Dertien leerlingen van de voormalige 1D-klas staan in een groep rond de klassenfoto van drie jaar geleden. Ze moeten heel erg lachen om hun kinderversie van toen: hun haar zit raar of ze lijken wel heel klein vergeleken met nu. En wat een stom T-shirt! Ken was toen niet groot, nu is hij de langste. De meisjes zijn jonge vrouwen geworden. Furkan en Sami hebben inmiddels een hippe baard. Nour-Eddine is eigenlijk nauwelijks veranderd. En voor de nieuwe klassenfoto neemt de kleine voetballer met veel bravoure dezelfde houding aan als op die van drie jaar terug.

Vier leerlingen zijn geblurd op de klassenfoto van drie jaar geleden, om uiteenlopende redenen wilden ze nu niet meer herkenbaar in beeld komen. Foto: Vincent van der Pas
Vier leerlingen zijn geblurd op de klassenfoto van drie jaar geleden, om uiteenlopende redenen wilden ze nu niet meer herkenbaar in beeld komen. Foto: Vincent van der Pas

dat ik voor het eerst het lokaal op de tweede verdieping van de Gijsbert Karel van Hogendorp (GKH) in de Rotterdamse wijk Delfshaven binnenstapte. Ik volgde een schooljaar lang negentien brugklassers van twaalf en dertien jaar oud, en hun mentor en kerndocent Vincent van der Pas. Nu doen de brugklassers van weleer eindexamen vmbo.

Het is tekenend voor vmbo-scholen als de GKH dat van die negentien kinderen van toenmalig 1D drie jaar later maar dertien puberversies op de klassenfoto staan. De school kampt met een voortdurende in- en uitstroom van leerlingen. Ze verhuizen of komen liever niet in de aandacht.

Naast lesgeven ook opvoeden

Wat voor vmbo is de GKH? De school staat midden in Delfshaven, een van de armste buurten van Nederland, waar veel criminaliteit is en zowel kinderen als hun ouders kampen met een taalachterstand. Zeventig procent van de buurtbewoners is van niet-westerse afkomst. Alle leerlingen van de GKH hebben een migrantenachtergrond. Dit alles bij elkaar heeft tot gevolg dat de school naast lesgeven ook moet opvoeden.

En dat doet de GKH met verve: in de eerste twee jaar staan kerndocenten, voormalige basisschooldocenten, voor de klas die bijna alle vakken geven. Een soort groep 9 en 10 van de basisschool dus. Met hun pedagogische aanpak creëeren deze docenten rust, reinheid en regelmaat die deze leerlingen in hun thuisomgeving vaak missen.

Vincent van der Pas was een heel goede kerndocent. De leerlingen van 1D roemen de twee jaar dat ze bij hem in de klas zaten: het was gezellig, ze waren een geheel, iedereen ging goed met elkaar om. Batuhan: ‘Door hem ben ik school leuk gaan vinden.’

Klas 1D nu. Boven: Aylena, Abigail, Manisha, Ken; midden: Canan, Kubra, Divine, Sami, Joao, Ilayda; onder: Kaoutar, Nour- Eddine, Batuhan. Foto: Willen Sluyterman van Loo
Klas 1D in 2012. Boven: Aylena, Abigail, Manisha, Ken; midden: Canan, Kubra, Divine, Sami, Joao, Ilayda; onder: Kaoutar, Nour- Eddine, Batuhan. Foto: Vincent van der Pas

Met hun pedagogische aanpak creëeren deze docenten rust, reinheid en regelmaat die deze leerlingen in hun thuisomgeving vaak missen

Twee jongens uit voormalig 1D willen niet op de foto. Maar ze staan wel om de hoek toe te kijken en opmerkingen te maken. Zij kregen in mijn boek veel aandacht vanwege hun storende gedrag in de klas. En dat zit ze nog steeds niet lekker.

De school heeft ook de afgelopen jaren veel met ze te stellen gehad. Ze waren lastig in de klas, lastig op de gang en lastig op het schoolplein. En het was niet mogelijk ze daarop aan te spreken.

Een heeft ondertussen een strafblad vanwege een inbraak. Thuis is daar weinig belangstelling voor, want hij is niet de enige zoon met een strafblad. Ook zijn vriend heeft problemen thuis. Zijn moeder kan hem niet meer aan. De leerkrachten in de bovenbouw, met wie ik sprak, zeggen dan ook zonder uitzondering dat ze blij zijn als deze jongens met hun dominante straatgedrag de school verlaten.

Was dat te voorkomen geweest? Volgens Arno Tavenier, gymleraar en coördinator veiligheid, alleen als vanaf de eerste klas samen met de ouders de problemen waren aangepakt. Maar de mensen en het geld om dat voor elkaar te krijgen heeft de GKH niet. Temeer omdat deze jongens echt niet de enige zijn waar de school veel mee te stellen heeft.

Een andere voormalige leerling van 1D is geschorst en mag alleen nog op school komen voor examentraining. Zijn schorsing verbaast me. In 1D was de jongen zeer timide. Maar de jaren daarna is hij veelvuldig in conflict gekomen met de school.

Een van de meisjes komt niet opdagen en reageert ook niet meer op berichtjes. Niemand weet waarom ze niet mee wil doen.

Chaandini, van Hindoestaans-Surinaamse afkomst, staat ook niet op de tweede foto. Ze ging na het tweede jaar van school. Na twee jaar dakloos te zijn geweest en bij familie te hebben ingewoond kregen haar moeder, zusje en twee broers een eigen huis in Capelle aan den IJssel. Chaandini is vooral blij dat het hele gezin weer bij elkaar woont. ‘Mijn broers moesten altijd ergens anders slapen.’

Chaandini is een van de vele voorbeelden van kinderen die geen huis hebben en daardoor kwetsbaar worden. Daarnaast was ze in het eerste jaar teruggetrokken en werd ze het mikpunt van pesterijen. Vincent van der Pas moest meerdere keren ingrijpen. Ze had regelmatig gesprekken met de maatschappelijk werker van de school, die haar moeder ook hielp met het vinden van een huis.

‘Op de GKH zijn allemaal buitenlanders en op het IJssel College veel meer Hollanders. Er is veel minder ruzie. Hollanders zijn rustiger’

Na de verhuizing naar Capelle aan de IJssel stapte ze over naar het IJssel College. Het verschil met de GKH vindt ze groot. ‘Op de GKH zijn allemaal buitenlanders en op het IJssel College veel meer Hollanders. Er is veel minder ruzie. Hollanders zijn rustiger.’ Op de vraag wat zij zich dan voelt: ‘Eigenlijk allebei een beetje. Weet u, het maakt op het IJssel College niet uit wat ik ben. Op de GKH wel. En dat vond ik niet leuk. Het leven is toen we verhuisden voor mij veel beter geworden. We hebben een huis en ik ben gelukkig op school.’

Ze gaat mbo niveau 2 administratief doen, al had ze eigenlijk stewardess willen worden. ‘Ze zeggen dat je dat werk moeilijk kan combineren met kinderen. En ik wil heel graag kinderen, dus ik ga administratief doen. Die richting deed ik ook op het vmbo.’

Vincent van der Pas is sinds een jaar afdelingsleider van de Hildegardis mavo in de binnenstad van Rotterdam, en staat dus ook niet op de foto. Maar hij mist het lesgeven. Vincent is een voorbeeld van een goede leerkracht die graag lesgeeft op ‘moeilijke’ scholen. Als afdelingsleider heeft hij voortdurend te maken met leerlingen die naar hem worden gestuurd als het in de klas niet meer lukt, maar zelf heeft hij in het hele jaar dat ik hem volgde geen leerling eruit gestuurd; hij greep al in voordat de situatie kon ontstaan.

Zulke leraren zijn moeilijk te vinden. Veel achterstandsscholen worstelen met het vinden van goede leerkrachten.

Een goede vmbo in een moeilijke wijk

Ik volg de GKH al sinds 2002. Tot 2010 stond de school bekend als een goede vmbo in een moeilijke wijk. De mentoren gaan op huisbezoek, de ouders zijn betrokken en komen bijna allemaal op school. Het kerndocentschap zorgt ervoor dat een flinke groep leerlingen zijn basisschooladvies ontstijgt en hoger uitkomt. Zoals Sami van 1D, die met een advies basisberoeps binnenkwam en de school nu verlaat met een kaderberoepsopleiding. Dat is hetzelfde verschil als dat tussen niveau 2 of niveau 4 van het

In 2012, toen ik de school verliet na mijn jaar achter in de klas zitten, stond de GKH er slecht voor. Door verhoogde exameneisen zakte de door het ijs en ging van zwak naar zeer zwak. Te veel leerlingen presteerden te laag op de uiteindelijke examens. De andere twee leerwegen, de basisberoeps en de kaderberoeps, waren daarentegen nog steeds goed. De school werd dus zeer zwak op grond van een leerweg met niet meer dan twintig leerlingen in de eindexamenklas.

De GKH viel ook de twijfelachtige eer ten deel om als eerste Nederlandse school de nieuwe strenge eisen van de Inspectie van het Onderwijs bij een zeer zwakke afdeling te mogen ervaren. Het schoolbestuur moest alle ouders een brief sturen waarin stond dat een afdeling van de school niet van voldoende niveau was. De gevolgen waren dramatisch. De aanmeldingen halveerden, naar veertig leerlingen.

De GKH viel de twijfelachtige eer ten deel om als eerste Nederlandse school de nieuwe strenge eisen van de Inspectie van het Onderwijs bij een zeer zwakke school te mogen ervaren

Een jaar na dit oordeel woonde ik het inspectiebezoek bij waardoor de school het predicaat zeer zwak weer kwijt raakte. De extra inspecteur, die speciaal met de vaste inspecteur meekomt bij zo’n belangrijk bezoek, legde haar vinger op de zere plek. Voor een groot deel waren de slechte prestaties te wijten aan de leerlingen die in het tweede en derde jaar de school instroomden. Zij kwamen van de mavo of havo van andere scholen, waar ze het niet hadden gered. In de gemengde leerweg redden ze het evenmin.

Nu vindt de vaste inspecteur de eindexamencijfers van de gemengde leerweg weer op een goed niveau, is het onderwijs in de basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte leerweg zelfs zo goed dat hij de GKH adviseert zich als ‘excellente school’ te laten classificeren. Het kan verkeren in vier jaar tijd.

Hoe beter hij presteerde, hoe trotser ze werden

Ken. Foto: Willem Sluyterman van Loo
Ken. Foto: Willem Sluyterman van Loo

Ken staat wel op de foto, maar zat alleen maar het eerste jaar op de GKH. Zijn ogen zijn waakzaam, hij kijkt je rustig aan. Zijn cijfers waren goed genoeg voor de mavo, dus daar ging hij heen. Zijn plannen voor de toekomst heeft hij samen met zijn ouders uitgestippeld: hij gaat volgend jaar mbo verpleging niveau 4 doen, en als hij die opleiding heeft afgerond gaat hij de hbo-opleiding fysiotherapie volgen, om sportfysiotherapeut te worden. De kleine, gedrongen jongen van vier jaar geleden is een lange knul geworden met dezelfde amandelvormige ogen als zijn moeder. Hij speelt op landelijk niveau basketbal.

Zijn ouders speelden in dat eerste jaar een belangrijke rol: ondanks dat ze pas gescheiden waren, kwamen ze altijd samen naar de rapportbesprekingen en trokken ze een duidelijke lijn: hun zoon. Hoe beter hij presteerde, hoe trotser ze werden. Ken is het product van twee ouders die hem volledig steunen en komt daardoor zo ver. Zijn situatie staat daarmee in schril contrast met sommige van zijn voormalige klasgenoten. Andere ouders willen hun kinderen ook steunen, maar ze zijn de taal niet machtig, of begrijpen het ingewikkelde Nederlandse schoolsysteem niet en snappen daardoor niet wat hun kinderen nodig hebben.

Over het verschil tussen zijn huidige school en de GKH is Ken heel beslist: ‘De GKH was veel gestructureerder en niet makkelijker dan mijn huidige school. Maar na een jaar was ik daar wel aan gewend. Achteraf bezien was ook havo wellicht wel mogelijk geweest.’

Een slim meisje met een rottige start

Manisha. Foto: Willem Sluyterman van Loo
Manisha. Foto: Willem Sluyterman van Loo

Ook Manisha staat op de foto. Het spichtige meisje van toen is een vroegwijze jonge vrouw geworden. In het eerste jaar kreeg de school moeilijk contact met haar moeder, waren er moeilijkheden thuis, kwam ze vaak te laat op school en was ze veel afwezig. Toch leden haar cijfers daar niet onder. Ze deed haar tentamens alsof ze altijd aanwezig was. Dat heeft ze echter de afgelopen drie jaar niet volgehouden. Haar advies kaderberoeps werd een basisberoepsgerichte leerweg.

Op Twitter poseert ze in sexy jurkjes en op hoge hakken. En sinds haar vijftiende woont ze in een meisjesopvangtehuis in Krimpen aan de IJssel. Iedere ochtend reist ze een halfuur met de bus naar de school in Delfshaven. Ze komt nog steeds vaak te laat.

De school maakt zich zorgen om haar: Manisha is een meisje dat in het welzijnsjargon omschreven zou worden als kwetsbaar voor loverboys. Van deze kwetsbare meisjes lopen er meer rond op de school. Maar Manisha zegt dat ze prima voor zich zelf kan opkomen en goed van zich af kan bijten. ‘Dat is het beeld dat ze altijd hebben van meisjes in een opvangtehuis.’

Nu, twee jaar later, heeft Manisha zich bij de situatie neergelegd. Ze heeft weer contact met haar moeder. Maar thuis wonen zit er niet in. Na deze zomer gaat ze op een begeleid kamerproject.

Voor de klassenfoto komt Manisha opgemaakt naar school. Ze gaat naar mbo-opleiding voor gastvrouw niveau 2. Als ze die af heeft wil ze naar de mbo-opleiding stewardess. Dat is een niveau 4-opleiding. Manisha is een slim meisje met een moeilijke start. Als ze het goede in haar leven tegenkomt kan het eruit komen. Tot nu toe heeft ze veel tegenslag ontmoet, maar blijft ze wonderwel overeind staan.
____________________________________

‘Mevrouw, echt, leraren weten maar de helft. We moet daar veel meer over praten zodat we zelf ook beter weten hoe we ons moeten gedragen’

De rest van de leerlingen van voormalig 1D vormen de middengroep die weinig aandacht vraagt en het ook wel zullen gaan redden. Furkan (staat niet op de foto) is nog steeds de spil van de klas. Furkan is lang, heeft een baard en is nog steeds de vriendelijkheid zelve. Helaas lijkt zijn voetbaltalent in de kiem gesmoord door een gebroken been. Als ik op school kom, haalt hij iedereen van het voormalige 1D bij elkaar. Even later staan ze met zijn allen om me heen.

Furkan gaat naar de mbo-opleiding niveau 2 van het Scheepvaart en Transport Ik heb een paar maanden geleden met hem gekeken naar de bijsluiters van de mbo-opleidingen op de site van de mbo-raad, waarin de kansen op werk en betaling Hij wilde naar het Grafisch Lyceum omdat hij dacht dat daar veel goed betaald werk in zou zitten. Maar de grafieken en cijfers zijn zo cryptisch dat ik al niets wijzer word van die bijsluiter – laat staan een vmbo-scholier met een taalachterstand. Ik draag als alternatief het STC voor. Hij gaat op bezoek bij de school en hakt de knoop door. We spreken af dat ik hem af en toe op kom zoeken.

Op mijn vraag wat beter kan op de GKH zegt hij heel resoluut: ‘De school moet meer tegen pesten doen.’ Hij geeft zelf een voorbeeld: ‘In het tweede jaar weigerde ik in een les Chaandini een hand te geven.’ Pas toen ze aan hem uitlegde wat ze daar zo erg aan vond, begreep hij het: ‘Ik sloot haar buiten. Dat zag ik eerst niet zo.’

Maar de GKH doet toch best veel aan pesten? Dat beaamt hij. ‘Maar mevrouw, echt, leraren weten maar de helft. We moet daar veel meer over praten, zodat we zelf ook beter weten hoe we ons moeten gedragen.’ Het is Furkan ten voeten uit: als er iets in de klas speelde, verwoordde hij de onvrede en het gevoel feilloos.

Een hechte groep

Joao. Foto: Willem Sluyterman van Loo
Joao. Foto: Willem Sluyterman van Loo

Joao is uiteindelijk de enige leerling van 1D die de gemengde leerweg van de GKH op zijn sloffen heeft gehaald. Hij is ook de enige leerling op school die van Portugese afkomst is. Van westerse afkomst dus. Zijn klasgenoten van 1D zijn allemaal van niet-westerse afkomst, zoals dat in demografisch jargon heet. Vincent van der Pas vroeg zich in 1D af of er niet veel meer in Joao zat: veel toetsen wezen uit dat hij op havo-niveau zat. Maar hij werkte niet. Joao bromt goedmoedig: ‘Ja, misschien had meneer van der Pas wel gelijk, maar ik vond het wel goed zo. Ik heb het gezellig met mijn vrienden op school en wilde niet ergens anders heen.’

Die vrienden zijn nog steeds de jongens van 1D. Furkan, Batuhan, Nour-Eddine, Devine, Sami en Joao trekken veel met elkaar op. Ze voetballen en gamen samen. Het ziet eruit alsof het met alle zes wel goed zal komen.

Batuhan (links), Divine (rechts). Foto’s: Willen Sluyterman van Loo
Batuhan (links), Divine (rechts). Foto’s: Willen Sluyterman van Loo

Sami (links), Nour-Eddine (rechts). Foto’s: Willem Sluyterman van Loo
Sami (links), Nour-Eddine (rechts). Foto’s: Willem Sluyterman van Loo

Abigail is de uitzondering van de meisjes. Ze gaat zowel met de jongens als de meisjes om. Als ze lacht gaat net zoals drie jaar geleden de zon schijnen. Ze heeft nu opgestoken geblondeerd kroeshaar. Haar kaderopleiding heeft ze afgemaakt en ze gaat de mbo-opleiding verpleging doen. Maar ze wil geen extra aandacht. Ze wil wel op de klassenfoto, maar geen apart portret. Na meerdere keren aandringen loopt ze weg. Zo’n vastberaden verpleegster wil ik wel aan mijn bed.

De andere meisjes vormen net als de jongens nog steeds een hechte groep. Kaoutar, Ilayda, Kubra en Aylena zien elkaar veel. Ilayda en Canan zijn een tijdje gebrouilleerd geweest, maar dat is nu weer goed. Soms kan ik ze moeilijk uit elkaar halen. Lang haar, skinny jeans, sneakers en een vest is hun schoolmeisjesuniform. Aylena gaat de opleiding verzorgende niveau 2 doen op het mbo. Mooie Canan is nog steeds mooi maar ze heeft ergens in die drie jaar ontdekt dat dat niet het enige in het leven van een meisje is. Ze heeft haar pad helder uitgestippeld. Ze gaat naar mbo niveau 2 verzorgende en dan wil ze doorstromen naar niveau 4 doktersassistent. ‘Dat wil ik al mijn hele leven worden.’

Maar waarom is ze dan naar de GKH gegaan, toch een opleiding voor economie en ict? ‘Het was de school die het dichtst bij mijn huis was. Maar ik zou het ook niet anders hebben gewild. Ik vond de school goed. Ze zeggen dat de GKH slecht is, maar dat is helemaal niet zo. Als ik zie wat vrienden van mij op andere vmbo-scholen leren en hoe het daar in de klas aan toe gaat, dan is het op de GKH echt stukken beter.’

Ilayda (links), Kubra (rechts). Foto’s: Willen Sluyterman van Loo
Ilayda (links), Kubra (rechts). Foto’s: Willen Sluyterman van Loo

Het vmbo bestaat 15 jaar. Reden voor een feestje? Ouders vrezen ervoor, docenten passen ervoor en leerlingen lopen erin vast: het vmbo. Deze onderwijsvorm bestaat nu vijftien jaar. Journalist Anja Vink volgt deze scholen al sinds het begin zo lang op de voet. Vandaag begint ze haar zoektocht naar het vmbo van de toekomst. Ze begint bij de basis: wat is het vmbo eigenlijk? En vooral, werkt het? Lees hier een explainer over wat vmbo precies voor onderwijs is.

Vergeet de klagende gymnasiast. Met het vmbo-examen is pas echt wat mis Het is een jaarlijks nieuwsritueel: de klachtenregen over de eindexamens van met name havo’ers en vwo’ers. Veel minder aandacht krijgen de vmbo-examens. Terwijl juist daar sinds de digitalisering van het examen het nodige mis gaat. Wiskundeleraar René Kneyber, lid van de Onderwijsraad, trekt aan de bel. Lees hier meer over de gebreken van het vmbo.

Mbo wil haar naam zuiveren over de rug van kwetsbare kinderen Eind april presenteerde de MBO Raad haar agenda voor 2025. Een van de plannen: de mavo en havo gaan voortaan samen. Volgens gastcorrespondent Anja Vink is dit een regelrechte nekslag voor het vmbo, slechts bedoeld om de eigen reputatie te redden. Lees hier meer over de moeilijke reputatie van het vmbo.