Het is fantastisch om rond te dwalen door de gangen van de oude Kavallerie-Kazerne aan de Amsterdamse Sarphatistraat. Via trappenhuizen, zolders en glazen loopbruggen loop je langs een bibliotheek vol in leer gebonden boeken, gipsen replica’s van beroemde beelden en werkplaatsen waar de geur van pas gezaagd hout of verhit plastic vandaan komt. De vloer van de lange gangen is bezaaid met opgedroogde verfspetters.

Achter de deuren bevinden zich de lichte, ruime ateliers van de 46 kunstenaars die zijn uitverkoren voor een residentie aan de Rijksakademie. Twee jaar lang kunnen ze hier naar hartenlust experimenteren, onderzoek doen en kunst maken onder de meest ideale omstandigheden. Normaal gesproken zijn buitenstaanders niet welkom, maar één keer per jaar zetten de kunstenaars de deuren naar hun ateliers open om de buitenwereld te tonen waar ze mee bezig zijn. Een bijzondere kans.


Wat is de Rijksakademie?

De Rijksakademie van beeldende kunsten werd in 1870 opgericht door koning Willem III. Kunstenaars als Mondriaan, Berlage, Breitner en Appel studeerden er. In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd het klassieke model van kunstonderwijs er losgelaten: de klassikale lessen verdwenen, net als het curriculum. In plaats daarvan kregen residentkunstenaars een atelier, financiële middelen, individueel advies van gerenommeerde kunstenaars en toegang tot technische werkplaatsen, inclusief materialen en expertise van vakmensen. Ze kunnen kortom ongestoord losgaan en zo hun artistieke praktijk enorm ontwikkelen.

Geen wonder dat jaarlijks 1300 kunstenaars zich voor de akademie aanmelden. Van deze aanmeldingen worden slechts de 25 meest getalenteerde kunstenaars uitgekozen. De gelukkigen, afkomstig uit alle delen van de wereld, belanden direct op de radar van een internationaal netwerk van galeriehouders, curatoren en verzamelaars. Veel alumni doen het goed in de kunstwereld: ze winnen prijzen, worden opgenomen in biënnales of krijgen solotentoonstellingen op . Een residentie aan de Rijksakademie garandeert geen internationale doorbraak, maar kan er bijzonder goed aan bijdragen.


Achter iedere deur een mini-universum

Als bezoeker van de Rijksakademie voel je je een beetje als Alice in Wonderland. Achter iedere deur die je binnenstapt schuilt een nieuw mini-universum. Sommige ateliers hebben een intiem karakter, doordat de sporen van de kunstenaar nog duidelijk zichtbaar zijn. Andere ruimtes zijn professioneel omgetoverd tot een haast museale of

Het is onmogelijk een overzicht te geven van alles wat er te zien is. De verscheidenheid aan media is overweldigend: er zijn kunstwerken die bestaan uit keramiek, perslucht, landbouwplastic, snoepjes, beeldschermen, mist, glitters, beamers, plastic, hout, 3d-prints, een levende goudvis, roze lichtflitsen, glas, kamerplanten, een drumstel, verf, heel veel gevonden voorwerpen. En vaak een combinatie van dit alles.

Zo vind je achter een van de deuren een intrigerende installatie vol kasten, bouwsels, stellingen met beelden en vetplanten, een tv in een hoek die aanstaat, een zelfgemaakte miniracebaan op de grond en ondefinieerbare objecten die het midden houden tussen meubels en sculpturen (het atelier van Jay Tan). Of een donkere lege ruimte met twee simpele beeldschermen waarop je de kunstenaar ziet onderzoeken waarom de media bepaalde beelden uit conflictgebieden selecteren (het atelier van belit sağ).

Werk van belit sag?. Foto: Ashley Yohara Swagers

In een ander atelier word je uitgenodigd om plaats te nemen op halve sofa’s die uit de muren steken (het atelier van Alex Farrar). Even verderop kun je gefascineerd staren naar een volstrekt magische installatie met water, mist, lucht, kunstgras en machientjes die de onderdelen rustig in beweging zetten (het atelier van Robbert Weide).

Robbert Weide. Foto: Ashley Yohara Swagers


Alex Farrar. Foto: Ashley Yohara Swagers


Mijn favoriet: een atelier (van kunstenaar Feng Chen) met een groezelig tapijt en dito bank, wat halfdode planten en in het midden een ronddraaiend instrument dat bestaat uit een ijzeren staaf die over bewegende houten golven tikt en zo het geluid van de branding voortbrengt. Je moet het waarschijnlijk in het echt zien maar geloof me: het is echt een wonderlijk, prachtig ding.

Feng Cheng. Foto: Ashley Yohara Swagers


Een rijke schakering aan visies

Doordat de residentkunstenaars overal vandaan komen, van Benin tot Litouwen en van Zimbabwe tot Taiwan, ontstaat er een heel rijke schakering aan visies. Uit video- en geluidskunstwerken die door de gangen schallen, klinken stemmen in allerlei talen. De onderwerpen die voorbijkomen zijn nog uiteenlopender dan de materialen.

Er zijn wel bepaalde tendensen te ontdekken: zo houden verschillende kunstenaars zich bezig met (internationale) conflicten, digitale cultuur en alchemistische processen. Maar wat vooral duidelijk wordt als je de ateliers van de 46 kunstenaars betreedt, is hun onderzoekende houding en de gretigheid waarmee ze met verschillende disciplines experimenteren.

Op de Rijksakademie ontdek je waarschijnlijk geen kunst voor boven je bank. Het idee dat je het mooi moet vinden, of moet snappen, kun je hier het beste even loslaten.

Een bezoek is het leukste wanneer je je opstelt als ontdekkingsreiziger, met open vizier.

Tegen de tijd dat je deze kunst over een paar jaar in een museum tegenkomt, zal deze waarschijnlijk uitgebreid zijn geduid en gecontextualiseerd. Maar voor nu is het juist leuk dat al deze kunstenaarswerelden enigszins mysterieus zijn.

De 2015 vindt plaats op zaterdag 28 en zondag 29 november van 11:00 tot 19:00.

Gelijktijdig met de RijksacademieOPEN vindt het jaarlijkse plaats. In de deelnemende galeries en instellingen kan je het hele weekend hedendaagse kunst ontdekken.

Rondleiding: Surf mee langs de beste internetkunst Internetkunst vind je niet in musea, boeken of artikelen. Die vind je online. Maar hoe? Kunstenaar Jan Robert Leegte leidt rond door de wondere wereld van de internetkunst. Lees het stuk hier terug