Het is halfzeven ’s ochtends. Achter een laptop zit een negentienjarige jongen uit Oosterhout. Behalve van het scherm voor hem, komt er nergens licht vandaan. Uit de twee speakers naast hem schalt onophoudelijk geluid - een harde instrumentatie, drums die je buiten duidelijk kunt horen, een baslijn die je in je buik voelt trillen. De jongen is ongeschoren, draagt een wijde sportoutfit van voetbalclub Chelsea en heeft vannacht niet geslapen. Alweer niet.

Ares achter de computer.
Ares achter de computer.

Toch is hij niet moe. Hij raast met zijn muis over het scherm, past kleine dingen aan in muzikale arrangementen, beluistert de nummers die hij de afgelopen dagen heeft opgenomen. Zijn naam is Rens Ottema, maar hier heet hij Een veelbelovend rapper en producer, die vorig jaar debuteerde met het album Roadtrip en nu werkt aan nieuw materiaal. Hier, op Schiermonnikoog.

En hij is niet de enige. Ruim een week lang zijn er zo’n en producers op het eiland, om een overweldigende hoeveelheid nummers op te nemen.

Alles voor de nieuwe generatie

Zelf arriveer ik tegen het einde van de week op Schiermonnikoog, op uitnodiging van Dat platenlabel - de thuisbasis van veel van de aanwezige artiesten - heeft een omvangrijk appartementcomplex afgehuurd waar gewoonlijk keurige gezinnen hun vakantie vieren. In de kasten staan dozen scrabble, monopoly, een sjoelbak, er liggen stapels boeken over kloosters en edities van Vrij Nederland. In de boekenkast staat De negerhut van oom Tom. Daar wordt nu niet naar omgekeken: men maakt alleen maar muziek, met mobieltjes als modern kladblok, in slaapkamers die zijn omgebouwd tot opnameruimtes. Er is een studiocomplex ontstaan, waar iedereen vrijelijk bij elkaar kan binnenvallen.

Als ik arriveer, hoor ik uit zeker zes ruimtes keiharde muziek komen; soms clubgeoriënteerd, zoals die van de Nederlandse producer Spanker, soms (D-Double) soms (Cho). Een enkele aanwezige vraagt of ik producer of rapper ben, steeds met een licht angstige ondertoon in de stem.

Als ik vervolgens uitleg dat ik alleen maar kom rondkijken, zie ik de gezichten opklaren en gaat iedereen verder met het maken van muziek. Af en toe woedend (‘ik heb drugs, ik heb vrouwen, fok alles wat ik kocht, lieve schat je kan het houden’); af en toe emotioneel of persoonlijk (‘ik was echt verliefd, tot jij mij liet zien hoe je bent’); af en toe gericht op het uitgaan (‘ik ben met Ronnie Flex, we roken wax’) en bovenal stoer, vol zelfvertrouwen.

KM, Frenna, Jandrom D-Double, Jonna Fraser, Monsif, Spanker, vriend van Ares, Ares, Afriki, Lijpe.
KM, Frenna, Jandrom D-Double, Jonna Fraser, Monsif, Spanker, vriend van Ares, Ares, Afriki, Lijpe.

Deze artiesten zijn doelbewust samengebracht. Ze vertegenwoordigen samen namelijk een nieuwe lichting rappers die in hoog tempo aan populariteit wint. Een nieuwe generatie, zo je wilt. Ze hebben ook alvast een naam voor zichzelf bedacht: New Wave.

Een schoolkamp voor de toekomst

‘Het idee voor dit project komt van legt TopNotch-medewerker Erik Zwennes (1985) desgevraagd uit. Zwennes verblijft de hele week op Schiermonnikoog en loopt voortdurend van studio naar studio. ‘Dit is een lichting waarvan wij denken dat die in de toekomst heel groot gaat worden. Dat wilden we op een zekere manier vastleggen, zoals we dat eerder met deden en zoals recent ook het project is ontstaan.’

‘Het duurde bijna twee jaar voordat dit project eindelijk doorging. ‘We moesten sponsors zoeken. En het kost ons nu nog vooral geld en levert niet direct iets op, maar het is een investering. In de artiesten, in de toekomst.’

Weken van tevoren is naar alle aanwezigen een planning gestuurd, met zinnen als Er is geen coffeeshop op het eiland!!

New Wave heeft iets weg van een schoolkamp: drie organisatoren – behalve Zwennes is er nog een medewerker van TopNotch aanwezig, evenals een ingehuurde manager uit Eindhoven – zijn permanent aan het organiseren en regelen: een gehuurde auto pendelt tussen veerboot en studio; er moeten voor alle aanwezigen drie maaltijden per dag worden verzorgd; er worden ter plaatse videoclips bedacht en opgenomen; er loopt een fotograaf rond die alles vastlegt en direct op en Twitter zet. En weken van tevoren is er naar alle aanwezigen een planning gestuurd, met zinnen als ‘Er is geen coffeeshop op het eiland!!’ – een halve pagina later onder het kopje benodigdheden staat: ‘Wiet zelf meenemen!’

‘Maar die planning is nu alweer achterhaald,’ hoor ik een van de organisatoren aan het begin van de nacht zeggen terwijl hij een paar chocoladeverpakkingen van de vloer raapt. ‘Een van de dingen waar we ons het meest op hebben misrekend, is dat de artiesten overal een verschrikkelijke rommel van maken.’ Later op de avond zie ik dezelfde begeleider een fles wodka verstoppen achter een broodtrommel. ‘Anders is die op voor wij er een slok van kunnen nemen.’

Wat bindt deze artiesten?

Idaly, Jandro, Ronnie Flex en Frenna.
Idaly, Jandro, Ronnie Flex en Frenna.

Afriki en Ares.
Afriki en Ares.

Maar daarover wordt verder niet geklaagd. Alles staat hier in dienst van de muziek. Het is indrukwekkend om te horen hoe vanuit een eerste drumloop of synthesizerlijntje in enkele uren een volwaardig nummer wordt gemaakt, nu eens toegankelijk en glad, dan weer woedend en stuiterend. Terwijl ik naar al die verschillende songflarden luister, stel ik mezelf steeds de vraag: wat bindt deze artiesten, behalve hun leeftijd? Waarom is het een groep?

Een zekere mate van bravoure, dat ten eerste. Bijna alle aanwezige rappers presenteren zichzelf zo groots, rauw en overtuigend mogelijk – niet heel origineel in de hiphop, maar wel bijzonder effectief. Ze slaan zichzelf tekstueel op de borst, ze willen duidelijk laten horen: hier ben ik, zo klink ik, je kan me maar beter niet negeren.

Die gretigheid uit zich ook in de werktijden - iedereen gaat de hele dag door, bijna zonder pauze. Als zich aan het eind van de middag een groep meisjes van rond de zestien, zeventien voor de deur verzamelt, azend op een handtekening van of foto met een van de artiesten, komt er aanvankelijk niemand naar buiten. Er wordt muziek gemaakt, geen tijd voor afleiding.

Ronnie blijft binnen

Wanneer ik, in het schemerlicht, buiten van de ene studio naar de andere loop, gillen de meisjes naar me: ‘Ben jij Ronnie Flex?’

Ik zeg van niet. Een antwoord waarmee ik ze hevig teleur lijk te stellen.

‘Kun je Ronnie Flex dan naar buiten sturen? Alsjeblieft. We zijn zijn grootste fans.’

Jack Chiraq (midden) en Ronnie Flex (rechts) vertrekken van het eiland.
Jack Chiraq (midden) en Ronnie Flex (rechts) vertrekken van het eiland.

Flex (Rotterdam, 1992) is de populairste rapper van het stel. De enige, eigenlijk, die de stap wist te zetten van online populariteit naar acceptatie door mainstreammedia: met de hit ‘Zusje’ bereikte hij een groot publiek, hij deed mee aan Ali B’s razendpopulaire en hij werd vorig jaar het gezicht van een breed uitgemeten Hi-campagne. Hier op het eiland beweegt hij zich zonder enige verhevenheid tussen de verschillende opnameruimtes. Hij neemt met Spanker een hitgevoelige track op en voegt zich later bij Ares om samen een tekst te schrijven.

Uren later staan de meisjes nog steeds buiten. Ze hebben inmiddels enkele handtekeningen verzameld, maar toch blijven ze bij het complex, gewoon om een glimp van hun favoriete artiesten op te vangen. Binnen wordt intussen rijst met kip opgediend – borden die tot de rand zijn gevuld, de artiesten komen ze een voor een halen en trekken zich dan weer terug.

Sommigen gaan linea recta naar hun studio, anderen vertellen eerst trots over het materiaal dat ze de afgelopen uren hebben opgenomen. Op dat moment realiseer ik me de tweede gedeelde factor van de aanwezigen: het totale gebrek aan schaamte. Niemand lijkt zich enigszins in te houden met rappen of musiceren, elke potentiële scepsis wordt overstemd door enthousiasme en zelfvertrouwen.

Wie gaat er doorbreken?

Verder springt het gemeenschapsgevoel in het oog. Een project als dit, met zoveel artiesten zo dicht op elkaar, was bij eerdere generaties rappers beslist niet mogelijk geweest. Daarvoor was er altijd te veel onderlinge rivaliteit tussen steden, levensverhalen en muzikale opvattingen. Bij deze lichting is dat niet aan de orde. Ondanks alle verschillende stijlen en etnische achtergronden zijn er amper meningsverschillen. Iedereen lijkt dezelfde houding aan te nemen en hard te willen werken.

Lijpe en Ares.
Lijpe en Ares.

KM en Spanker.
KM en Spanker.

Dat tekent de moderne muziekwereld: een album is al lang geen heilig begrip of toekomstig streven meer, dat wordt eerder gezien als veredeld visitekaartje. Er is toch bijna niemand die ze nog koopt. Nee, graadmeters voor succes zijn het aantal views op YouTube, likes op Instagram, of de hoeveelheid bezoekers bij een show - concerten zijn een van de weinige serieuze inkomstenbronnen voor moderne muzikanten.

is, zoals gezegd, in staat gebleken zijn internetpopulariteit om te zetten in concrete deals en shows. Sommige andere aanwezigen hebben in potentie dezelfde reikwijdte, maar hun populariteit is onmogelijk te taxeren. Lijpe (1993, Maarssen) - een van de meest getalenteerde aanwezigen, ik ken geen jonge rapper die zo begeesterd is - heeft bijvoorbeeld miljoenen views op YouTube. Maar hoe groot ben je dan als artiest, wanneer kun je daar geld aan verdienen?

Dit zijn de vragen die tijdens het hele verblijf een rol spelen, die alle gemeenschappelijkheid een onbenoemde en misschien zelfs onbewuste rafelrand geven, want wie van de aanwezigen zal het uiteindelijk redden in de muziekwereld?

Over vijf jaar zijn er weer andere jongens

Tijdens een zeldzame pauze hoor ik rapper Sjaf (1994, Spangen) van de Rotterdamse groep Broederliefde, die vorig jaar een groot internetsucces had met zeggen dat ze hun online ‘momentum’ niet vast moeten houden, maar moeten uitbouwen. ‘Over vijf jaar zijn er weer jongens die net zo gretig en jong zijn als wij nu. Dan moeten wij dus niet nog steeds goed bekeken video’s hebben, maar verder zijn, we moeten kunnen leven van shows, geen bijbaantjes meer hebben en - .’

Midden in de zin tikt iemand tegen zijn schouder: in de studio van Krankjoram (Blaricum, 1993) wordt net een ‘krankzinnige’ track opgenomen. De nacht is inmiddels aangebroken. De meisjes buiten zijn eindelijk vertrokken, de vuurtoren geeft het voornaamste licht op het eiland. Ronnie Flex, die vooral nummers maakt over drank, vrouwen en feesten, heeft Schiermonnikoog inmiddels verlaten vanwege de verjaardag van zijn oma.

Ronnie Flex, die vooral nummers maakt over drank, vrouwen en feesten, heeft Schiermonnikoog verlaten vanwege de verjaardag van zijn oma

De uren lopen ongemerkt in elkaar over – ‘slaap’ lijkt hier een irrelevant begrip. Ik voel me ouder dan ik in lange tijd heb gedaan. Op een gegeven moment lijken ook de wetten van het schoolkamp in werking te treden. ‘Je bent toch niet moe?’ hoor ik producer Krankjoram rond twee uur ’s nachts vragen aan rapper D-Double, met wie hij net een explosief gangsterrapnummer opgenomen heeft.

‘Nee man, nee man. Jij wel?’

‘Zeker niet. Ik ga vannacht niet slapen.’

‘Ik ook niet man, ik ook niet. Ik word voor mijn gevoel net wakker.’

Misschien is het de angst iets te missen, misschien werkt andermans aanwezigheid werkelijk zo stimulerend dat iedereen alsmaar door wil gaan. Er komen steeds meer flessen drank tevoorschijn, er worden shotjes achterover geslagen, de volumeknoppen gaan steeds verder omhoog. ‘Als we hier een heel jaar zouden zitten, zouden andere muzikanten er nooit meer tussenkomen,’ zegt producer Spanker rond halfdrie ’s nachts, met een fles wodka in de hand. En dan, tegen de paar rappers om hem heen: ‘Kom, laten we gaan tapen. We gaan een nummer 1-hit maken.’

De groep neemt een shotje.
De groep neemt een shotje.

Natuurlijk gebeurt dat niet, maar daar draait het niet om: hier op Schiermonnikoog wordt niet voor elke artiest het materiaal opgenomen waar hij uiteindelijk op afgerekend zal worden. Daarvoor zijn sommigen hier ook nog hoorbaar te zoekend, of te veel leunend op Amerikaanse voorbeelden. Het niveau van op het opgenomen materiaal is af en toe lastig te beoordelen - maar de overgave en het talent vergoeden veel, en het is vooral een proeve van talent. Wat zal er dan met dit materiaal gebeuren? TopNotch is van plan dit voorjaar een verzamelalbum uit te brengen – van de agressieve straatbravoure van Lil Kleine tot de gelikte refreintjes van Ronnie Flex, er wordt een compilatie van gemaakt, een soort Best of Schiermonnikoog.

Wie er overblijft

Als ik ’s ochtends om halfzeven vertrek, na een door diepe baslagen en dichtslaande deuren onderbroken nacht, loop ik door het appartementencomplex als een insluiper, angstig om wie dan ook wakker te maken. Dan hoor ik geluid aan het einde van een van de gangen. En daar zie ik hem zitten, Ares, in zijn eentje achter zijn laptop. Hij heeft niet door dat ik hem bekijk, totdat ik mijn keel schraap. Enigszins wazig kijkt hij op, dan zegt hij: ‘Ik kan echt nog niet naar bed, ik moet nog allerlei nummers afkrijgen.’

Als ik verder loop blijken er meer artiesten nog wakker te zijn. Spanker is begonnen aan een nieuwe beat, twee rappers zijn net een tekst aan het schrijven. Terwijl ik naar een doodstille bushalte loop, hoor ik de zachte echo’s van hun raps en ik stel me voor hoe al die artiesten later vandaag, doodmoe en tegelijk vol adrenaline, afscheid zullen nemen. Hoe ze elkaar zullen beloven contact te houden, in de toekomst vaker samen te werken. En hoe sommigen in die toekomst, om wat voor reden dan ook, steeds minder muziek zullen maken, eerst alleen nog parttime en dan zelfs dat niet meer.

Anderen zullen wel doorgaan, lang niet allemaal om in de annalen van de hiphopgeschiedenis voort te leven, maar een enkeling wel. De toekomstige of - je kunt nooit voorspellen waar zo’n artiest vandaan zal komen. Maar de kans is aanzienlijk dat hij deze week op Schiermonnikoog was.

Avondeten. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Jack Chiraq. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Lil Kleine en Ronnie Flex. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Ronnie Flex en Jonna Fraser. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Werkplek. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Idaly en Bokoesam. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Krankjoram. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Monsif, Lijpe en D-Double. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Ares. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Idaly, Jandro, Ronnie Flex en Frenna. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Frenna. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Afriki. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Lijpe en Ares. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Producers Monsif en Krankjoram bezig met SFB, Afriki schrijft op de achtergrond. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Afriki en Ares. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
KM en Fraser. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Jack Chiraq en Ronnie Flex. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Jack Chiraq (midden) en Ronnie Flex (rechts) vertrekken van het eiland. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
KM en Spanker. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Sjaf, Lijpe, Cho, Spanker en Ares. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Vertrek van Schiermonnikoog. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl
Jandro SFB, Lijpe, D-Double en Ronnie Flex. Foto: Nelson Hillebrand/Puna.nl

Alle Correspondentverhalen over hiphop in je mailbox? Binnenkort starten Vera Mulder, Saul van Stapele, Thomas Heerma van Voss en meer (gast)-correspondenten een eigen hiphopnieuwsbrief. Wil jij op de hoogte blijven van hun werk? Schrijf je hier in! Waarom de tijd rijp was voor een nieuw album van soullegende D’Angelo Vijftien jaar na de release van zijn cultalbum Voodoo bracht de legendarische soulzanger D’Angelo afgelopen week een nieuwe plaat uit. Black Messiah is overal jubelend ontvangen. Gastcorrespondent Johannes De Breuker legde de plaat onder de loep om te horen hoe D’Angelo de hedendaagse soul opnieuw uitvindt (met hulp van de oude meesters). Lees het verhaal hier terug Hoe creativiteit een talent van iedereen en een oplossing voor alles werd We leven in een samenleving waarin creativiteit alom wordt gepropageerd als goed en waarin tegelijkertijd wordt bezuinigd op experimentele kunst en fundamentele wetenschap. Dat komt door onze steeds beperktere definitie van wat 'creatief zijn' betekent. Een essay over dit sleutelwoord van onze tijd. Lees het verhaal hier terug