Het was het zoveelste ideetje uit het zoveelste rapport: PvdA-politici zouden een kwart van hun werktijd de straat op moeten. Verplicht. Op die manier zou het contact met ‘de burger’ worden hersteld en zou de PvdA, als ‘buurt- en werkvloerpartij,’ een wederopstanding doormaken.

De schrijvers van het verenigd in de – en dit is geen grap – commissie ‘Einde aan de machteloze politiek,’ stelden dat het tijd was voor een radicale omwenteling. Voortaan zou de politieke agenda niet meer van bovenaf, maar van onderop komen. Een geweldig idee, zo besloot het PvdA-congres afgelopen weekend. (‘Een kwart van hun werktijd’ werd nog wel veranderd in ‘frequent,’ want ja, met een stopwatch ernaast lopen is ook weer zo wat.)

Het hele tafereel deed me denken aan Einsteins definitie van waanzin: steeds hetzelfde doen en toch een ander resultaat verwachten.

De PvdA is al meer dan tien jaar bezig die zogenaamde kloof met de burger te overbruggen. Alles is uit de kast getrokken. Er werd gehyved, er werd getwitterd, er werd gestraatcoacht, er werd op televisie de polonaise gedanst, er werd een gehandicapte dochter ingezet, er werd stage gelopen bij en er werden rozen, heel veel rozen, uitgedeeld.

Het resultaat? Een sociaaldemocratisch gat van-heb-ik-jou-daar

Het resultaat? Een sociaaldemocratisch gat van-heb-ik-jou-daar. Sterker, een kloof die volgens de meeste mensen almaar blijft groeien, zo het Sociaal en Cultureel Planbureau onlangs nog. Vooral de politiek-bestuurlijke elite (‘het regentendom,’ ‘de grachtengordel,’ ‘de linkse kerk,’ enzovoorts) moet het ontgelden op ‘een wijze die nog maar enkele decennia terug niet goed voorstelbaar zou zijn geweest.’

Je vraagt het je af: zou die elite vroeger dan nóg vaker de polonaise hebben gedanst? Nog meer rozen hebben uitgedeeld?

De leden van de commissie ‘Einde aan de machteloze politiek’ denken dat de PvdA zich in de afgelopen jaren te veel heeft vereenzelvigd met de staat, in plaats van de straat. ‘Politiek lijkt gereduceerd tot het verzinnen en aan de man brengen van beleid,’ aldus de commissie.

En ik maar denken dat dit zo ongeveer de definitie is van politiek: beleid verzinnen op basis van je idealen, kiezers overtuigen en dan, als je op het pluche bent beland, zo stevig mogelijk vasthouden aan die idealen. Een beetje zoals die drie senatoren laatst deden toen ze voor de vrije artsenkeuze stemden, tot grote ontsteltenis van de PvdA-top.

Maar de generatie Wouter Bos en Diederik Samsom heeft een heel andere vorm van ‘politiek’ uitgevonden: een soort van probleemmanagement waarin het compromis een doel op zich is en waarin tegelijkertijd ieder lullig berichtje op Nu.nl, iedere scheet van Maurice de Hond en ieder ‘signaal’ uit de samenleving moet worden omgezet in een proefballon, of ten minste opgevangen met ‘een luisterend oor.’

Ideetje: laat PvdA-politici een kwart van hun werktijd, of in ieder geval ‘frequent,’ even lekker zitten. Thuis. Op de bank.

Dan kunnen ze even nadenken over waar ze het ook alweer voor doen. Een paar goede boeken lezen. Standpunten formuleren waar je het ook mee oneens kunt zijn. Afspreken welke principes niet mogen worden uitgeruild in een kwartetspelletje en welke beginselen niet mogen terechtkomen op het altaar van de pragmatiek.

En dan tot de conclusie komen dat oude idealen als, ik noem maar wat, ‘volledige werkgelegenheid’ nogal achterhaald zijn. Dat die plannen van Lodewijk Asscher, minister van Betutteling, en Jetta Klijnsma, staatssecretaris van Symptoombestrijding, slechts banen opleveren voor ambtenaren en hulpverleners, niet voor werklozen. Dat het een tikje schandalig is dat Nederland als belastingparadijs voor corrupte oligarchen miljarden aan dubieus geld witwast. Dat het een beetje raar is dat een sociaaldemocratische partij bezuinigt en lasten verzwaart terwijl nu zelfs het Internationaal Monetair Fonds voor de desastreuze gevolgen van dit begrotingsbeleid. Dat nivelleren niet per definitie ‘een feest’ is, maar dat er wel verdraaid veel mensen

Halverwege dat rapport staat er trouwens iets zinnigs. ‘Buig niet voor de tijdgeest, buig de tijdgeest om.’ De commissie constateert dat er zonder ideeënstrijd nooit iets wezenlijks zal veranderen. En zo is het. Maar waarom wil de PvdA dan zo graag de tijdgeest opslurpen, op straat, op het werk, op televisie, net zolang totdat de partij misselijk wordt van altijd maar diezelfde meningen?

Het punt is: de tijdgeest deugt niet. De kiezer heeft niet ‘altijd gelijk.’ De kiezer is net zo vaak een wispelturige onbenul die smacht naar leiderschap, principes en visie, naar leiders die ergens in geloven en voor wie niet ieder standpunt onderhandelbaar is. Misschien is die kiezer zijn eigen onderbuikgevoel wel zat en verlangt hij naar een groter verhaal. Zo’n verhaal ligt niet voor het oprapen in de buurt of op de werkvloer. Je moet er even voor gaan zitten. Verplicht, wat mij betreft.

Een Week van de Werkstress en dan hup: gauw weer aan het werk Minister Lodewijk Asscher organiseerde een paar weken geleden de Week van de Werkstress. Wat dat betekent? Voorlichting. Veel voorlichting. Dat past bij een tijdperk waarin alleen de symptomen van structurele problemen worden bestreden. Lees het artikel hier Waarom politieke partijen steeds meer op elkaar lijken De Nederlandse democratie is een zooitje. Kiezers zweven, kabinetten vallen bij bosjes en de kloof tussen burger en politiek is nog nooit zo groot geweest. Althans, dat is het standaardbeeld. In werkelijkheid hebben partijen nog nooit zo op elkaar geleken. En die kloof? Die is kleiner dan ooit. Lees het artikel hier Lees ook Rutgers boek: ‘Gratis geld voor iedereen.’ Een paar maanden geleden verscheen Rutgers boek over hoe het anders kan – van een basisinkomen voor iedereen tot een werkweek van vijftien uur, van een wereld zonder grenzen tot een wereld zonder armoede. De Volkskrant schreef: ‘Schaamteloos grote ideeën, een genot om te lezen.’ Je vindt het boek hier, in onze eigen kiosk