsvonden op de yezidi’s, waarvan de helft zich afspeelde op de berg Sinjar.

‘Vertel de wereld dat ze ons moeten helpen,’ smeekt een man wanneer hij ziet dat er journalisten zijn. ‘We hebben alles achter moeten laten en mijn broer is nog op de berg. Als er niet snel hulp komt is het te laat.’

We dwalen verder door de tempel tot we bij een muur komen met de afbeelding van een slang. Nog een reden dat yezidi’s worden gewantrouwd. gaf volgens de yezidi’s Eva te eten van de boom van de kennis van goed en kwaad, waarna de mens onderscheid leerde maken tussen de

Goed en kwaad, licht en duister. Het komt overal terug in de traditie van de yezidi’s, en misschien wel het nadrukkelijkst in Lalish zelf. Het zonlicht valt prachtig op de puntige torens van de oude tempel – een verwijzing naar de stralen van de zon, waar de yezidi’s drie keer per dag naartoe bidden – terwijl de kinderen onvermoeibaar om de camera van fotograaf Andreas Stahl heen blijven rennen. Achter hun lachende ogen schuilt het trauma.

Als we de weg naar het heiligdom aflopen doemt een nieuw vluchtelingenkamp op, waar we een meisje ontmoeten dat twintig keer per dag werd door IS-strijders. Ze wist te ontsnappen, maar het lukt haar niet om na te vertellen hoe ze dat deed. Haar herinneringen zijn te wreed om in woorden te vatten, zegt haar neef wanneer ze met een afwezige blik wegloopt.

In de tempel in Lalish (Noord-Irak), het Heilige der Heiligen van de yezidi’s. Foto’s: Andreas Stahl
In de tempel in Lalish (Noord-Irak), het Heilige der Heiligen van de yezidi’s. Foto’s: Andreas Stahl

De 74ste genocide

13 november 2014. Alyas is inmiddels onderzoeksassistent aan de Universiteit van Sulaymaniyah. Iedere dag belt hij met zijn broer op de berg Sinjar. Soms moet zijn broer fluisteren omdat IS-strijders zo dichtbij zijn dat ze hem zouden Hij zegt dat ze overleven met het eten van gekookt onkruid.

‘Altijd denk ik aan hen. Tijdens het lesgeven, als ik wakker word en wanneer ik met mensen in gesprek ben,’ zegt Alyas somber.

We zitten in de woonkamer van een gedeelde vriend in Sulaymaniyah en drinken thee. Zijn telefoon ligt zoals altijd in de buurt en hij bekijkt ieder inkomend bericht. Alyas gelooft nog steeds in God. Hij weet niet wie hij anders zou kunnen vertrouwen. Maar waarom stelt die God de yezidi’s zo op de proef?

‘Het heeft ermee te maken dat de yezidi’s niet verenigd zijn en vertrouwden op de moslims,’ zegt hij bedachtzaam. ‘We geloven dat we zullen worden gestraft als we afhankelijk zijn van anderen, omdat dit aangeeft dat je niet in jezelf gelooft. Die anderen kunnen je controleren en manipuleren als je van hen afhankelijk bent.’

‘Als we een leger hadden waren we nooit weggegaan uit Sinjar en had IS nooit onze vrouwen vermoord. Ik denk dat God ons zoiets wil zeggen’

‘De yezidi’s zijn nu in de problemen omdat ze de kans om een leger te vormen niet hebben aangegrepen. Dan waren we nooit weggegaan uit Sinjar en had IS nooit onze vrouwen vermoord. Ik denk dat God ons zoiets wil zeggen.’

Hij zucht en werpt een korte blik op zijn telefoon.

‘Het grote probleem is dat we omringd zijn door moslims. We kunnen hen niet vertrouwen, want ze geven niet om ons. Mijn klasgenoten vechten nu voor IS en de peshmerga die ons moesten beschermen renden weg. Moslims zeggen altijd dat we ons moeten bekeren, dat we naar de hel gaan, noemen ons duivelaanbidders. Zelfs nu nog roepen mullahs in dat moslims yezidi’s niet met ‘broeder’ mogen aanspreken.’

In de tempel in Lalish (Noord-Irak), het Heilige der Heiligen van de yezidi’s. Foto’s: Andreas Stahl
In de tempel in Lalish (Noord-Irak), het Heilige der Heiligen van de yezidi’s. Foto’s: Andreas Stahl

Nauwkeurig heeft Alyas de genocides tegen zijn volk gedocumenteerd. Hij is meer dan bereid die informatie te delen. Omdat dit de eerste genocide is die zich afspeelt voor het oog van de wereld, hoopt hij dat het de laatste is, al vreest hij van niet. Daarom willen steeds meer yezidi’s een eigen leger oprichten, maar dit wordt tegengewerkt door de grootste Koerdische partij in Irak: de KDP. Zij vrezen dat de yezidi’s meer verbondenheid voelen met de Syrische YPG, die hen al die maanden beschermde op de berg Sinjar.

Het politieke getouwtrek vreet aan Alyas: ‘Meer dan 3000 yezidi zitten in het Iraakse leger of bij de politie. Mijn broer doodde vijftien IS-strijders in Mosul. Waarom moeten ze daar vechten en niet in Sjingal, waar onze eigen mensen wonen? Waarom wachten ze zolang met het bevrijden van de yezidi’s op de berg en alle ontvoerde meisjes? We moeten onszelf beschermen, anders gebeurt het gewoon weer.’

Nooit meer terug naar huis

Een paar dagen later stoppen we bij de door vluchtelingen bewoonde onafgebouwde flat langs de snelweg nabij Duhok. Met plastic zeilen, palen en pallets hebben ze hutten gebouwd in het betonnen karkas.

Het oogt even surrealistisch als triest: hier leven sinds 8 augustus 248 yezidi’s die alles hebben verloren en zonder hulp de winter door moeten komen. Niemand kan hen

Al snel komt Nadia (15) op ons af, haar ogen dwalen onrustig heen en weer.

Vier maanden geleden werd ze gebeld door een vriendin, begint ze te vertellen. Die zei dat ze niet wist waar ze was, dat ze zat opgesloten in een donkere kamer. Mannen met baarden hadden haar op hun telefoon een foto laten zien van haar vader en broer, de handen vastgebonden op hun rug.

De vriendin belde opnieuw nadat de mannen terug waren gekomen om haar een nieuwe foto te laten zien. Nu lagen de hoofden van haar vader en broer in een plas bloed naast hun lichaam. Hun armen nog steeds vastgebonden op hun rug. Zo zouden ook zij en haar moeder eindigen, zeiden de mannen lachend.

Nadia: ‘Sindsdien heb ik nooit meer iets van haar gehoord, maar ik denk dat ze ook dood is.’

Nadia’s zus, Siham, die naast haar staat, slaat een arm om haar heen. Even blijven ze zwijgend staan, dan eindigt Nadia het gesprek zoals veel andere yezidi’s dat doen: ze wil weg uit Irak, om nooit meer terug te keren.

‘Naar Amerika, Parijs of Milaan, zolang het maar geen Irak is,’ zegt ze fel. ‘Dit land is slecht. Heel erg slecht. Nooit wil ik meer terug naar huis.’

In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl
In deze fotoserie kijk je rond in en om het onafgebouwde flat langs een snelweg nabij Duhok (Noord-Irak) waar 44 yezidi-families naartoe zijn gevlucht en zonder hulp de winter door moeten komen. Foto: Andreas Stahl

Lees meer over mijn reis door deze regio:

Volg mijn reizen in mijn tuin Met updates en veldnotities houd ik jullie op de hoogte van de bevindingen die ik doe terwijl ik door deze regio reis. De notities zijn hier terug te lezen Wat betekent IS voor de Koerden? Hoe zit het ook alweer met die Koerdische strijd tegen IS? En hoe zit het met de Koerdische verdeeldheid? Lees hier de antwoorden op deze en andere prangende vragen. Lees hier de explainer Vanaf deze heuvel zie je de Koerden IS bestrijden De strijd tegen IS komt voor de Koerden samen in Kobani. Daar houden de slechtbewapende Syrische Koerden stand tegen IS, wachtend op de hulp van hun Iraakse buren, terwijl de wereld vanaf een Turkse heuvel toekijkt. Verslag vanuit Turkije. Lees hier de reportage Hier in Syrië ontstaat alweer een radicale staat (maar: vóór vrouwenrechten) Niet alleen Islamitische Staat vormt een nieuwe staat in het Midden-Oosten, ook de Syrische Koerden doen dat. Hun links-radicale experiment biedt een oplossing voor alle problemen in het Midden-Oosten, stellen ze. En de wereld is het steeds meer met hen eens. Verslag vanuit Noord-Syrië. Lees hier de reportage Hoe de strijd tegen IS de Koerdische vrouw emancipeert Op reportage in Syrië en Irak ontdekken we hoe Koerdische vrouwen op twee fronten tegelijk vechten: tegen Islamitische Staat en vóór gelijke rechten. Ironisch genoeg blijkt het extreem vrouwonvriendelijke IS de emancipatie van de vrouwen juist te bevorderen. Een verslag. Lees de reportage hier terug

En lees hier meer over PKK en IS

Hoe is de beweging die Irak verscheurt zo groot geworden? In Irak dreigt een burgeroorlog, sinds Islamitische Staat (IS, voorheen ISIS) er stad na stad verovert. De beweging wil een geheel nieuwe indeling van het Midden-Oosten. Hoe heeft de beweging zo snel kunnen groeien? En hoe moet het nu verder met Irak en Syrië? Lees hier de explainer Is de PKK een vijand of een bondgenoot? De Koerdische arbeiderspartij PKK wordt al lange tijd als terroristische organisatie beoordeeld. Nu IS in Irak en Syrië moet worden bestreden is het opnieuw de vraag: ís de PKK wel een terroristische organisatie? Het is namelijk lastig strijden als een belangrijke bondgenoot tegen IS moet worden genegeerd omdat deze het etiket terreurorganisatie draagt. Lees hier de analyse van Femke Halsema terug