Ik begin op verjaardagen nooit over klimaatverandering. Het is een vermoeiend onderwerp. Abstract, overweldigend en angstaanjagend ook.

Een van de grootste problemen van de manier waarop we over klimaatverandering praten, is de apocalyptische (beeld)taal.

Praten over het klimaatprobleem in termen van een naderend ‘einde van de wereld’ is vermoeiend. En het is Het drukt ons in de rol van bange toeschouwers. Wachtend, misschien wel met enig fatalistisch genoegen, op dat ene moment waarop alles tot een verlossend besluit komt.

Terwijl de feitelijke ontwikkeling van het klimaat zich niet laat vangen in blockbusterwaardige scènes. Natuurlijk, er zijn acute rampen die mede door klimaatverandering zijn veroorzaakt. Veel vaker is de impact van het probleem alleen ‘zichtbaar in het vroege bloeien van een bepaalde bloem, een ongewoon dun laagje ijs op een meer, de latere aankomst van een trekvogel,’ in This Changes Everything.

Een literaire oefening in de verbeelding

Illustratie: Stephanie Dehennin
Illustratie: Stephanie Dehennin

Wat zou er gebeuren als we de wereld eens vanuit dat perspectief gaan bekijken? Wat als wij eens zwijgen en de bloemen en het ijs en de trekvogels laten spreken? Wat zouden ze zeggen over de opwarming van de aarde? Wat zouden ze vinden dat wij moeten doen?

Dat zijn de vragen achter de schrijfwedstrijd Het Parlement van de Dingen. Toen creatief collectief mij met het idee voor deze wedstrijd benaderde, was ik onmiddellijk enthousiast. Want als correspondent Klimaat en Energie ben ik De zaken eens helemaal omdraaien en de mens uit het middelpunt halen, leek me een uitstekend idee.

Het Parlement van de Dingen is een literaire oefening in de verbeelding. Het is een zoektocht naar een nieuw vocabulaire om over het veranderende klimaat te praten. Beschikken we over voldoende taal en verbeelding om het klimaatprobleem de baas te worden?

Zo kun je meedoen

Iedereen is welkom om mee te doen. Iedereen die zich eens in het perspectief van een ding of een dier wil verplaatsen. Schrijvers, dichters en denkers dus, maar ook wiskundigen, fysici, economen, biologen, sociologen, muzikanten en mystici.

Je kunt op twee manieren aan de schrijfwedstrijd meedoen:

  • Schrijf een kort verhaal of gedicht (500 woorden) waarin een dier of ding spreekt in het Parlement en zijn of haar belangen en doelen verdedigt. Wat heeft het water ons te vertellen? Welke keuzes maakt het ijzer? Hoe formuleren het hout, plastic, graan of de eekhoorn en koffieboon hun belangen? Je mag zelf kiezen welk ding of dier je vertegenwoordigt, er zijn
  • Schrijf een essay (2.000 woorden) waarin je het denkbeeldige Parlement van de Dingen onderzoekt, bejubelt, bespot of verder uitbouwt. Wat zou een Parlement van de Dingen kunnen toevoegen aan het publieke debat van de mensen? Hoe zou het eruit moeten zien en door welke ontwikkelingen moeten we ons laten inspireren als we er verder over nadenken?

De jury wordt nog bekendgemaakt en bestaat behalve uit mijzelf uit een gerenommeerde schrijver, bioloog, kunstenaar en econoom. We kiezen per categorie een winnaar, die wordt beloond met 1.500 euro en – bij gebleken kwaliteit – met publicatie in De Correspondent.

In Engeland doet van The Guardian een oproep voor Engelstalige inzendingen, die wij bij gebleken kwaliteit zullen vertalen en dan ook hier publiceren. Inzenden kan tot 1 september 2015 om 17.00 uur via info@theparliamentofthings.org

We hopen op en misschien nog wel meer. Wie weet wat er gebeurt als we gezamenlijk nieuwe perspectieven ontwikkelen.

Laten we de dingen bezingen!

Ik ben ervan overtuigd dat zich nieuwe politieke perspectieven aandienen als we een alternatief verzinnen voor het dominante verhaal van klimaatverandering als een naderend ‘einde van de wereld.’ Want uiteindelijk komen we alleen in actie voor concrete dingen, dingen die waarde hebben, die we een naam kunnen geven, die ons dierbaar zijn.

Illustratie: Stephanie Dehennin
Illustratie: Stephanie Dehennin

Laten we die dingen dus bezingen! De Britse schrijfster Zadie Smith gaf vorig jaar het goede voorbeeld in in The New York Review of Books. Ze signaleert daarin het gebrek aan ‘intieme woorden’ over de opwarming van de aarde.

Ze betreurt de ‘kleine slachtoffers’ van klimaatverandering die bijna onzichtbaar zijn: de egel die vroeger wel, maar binnenkort misschien niet meer in Londen leeft. De egel die we dan niet meer in onze hand kunnen houden om hem aan onze kinderen te tonen. De dikke hommels die nu nog wel, maar binnenkort misschien niet meer over de rand van een jampot kruipen als we picknicken in het park.

Smith betreurt dat ze in het niet vallen bij de grote ideologische, technologische en apocalyptische vertogen die we ons eigen hebben gemaakt. En ze besluit:

‘In the end, the only thing that could create the necessary traction in our minds was the intimate loss of the things we loved. Like when the seasons changed in our beloved little island, or when the lights went out on the fifteenth floor, or the day I went into an Italian garden in early July, with its owner, a woman in her eighties, and upon seeing the scorched yellow earth and withered roses, and hearing what only the really old people will confess—in all my years I’ve never seen anything like it—I found my mind finally beginning to turn from the elegiac what have we done to the practical

Klimaatverandering vraagt om een wereldwijde volksbeweging Het dogma van economische groei zit oplossingen voor het klimaatprobleem in de weg, schrijft journalist en activist Naomi Klein in haar nieuwe boek This Changes Everything. Alleen een massale volksbeweging kan het tij keren. Hoe precies? Door deze vijf strategieën te volgen. Lees het stuk hier terug