Ranglijstjes, wie houdt er niet van? Dankzij ranglijstjes wordt de winnaar van het Songfestival bekend, wordt duidelijk wie er onderaan bungelt in de Eredivisie en wie tot de middenmoot van de klas behoort. Niet alleen individuen, ook landen worden met elkaar vergeleken. Zo weten we wat het rijkste, onveiligste of groenste land ter wereld is.

Ook in het kort geleden gepubliceerde World Happiness worden landen op een rijtje gezet. De auteurs hopen met de publicatie geluk op de kaart te zetten als maatstaf voor welzijn. Om deze missie te bereiken worden onder andere landen gesorteerd op hun gemiddelde tevredenheid van de bevolking met hun leven, oftewel: ‘geluk.’ Zwitserland staat op nummer 1 met 7,6 op een schaal van 1 tot 10. Het ongelukkigste land ter wereld – Togo – loopt zo’n vijf punten achter met een gemiddeld geluk van 2,8. En dan nog een baalpuntje voor ons: Nederland is gezakt van de vierde naar de zevende plaats.

Waarom je beter geluk dan rendement kunt meten Wetenschappers en politici interesseren zich steeds meer voor het verzamelen en analyseren van geluksdata. Maar hoe meet je geluk? En wat kun je ermee? Lees hier het artikel terug over het belang van geluk.

De betrouwbaarheid van gemiddeldes

Ze zorgen voor leuke pr, maar de gemiddelden zijn niet altijd veelzeggend. De gelukscijfers zijn – net als veel andere statistieken – gebaseerd op een steekproef onder de bevolking van een land. Omdat het niet realiseerbaar is om alle inwoners naar hun geluk te vragen, worden er willekeurig mensen geselecteerd en gevraagd ‘Hoe tevreden ben je met je leven?’ Die selectie wordt zo gemaakt dat de steekproef een goede afspiegeling geeft van de samenleving.

Illustratie: Hans Klaverdijk

Het gemiddelde gelukscijfer is dus slechts een schatting van het ‘ware’ gemiddelde. Statistici berekenen daarom een ‘betrouwbaarheidsinterval.’ Er bestaat een heel grote kans – 95 procent is de standaard – dat het gemiddelde geluk inderdaad op dat interval ligt. Hoe groter de steekproef, hoe kleiner het betrouwbaarheidsinterval. Dat betekent dat de schatting preciezer wordt naarmate je meer mensen ondervraagt. Hoe meer mensen je spreekt, hoe beter je beeld van de waarheid immers wordt.

Gelukkig laten de auteurs van het World Happiness Report deze intervallen zien in hun rapport. Ze zijn belangrijk bij het vergelijken van landen. Als de intervallen van twee landen overlappen, kun je bijvoorbeeld niet zeggen dat ze daadwerkelijk verschillen. In de grafiek hieronder zie je dat het maximale niveau van Nederland net overlapt met het interval van Noorwegen, de nummer vier op de lijst. We hadden dus net zo goed toch weer op de vierde plaats kunnen staan.

Bron: World Happiness Report 2015

Maar deze betrouwbaarheidsintervallen zijn niet het enige probleem van de ranglijstjes. Zo verhullen de gemiddelden ook de verdeling van het geluk. Misschien trekt een heel gelukkige minderheid het gemiddelde flink omhoog, terwijl een groot deel van de samenleving ongelukkig is. Wat de vergelijking van landen nog verder compliceert, is dat er culturele verschillen bestaan in het beantwoorden van geluksvragen. Grieken, Spanjaarden en Italianen zijn sneller geneigd een extreem antwoord te geven (‘heel gelukkig’) dan Fransen, Duitsers en

Wedstrijdje geluk

De auteurs van het rapport zijn zich bewust van de beperkingen van de ranglijstjes. ‘De ranglijstjes trekken de meeste aandacht,’ vertelt John ‘maar ik zou het jammer vinden als de interesse voor ons rapport daarbij blijft.’ Zijn co-auteur Richard is het daarmee eens en zegt: ‘Het is veel interessanter om naar groepen landen te kijken: wie doet het wel goed en wie niet?’ Al is de volgorde anders, de top dertien is precies hetzelfde als in het vorige rapport. Deze ‘topgroep’ scoort hoog op gezondheid, rijkdom en sociale voorzieningen. We leren dus wel degelijk iets van de metingen, maar de precieze plek in de ranglijst is minder informatief.

Illustratie: Hans Klaverdijk

Met een beetje ranglijstfetisjisme is niks mis, als het ons helpt een belangrijk onderwerp op de kaart te zetten. In Denemarken is het ‘Happiness Research opgezet. ‘Ik denk niet dat het instituut was opgericht als de ranglijst niet had bestaan en Denemarken niet een van de gelukkigste landen ter wereld was geweest,’ vertelt Helliwell. De organisatie maakt zich sterk voor de rol van geluk bij overheidsbeleid, ook in het buitenland: ‘Het Deense instituut helpt nu Letland - een relatief ongelukkig land - om een gelijksoortige instelling op te zetten.’

Soms wordt de positie echter een doel op zich. De Verenigde Arabische Emiraten willen bijvoorbeeld ‘de gelukkigste worden van alle Geluksprofessor Ruut reisde afgelopen maart met koning Willem-Alexander en koningin Máxima naar Denemarken. ‘Nederland kan nog gelukkiger worden dan Denemarken,’ kopte NRC Handelsblad de volgende

Ironisch, omdat juist uit geluksonderzoek blijkt dat het ongelukkig maakt om je te vergelijken met je omgeving. Op die manier leidt geluk aan dezelfde kwalen als het economisch systeem dat het probeert te bestrijden: sturen op getallen van beperkte concurreren in plaats van samenwerken en een wedloop om elkaar voor te blijven. Dat wat echt belangrijk is – geluk voor de grootste aantallen – wordt verdrongen door een geluksratrace.

Voorbij de ranglijst

Illustratie: Hans Klaverdijk

Geluk verdient aandacht als een serieus alternatief voor economische groei. De ranglijstjes trekken die aandacht, maar zijn niet meer dan een leuk marketinginstrument. Op zijn best geven ze een globale schets van het geluk op de wereld. Om geluk een serieuze rol te laten spelen in overheidsbeleid, moet je niet alleen ‘voorbij het kijken, maar ook ‘voorbij de ranglijst.’

Dat kun je doen door te kijken welke voorwaarden belangrijk zijn voor een gelukkig leven. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat werkloosheid structureel ongelukkiger maakt. Tegelijkertijd zijn sociale contacten en gezondheid cruciaal voor geluk. Inkomen is belangrijk, maar slechts in beperkte mate. Mensen die al veel geld hebben, worden vaak niet gelukkiger van nóg meer centen.

Met half werk zijn we weldra...zo gelukkig als op Okinawa Wat zijn de voorwaarden voor een gelukkig leven? Uit onderzoek blijkt dat geld, werk, gezondheid en sociale contacten een belangrijke rol spelen. Lees hier het artikel terug over de voorwaarden voor een gelukkig leven.

Zulke informatie kan een overheid vervolgens gebruiken bij beleid. Dat kan op verschillende manieren: de regering kan het geluk van haar inwoners meten en hen informeren over hoe ze gelukkiger kunnen worden. Ook kan ze de juiste omstandigheden creëren, zoals een goede gezondheidszorg of een kortere werkweek. Ze kan burgers bovendien een zetje in de goede richting geven. Dat kan subtiel via een zogenaamde of zelfs met dwang via een belasting of boete.

Moet de staat een geluksmachine zijn (of liever een pechdemper)? Premier Rutte vindt dat de staat geen geluksmachine is. Regeringsleiders als David Cameron en Angela Merkel vinden juist dat geluk meer aandacht moet krijgen in overheidsbeleid. Zou de staat moeten sturen op geluk? En op welke manieren kan hij dit doen? Lees hier het artikel terug over de rol van de staat bij het sturen op geluk.

Kortom: zet geluk op nummer één, maar besteed vooral niet te veel aandacht aan die ranglijstjes.

Wil je op de hoogte blijven van mijn artikelen? Als correspondent Ontcijferen onderzoek ik de wereld van cijfers. In mijn wekelijkse mail houd ik je op de hoogte van mijn verhalen en deel ik het beste wat ik zie, hoor en lees. Een vast onderdeel: #nerdalert, voor de getallenliefhebbers. Schrijf je hier in voor mijn wekelijkse mail

Lees verder:

Leugens, grove leugens en het bbp Brekend: het bbp is met 0,1 procent gegroeid, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek. Gisteren kregen we de grootste mythe van onze tijd weer voorgespiegeld. Hoe het met ons gaat, laat zich al lang niet meer uitdrukken met een cijfer dat is bedacht in een tijd van depressie en oorlog. Lees het verhaal hier terug. De post-postmoderne mens: op de hoogte van alles, verplicht tot niets Klimaatverandering, slavernij in sweatshops, wapens gefinancierd van ons spaargeld: ons handelen als consument veroorzaakt grotere problemen dan ooit. Waarom voelen we ons daar niet permanent schuldig over? Een kerstessay, over de post-postmoderne mens en zijn onvermogen te veranderen. Lees het verhaal hier terug.