Top 40-muziek is makkelijk in tijd, maar moeilijk in ruimte te situeren. Voor alternatieve muziek geldt het omgekeerde. Heavy metal associëren we met Birmingham, reggae met Kingston en grunge met Seattle.

En indierock met Philadelphia.

Want nadat Kurt Vile de weg plaveide met The War On Drugs het grote publiek vond met het gelaagde en Strand Of Oaks met het scherpe de harten van menig muziekliefhebber stal, staan de oren nu allemaal naar de indie van die Oost-Amerikaanse stad.

‘De labels ruiken vers bloed,’ vertelde Bruce Warren van Philadelhia’s stadsradio WXPN aan de muziekwebsite ‘Vorig jaar kreeg ik elke week een telefoontje van een indie- of major-label met de vraag welke band ze in het oog moesten houden.’

Kurt Vile backstage op een festival in Austin. Foto: Getty

Herkenbaar?

Neem deze uitspraak van gedaan in Vanity Fair in 1992: ‘Niemand kan nu nog een plekje op een vlucht richting Seattle of Portland boeken. Elk vliegtuig zit vol met A&R-mensen die de nieuwe Nirvana willen vinden.’

Tuurlijk, via internet kunnen we tegenwoordig makkelijk de nieuwe Kurt Vile opzoeken en beluisteren. Toch is het ontdekken van die nieuwe Kurt Vile min of meer hetzelfde gebleven. Elke muziekscout blijft immers onvermoeibaar op zoek naar the next big thing. En wanneer zo’n goudader wordt aangeboord, zoals momenteel in Philadelphia, spitten zij heel de omgeving om op zoek naar hun goudhaantje.

Niet gek dus dat er vandaag zoveel muziek van Philadelphia-inwoners wordt uitgebracht. Maar waar komt al dat talent opeens vandaan?

De stad en diens muziek

Steden en muziek werden altijd al met elkaar in verband gebracht. Maar de laatste tijd krijgt dat verband een iets prominentere plaats, in wetenschap én de media. Neem professor en antropoloog Sara Cohen. In haar studie schreef ze dat sociale, economische en materiële aspecten van de plaats waar de muziek is gemaakt, doorklinken ín die muziek. Sterker: dat veranderingen in die aspecten ook de muziek verandert.

Sociale, economische en materiële aspecten van de plaats waar de muziek is gemaakt, klinken door ín die muziek

Naast het stijgende aantal stadsportretten van muziekjournalisten merkt ook Dave Grohl, frontman van Foo Fighters, het (toenemende) belang van steden op. Onlangs maakte hij voor HBO de documentairereeks een reeks portretten van muzieksteden.

In het eerste deel (over Chicago) legt Grohl uit waarom: de omgeving waarin een album wordt gemaakt, beïnvloedt het eindresultaat. Zo trokken de grote markten in Chicago veel straatmuzikanten aan. Markten die zich later tot de clubs opwerkten om zo tot een levendige muziekscene uit te groeien.

Goed, genoeg getheoretiseerd. Hoe zit dat dan bij Philadelphia, muziekhoofdstad van dit moment?

Hoe de muziek in Philadelphia terechtkwam...

Voor de ene stad is het sluiten van een fabriek en de daardoor groeiende werkloosheid een aanleiding voor nieuwe muziek (Chicago en Birmingham), voor de andere een klimaat dat verveling in de hand werkt (Seattle).

Kurt Vile tijdens een optreden. Foto: Getty

Bij Philadelphia lijkt er iets anders aan de hand.

In een over zijn soloalbum munt Johnny Marr de term ‘second city.’ ‘Een plek die zich naast het middelpunt van de mediabelangstelling bevindt,’ verklaart Marr het concept. ‘Niet de plek waar televisieshows worden gemaakt, maar waar creatievelingen de denkrichting bepalen.’

Hoe die creatievelingen daar terechtkomen?

New York mag zich dan de culturele hoofdstad van de oostkust noemen, niet iedereen voelt zich lekker bij de drukte die zo’n metropool met zich meebrengt. Zo Kurt Vile dat hij graag in Philadelphia woont omdat het dicht bij New York ligt, maar niet door de drukte van die stad wordt verzwolgen. Tel daar de stijgende vastgoedprijzen in de New Yorkse culturele hotspots bij op en je krijgt een uitloop van creatievelingen naar plaatsen die wél goedkoop en bereikbaar zijn. Niet toevallig verhuisde het grootste deel van de muzikanten die vandaag Philly rock maken de afgelopen tien jaar naar Philadelphia.

...met een sleutelrol voor Kurt Vile

Kurt Vile - een van de spilfiguren - komt uit Fishtown, een marginale buurt die het in enkele jaren tot een hippe wijk Sinds enkele jaren heeft de buurt ook een eigen opnamestudio: Miner Street Recordings. Een blik op hun uitgaven spreekt

Voor de hoes van zijn vorige album liet Vile in Fishtown een gigantische muurschildering maken. Het nieuws dat het kunstwerk werd vernield, verspreidde zich als een lopend vuurtje. Niet alleen omdat het Kurt Viles cover art betrof, vooral omdat de muurschildering symbool stond voor de vernieuwing van

Vile trok ook veel andere muzikanten aan. Zo zorgde hij dat de artiest Granduciel een woning in Kensington zocht, een andere hippe buurt in Philadelphia. Voor de albumcover van Lost In The Dream koos Granduciel foto’s van hem in dat huis. Bijna als een manier om zijn woonplaats de nodige credits te geven.

En nu is er de nieuwe Vile: B’lieve I’m Goin Down. Zijn jongste album mixt het intieme gevoel van Smoke Ring For My Halo (2011) met de heerlijk zorgeloze en wazige gitaarrock die Wakin on a Pretty Daze sierde. Je moet maar naar het geweldige ‘I’m An Outlaw’ luisteren om te weten hoe dat klinkt.

Het zicht van Philadelphia in het avondlicht krijg je er zomaar bij.

YouTube
Kurt Vile - ‘Pretty Pimpin’
Hiphop is nu oud genoeg voor nostalgie (en Straight Outta Compton profiteert daar optimaal van) De recent in Nederland uitgekomen film over Amerika’s beruchtste hiphopgroep Niggaz Wit Attitudes wordt de verrassingshit van het seizoen genoemd. Niets is minder waar. Of dacht je dat Ice Cube en Dr. Dre hun zakelijk instinct verloren waren? Lees het stuk hier terug