Op 3 december 2007 staat er bij ’s lands belangrijkste banktoezichthouder een belangrijke vergadering op de planning. Al tijden negeert Dirk Scheringa de aanbevelingen van de toezichthouder: zijn bank heeft te weinig eigen vermogen, te weinig geld in kas en de enige aandeelhouder (Scheringa zelf) is een alleenheerser. En dan is ook nog Scheringa’s financieel directeur opgestapt. De directeuren van De Nederlandsche Bank (DNB) besluiten dat er een paardenmiddel moet worden ingezet: De volgende dag zouden de toezichthouders het onwelkome nieuws met Scheringa delen.

De directievergadering bij DNB sluit om vijf uur ‘s middags. Zeven minuten later ratelt het faxapparaat. Nieuws uit het DSB-kamp: Scheringa heeft Gerrit Zalm, net minister van Financiën af, bereid gevonden om aan te treden als financieel directeur.

DNB schort het paardenmiddel direct op.

De balans herstellen

Een blunder van de toezichthouder, betoogden de curatoren van het inmiddels failliete DSB in december De curatoren spanden vorig jaar een proces aan tegen DNB. Ze wilden 600 miljoen tot 1 miljard euro zien. Het verkiezen van Zalm boven de stille curator, is een van de punten die de curatoren aanvoeren om aan te tonen dat DNB te laks was in haar toezicht.

‘Er mocht in redelijkheid worden verwacht dat Zalm tegenwicht kon bieden aan Dirk Scheringa’

Deze week gaf de rechter DNB gelijk. De toezichthouder had naar het oordeel van de rechtbank terecht besloten om niet in te grijpen nadat Gerrit Zalm als bestuurder was aangesteld. ‘Curatoren miskennen naar het oordeel van de rechtbank dat Gerrit Zalm […] statuur had na een lange carrière in de hoogste politieke instanties en dat daarom in redelijkheid mocht worden verwacht dat hij tegenwicht kon bieden aan Dirk Scheringa en de balans tussen prudentie en commercie kon herstellen,’

Maar herstelde Zalm werkelijk het evenwicht binnen de bank? Wat heeft Gerrit Zalm, de huidige bestuursvoorzitter van ABN Amro, eigenlijk gedaan in het jaar dat hij financieel directeur was bij DSB?

Het voordeel van het ministerschap

‘De verhoudingen met de toezichthouders normaliseren, is een cruciale voorwaarde voor ons voortbestaan,’ schreef Zalm zo’n drie maanden na zijn aantreden in ‘Zij zien tal van zaken die hetzij riskant zijn (DNB) hetzij te zeer gedreven zijn door eigen profijt en niet het consumentenbelang (AFM). Nu houdt mijn aanwezigheid ze nog wel even af (het voordeel van het minister zijn geweest), maar dat blijft niet zo.’

Zalm was een bliksemafleider die de toezichthouders op afstand hield, zo wist hij. Maar dat kon niet zo blijven. DSB moest veranderen.

Want zo verdiende DSB haar geld: ze verstrekte leningen, maar eiste daarbij dat de kredietnemer zoveel mogelijk verzekeringsproducten zou kopen. Deze zogenoemde koopsompolissen kenden torenhoge - tot soms wel - die direct als inkomsten voor DSB werden gerekend. Uit blijkt dat in 2005 en 2006 bijna twee derde van alle inkomsten bij DSB uit provisies kwam.

Die afhankelijkheid van provisies was een doorn in het oog van DNB. Ten eerste omdat de provisies eenmalig waren. Mocht de kredietverlening opdrogen, dan kon de bank direct verlieslatend worden. Ten tweede schond DSB op structurele wijze de zorgplicht. Mensen werden en de koopsompolissen waren stuk voor stuk waardeloze producten - de prijs absurd hoog. DSB liep daardoor Een risico dat zich uiteindelijk ook materialiseerde: de curatoren reserveerden vorig jaar van

Wat deed Zalm?

Hoewel het verdienmodel overduidelijk niet duurzaam was - zoals Zalm ook erkende in zijn memorandum -, veranderde er weinig onder zijn bewind. Zalm zei in dat de inkomsten uit koopsomprovisies na zijn aantreden met 30 procent waren gedaald. Dat was correct, maar kwam simpelweg doordat de kredietverlening met het uitbreken van de crisis was ingestort. Uit het curatorenrapport blijkt dat DSB tussen december 2007 en december 2008 nog bijna 50.000 koopsompolissen verkocht.

In het financieel jaarplan 2009, dat Zalm vlak voor zijn vertrek in 2008 presenteerde aan de Raad van Commissarissen, is ook niets terug te zien van een grootscheepse verandering. De provisieopbrengsten worden in het financieel jaarplan voor 2009-2010 nog gewoon begroot op respectievelijk 70,8 miljoen en 76 miljoen euro (in 2008: 71,8 miljoen euro).

Zalms opvolger en voormalig collega Frank de Grave vertelde de curatoren dat het in het financieel jaarplan - dat Zalm in november presenteerde - gewoon ‘business as usual’ was. ‘Ook in dit jaarplan werd niet ingegaan op een nieuw verdienmodel,’ aldus De Grave. Frank de Grave ging, in tegenstelling tot zijn voorganger, wel dwarsliggen en kon drie maanden na zijn aantreden alweer vertrekken.

De hobby’s van Scheringa

Het verdienmodel was lang niet het enige pijnpunt bij DSB. Al een week na zijn aantreden als financieel directeur, werd Zalm geconfronteerd met het tweede probleemdossier: de relatie van DSB tot DSB Beheer. DSB Beheer stond helemaal bovenaan het Scheringa-imperium. Niet alleen DSB, ook het Scheringamuseum, het Scheringastadion, de Scheringavoetbalclub en alle andere hobby’s van de grootaandeelhouder hingen onder deze holding.

Prijzige hobby’s: het Scheringamuseum moest verbouwd worden en AZ moest nog landskampioen worden. Probleem was dat van alle bedrijven binnen het Scheringa-imperium eigenlijk alleen de verzekeraar en de bank winst opleverden. Tegen 2007 waren deze ook niet erg winstgevend meer. Het verdienmodel stond onder druk en de buffers van de bank waren beperkt. Veel winst was er dus niet meer uit te keren.

Het verdienmodel stond onder druk en de buffers van de bank waren beperkt. Het zorgde er niet voor dat Scheringa op de rem ging staan

Het zorgde er niet voor dat Scheringa op de rem ging staan. Nee, in plaats van winst uit te keren, begon DSB leningen te verstrekken aan DSB Beheer. Eind 2006 had de bank nog 22 miljoen euro aan leningen uitstaan bij haar moederbedrijf. Bij het aantreden van Zalm was dat al 39,5 miljoen euro. Aan het einde van de periode Zalm was dit opgelopen naar 74,6 miljoen euro.

Bij het verstrekken van dergelijk krediet wordt enig kunst- en vliegwerk niet geschuwd. Vlak na Zalms aantreden, wordt een kredietovereenkomst met DSB Beheer voor een overname aangepast en de lening verhoogd met 5,5 miljoen euro. ‘De verhoogde kredietfaciliteit werd daarna voor circa 3,7 miljoen euro aangewend voor andere (dan de in de kredietovereenkomst overeengekomen) doeleinden,’ valt in het curatorenrapport te lezen. Van dit bedrag ging 3,4 miljoen euro naar de voetbalclub AZ.

De transacties tussen Beheer en Bank zijn een bron van zorg voor de toezichthouder. In juli 2008 geeft DNB al aan dat DSB een formeel beleidskader moet opstellen waarmee dergelijke transacties met de moeder getoetst kunnen worden. Zalm krijgt de taak toebedeeld. Bij een van Zalms laatste vergaderingen, gaat de Raad van Bestuur akkoord met zijn beleidskader: een memorandum van anderhalf kantje.

Als DNB het document in januari 2009 ontvangt, zegt ze de maatregelen in het beleidskader volstrekt onvoldoende te vinden. ‘Zalm was betrokken bij het opstellen van de eerste versie van dit document, maar deze werd door DNB – mede in het licht van het feit dat DSB Bank enkele maanden was gegund om dit document op te stellen – in januari 2009 volstrekt onvoldoende geacht,’ schrijven de curatoren.

Is Zalm ongeschikt?

‘De benoeming van [Gerrit Zalm] (in plaats van een stille curator) was geen toereikend instrument om de problemen te verhelpen,’ stelden de DSB-curatoren in de rechtszaal.

Hiermee sloten de curatoren zich in feite aan bij de AFM. Vlak na het faillissement van DSB waren er de nodige vragen over Zalms optreden. Toenmalig minister van Financiën Wouter Bos vroeg aan de beide toezichthouders - DNB en AFM - om te toetsen of Zalm gezien zijn DSB verleden nog wel geschikt was als bestuurder in de financiële sector.

Nee, zei de AFM.

Uiteindelijk moest Michiel Scheltema, de man belast met het parlementair onderzoek naar het faillissement, uitsluitsel brengen. DNB kreeg gelijk. Zalm

De AFM had echter goede reden om te twijfelen aan de competentie dan wel integriteit van Zalm. Zalm drong bij monde wel aan op verandering, maar als puntje bij paaltje kwam, gebeurde er akelig weinig.

De Hollandse draaideur Nederland is zo niet-corrupt dat het een voorbeeld voor de rest van Europa mag zijn. Toch is de beruchte draaideur nog lang niet verdwenen. Voormalig minister van Financiën Gerrit Zalm (VVD) kon direct aan de slag bij DSB. Een politicus in je gelederen doet wonderen. De Hollandse draaideur Als de misdaad maar groot genoeg is, blijft zij onbestraft Een zakkenroller loopt kans de bak in te gaan, terwijl een hoge medewerker bij een frauderende bank een schamele boete krijgt opgelegd. Het hoog hangende fruit blijkt moeilijk te plukken. En dat gaat al tweeduizend jaar zo. Als de misdaad maar groot genoeg is, blijft zij onbestraft