Hoe werkt noodhulp? Bijna een jaar geleden begonnen fotograaf Pieter van den Boogert en ik aan het beantwoorden van die vraag. Een simpele, naïeve vraag, die voortkwam uit de behoefte aan meer context bij het nieuws. Want als rampen en crises het journaal domineren en we zo vaak lezen dat noodhulp onvoldoende is of traag op gang komt, waarom weten we dan zo weinig over hoe noodhulp werkt?

Toen ik het allereerste idee voor dit project voorlegde aan onze beeldredacteur Sterre Sprengers, was die ervan overtuigd dat we een fotograaf bij het onderwerp moesten betrekken. Niet om een paar plaatjes bij mijn verhalen te schieten, maar om een echte samenwerking aan te gaan. Die fotograaf werd Pieter van den Boogert. Van begin af aan dachten we samen na over aanpak en uitvoering van het project.

In onze verhalen focusten we meestal op één plek. Op de opslag van hulpgoederen in Dubai. Op de wederopbouw op de Filipijnen. Op een rampsimulatie in Estland. Maar als je Van den Boogerts foto’s nu – aan het slot van het project – allemaal op een rij zet, wordt de noodhulpmachine pas echt zichtbaar. Dan zie je namelijk de industrie achter de noodhulp: hoe overal ter wereld goederen liggen te wachten op de volgende ramp, hoe overal ter wereld rampen worden nagespeeld, hoe overal ter wereld nieuwe huisjes worden neergezet voor slachtoffers.

Juist door wereldwijde verbanden te leggen, krijg je inzicht in hoe noodhulp als geheel – als internationaal systeem – functioneert. Van de organisatie op de hoofdkantoren in Europa, tot de logistiek in de pakhuizen, tot de voorbereidende rampentrainingen, tot de nasleep van een ramp. In dit beeldessay toont Pieter van den Boogert die dwarsverbanden. Dit is de noodhulpmachine, in beeld.

De organisatie

Het hoofdkantoor van het World Food Programme (WFP) in Rome.
Het Palais des Nations: het hoofdkantoor van de Verenigde Naties in Genève.
Het Palais des Nations: hier houdt de coördinatie-organisatie voor humanitaire hulp (OCHA) kantoor.
Controlekamer van het Humanitaire Coördinatiecentrum van de EU in Brussel.
Kantoor van het United Nations International Strategy for Disaster Reduction (UNISDR) in Genève.
In deze promotieposter van het World Food Programme in Rome zitten de gaten van een bomaanslag in Pakistan in 2009.
Het hoofdkantoor van het World Food Programme (WFP) in Rome.
Het hoofdkantoor van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC) in Genève, op de afdeling Huisvesting.
Het hoofdkantoor van de Internationale Federatie van het Rode Kruis (IFRC) in Genève, op de afdeling Kwaliteitscontrole.
Bij de humanitaire afdeling van de EU in Brussel (ECHO) wordt bijgehouden welke windsnelheden een grote ramp veroorzaken. Dat verschilt per gebied.
Het hoofdkantoor van het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) in Genève.

De logistiek

United Nations Humanitarian Response Depot (UNHRD) in Brindisi, Italië. In dit depot hebben 34 ngo’s, zestien overheden en elf VN-organisaties hulpgoederen opgeslagen.
Hulpgoederen van Artsen zonder Grenzen in het logistieke centrum in Neder-Over-Heembeek, België.
Ook op Schiphol heeft Artsen zonder Grenzen een pakhuis vol hulpgoederen. Bij deze inpakbalie staan instructies over hoe medicijnen gekoeld ingepakt moeten worden.
In het pakhuis van Artsen zonder Grenzen in Neder-Over-Heembeek, België, stelt deze ‘order picker’ een bestelling samen voor een rampgebied.
De International Humanitarian City in Dubai is de grootste opslag van noodhulpgoederen ter wereld.
Dekens in het pakhuis van UNHRD in Brindisi, Italië. De stickers tonen dat het om een gift van de Italiaanse overheid gaat.
In de International Humanitarian City in Dubai is meer dan 52.000 vierkante meter opslagruimte voor noodhulporganisaties.
In Dubai slaan hulporganisaties alles op. Van dekens tot tenten, emmers, zeep, zeilen, tandenborstels, muggennetten en medicijnen. Maar ook: kogelvrije vesten, auto’s, lijkzakken, generatoren en waterzuiveringsinstallaties.
Bij de opslag van UNHRD in Brindisi, Italië, wordt een transport naar Peru voorbereid.
Deze tenten staan klaar om naar Zuid-Soedan te gaan, vanuit Dubai.

De trainingen

In Estland wordt een aardbeving nagespeeld, om Urban Search and Rescue Teams (USAR) voor te bereiden op een echte ramp. Dit is de rij voor de fictieve douane van het rampgebied.
Bij het United Nations Humanitarian Response Depot (UNHRD) in Brindisi, Italië worden ook rampentrainingen gehouden. Deze huisjes zijn van het World Food Programme, en kunnen als tijdelijke kantoortjes in rampgebieden neergezet worden.
Bij de rampsimulatie in Estland worden de goederen van de USAR-teams door de douane gecontroleerd.
In Kathmandu, Nepal, oefenen Rode Kruisvrijwilligers op eerste hulp na een aardbeving.
In het Earthquake Supply Center in San Rafael, Californië, kunnen fanatiekelingen alles krijgen om zich voor te bereiden op de volgende grote aardbeving in Californië.
Op een school in Lalitpur, Nepal, oefenen kinderen wat ze moeten doen als er een aardbeving komt.
Kathmandu, Nepal, is een van de meest aardbevingsgevoelige steden ter wereld. De huizen zijn vaak niet bestand tegen de schokken.
Het Nederlandse Urban Search and Rescue Team oefent op het stutten van ingestorte huizen in Groningen.
Een reddingshond heeft een ‘slachtoffer’ ontdekt, tijdens een rampsimulatie in Estland.
In San Francisco zijn evacuatieroutes aangelegd, voor als er een tsunami komt.
De VN-vredesmissie in Haïti (MINUSTAH) traint Haïtiaanse politieagenten. Sinds de aardbeving van 2010 is de vredesmissie flink uitgebreid.
Het oefenterrein van Artsen zonder Grenzen in Brussel.

De nasleep

Voordat tyfoon Haiyan eind 2013 de Filipijnen raakte, was hier, in Sulangan, een surfresort.
Bijna een jaar nadat tyfoon Haiyan grote delen van de Filipijnen verwoestte, pakt het World Food Programme (WFP) zijn spullen. Het tijdelijke kantoor wordt ontruimd.
In Tacloban, de Filipijnse stad die het zwaarst getroffen werd door tyfoon Haiyan, zijn overal hulpoproepen op de muren gekalkt.
Vijf jaar na de verwoestende aardbeving in Haïti, liggen delen van de hoofdstad Port-au-Prince nog altijd in puin.
De daken van door tyfoon Haiyan verwoeste huisjes op het eiland Samar op de Filipijnen liggen te wachten op transport.
Nabij de Filipijnse stad Tacloban wordt een nieuwe woonwijk gebouwd. De arbeiders zijn door tyfoon Haiyan hun huis kwijtgeraakt. Door te werken verdienen ze een nieuw huis.
Caradeux is een van de grootste kampen in Haïti. Hier wonen mensen die sinds de aardbeving van 2010 geen huis meer hebben. Inmiddels is het kamp een wijk aan het worden.
In Tacloban, de Filipijnen, wonen een jaar na tyfoon Haiyan nog altijd mensen in tenten.
Vrijwilligers helpen met de bouw van zogenoemde T-shelters (noodwoningen) op de Filipijnen.
Filipijnen die hun paspoorten en andere documenten zijn kwijtgeraakt tijdens de tyfoon, staan in de rij voor nieuwe papieren.
Afval in een tentenkamp op de Filipijnen. De tenten zijn aan het schimmelen door het vochtige weer.
Tijdens tyfoon Haiyan spoelde een aantal grote schepen aan rondom de Filipijnse stad Tacloban. Ze zijn nu een toeristische attractie aan het worden.
Overal in het getroffen gebied in de Filipijnen - zoals ook hier in het dorpje Sulangan - hebben mensen bedanktbordjes gemaakt voor de internationale hulptroepen.
Lees hier hoe de noodhulpmachine werkt Bijna een jaar lang reisde Maite Vermeulen met fotograaf Pieter van den Boogert de wereld over om antwoord te geven op de vraag: hoe werkt noodhulp? Voor de liefhebber, hier het hele project op een rij. Bekijk hier alle artikelen over noodhulp Over de fotograaf De fotograaf die de noodhulpsector in beeld bracht, is Pieter van den Boogert. Eerder maakte hij het prijswinnende fotoboek What We Wear, over de kledingindustrie. Bekijk hier eerder werk van Pieter

Deze serie werd mede mogelijk gemaakt door het en het