Hij is dé deskundige op het gebied van Europees migratierecht. Zo is hij co-auteur van een  over dit onderwerp.

We stelden hem de vraag hoeveel invloed Europese wetten eigenlijk hebben op de praktijk van het vreemdelingenrecht. Op het geeft hij antwoord.

Meteen de hamvraag maar: hoeveel Europees migratierecht dringt er eigenlijk door in Nederlandse rechtszalen? 

De invloed van Europese asielwetgeving op de nationale wetgeving van Nederland en andere lidstaten van de Unie is bijzonder groot. Maar het is nog niet zo makkelijk die invloed zichtbaar te maken. Aan een mens kun je niet zien dat hij vers bloed heeft gekregen. Aan een gebouw zie je niet dat de fundamenten zijn vernieuwd. Zo kun je aan de Nederlandse (of, bijvoorbeeld, de Finse) asielwetgeving niet zien dat die ook nu al uitvoering geeft aan bindende Europese regels.

In onze volgen we het politieke proces dat tot de presentatie van het Gemeenschappelijk Europees Asiel Systeem (GEAS) heeft geleid. Voor een leek als ik lijkt het of er echt iets nieuws tot stand gekomen is. Maar hoe ‘nieuw’ is dat GEAS eigenlijk écht?

‘Het bericht van mevrouw Malmström betekent niet dat er pas in juni 2013 een gemeenschappelijk Europees asielsysteem is gemaakt. Dat was er al lang. Waar de Eurocommissaris in haar blog haar tevredenheid over uit is, dat er inmiddels alweer een gereviseerde verzameling Europese asielwetten in het officiële publicatieblad staat. Die herzieningen zullen uiterlijk in de herfst van 2015 van kracht worden.’

Niet zo nieuw als het lijkt dus, maar waar gáán die Europese asielwetten eigenlijk precies over?

‘De Europese wetgeving bestrijkt alle aspecten van het asielrecht: de wijze waarop een aanvraag moet worden behandeld, de wijze waarop asielzoekers moeten worden opgevangen, de criteria waaraan de asielaanvraag moet worden getoetst, en de procedure bij de rechter. Verder bepaalt het Europese recht dat een asielaanvraag niet in meer dan één lidstaat mag worden ingediend, en geeft het de criteria aan de hand waarvan wordt vastgesteld welke lidstaat voor de behandeling van het asielverzoek verantwoordelijk is. Bovendien regelt het Europese recht de uitzetting en de eventuele detentie van asielzoekers van wie de aanvraag is afgewezen.’

En, hoe beoordeelt u die Europese wetten precies?

‘Op zich is het feit, dat alle betrokken lidstaten van het Europese vasteland hun asielrecht moeten inrichten op basis van dezelfde principes, een omstandigheid die door veel deskundigen positief wordt gewaardeerd. Om een aantal redenen. Ten eerste: het verschijnsel van asielbewegingen is te groot voor één lidstaat en kan veel effectiever in samenwerking worden aangepakt. Ten tweede kan worden voorkomen dat lidstaten gaan wedijveren in restrictiviteit om te voorkomen dat zij het “afvoerputje” van Europa worden (de zgn. ‘race to the bottom’) is het nodig dat het niveau van asielbescherming in alle lidstaten gelijkwaardig is.’

En, is dat nu zo?

‘Nee. Het gemeenschappelijk Europees asielstelsel regelt vooral de hoofdpunten en de principes. Daarbinnen zijn de lidstaten vrij om de vorm te kiezen waarin zij aan die regels uitvoering geven. Ook geven de Europese regels ruimte voor verschillende interpretaties. Bovendien is het niet zonder meer een gegeven dat alle lidstaten de Europese verplichtingen volledig nakomen. De harmonisering van het Europese asielrecht is een voortgaand proces van ontwikkeling, waarvan je vaak pas na één of meer decennia het effect duidelijk kunt zien.’

Volgende week een nieuwe lezersvraag: 

In het Nederlandse asielrecht staat centraal wat de asielzoeker aan de IND vertelt over de vervolgingen  en bedreigingen die hij heeft meegemaakt. Hoe bewijst een asielzoeker dat hij in aanmerking komt voor asiel?