Bericht uit de krant:

O, ironie.

Het inlichtingenmonstrum dat de communicatie van praktisch de halve wereld in de gaten houdt teneinde de volgende nine eleven te voorspellen, blijkt niet in staat te voorkomen dat een auto de eigen zwaarbeveiligde campus op rijdt en de voordeur ramt.

En binnen dachten ze: ‘Tsja, als we nou méér data hadden verzameld...’

Van een aanslag op de is geen sprake. Maar, zou ik daar aan willen toevoegen: van een aanslag op de filosofie van de NSA toch zeker wel. Trefzeker reed de bestuurder - die terstond werd doodgeschoten door de politie, zoals wel vaker de voorkeursoplossing in the land of the free - niet alleen dwars door de hoofdingang van de NSA, maar ook dwars door de illusie dat je het Kwaad kunt onderscheppen als je sleepnet maar groot genoeg is.

Want dat is de mythe waarmee staten en inlichtingendiensten zelf de grootschalige surveillance van de NSA en geestverwante diensten verkopen: dat je iedere willekeurige snuiter met snode plannen wel uit de wereldwijde hooiberg kunt vissen mits je maar genoeg data verzamelt om hem vroegtijdig te signaleren. Quod non. Was getekend, een SUV op ramkoers.

Criminaliteit bestrijden nog voor ze gepleegd is

En het meest problematische is: deze illusie is allang niet meer voorbehouden aan geheime diensten die zich bezighouden met terrorisme. Ook binnen het reguliere politiewerk is Big Data dé trend van dit moment. Predictive of heet het: het almaar gedetailleerder monitoren van het gedrag van enorme aantallen (onschuldige) burgers om zo criminaliteit te kunnen opsporen nog vóór die gepleegd is. In de VS is het in veel staten al goed gebruik, in Nederland is het dé ambitie van onze datagelovige KLPD.

De Nederlandse politie fantaseert al hardop van een ‘landelijk dekkend netwerk van sensoren’ waarmee ze volautomatisch en op enorme schaal burgers in de gaten kan houden

Sterker nog, de Nederlandse politie van een ‘landelijk dekkend netwerk van sensoren’ waarmee ze volautomatisch en op enorme schaal de identiteit van burgers kan herkennen, relaties tussen mensen kan vaststellen, gedragingen in kaart kan brengen en communicatie kan onderscheppen. Camera’s op straat, gezichtsherkenners, kentekenscanners, software die communicatie- en betaalverkeer op internet in de gaten houdt: als het aan wethandhavend Nederland ligt, leven wij liever vandaag dan morgen in een soort

Want laat er geen misverstand over bestaan: eenmaal in de greep van het idee dat je criminelen preventief kan ruimen door potentiële wetsovertreders - lees: iedereen - structureel te monitoren, dan is er geen enkele natuurlijke grens meer aan wat je van alle mensen te weten wilt komen. Van uitgavepatronen tot parkeergedrag, van sociale netwerken tot reisschema’s, van zoekopdrachten tot medische geschiedenis en ga zo maar door: er is niets wat niet behulpzaam zou kunnen zijn bij het zogenaamd ‘voorspellen’ van menselijk (al dan niet crimineel) gedrag.

Verontrustend is niet alleen de opmars die dit denken inmiddels ook in Nederland maakt, maar vooral ook dat de betrokken politieambtenaren nauwelijks besef lijken te hebben van de gevaren en keerzijden ervan. Profilering op grond van vooroordelen, het verdwijnen van de het potentiële misbruik van de technologie door kwaadwillenden, het onuitwisbare dataspoor dat iedere burger achterlaat: er wordt allemaal met geen woord over gerept in het (uitgelekte) KLPD-document dat nota bene ‘Visie op Sensing binnen de Politie - Waarnemen in een genetwerkte maatschappij’ is gedoopt.

De vrijheidsdystopie vermomd als veiligheidsutopie

Die ‘visie’ blijkt simpelweg synoniem te zijn voor een blind geloof in surveillancetechnologie. De vraag of we überhaupt in zo’n monitorsamenleving willen leven, laat oom Agent liever ongesteld. Het vooruitzicht dat we straks allemaal in een Glazen Huis wonen waar elke ‘verdachte’ beweging een belletje doet rinkelen op het dichtsbijzijnde politiebureau, wordt zonder voorbehoud bejubeld als het beste dat agenten is overkomen sinds de ontdekking van de snor.

Om misverstanden te voorkomen: ik pleit hier niet tegen wetshandhaving, het daartoe beter toerusten van ons politie- en justitie-apparaat of zelfs surveillance als zodanig. Mensen waartegen een reële verdenking van criminele activiteiten bestaat gericht in de gaten houden, daar kan geen mens tegen zijn. Maar het geloof waar onze politici, wetshandhavers en de samenleving als geheel steeds meer in de ban van lijken, is een andere. Dat is het geloof in een vrijheidsdystopie vermomd als veiligheidsutopie.

Aan ons, onschuldige burgers, de opdracht zeer beducht te blijven voor de veiligheidsutopisten. Ik zou bijna zeggen: hou ze in de gaten.

Lees meer over surveillance:

Zo voorkom je een volgende Charlie Hebdo in ieder geval niet In de weken na de terroristische aanslagen in Parijs willen Europese regeringsleiders méér informatie verzamelen en méér databases optuigen. Want: alleen zo zou een volgende aanslag te voorkomen zijn. Maar er bestaan geen overtuigende bewijzen voor de effectiviteit van dergelijke maatregelen. Integendeel: ze maken de bestrijding van terrorisme moeilijker, schrijft correspondent Maurits Martijn. Lees hier het stuk van Maurits terug Hoe de Fraudewet burgers tot fraudeurs maakt (maar fraudeurs onbestraft laat) Te veel Nederlanders worden als fraudeur bestempeld en bestraft. De twee jaar oude Fraudewet schiet dan ook zijn doel voorbij. Bovendien is de pakkans van echte fraudeurs door de wet niet omhooggegaan. Dat blijkt uit een rapport van de Nationale ombudsman dat vandaag verschijnt. Gastcorrespondent Maaike Goslinga zet de belangrijkste bevindingen op een rij. Lees hier het artikel van Maaike terug Vergeet de politiestaat. Welkom in de belastingstaat De Belastingdienst is de grootste informatiefabriek van Nederland. Het is niet overdreven om te stellen dat het instituut bijna alles weet over iedere Nederlandse belastingbetaler, schrijft correspondent Maurits Martijn. En hij mag die informatie ook nog vijf tot zeven jaar bewaren. Topjuristen luiden de noodklok. Lees hier het artikel van Maurits terug