Op het eerste gezicht lijkt onze politiek op een wervelend strijdtoneel vol fundamentele meningsverschillen. De PvdA wil de belasting op grote vermogens verhogen, maar de VVD niet. Het CDA wil in Syrië safe havens creëren. De SP noemt dat plan ‘lulkoek.’ En volgens Geert Wilders begrijpt Jesse Klaver niets van de asielcrisis en leeft hij in ‘een sprookjeswereld.’ Op allerlei dossiers vechten partijen elkaar de tent uit.

Maar schijn bedriegt. Want in politiek Den Haag is de onenigheid meestal te herleiden tot één kwestie:

De vrije wil.

De ruzie over de vrije wil...

Toegegeven: dat klinkt best gek. Alsof politici tegen wil en dank vastzitten in een buitengewoon abstract en frustrerend filosofisch debat. Toch lijkt het daar wel op.

Je hoort het Pechtold, Samsom en Rutte al zeggen: ‘Ik geloof in de kracht van mensen’

Neem het taalgebruik in de discussie over asielzoekers. GroenLinks en de PvdA gebruiken doorgaans het woord ‘vluchteling,’ terwijl VVD’ers en PVV’ers het over ‘gelukzoekers’ hebben. Die woorden zijn heel bewust gekozen. ‘Vluchtelingen’ zijn slachtoffers die niet verantwoordelijk zijn voor hun problemen en geholpen moeten worden, terwijl ‘gelukzoekers’ zelf gekozen hebben om hiernaartoe te komen en nu hun eigen boontjes maar moeten doppen.

De discussie tussen politici is dus uiteindelijk terug te voeren op de vraag met welke groep we te maken hebben. Hebben we het over arme zielen of over profiteurs?

Politici noemen iets abstracts en stoffigs als de vrije wil natuurlijk zelden bij de naam. Ze hebben het vooral over het vermogen van mensen om de juiste keuzes te maken en goed gedrag te tonen. Je hoort het Pechtold, Samsom en Rutte al zeggen:‘ik geloof in de kracht van mensen.'

Maar termen als ‘kracht’ en ‘vermogen’ verwijzen wel degelijk naar het idee dat een mens zich op basis van zijn wil goed of slecht kan gedragen. En dat hij dus verantwoordelijk gehouden kan worden voor zijn daden.

… die in alle politieke debatten terugkomt

Maar is er bij al die Syriërs, Somaliërs en Irakezen die naar Europa komen wel sprake van vrije wil? En hebben al die werklozen hun werkloosheid zelf gewild? Economisch succes, gewoon een kwestie van genoeg willen?

Toch bepalen deze vragen over vrije wil onze beleidskeuzes.

Ga maar na: als een werkloze lui is en er gewoon voor kiest niet te werken, moeten we streng optreden. Maar als hij ‘er niks aan kan doen’ en de werkloosheid hem gewoon ‘overkomt,’ moeten we helpen. Debatten over de economie zijn nog wel het toppunt van de vrijewildiscussie. Zijn we welvarend omdat we, aangedreven door een VOC-mentaliteit, kiezen voor een succesvolle carrière? Of omdat we door middel van slim overheidsbeleid de kans hebben gekregen om succesvol te zijn?

De vraag naar de vrije wil vat, kortom, onze politiek anno nu aardig samen.

Maar wie heeft er gelijk?

Op 23 april jl. verscheen een Chinese studente op het dak van de Beifang Universiteit in de Chinese stad Yunchuan. De reden dat ze zelfmoord wilde plegen zou te maken hebben met een slechte ontwikkeling in haar liefdesleven. Foto: Stringer / Hollandse Hoo

Dirk Kuijt en het probleem van de vrije wil

Ik zou best een antwoord willen geven – maar eigenlijk is dit een razend ingewikkelde vraag. Want wat betekent het in hemelsnaam om iets te willen?

Gelukkig gaf Dirk Kuijt onlangs een interessant interview over dit eeuwenoude filosofische vraagstuk.

Het interview met Kuijt laat zien hoe ongrijpbaar het idee van de vrije wil eigenlijk is

‘Ik heb aangetoond dat je met misschien iets minder kwaliteit, maar met onverzettelijkheid, heel veel kunt bereiken,’ vertelde Kuyt aan ‘Daar zit een boodschap in; dat je ambities kunt waarmaken.’ Waar andere voetballers beschikten over meer ‘kwaliteit,’ wist Dirk door zijn ongeëvenaarde wilskracht – de onverzettelijkheid – toch een internationaal succes te worden. Hij wilde gewoon meer, werkte daardoor harder en kon uiteindelijk met de besten meekomen.

Vooropgesteld: Dirk Kuijt is en was een fantastische voetballer. Maar zijn filosofie bevat een merkwaardig onderscheid tussen ‘kwaliteit’ en ‘onverzettelijkheid.’ Want waarom is het vermogen iets graag te willen geen kwaliteit? Misschien is de ene persoon van nature wel ambitieuzer dan de ander. Misschien is de Witte Motor wel gezegend met een uitzonderlijk gemotiveerd karakter. En misschien hebben zijn ouders hem wel zijn onverzettelijkheid aangeleerd – en had hij dus vooral geluk met zijn opvoeding.

Dus hoezo is er sprake van een vrije wil, die iedereen heeft, en die hij gewoon besloot in te zetten?

Het laat zien hoe ongrijpbaar het idee van de vrije wil eigenlijk is. We gebruiken het om aan te geven dat we ergens zelf voor kiezen, maar wanneer is dat eigenlijk zo? Iedere keuze die we maken, kunnen we verbinden aan een bepaalde aangeboren of aangeleerde eigenschap.

Is ons geloof in de vrije wil dan onzinnig?

De grenzen van de vrije wil

Ik denk van niet. Om te beginnen: onze discussies over bewuste keuzes zijn wel degelijk verbonden met allerlei feiten. Het onderscheid tussen gelukzoekers en vluchtelingen wordt bepaald door hun feitelijke omstandigheden: mensen zijn niet zo wilskrachtig dat ze de onderdrukking en vervolging door Islamitische Staat van zich af kunnen slaan en in Raqqa toch een prima bestaan kunnen opbouwen. Hun keuze om voor IS te vluchten werd door dramatische omstandigheden afgedwongen. Onze wilskracht kent dus grenzen, dat zal iedereen toegeven. De grote vraag is wáár die grens precies ligt.

Iets vergeten is bijvoorbeeld een ingewikkeld geval. Stel je vergeet een keer de deur dicht te doen en er wordt ingebroken. Ben je hier dan verantwoordelijk voor? Moeten we dan zeggen ‘balen, iedereen vergeet weleens iets,’ of ‘sukkel, je moet niet zo onzorgvuldig zijn, terecht dat je niks terugkrijgt van de verzekering’? Vaak lossen we dit dilemma op door de keuze naar voren te halen: als je ervoor kiest een slot te kopen waarmee de deur vanzelf op slot gaat, wordt er niet zomaar ingebroken. Dus: je moet toch een beetje boeten als je minderwaardige deuren openlaat.

Maar ook ons vermogen om proactief ons leven te organiseren kent grenzen. Je moet immers niet alleen je deuren beveiligen, maar ook zorgen voor je kinderen, je vriendschappen onderhouden, op de hoogte blijven van de actualiteit en carrière maken. Het is altijd voorstelbaar dat je nog iets beter wordt, nog iets sneller bent en al met al nog meer succes boekt. Statistieken veranderen daar weinig aan. Wie zegt dat jij niet de uitzondering bent?

Uiteindelijk weten we gewoon niet precies waartoe we in staat zijn.

Slachtoffers en pioniers

Ziehier de eeuwige splijtzwam in de politiek. In discussies over asielzoekers, criminelen, werklozen en ondernemers strijden twee mensbeelden tegen elkaar: de vrije pionier neemt het er op tegen het kwetsbare slachtoffer.

Wie?

De pionier claimt veel meer te kunnen willen en tegen veel meer externe invloeden bestand te zijn dan het slachtoffer. Hij droomt ervan een held te zijn, alle ellende te overwinnen en zich een weg naar boven te banen. De pionier is inspirerend en hoopvol: iedereen wil toch onverzettelijk zijn?

Het slachtoffer is kwetsbaar en zijn wil kent grenzen. In een solidaire samenleving gedijt hij, maar in een harde do-it-yourselves-maatschappij gaat hij roemloos ten onder. Zonder zorgverzekering, pensioenfonds, fijne ouders en een verlichte basisschool gaat het hem gewoon niet lukken. Maar goed, dat geeft ook niet: slachtoffers zorgen voor elkaar.

Als het lekker gaat, heeft het kabinet ineens de juiste keuzes gemaakt

Natuurlijk zijn dit karikaturen – onze eigen mensbeelden zitten doorgaans Mijn punt is: vrije wil is elastiek, we kunnen het uitrekken en inkrimpen. De één kan er veel uitgebreidere opvattingen op nahouden dan de ander, zonder ooit op de feiten gewezen te worden: die zijn uiteindelijk niet beslissend. Of zoals filosofen zeggen: we veronderstellen onze vrijheid.

En daarom is een waarschuwing op zijn plaats: de vrije wil is vatbaar voor misbruik.

Het kan heel voordelig zijn om jezelf als pionier of juist als slachtoffer te profileren. Als het slecht gaat met de Nederlandse economie, verwijst premier Mark Rutte naar de tegenvallende wereldhandel. Maar als het lekker gaat, heeft het kabinet ineens de juiste keuzes gemaakt. Net zo goed geeft de gemiddelde ondernemer hoog op van zijn dappere ondernemerschap, terwijl de gemiddelde werkloze zal volhouden dat het gewoon heel erg lastig is om aan een baan te komen. Zelfs in intieme relaties komt het soms goed uit om jezelf sterker of zwakker voor te doen dan je bent: de overspelige kan zich bijvoorbeeld beroepen op verwarrende behoeftes, terwijl de hondstrouwe partner trots is op zijn vermogen echt voor de ander te kiezen.

Laten we daarom vooral nuchter zijn in het toeschrijven van een vrije wil. We moeten in ons beleid niet uitgaan van de uitzondering maar van de regel. En die regel luidt: de meesten van ons hebben nu eenmaal goed onderwijs, een goede opvoeding en een robuust sociaal vangnet nodig om de juiste keuzes te kunnen maken. Bovendien is niet ieder mens even wilskrachtig en vraagt het constateren van verantwoordelijkheid om maatwerk. De één pioniert erop los, terwijl de ander veel meer steun behoeft.

We zijn tenslotte niet allemaal Dirk Kuijt.

Zodra medestudenten ontdekken dat een meisje zelfmoord wil plegen door van het dak van de universiteit te springen, wordt de straat leeggeruimd en staan ze klaar met dekens om haar op te vangen om zo hopelijk haar keuze ongedaan te maken. Foto: Stringer /

Lees en luister ook:

Wat de Partij van de Arbeid kan leren van aartsvijand Ayn Rand De PvdA publiceerde, niet voor het eerst, een rapport waaruit blijkt dat de partij het contact met een groot deel van haar achterban is verloren. Om te begrijpen waarom dat steeds gebeurt, zou de partij te rade moeten gaan bij haar aartsvijand, de filosofe Ayn Rand. Zij bejubelde het ongeremde kapitalisme. Hoe PvdA’ers zich kunnen verzoenen met hun eigen tegenstrijdigheden. Lees hier het stuk van Jurriën Hamer terug Podcast: Dit is het ware probleem van de PvdA (en de sociaal-democratie) Bij de PvdA is het rumoerig aan de vooravond van Prinsjesdag. Hoogleraar arbeidsverhoudingen Paul de Beer schetst de toekomst van de sociaal-democratie. Luister het interview hier terug